SlideShare a Scribd company logo
1 of 58
Download to read offline
Vermogen
        Cycling Power

• Wat is vermogen?
• Hoe wordt vermogen gemeten?
• Wat kun je er mee?
• Referentie waardes
• Praktijk
Wat is vermogen?

– Vermogen is een grootheid uit de natuurkunde die de
  arbeid per tijdseenheid voorstelt. De SI-eenheid voor
  vermogen is de Watt en men leest dan ook vaak
  wattage in plaats van het officieel correcte vermogen.

– Een andere bekende, maar verouderde, eenheid voor
  vermogen is de paardenkracht, die in verschillende
  landen een verschillende definitie (en waarde) had. De
  meest gebruikte paardenkracht is ongeveer 740 watt.
Cycling Power
            Pcyc = Pdt + mVAcyc + WVsin(ArctanG) +
                                    2                2
        WVCrr1cos(ArctanG) + (NCrr2V) + 1/2ρCdAV(V+Vw)

Pdt : vermogen om aandrijf-   N: aantal wielen
   weerstand te overwinnen    Crr1: coefficient dynamische
m: massa fietser + fiets         rolweerstand
V: snelheid fiets             Cd: luchtweerstand
Acyc: accelaratie of             coefficient
   decelaratie van fiets      A: frontale oppervlak
W: gewicht fietser + fiets    Ρ: luchtdichtheid
G: hellingspercentage         Vw: windsnelheid meewind
Crr1: coefficient statische      of tegenwind (+ bij
   rolweerstand                  meewind)
Rendement van het lichaam
• Energieproductie
• Rendement in
  gunstigste geval 25 %
• Rest van 75 % is
  warmteontwikkeling
• Afvoer via:
   – Straling
   – Convectie
   – Zweten (verdamping)
Wat is vermogen?
    Arbeid=kracht x verplaatsing

  Watts = Force x Distance

Torque Exerted on    Distance Traveled
the Rear Hub         by the Hub




       Strain Gauges
Wat is vermogen?
• Het Vermogen is de hoeveelheid arbeid per
  seconde

 Vermogen
    = Kracht x verplaatsing per seconde
    = Kracht x snelheid

De eenheid van vermogen is de Watt (W)
• Wanneer een persoon van 70 kg een trap van
  2.70 meter op loopt, levert hij een arbeid
  gelijk aan: 70 x 9.81 x 2.70 = 1854 Joule.
• Doet hij dit in 5 seconden dan heeft hij een
  vermogen van 1854/5 = 370 W ontwikkeld
  gedurende 5 seconden.
• Op rustige training draaien wielrenners
  tussen 200 en 300 W. Wanneer het er echt
  op aan komt, b.v. een zware klim of tijdrit
  draaien toppers tussen 400 en 450 W, met
  eventueel korte pieken van 550 tot 600 W
Het totale vermogen (P) dat een fietser levert wordt
    gebruikt om de 3 weerstanden te overwinnen

• de rolweerstand
• de luchtweerstand
• de klim- of
  zwaartekracht
  weerstand.
Dus totaal:
P = Prol + Plucht + Pklim
Resistance and speed
Rolweerstand
• Bandenspanning
• Banddikte
• Wieldiameter (Hoe groter het wiel, hoe lager de
  rolweerstand)
• Bandensoort
• Wielstijfheid (Met name de verticale stijfheid is
  van belang)
• Het totale gewicht op het wiel (Hoe zwaarder de
  fietser, hoe meer rolweerstand)
• De ruwheid van het wegdek
Luchtweerstand
•   Luchtdruk
•   Windsnelheid
•   Frontale oppervlakte
•   Oppervlaktestructuur
•   Vorm of stroomlijn (druppelvorm)
Luchtweerstand
• Aangezien het nodige vermogen gelijk is
  aan kracht vermenigvuldigd met snelheid,
  zal het luchtweerstandsvermogen, Plucht
  evenredig zijn met de derde macht van de
  snelheid!
• Om dubbel zo snel te rijden heb je dus 8
  maal zoveel vermogen nodig!
Luchtweerstand: wind
• Indien we geen echte bergen in de buurt
  hebben kunnen we toch een soort
  klimtraining rijden door tegenwind te gaan
  rijden.
• Welke tegenwind komt dan overeen met
  een bepaalde helling?
Luchtweerstand: wind
Helling (%)   Windsnelheid   Beaufort
                (km/u)
    1             22            4

    5             49            6

    10            69            8
Klim- of zwaartekracht weerstand
• Bij een beklimming met hellingsgraad h
  ondervinden we een afremmende kracht F, die
  gelijk is aan het totale gewicht vermenigvuldigd
  met de hellingsgraad, dus
• F = h x Gtot
• waarin Gtot het gewicht is van de fietser + fiets,
  en de hellingsgraad is
• Deze tegenwerkende kracht is altijd aanwezig, ook
  als we stil staan.
Klim- of zwaartekracht weerstand

• Om op een helling te rijden met snelheid v
  moeten we een klimvermogen ontwikkelen
  van
• Pklim = h x Gtot x v
Klim- of zwaartekracht weerstand

• Hellingshoek: Hoe steiler de helling, des te
  hoger de weerstand. Deze vorm van
  weerstand, door de zwaartekracht, is met
  eenvoudige natuurkundige wetten zeer
  gemakkelijk te bepalen. De zwaartekracht is
  de enige factor die een rol speelt bij de
  hellingsweerstand.
Mechanische weerstand


• Mechanical Friction (bearings, gear train)
  absorbs typically only 3-5% of power input if
    well maintained
Pedaalkracht
Human Power Output
• Meeste volwassenen kunnen 0.1 HP (75 watt) continu
  leveren, wat ongeveer overeenkomt met 19-20 km/u.
• Goed getrainde fietsers kunnen 0.25 tot 0.40 HP
  continu leveren, resulterend in 32 to 38 km/u.
• Professionals kunnen bijna 0.6 HP (450 watt) leveren
  gedurende periodes van een uur of meer, resulterend in
  42 tot 50 km/u.

