Het klimaat in de afgelopen en komende 100 jaar door Peter Siegmund
Presentatie klimaat willem schot
1. Hawking waarschuwt in Utrecht voor macht experts.
Iedere burger moet zich verdiepen in de voornaamste theorieën van de
wetenschap, om een te grote invloed van experts te voorkomen. Dat
heeft natuurkundige Stephen Hawking zijn gehoor in Utrecht in mei
2014 op het hart gedrukt.
20. Essentiële punten:
De opwarming door het broeikas effect is fysisch gefundeerd
en dus zeker.
Relatieve onzekerheden door de feedback op de broeikas
opwarming in de systemen op aarde.
Absolute onzekerheden door natuurlijke fluctuaties (zon,
vulkanen). Hierdoor verloopt de opwarming niet geleidelijk,
maar onregelmatig. De gevolgen en het belang van de
broeikas opwarming worden hierdoor groter. Maar de
fluctuaties zijn onvoorspelbaar en wetenschappelijk
ongrijpbaar zodat men er geen rekening mee houdt.
(Paradox)
26. Bewijzen voor het bestaan van andere klimaten en grote
klimaatveranderingen in het verleden:
Kenmerken van ijs op plaatsen waar nu een veel warmer klimaat
is: zwerfstenen, gletsjerkrassen, stuwwallen, keileem, sterke
erosie door druk waardoor meren ontstaan, enz.
Kenmerken van een koud toendra klimaat: vegetatie (dryas),
pingo’s, ijswiggen.
Kenmerken van een warm klimaat: flora en fauna.
Daarnaast geeft het onderzoek van de zuurstof en waterstof
isotopen uit het ijs en de zeebodem goede indicaties over het
temperatuur verloop. Door de steeds betere datering van de
lagen geeft vooral dit onderzoek nu sinds ca 1990 een verrassend
beeld van extreme temperatuur veranderingen in het verleden.
Ook zijn er grote verandering in neerslag zoals blijkt uit de dikte
van ijslagen, van kalkafzettingen in grotten, en de mate van
erosie door rivieren, enz
Het blijkt dan dat er de laatste 1 miljoen jaar veel grote en snelle
klimaat veranderingen zijn geweest. Waardoor??
43. Fig. 5. Skeletmontage in het Sedgwick Museum of Geology, Cambridge. Hiervoor werden beenderen
gebruikt die van verschillende nijlpaarden afkomstig zijn. Eemien, Laatste Interglaciaal van Barrington,
Cambridgeshire, Engeland. Foto Sedgwick Museum of Geology, Cambridge.
50. Isotopen-onderzoek
• Tijdens glaciaal:
– relatieve toename van 16O en 1H op ijskappen, en
– relatieve toename 18O in de diepzee
• Tijdens interglaciaal:
– relatieve afname van 16O en 1H op ijskappen, en
– relatieve afname 18O in de diepzee
58. Klimaatverandering door:
Verandering binnen de systemen op aarde: Binnen de weersystemen
als windrichtingen en zeestromingen. Ook door vulkanen en
biologische factoren, zoals de mens. De veranderingen van deze
systemen zijn op termijn van ca 10 jaar tot enkele eeuwen.
Structurele verandering in de geografie, zoals verplaatsing
continenten en gebergtevorming op de termijn van ca 10 miljoen jaar.
Verandering door factoren buiten de aarde dus astronomisch:
Veranderingen in de aardbaan (Milankovitch theorie). Deze zijn in
termijnen van ca 10000 jaar. Hierover is vrij veel bekend.
Veranderingen in de activiteit van de zon in verschillende termijnen
van ca 10 jaar tot enkele eeuwen, maar mogelijk ook met grotere
periodes. Hierover is weinig bekend. Veranderingen door de
verplaatsing van ons zonnestelsel door de Melkweg, over perioden
van ca 10 miljoen jaar en meer. Hierover is weinig bekend.
59.
60.
61.
62.
63.
64.
65.
66.
67.
68.
69.
