9. - Maarten Klein: “Geen paniek. Ik moet vanhier
uitgaan. Waar ik nu zit. De sneeuw buiten. De
kamer. Deze tafelrand die ik met beide handen
vasthoud” p.57
-Vera Klein: “vera. Haar nog altijd snelle abrupt
afbrekende gebaren; de aandacht waarmee ze met
haar spitse vingers een dood blad uit een plant
plukt en van alle bekijkt, alsof ze de doodsoorzaak
wil vaststellen; hoe ze haar lippen tuit als ze
nadenkt of zachtjes haar hoofd schudt wanneer ze
iets leest dat ze mooi vindt.” p.11
10. Flashback
Terugverwijzingen: “Ik houd niet van de
winter, bal mijn vuist ertegen. Deed ik vroeger
als jongetje tegen de bliksem” p.104