   Oftewel profs leveren 6 x zoveel vermogen
   maar gaan toch maar 2 x zo hard!!
Human Power Output




The maximum power output that can be sustained for
various time durations for champion cyclists. Average
power output over long distances is less than 400 W.
Renner van 75 kg, windstil weer, horizontale weg

Snelheid (km/u)     Vermogen (Watt)     Verschil vermogen per 5km/u
10                  15                  15
15                  30                  25
20                  55                  35
25                  90                  55
30                  145                 70
35                  215                 90
40                  305                 115
45                  420                 145
50                  565                 175
55                  740                 205
60                  945                 245
65                  1190
SYSTEMEN

•   SRM
•   PowerTap
•   Ergomo
•   i-Bike
•   Quarq
Waarom een vermogensmeter gebruiken?
• Vermogen is de meest objectieve maat om de
  intensiteit te meten (stimulus-respons)
• RPE is te subjectief en is afhankelijk van teveel
  factoren
• Snelheid verandert met terrein/ondergrond
• Hartslag respons ligt achter op de actuele
  inspanning die geleverd wordt en meet de respons
  van het lichaam, niet de arbeid die verricht wordt
Heart Rate                                   Stimulus vs. Response
             Response/Effect

                               Performance




                                                   Training Load
                                                 Stimulus / Cause

                                                     Power
Interval + endurance

Heart Rate increases
constantly and doesn‘t
decrease anymore         Power
during recovery.
Power, measured in
Watts, shows                                    Heart Rate
constantly the actual
performance and is
within the wanted area
for the intervals !
Interval with intensity target

                                                 Heart Rate
Regulation about HF
is not possible
¾ of time not in
predertermined sector
of 170-180 bpm




                                                    Power
Kritisch vermogen
• Het hoogste vermogen waarbij we de
  inspanning zeer lang kunnen volhouden
  noemen we: Kritisch vermogen (PKV)
  Om meer vermogen te leveren dan PKV
  moeten we beroep doen op anaërobe
  energie. We gaan dan "in het rood".
Kritisch vermogen
• De meervoudige uitputting
• Hier gaat de fietser in een laboratorium op een fietsergometer rijden. In
  de veronderstelling dat we reeds een idee hebben over het kritisch
  vermogen (b.v. na een gewone inspanningstest) zal de ergometer
  ingesteld worden op een vermogen dat zeker hoger is dan PKV. De
  fietser draait dit vermogen aan de trapcadans die voor hem best
  geschikt is. De tijd wordt gemeten tot wanneer hij totaal uitgeput is. Na
  voldoende lange rust en totale recuperatie gebeurt dezelfde test met
  een ander vermogen.
• De test wordt gedaan bij (minstens) 4 verschillende vermogens. Gezien
  de renner iedere keer tot het uiterste gaat duurt de hele testcyclus één
  tot twee dagen. We beschikken dan over 4 uitputtingstijden, t, die
  horen bij 4 vermogens, P, die we uitzetten in grafiek
Kritisch vermogen
Kritisch vermogen
          Anaerobe werk capaciteit
• De 4 blauwe meetpunten zijn verbonden door het volgend
  wiskundig verband:
• P=Pkv + AEWC/t (AEWC=AnAerobe Werk Capaciteit)
• In dit voorbeeld is PKV = 300 W en AEWC = 30 kJ
  Bij alle vermogens lager dan 300 W rijdt deze renner in de
  aërobe zone, alle vermogens hoger dan 300 W zijn
  gedeeltelijk anaëroob. Hoe dieper in het rood, hoe korter
  de inspanning kan volgehouden worden. Deze renner kan
  dus “onbeperkt” lang rijden met 300 W, ofwel 5 minuten
  400 W, of nog 2.5 minuten 500 W etc...
  Deze methode is heel betrouwbaar maar nogal omslachtig.
Kritisch vermogen
• Het gemiddeld vermogen over 20 minuten,
  P20', is ongeveer 5 % hoger dan het
  kritisch vermogen m.a.w;
• PKV = 0.95 x P20'
Met de eigen fiets
              Het rennersprofiel
• Een renner die het privilege heeft om met een
  vermogensmeter te rijden, heeft de kans om zijn eigen
  prestatie op een zeer gedetailleerde manier te onderzoeken.
  Daarvoor zal hij op regelmatige basis een z.g.
  rennersprofiel opnemen. Daarvoor zal hij op een van zijn
  normale tochten of trainingen 4 specifieke testen doen.
• All-out sprint gedurende 5 seconden.
• Maximale test gedurende 1 minuut
• Maximale test gedurende 5 minuten
• Maximale test over volle 20 minuten
ANAEROBE DREMPEL PROTOCOL

 Stap 1   Warming-up 20 min rustig duurtempo

 Stap 2   Incl. 3 x (hoge freq.:>110 rpm 1 min-1 min rust)

 Stap 3   Vervolgens 5 minuten rustig duurtempo

 Stap 4   5 minuten AD tempo

 Stap 5   10 minuten rustig duurtempo

 Stap 6   20 minuut TIJDRIT!