70. Een berekend model voor de evolutie van de Zon
tijd
(miljar
d jaar)
middellij
n
(Zonnu=1)
helderhei
d
(Zonnu=1)
temperatuu
r
oppervlak
(K)
centrale
dichthei
d
(g/cm3)
centrale
temperatuu
r
(K)
massapercentag
e
waterstof
in kern
opmerkingen
–0,035 2×106 ~0 10 10−19 10 70,5%
koude gaswolk begint
te contraheren
–0,034 2,1 1,6 4400 1,5 4×106 70,5%
protoster is ontstaan
(T Tauri-ster)
–0,010 1,0 1,1 5900 83 13×106 70,5%
protoster: overgang
naar hoofdreeks
0,0 0,872 0,769 5790 91 14,4×106 70,5%
begin als
hoofdreeksster:
nucleosynthese
waterstof in kern
1,0 0,905 0,770 5680 91 13,7×106 63,3%
2,0 0,927 0,824 5710 102 14,1×106 56,0%
3,0 0,952 0,884 5730 116 14,6×106 48,4%
4,0 0,982 0,954 5750 134 15,1×106 40,4%
4,59
(=nu)
1,000 1,000 5770 147 15,5×106 35,5% de huidige Zon
5,0 1,015 1,034 5780 158 15,8×106 31,9%
6,0 1,056 1,126 5780 191 16,6×106 22,7%
7,0 1,104 1,235 5790 243 17,6×106 12,7%
8,0 1,161 1,357 5780 326 18,6×106 2,9%
9,0 1,250 1,548 5760 488 18,9×106 0,09%
10,0 1,39 1,90 5680 860 19,4×106 0,00% waterstof in kern is op
11,0 1,6 2,3 5500 ... ... 0,00%
12,0 5 12 4900 ... ... 0,00%
12,17 241 2800 2700 ... ... 0,00%
rode reus (Red Giant
Branch); massaverlies
12,25 11 60 4800 ... ~160×106 0,00% heliumnucleosynthese
;
71.
72.
73. E.M.
ZONNNESTRALING
GEM.ENERGI
E STROOM
VERANDERING
MET DE
ZONCYCLUS VAN
CA 11 JR
BELANGRIJKSTE
DEPOSITIE
HOOGTE IONISATIE
TSI (vrl zichtbaar en IR) 1366 W/m2 1,2 W/m2 rel 0,1% Oppervlak Zwak
UV-A (315-400 nm) Oppervlak Zwak
UV-B ( 280-315 nm) 15-50 km (95%) Zwak
MUV (200-300 nm) 15,4 W/m2 0,17 W/m2 rel 1% 15 -50 km Zwak
FUV (126-200 nm) 50 mW/m2 15 mW/m2 rel 30% 30-120 km Matig
EUV, Xray (→0-125
nm) 10 mW/m2 rel 100% 80-250 km Sterk
DEELTJES STRALING
GEM.ENERGI
E STROOM
VERANDERING
MET DE
ZONCYCLUS VAN
CA 11 JR
DEPOSITIE
HOOGTE IONISATIE
Galact. Cosmische
Straling 0,7 μW/m2 0,7 μW/m2 rel 50% 0-30 km
Sterk(+nuclea
ir)
Snelle Protonen vd Zon
2 mW/m2 rel
100% 30-90 km
Sterk(+nuclea
ir)
Aurora protonen en
elektronen 1 mW/m2 20 mW/m2 100-120 km Matig
Joule Heating 20 mW/m2 2 W/m2 100-150 km Matig
88. www.genevo.nl klik naar klimaat. Voor meer informatie en literatuur verwijzingen
Vragen? Materiaal voor meer informatie? Wil je gegevens van deze presentatie? Mail
naar wfschot@gmail.com
89.
90. Onderzoek landijs
18O / 16O-verhouding (18O) hangt af van:
• klimaat
• lokale T
– geografische breedte
– hoogte
– seizoen
• afstand tot brongebied
91.
92.
93.
94.
95.
96. Bewijzen voor het bestaan van andere klimaten en grote
klimaatveranderingen in het verleden:
Kenmerken van ijs op plaatsen waar nu een veel warmer klimaat
is: zwerfstenen, gletsjerkrassen, stuwwallen, keileem, sterke
erosie door druk waardoor meren ontstaan, enz.
Kenmerken van een koud toendra klimaat: vegetatie (dryas),
pingo’s, ijswiggen.
Kenmerken van een warm klimaat: flora en fauna.
Daarnaast geeft het onderzoek van de zuurstof en waterstof
isotopen uit het ijs en de zeebodem goede indicaties over het
temperatuur verloop. Door de steeds betere datering van de
lagen geeft vooral dit onderzoek nu sinds ca 1990 een verrassend
beeld van extreme temperatuur veranderingen in het verleden.
Ook zijn er grote verandering in neerslag zoals blijkt uit de dikte
van ijslagen, van kalkafzettingen in grotten, en de mate van
erosie door rivieren, enz
Het blijkt dan dat er de laatste 1 miljoen jaar veel grote en snelle
klimaat veranderingen zijn geweest. Waardoor??