2. Discussie
Mannen verliezen sneller gewicht.
Water drinken helpt je gewicht te verliezen.
Een ontbijt overslaan maakt je dikker.
Als je ‘s avonds laat eet, word je sneller dik.
Eén glas alcohol per dag is gezond.
Vegetarische maaltijden helpen je af te slanken.
3. Relatiefzin
De jongen die mij het boek gegeven heeft, is mijn buur.
Het meisje dat je daar ziet, is mijn vriendin.
De vakantie waaraan ik zit te denken, was geweldig.
De vakantie waar ik aan zit te denken, was geweldig.
De vrienden aan wie ik zit te denken, wonen nu in Spanje.
GEBRUIK en POSITIE
Zonder prepositie: de-woord met die, het-woord met dat
Met prepositie: waar- + prepositie voor object
prepositie + wie voor persoon
Pronomen splitst in informele context met deel bij
verbum
4. Relatiefzin
De creditcard waarmee ik wilde betalen, is niet geldig.
De creditcard waar ik mee wilde betalen, is niet geldig.
Het museum waar we naartoe wilden gaan, is gesloten.
Het land waar hij vandaan komt, ligt ver weg.
De stoel waar hij af gevallen is, is hoog.
Het dorp waar ik geboren ben, bestaat niet meer.
GEBRUIK en POSITIE
Uitzondering: met -mee, tot -toe, naar -
naartoe,
van -vandaan, van -vanaf
Geografische locaties: waar
5. Relatiefzin
Voor jou doe ik alles wat je wilt.
Het examen was heel makkelijk, wat ons allemaal blij
maakte.
Wat ik nooit kan onthouden, zijn nieuwe namen.
Wie dit leest, is gek!
GEBRUIK en POSITIE
Na iets, niets, alles, etc. en superlatieven komt wat
Referentie naar een zin met wat
Zonder antecedent met wie (personen) of wat
(objecten)
6. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
1. een dun staafje met een punt om mee te naaien de naald
2. een medicijn in de vorm van een kleine platte pil de/het tablet
3. uit een gevaarlijke of moeilijke situatie helpen redden
4. dingen zeggen over iemand die zijn gevoelens pijn doen beledigen
5. niet met elkaar kloppen tegenspreken
6. verkouden worden kou vatten
7. zo vreemd dat het waarschijnlijk niet waar is ongeloofwaardig
7. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
8. weergeven (van emoties) uitdrukken
9. een beweging in je buik waardoor je een hoog geluid maakt de hik
10. de verdraaiing de verstuiking
11. iemand met een bepaalde situatie gelukwensen iemand feliciteren
12. cijfers en letters waarin informatie verborgen is de code
13. een zachte, bijna vloeibare stof die je huid sneller heel maakt de zalf
14. iemand steunen die pijn of verdriet heeft troosten
8. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
15. het feit dat je elkaar verkeerd begrijpt het misverstand
16. weinig geluid gevend (van een stem) hees
17. gewricht tussen je hand en je arm de pols
18. antoniem: liegen de waarheid spreken
19. verstoppen verbergen
20. geleidelijk langzamerhand
21. niets kunnen zeggen geen woord over zijn lippen krijgen
9. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
22. schreeuwen met een hoog geluid gillen
23. de plaats op je lichaam waar je huid kapot is de wond
24. iets waarmee je een doel probeert te bereiken het middel
25. iemand die je heel lief vindt omdat hij of zij je helpt de engel
26. praten met je mond bijna dicht mompelen
27. een stroom koude lucht in een ruimte de tocht
28. een medicijn dat voorkomt dat je een bepaalde ziekte krijgt het vaccin
10. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
29. kracht zetten op iets drukken
30. aanwijzingen gevonden hebben waar iets te vinden is op het spoor zijn
31. tevreden zijn met je situatie het naar zijn zin hebben
32. gewricht tussen je been en je voet de enkel
33. een stukje kunststof dat je op een wonde kleeft de pleister