 Stap 7   10-15 minuten rustig duurtempo

 Stap 8   10-15 minuten cool-down
P O W E R             P R O F ILE                           P R O T O C O L

  S ta p    1    W a rm in g -u p         m in im a a l 4 5         m in u te n

  S ta p    2    In c l. 3   x   (h o g e       fr e q .: > 1 1 0    rp m     1   m in - 1   m in   ru s t)

  S ta p    3    V e rv o lg e n s 3        m in u t e n     r u s t ig   d u u r te m p o

  S ta p    4    5    m in u te n     A D     te m p o

  S ta p    5    3-5     m in u te n      ru s tig       d u u rte m p o

  S ta p    6    1    m in u u t v o lu it!

  S ta p    7    m in im a a l 1 0        m in u t e n      ru s tig d u u rte m p o

  S ta p    8    5    m in u te n     v o lu it

  S ta p    9    10     m in u te n     d u u r te m p o

  S ta p   1 0   1    m in   v o lu it!

  S ta p   1 1   5    m in u te n     ru s tig     d u u rte m p o

  S ta p   1 2   1    m in   v o lu it!

  S ta p   1 3   5    m in u te n     ru s tig     d u u rte m p o

  S ta p   1 4   15     se co n de n        s p r in t

 S ta p    1 5   2    m in u te n     ru s tig     d u u rte m p o

  S ta p   1 6   15     se co n de n        s p r in t

  S ta p   1 7   10 -15      m in u te n        c o o l-d o w n
Rennersprofiel
                Powerprofile
• Het rennersprofiel bestaat uit deze 4 gemeten
  vermogen P5", P1', P5' en P20', gedeeld door de
  massa van de renner, dus in W/kg.
• Door deze test regelmatig uit te voeren kan
  iedereen voor zichzelf het rendement van zijn
  trainingsarbeid opvolgen. Hij kan ook zijn sterke
  en zwakke punten ontdekken en specifiek gaan
  trainen.
VROUWEN   MANNEN
Power Based Training
Training sector in relation to IAS (US Standard)

             Active   Endurance Tempo          Lactate     VO2Max Anaerobic
             Recovery                          Threshold          Capacity


Power        0 – 128   128 - 174   174 - 209   209 - 244   244 - 279   279 -

Heart Rate     - 119   120 - 130   131 - 138   139 - 146   147 - 155   156 -
Threshold calculation from training data




         Threshold 320 Watt
Threshold calculation from training data




             CP60 = 310 Watt
The new Training Tools
             NP:Normalized Power


                IF:Intensity Factor


         TSS:Training Stress Score
Normalized Power (NP)

-The base for calculating NP is the average power performed on the bike.
-The actual power is therefore constantly recorded and the power peaks
 (Wattage peaks) receive an extra weight within this formula.
-This is important because Wattage peaks/power peaks (e.g. short
sprints) stress the body much more than a constant average power
-The NP is given in Watts
Het normvermogen: NP
•   Het gemiddeld vermogen van een training zegt eigenlijk niet veel over de kwaliteit van deze training.
    Onderstellen we een fietser die 30 min rijdt met vermogen 100 W, en daarna 30 min met
    vermogen 200 W. Hij heeft dus 60 minuten gereden met een gemiddeld vermogen van150 W.
    We zouden kunnen denken dat deze training hetzelfde effect heeft als een training waarbij hij één
    uur aan 150 W rijdt. Dit is helemaal niet zo! De reden is dat rijden met 200 W van ons lichaam meer
    inspanning vraagt dan het dubbele van het rijden aan 100 W.
•   Maar hoe brengen we deze "fysiologische stress" in rekening? Fysiologen aanvaarden dat de
    concentratie van lactaat in het bloed een goede maat is voor deze fysiologische stress. Het blijkt nu
    dat de bloedlactaat concentratie ongeveer evenredig is met de vierde macht van het geleverd
    vermogen. Een verdubbeling van het vermogen vraagt dus een 24 = 16-voudige verhoging van de
    fysieke inspanning.
•   We bereken het normvermogen PN van een training door ieder tijdsinterval ti te vermenigvuldigen
    met de vierde macht van het bijhorend vermogen Ti4 , daarna de som te maken van al deze
    producten, dit resultaat te delen door de totaaltijd van de training en tenslotte de vierdemachtswortel
    te trekken van het resultaat. Dit lijkt nogal ingewikkeld maar het kan nu eenmaal niet anders, en
    gelukkig zal ieder zichzelf respecterend programma, zoals WKO+ deze berekening voor ons
    uitvoeren. Maken we even zelf deze berekening voor onze rit van 2 x 30 min aan 100 en 200 Watt;
•   We zien dat deze rit hetzelfde normvermogen heeft als een rit van 1 uur aan constant vermogen van
    171 Watt.
•   Het normvermogen is altijd groter dan (of gelijk aan) het gewone gemiddeld vermogen.
Intensity Factor (IF)
Definition:
The Intensity Factor (IF) shows the relative intensity within the
training or the race in comparison to the individual’s threshold,
expressed in Watts.


