Midden september 2009 raakt bekend dat koning Albert II twee appartementen en drie garages gekocht heeft in Oostende. De aankoop van het vastgoed dateert wel al van 15 februari 2008. Een afschrift van de koopakte bij het hypotheekkantoor in Brugge toont als verkoper van de grond het AGSO (Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende), als verkoper van de gebouwen de Groep Sleuyter en als aankoper 'koning der Belgen, Albert II Felix', geboren op 6 juni 1934.

1. Kocht Albert II Oostendse appartementen met
overschot Civiele Lijst?
Thierry Debels
@thierryd
27/12/16
Midden september 2009 raakt bekend dat koning Albert
II twee appartementen en drie garages gekocht heeft in
Oostende. De aankoop van het vastgoed dateert wel al
van 15 februari 2008.
Een afschrift van de koopakte bij het hypotheekkantoor
in Brugge toont als verkoper van de grond het AGSO
(Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing
Oostende), als verkoper van de gebouwen de Groep
Sleuyter en als aankoper 'koning der Belgen, Albert II
Felix', geboren op 6 juni 1934.
Hypothecaire lening
1

2. De aankoop wordt door de pers geschat op anderhalf
miljoen euro. Maar dat is te hoog. Een voormalige
medewerker van de Civiele Lijst vertelt dat de
aankoopprijs voor de appartementen en de garages ‘niet
meer dan een miljoen euro’ hebben gekost.
De hypothecaire lening werd volgens die persoon
afgesloten om de bevolking te misleiden. Het geld voor
de aankoop kwam immers van een overschot van de
Civiele Lijst van 2007. In begrotingsjaar 2007 werd de
civiele lijst begroot op 9.542.000 euro. De uitgaven van
de Civiele Lijst zijn niet onderworpen aan de controle
van parlement of Rekenhof.
Pardoen
De voormalige medewerker wijst nog op een
merkwaardig element. ‘Verantwoordelijke van de Civiele
Lijst toen was (Vincent) Pardoen. En wie woont vandaag
in het (bovenste) appartement van de koning? Jawel,
Pardoen.’ Of het verhaal van deze medewerker correct is,
kunnen we niet nagaan. Er is immers geen transparantie
inzake de besteding van de Civiele Lijst. Maar het zou
zeker geen primeur zijn. In het verleden werd al door
Leopold I en Leopold II vastgoed gekocht met
overschotten van de Civiele Lijst.
2