0 - 0,55         Active Revovery
0,55 - 0,75      Endurance
0,75 - 0,90      Tempo (road races > 3h)
0,90 - 1.05      Lactate Threshold (e.g. intervalls)
1,05 - 1,20      Vo2Max (e.g. short time time ~ 9 miles)
1,20 - ……        Anaerobic Capacity (e.g.Prolog)
De trainingsintensiteit: IF

• De intensiteit van een training is eenvoudigweg de verhouding van het
  geleverd normvermogen tot het kritisch vermogen
• Intensiteit = IF = PN/PKV
• Aangezien PKV per definitie het maximaal vermogen is dan we lang
  kunnen volhouden, kan de intensiteit voor een lange rit, bv. een lange
  tijdrit of een serieus lange klim, niet groter zijn dan 1
• Voor een korte inspanning (sprint, proloog, achtervolging...) kan de
  intensiteit wel groter zijn dan 1 omdat we dan gedeeltelijk anaëroob
  kunnen rijden. Algemeen wordt aangenomen dat voor een tijdrit van
  20 minuten de intensiteit ongeveer 5 % hoger kan zijn dan 1. Dit
  kunnen we onder andere gebruiken om te testen hoe groot ons kritisch
  vermogen is; 95% van het normvermogen van een all-out tijdrit van 20
  minuten is een zeer goede schatting voor PKV
Training Stress Score (TSS)
- The TSS shows the total value of the training stress within a workout or race
- Growing number which shows the intensity and duration of the performance
- Always greater than one and would equal 100 after exactly one hour of effort
at threshold


< 150           low training stress ( recovery days: 1)
150 - 300       medium training stress (recovery days: 1-2)
300 – 450       high training stress (recovery days: 2-4)
> 450           very high training stress (recovery days: > 4)
De trainingsbelasting: TSS
•   De globale waarde van een training wordt weergegeven door de
    trainingsbelasting (TSS = Training Stress Score).
•   Deze score is zo gedefinieerd dat het getal 100 wordt toegekend aan een
    training waarbij men 1 uur zou rijden aan het kritisch vermogen.
•   Een TSS = 100 komt zo overeen met een tijdrit van 1 uur. We kunnen dezelfde
    score bereiken door rustiger (op lagere intensiteit) te rijden gedurende meer
    tijd.
•   De trainingsbelasting - TSS wordt berekend als volgt:
                                                              2
                           TSS = 100 x T x (IF)
        waarin T de totaaltijd in uren is en IF de intensiteit van de training

•   Een training van 4 uur bij een intensiteit van 0.5 heeft dezelfde TSS als een
    training van 1 uur aan intensiteit 1. Het positieve trainingseffect en de
    vermoeidheid zal voor beide trainingen dezelfde zijn.
Training Stress Balance: TSB
    Iedere training of wedstrijd heeft een dubbele invloed op het lichaam

•   Een positieve nawerking; de eigenlijke aanpassing van het lichaam aan de
    trainingsprikkel. Dit effect neemt langzaam af, zodat je na 1 maand nog
    ongeveer 50 % van dit positieve effect over hebt. Je totale trainingsniveau is
    dus een soort gewogen gemiddelde van alle trainingswerk van de afgelopen
    maanden, waar natuurlijk de recentere trainingen zwaarder doorwegen.
    Dit trainingsniveau wordt het CTL genoemd – Chronic Training Load – of
    Chronische trainingslast

•   Een negatieve nawerking m.a.w. de vermoeidheid. De vermoeidheid neemt
    gelukkig sneller af zodat je bv. na 5 dagen herstelt van zelfs een zeer zware
    inspanning (De halveringstijd van vermoeidheid is 5 dagen).
    Het niveau van vermoeidheid wordt weergegeven door het ATL – Acute
    Training Load
Training Stress Balance: TSB
• Vorm = Training + frisheid

• Vorm komt ongeveer overeen met:
  CTL – ATL
of nog eenvoudiger
  TSB = CTL – ATL
Training Stress Balance: TSB
• TSB is Training Stress Balance of de balans tussen training
  en vermoeidheid.
• Heel veel trainen zonder voldoende rusten leidt tot zeer
  negatieve waarden van TSB, overtraining en slechte
  prestaties. Indien we het enkele dagen rustig aan doen (het
  taperen) blijft de CTL nagenoeg constant, maar de
  vermoeidheid of ATS verdwijnt snel zodat de balans TSB
  snel omhoog gaat en positief wordt.
• Algemeen wordt aangenomen dat een renner zijn beste
  prestatie levert wanneer zijn TSB enkele dagen positief is
  geworden. TSB positief betekent dus in de praktijk goede
  benen en een mogelijk goede prestatie. Wanneer de TSB te
  lang en te diep negatief blijft treed overtraining en slechte
  prestaties op.
Prestatiebeheerskaart PBK
Voorbeeld Training Stress Balance
• De CTS staat hier in het blauw en af te lezen op de rechtse schaal in
  TSS/d (Training stress per dag). In oranje de TSB – Trainingsbalans
  en in zwart het vermogen gedurende 20 minuten, P20
• Het register begint op 16/06/2008 met een trainingsniveau CTL op 80
  TSS/dag. We zien een lichte opbouw te beginnen op 7/8/2008 tot
  ongeveer 2/9/2008 waardoor de CTL stijgt tot 85.5 TSS/d.
• Gelijktijdig daalt de trainingsbalans TSB tot -36. Dan wordt het tijd
  voor een weekje rust.
• Na deze week is CTL teruggevallen tot 72 TSS/d en de balans TSB is
  omhooggeschoten tot de zeer positieve waarde +33. Het gemiddelde
  vermogen op 20 minuten is dan 228 Watt, veel hoger dan de
  gemiddelde waarden van de voorbije maanden!
CyclingPeaks Software
Voordelen van vermogensmeting op de fiets


 - Optimale   prestatie controle
 - Optimale stress dosering
 - Zichtbare prestatie progressie
 - Watt = actie, HR = reactie
 - Tijd besparing
Literatuur
• Training and Racing with a Power Meter
  – Hunter Allen and Andrew Coggan


• High-Tech Cycling
  – Edmund R. Burke
VRAGEN??




WWW.SPORTARTS.ORG

More Related Content

Featured

AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfmarketingartwork
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024Neil Kimberley
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)contently
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024Albert Qian
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsKurio // The Social Media Age(ncy)
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Search Engine Journal
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summarySpeakerHub
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Tessa Mero
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentLily Ray
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best PracticesVit Horky
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementMindGenius
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...RachelPearson36
 
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Applitools
 
12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at Work12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at WorkGetSmarter
 

Featured (20)

AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
 
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
 
12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at Work12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at Work
 
ChatGPT webinar slides
ChatGPT webinar slidesChatGPT webinar slides
ChatGPT webinar slides
 
More than Just Lines on a Map: Best Practices for U.S Bike Routes
More than Just Lines on a Map: Best Practices for U.S Bike RoutesMore than Just Lines on a Map: Best Practices for U.S Bike Routes
More than Just Lines on a Map: Best Practices for U.S Bike Routes
 

Somt 05 06-2010 power

  • 1. Vermogen Cycling Power • Wat is vermogen? • Hoe wordt vermogen gemeten? • Wat kun je er mee? • Referentie waardes • Praktijk
  • 2. Wat is vermogen? – Vermogen is een grootheid uit de natuurkunde die de arbeid per tijdseenheid voorstelt. De SI-eenheid voor vermogen is de Watt en men leest dan ook vaak wattage in plaats van het officieel correcte vermogen. – Een andere bekende, maar verouderde, eenheid voor vermogen is de paardenkracht, die in verschillende landen een verschillende definitie (en waarde) had. De meest gebruikte paardenkracht is ongeveer 740 watt.
  • 3. Cycling Power Pcyc = Pdt + mVAcyc + WVsin(ArctanG) + 2 2 WVCrr1cos(ArctanG) + (NCrr2V) + 1/2ρCdAV(V+Vw) Pdt : vermogen om aandrijf- N: aantal wielen weerstand te overwinnen Crr1: coefficient dynamische m: massa fietser + fiets rolweerstand V: snelheid fiets Cd: luchtweerstand Acyc: accelaratie of coefficient decelaratie van fiets A: frontale oppervlak W: gewicht fietser + fiets Ρ: luchtdichtheid G: hellingspercentage Vw: windsnelheid meewind Crr1: coefficient statische of tegenwind (+ bij rolweerstand meewind)
  • 4. Rendement van het lichaam • Energieproductie • Rendement in gunstigste geval 25 % • Rest van 75 % is warmteontwikkeling • Afvoer via: – Straling – Convectie – Zweten (verdamping)
  • 5. Wat is vermogen? Arbeid=kracht x verplaatsing Watts = Force x Distance Torque Exerted on Distance Traveled the Rear Hub by the Hub Strain Gauges
  • 6. Wat is vermogen? • Het Vermogen is de hoeveelheid arbeid per seconde Vermogen = Kracht x verplaatsing per seconde = Kracht x snelheid De eenheid van vermogen is de Watt (W)
  • 7. • Wanneer een persoon van 70 kg een trap van 2.70 meter op loopt, levert hij een arbeid gelijk aan: 70 x 9.81 x 2.70 = 1854 Joule. • Doet hij dit in 5 seconden dan heeft hij een vermogen van 1854/5 = 370 W ontwikkeld gedurende 5 seconden. • Op rustige training draaien wielrenners tussen 200 en 300 W. Wanneer het er echt op aan komt, b.v. een zware klim of tijdrit draaien toppers tussen 400 en 450 W, met eventueel korte pieken van 550 tot 600 W
  • 8. Het totale vermogen (P) dat een fietser levert wordt gebruikt om de 3 weerstanden te overwinnen • de rolweerstand • de luchtweerstand • de klim- of zwaartekracht weerstand. Dus totaal: P = Prol + Plucht + Pklim
  • 10. Rolweerstand • Bandenspanning • Banddikte • Wieldiameter (Hoe groter het wiel, hoe lager de rolweerstand) • Bandensoort • Wielstijfheid (Met name de verticale stijfheid is van belang) • Het totale gewicht op het wiel (Hoe zwaarder de fietser, hoe meer rolweerstand) • De ruwheid van het wegdek
  • 11. Luchtweerstand • Luchtdruk • Windsnelheid • Frontale oppervlakte • Oppervlaktestructuur • Vorm of stroomlijn (druppelvorm)
  • 12. Luchtweerstand • Aangezien het nodige vermogen gelijk is aan kracht vermenigvuldigd met snelheid, zal het luchtweerstandsvermogen, Plucht evenredig zijn met de derde macht van de snelheid! • Om dubbel zo snel te rijden heb je dus 8 maal zoveel vermogen nodig!
  • 13. Luchtweerstand: wind • Indien we geen echte bergen in de buurt hebben kunnen we toch een soort klimtraining rijden door tegenwind te gaan rijden. • Welke tegenwind komt dan overeen met een bepaalde helling?
  • 14. Luchtweerstand: wind Helling (%) Windsnelheid Beaufort (km/u) 1 22 4 5 49 6 10 69 8
  • 15. Klim- of zwaartekracht weerstand • Bij een beklimming met hellingsgraad h ondervinden we een afremmende kracht F, die gelijk is aan het totale gewicht vermenigvuldigd met de hellingsgraad, dus • F = h x Gtot • waarin Gtot het gewicht is van de fietser + fiets, en de hellingsgraad is • Deze tegenwerkende kracht is altijd aanwezig, ook als we stil staan.
  • 16. Klim- of zwaartekracht weerstand • Om op een helling te rijden met snelheid v moeten we een klimvermogen ontwikkelen van • Pklim = h x Gtot x v
  • 17. Klim- of zwaartekracht weerstand • Hellingshoek: Hoe steiler de helling, des te hoger de weerstand. Deze vorm van weerstand, door de zwaartekracht, is met eenvoudige natuurkundige wetten zeer gemakkelijk te bepalen. De zwaartekracht is de enige factor die een rol speelt bij de hellingsweerstand.
  • 18. Mechanische weerstand • Mechanical Friction (bearings, gear train) absorbs typically only 3-5% of power input if well maintained
  • 20. Human Power Output • Meeste volwassenen kunnen 0.1 HP (75 watt) continu leveren, wat ongeveer overeenkomt met 19-20 km/u. • Goed getrainde fietsers kunnen 0.25 tot 0.40 HP continu leveren, resulterend in 32 to 38 km/u. • Professionals kunnen bijna 0.6 HP (450 watt) leveren gedurende periodes van een uur of meer, resulterend in 42 tot 50 km/u. Oftewel profs leveren 6 x zoveel vermogen maar gaan toch maar 2 x zo hard!!
  • 21. Human Power Output The maximum power output that can be sustained for various time durations for champion cyclists. Average power output over long distances is less than 400 W.
  • 22. Renner van 75 kg, windstil weer, horizontale weg Snelheid (km/u) Vermogen (Watt) Verschil vermogen per 5km/u 10 15 15 15 30 25 20 55 35 25 90 55 30 145 70 35 215 90 40 305 115 45 420 145 50 565 175 55 740 205 60 945 245 65 1190
  • 23. SYSTEMEN • SRM • PowerTap • Ergomo • i-Bike • Quarq
  • 24. Waarom een vermogensmeter gebruiken? • Vermogen is de meest objectieve maat om de intensiteit te meten (stimulus-respons) • RPE is te subjectief en is afhankelijk van teveel factoren • Snelheid verandert met terrein/ondergrond • Hartslag respons ligt achter op de actuele inspanning die geleverd wordt en meet de respons van het lichaam, niet de arbeid die verricht wordt
  • 25. Heart Rate Stimulus vs. Response Response/Effect Performance Training Load Stimulus / Cause Power
  • 26. Interval + endurance Heart Rate increases constantly and doesn‘t decrease anymore Power during recovery. Power, measured in Watts, shows Heart Rate constantly the actual performance and is within the wanted area for the intervals !
  • 27. Interval with intensity target Heart Rate Regulation about HF is not possible ¾ of time not in predertermined sector of 170-180 bpm Power
  • 28. Kritisch vermogen • Het hoogste vermogen waarbij we de inspanning zeer lang kunnen volhouden noemen we: Kritisch vermogen (PKV) Om meer vermogen te leveren dan PKV moeten we beroep doen op anaërobe energie. We gaan dan "in het rood".
  • 29. Kritisch vermogen • De meervoudige uitputting • Hier gaat de fietser in een laboratorium op een fietsergometer rijden. In de veronderstelling dat we reeds een idee hebben over het kritisch vermogen (b.v. na een gewone inspanningstest) zal de ergometer ingesteld worden op een vermogen dat zeker hoger is dan PKV. De fietser draait dit vermogen aan de trapcadans die voor hem best geschikt is. De tijd wordt gemeten tot wanneer hij totaal uitgeput is. Na voldoende lange rust en totale recuperatie gebeurt dezelfde test met een ander vermogen. • De test wordt gedaan bij (minstens) 4 verschillende vermogens. Gezien de renner iedere keer tot het uiterste gaat duurt de hele testcyclus één tot twee dagen. We beschikken dan over 4 uitputtingstijden, t, die horen bij 4 vermogens, P, die we uitzetten in grafiek
  • 31. Kritisch vermogen Anaerobe werk capaciteit • De 4 blauwe meetpunten zijn verbonden door het volgend wiskundig verband: • P=Pkv + AEWC/t (AEWC=AnAerobe Werk Capaciteit) • In dit voorbeeld is PKV = 300 W en AEWC = 30 kJ Bij alle vermogens lager dan 300 W rijdt deze renner in de aërobe zone, alle vermogens hoger dan 300 W zijn gedeeltelijk anaëroob. Hoe dieper in het rood, hoe korter de inspanning kan volgehouden worden. Deze renner kan dus “onbeperkt” lang rijden met 300 W, ofwel 5 minuten 400 W, of nog 2.5 minuten 500 W etc... Deze methode is heel betrouwbaar maar nogal omslachtig.
  • 32. Kritisch vermogen • Het gemiddeld vermogen over 20 minuten, P20', is ongeveer 5 % hoger dan het kritisch vermogen m.a.w; • PKV = 0.95 x P20'
  • 33. Met de eigen fiets Het rennersprofiel • Een renner die het privilege heeft om met een vermogensmeter te rijden, heeft de kans om zijn eigen prestatie op een zeer gedetailleerde manier te onderzoeken. Daarvoor zal hij op regelmatige basis een z.g. rennersprofiel opnemen. Daarvoor zal hij op een van zijn normale tochten of trainingen 4 specifieke testen doen. • All-out sprint gedurende 5 seconden. • Maximale test gedurende 1 minuut • Maximale test gedurende 5 minuten • Maximale test over volle 20 minuten
  • 34. ANAEROBE DREMPEL PROTOCOL Stap 1 Warming-up 20 min rustig duurtempo Stap 2 Incl. 3 x (hoge freq.:>110 rpm 1 min-1 min rust) Stap 3 Vervolgens 5 minuten rustig duurtempo Stap 4 5 minuten AD tempo Stap 5 10 minuten rustig duurtempo Stap 6 20 minuut TIJDRIT! Stap 7 10-15 minuten rustig duurtempo Stap 8 10-15 minuten cool-down
  • 35. P O W E R P R O F ILE P R O T O C O L S ta p 1 W a rm in g -u p m in im a a l 4 5 m in u te n S ta p 2 In c l. 3 x (h o g e fr e q .: > 1 1 0 rp m 1 m in - 1 m in ru s t) S ta p 3 V e rv o lg e n s 3 m in u t e n r u s t ig d u u r te m p o S ta p 4 5 m in u te n A D te m p o S ta p 5 3-5 m in u te n ru s tig d u u rte m p o S ta p 6 1 m in u u t v o lu it! S ta p 7 m in im a a l 1 0 m in u t e n ru s tig d u u rte m p o S ta p 8 5 m in u te n v o lu it S ta p 9 10 m in u te n d u u r te m p o S ta p 1 0 1 m in v o lu it! S ta p 1 1 5 m in u te n ru s tig d u u rte m p o S ta p 1 2 1 m in v o lu it! S ta p 1 3 5 m in u te n ru s tig d u u rte m p o S ta p 1 4 15 se co n de n s p r in t S ta p 1 5 2 m in u te n ru s tig d u u rte m p o S ta p 1 6 15 se co n de n s p r in t S ta p 1 7 10 -15 m in u te n c o o l-d o w n
  • 36. Rennersprofiel Powerprofile • Het rennersprofiel bestaat uit deze 4 gemeten vermogen P5", P1', P5' en P20', gedeeld door de massa van de renner, dus in W/kg. • Door deze test regelmatig uit te voeren kan iedereen voor zichzelf het rendement van zijn trainingsarbeid opvolgen. Hij kan ook zijn sterke en zwakke punten ontdekken en specifiek gaan trainen.
  • 37. VROUWEN MANNEN
  • 39. Training sector in relation to IAS (US Standard) Active Endurance Tempo Lactate VO2Max Anaerobic Recovery Threshold Capacity Power 0 – 128 128 - 174 174 - 209 209 - 244 244 - 279 279 - Heart Rate - 119 120 - 130 131 - 138 139 - 146 147 - 155 156 -
  • 40. Threshold calculation from training data Threshold 320 Watt
  • 41. Threshold calculation from training data CP60 = 310 Watt
  • 42. The new Training Tools NP:Normalized Power IF:Intensity Factor TSS:Training Stress Score
  • 43. Normalized Power (NP) -The base for calculating NP is the average power performed on the bike. -The actual power is therefore constantly recorded and the power peaks (Wattage peaks) receive an extra weight within this formula. -This is important because Wattage peaks/power peaks (e.g. short sprints) stress the body much more than a constant average power -The NP is given in Watts
  • 44. Het normvermogen: NP • Het gemiddeld vermogen van een training zegt eigenlijk niet veel over de kwaliteit van deze training. Onderstellen we een fietser die 30 min rijdt met vermogen 100 W, en daarna 30 min met vermogen 200 W. Hij heeft dus 60 minuten gereden met een gemiddeld vermogen van150 W. We zouden kunnen denken dat deze training hetzelfde effect heeft als een training waarbij hij één uur aan 150 W rijdt. Dit is helemaal niet zo! De reden is dat rijden met 200 W van ons lichaam meer inspanning vraagt dan het dubbele van het rijden aan 100 W. • Maar hoe brengen we deze "fysiologische stress" in rekening? Fysiologen aanvaarden dat de concentratie van lactaat in het bloed een goede maat is voor deze fysiologische stress. Het blijkt nu dat de bloedlactaat concentratie ongeveer evenredig is met de vierde macht van het geleverd vermogen. Een verdubbeling van het vermogen vraagt dus een 24 = 16-voudige verhoging van de fysieke inspanning. • We bereken het normvermogen PN van een training door ieder tijdsinterval ti te vermenigvuldigen met de vierde macht van het bijhorend vermogen Ti4 , daarna de som te maken van al deze producten, dit resultaat te delen door de totaaltijd van de training en tenslotte de vierdemachtswortel te trekken van het resultaat. Dit lijkt nogal ingewikkeld maar het kan nu eenmaal niet anders, en gelukkig zal ieder zichzelf respecterend programma, zoals WKO+ deze berekening voor ons uitvoeren. Maken we even zelf deze berekening voor onze rit van 2 x 30 min aan 100 en 200 Watt; • We zien dat deze rit hetzelfde normvermogen heeft als een rit van 1 uur aan constant vermogen van 171 Watt. • Het normvermogen is altijd groter dan (of gelijk aan) het gewone gemiddeld vermogen.
  • 45. Intensity Factor (IF) Definition: The Intensity Factor (IF) shows the relative intensity within the training or the race in comparison to the individual’s threshold, expressed in Watts. 0 - 0,55 Active Revovery 0,55 - 0,75 Endurance 0,75 - 0,90 Tempo (road races > 3h) 0,90 - 1.05 Lactate Threshold (e.g. intervalls) 1,05 - 1,20 Vo2Max (e.g. short time time ~ 9 miles) 1,20 - …… Anaerobic Capacity (e.g.Prolog)
  • 46. De trainingsintensiteit: IF • De intensiteit van een training is eenvoudigweg de verhouding van het geleverd normvermogen tot het kritisch vermogen • Intensiteit = IF = PN/PKV • Aangezien PKV per definitie het maximaal vermogen is dan we lang kunnen volhouden, kan de intensiteit voor een lange rit, bv. een lange tijdrit of een serieus lange klim, niet groter zijn dan 1 • Voor een korte inspanning (sprint, proloog, achtervolging...) kan de intensiteit wel groter zijn dan 1 omdat we dan gedeeltelijk anaëroob kunnen rijden. Algemeen wordt aangenomen dat voor een tijdrit van 20 minuten de intensiteit ongeveer 5 % hoger kan zijn dan 1. Dit kunnen we onder andere gebruiken om te testen hoe groot ons kritisch vermogen is; 95% van het normvermogen van een all-out tijdrit van 20 minuten is een zeer goede schatting voor PKV
  • 47. Training Stress Score (TSS) - The TSS shows the total value of the training stress within a workout or race - Growing number which shows the intensity and duration of the performance - Always greater than one and would equal 100 after exactly one hour of effort at threshold < 150 low training stress ( recovery days: 1) 150 - 300 medium training stress (recovery days: 1-2) 300 – 450 high training stress (recovery days: 2-4) > 450 very high training stress (recovery days: > 4)
  • 48. De trainingsbelasting: TSS • De globale waarde van een training wordt weergegeven door de trainingsbelasting (TSS = Training Stress Score). • Deze score is zo gedefinieerd dat het getal 100 wordt toegekend aan een training waarbij men 1 uur zou rijden aan het kritisch vermogen. • Een TSS = 100 komt zo overeen met een tijdrit van 1 uur. We kunnen dezelfde score bereiken door rustiger (op lagere intensiteit) te rijden gedurende meer tijd. • De trainingsbelasting - TSS wordt berekend als volgt: 2 TSS = 100 x T x (IF) waarin T de totaaltijd in uren is en IF de intensiteit van de training • Een training van 4 uur bij een intensiteit van 0.5 heeft dezelfde TSS als een training van 1 uur aan intensiteit 1. Het positieve trainingseffect en de vermoeidheid zal voor beide trainingen dezelfde zijn.
  • 49. Training Stress Balance: TSB Iedere training of wedstrijd heeft een dubbele invloed op het lichaam • Een positieve nawerking; de eigenlijke aanpassing van het lichaam aan de trainingsprikkel. Dit effect neemt langzaam af, zodat je na 1 maand nog ongeveer 50 % van dit positieve effect over hebt. Je totale trainingsniveau is dus een soort gewogen gemiddelde van alle trainingswerk van de afgelopen maanden, waar natuurlijk de recentere trainingen zwaarder doorwegen. Dit trainingsniveau wordt het CTL genoemd – Chronic Training Load – of Chronische trainingslast • Een negatieve nawerking m.a.w. de vermoeidheid. De vermoeidheid neemt gelukkig sneller af zodat je bv. na 5 dagen herstelt van zelfs een zeer zware inspanning (De halveringstijd van vermoeidheid is 5 dagen). Het niveau van vermoeidheid wordt weergegeven door het ATL – Acute Training Load
  • 50. Training Stress Balance: TSB • Vorm = Training + frisheid • Vorm komt ongeveer overeen met: CTL – ATL of nog eenvoudiger TSB = CTL – ATL
  • 51. Training Stress Balance: TSB • TSB is Training Stress Balance of de balans tussen training en vermoeidheid. • Heel veel trainen zonder voldoende rusten leidt tot zeer negatieve waarden van TSB, overtraining en slechte prestaties. Indien we het enkele dagen rustig aan doen (het taperen) blijft de CTL nagenoeg constant, maar de vermoeidheid of ATS verdwijnt snel zodat de balans TSB snel omhoog gaat en positief wordt. • Algemeen wordt aangenomen dat een renner zijn beste prestatie levert wanneer zijn TSB enkele dagen positief is geworden. TSB positief betekent dus in de praktijk goede benen en een mogelijk goede prestatie. Wanneer de TSB te lang en te diep negatief blijft treed overtraining en slechte prestaties op.
  • 53. Voorbeeld Training Stress Balance • De CTS staat hier in het blauw en af te lezen op de rechtse schaal in TSS/d (Training stress per dag). In oranje de TSB – Trainingsbalans en in zwart het vermogen gedurende 20 minuten, P20 • Het register begint op 16/06/2008 met een trainingsniveau CTL op 80 TSS/dag. We zien een lichte opbouw te beginnen op 7/8/2008 tot ongeveer 2/9/2008 waardoor de CTL stijgt tot 85.5 TSS/d. • Gelijktijdig daalt de trainingsbalans TSB tot -36. Dan wordt het tijd voor een weekje rust. • Na deze week is CTL teruggevallen tot 72 TSS/d en de balans TSB is omhooggeschoten tot de zeer positieve waarde +33. Het gemiddelde vermogen op 20 minuten is dan 228 Watt, veel hoger dan de gemiddelde waarden van de voorbije maanden!
  • 54.
  • 56. Voordelen van vermogensmeting op de fiets - Optimale prestatie controle - Optimale stress dosering - Zichtbare prestatie progressie - Watt = actie, HR = reactie - Tijd besparing
  • 57. Literatuur • Training and Racing with a Power Meter – Hunter Allen and Andrew Coggan • High-Tech Cycling – Edmund R. Burke