Wil je conflicten voorkomen in je groep? De sfeer naar een hoger niveau brengen? Speel Belfedar en daag jezelf en de anderen uit met 250 uitdagingen. Werk samen en overwin!
Procesplan proeftuin ondersteuning na jeugdzorg Regio RivierenlandMara Frank
Het streven in dit project is een soepele en warme doorstroom van jongeren terug naar een zelfstandig leven in hun gemeente te realiseren.Jongeren worden voorbereid voor een zelfstandig leven na een zorgtraject of worden voorbereid op volledige terugkeer in het (plaatsvervangend) gezin.
Wil je conflicten voorkomen in je groep? De sfeer naar een hoger niveau brengen? Speel Belfedar en daag jezelf en de anderen uit met 250 uitdagingen. Werk samen en overwin!
Procesplan proeftuin ondersteuning na jeugdzorg Regio RivierenlandMara Frank
Het streven in dit project is een soepele en warme doorstroom van jongeren terug naar een zelfstandig leven in hun gemeente te realiseren.Jongeren worden voorbereid voor een zelfstandig leven na een zorgtraject of worden voorbereid op volledige terugkeer in het (plaatsvervangend) gezin.
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Driessen Research
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is gericht op het verbeteren van de onderwijskansen
van kinderen die in de thuissituatie onvoldoende stimulansen ontvangen. Daartoe
krijgen zij in de kinderopvang, peuterspeelzalen en kleutergroepen van basisscholen ontwikkelingsstimulerende
programma’s aangeboden. Door de decentralisatie van het VVEbeleid
naar gemeenten en schoolbesturen en de daarmee samenhangende vrijheden is er
op lokaal niveau een enorme variatie ontstaan in de vormgeving. In deze bijdrage wordt
nagegaan hoe dat in de praktijk uitpakt bij de indicatiestelling van de doelgroepkinderen
en de uitvoering van VVE in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Om hier zicht op
te verkrijgen zijn in 12 gemeenten 11 JGZ-stafmedewerkers en 25 leidsters van kinderdagverblijven
en peuterspeelzalen geïnterviewd; daarnaast zijn 30 VVE-experts geraadpleegd.
De resultaten laten zien dat de betrokkenen in de praktijk op geëngageerde wijze vormgeven
aan voorschoolse educatie en dat er daarbij al veel is bereikt. De vraag rijst echter of er
via meer standaardisering niet een efficiëntie- en effectiviteitsslag kan worden gemaakt.
Een zorgstandaard is een middel om de kwaliteit van zorg voor mensen met een chronische aandoening te verbeteren. Deze zorgstandaard beschrijft wat kinderen en jongeren van 0 tot 26 jaar met traumatisch hersenletsel (THL), hun ouders en andere naasten aan zorg mogen verwachten vanaf het moment van het ontstaan van het hersenletsel.
Deze versie van de zorgstandaard is geschreven voor partijen die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen en jongeren met THL, zoals zorgaanbieders, zorgverleners, beroepsverenigingen, brancheorganisaties, gemeenten en zorgverzekeraars. De gebruikersversie is een korte, toegankelijke versie van de zorgstandaard geschreven voor ouders van kinderen met THL en andere naasten. Voor kinderen en jongeren zelf is er een app die informatie geeft over wat ze kunnen verwachten na THL.
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...Frederik Smit
Smit, F. Kuijk, J. van & Gennip, H. van (2006). Leren zonder last. Preventie van rsi-achtige klachten en psychosociale overbelasting in het onderwijs bij leerlingen, deelnemers en studenten in het onderwijs. Onderzoek op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nijmegen: ITS.
Een heerlijk complex project: analyseren en \’vertalen\’ van Jeugdbeleid 2011-2014 met bijbehorend uitvoeringsplan tot een \’publieksvriendelijke\’ variant
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Driessen Research
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is gericht op het verbeteren van de onderwijskansen
van kinderen die in de thuissituatie onvoldoende stimulansen ontvangen. Daartoe
krijgen zij in de kinderopvang, peuterspeelzalen en kleutergroepen van basisscholen ontwikkelingsstimulerende
programma’s aangeboden. Door de decentralisatie van het VVEbeleid
naar gemeenten en schoolbesturen en de daarmee samenhangende vrijheden is er
op lokaal niveau een enorme variatie ontstaan in de vormgeving. In deze bijdrage wordt
nagegaan hoe dat in de praktijk uitpakt bij de indicatiestelling van de doelgroepkinderen
en de uitvoering van VVE in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Om hier zicht op
te verkrijgen zijn in 12 gemeenten 11 JGZ-stafmedewerkers en 25 leidsters van kinderdagverblijven
en peuterspeelzalen geïnterviewd; daarnaast zijn 30 VVE-experts geraadpleegd.
De resultaten laten zien dat de betrokkenen in de praktijk op geëngageerde wijze vormgeven
aan voorschoolse educatie en dat er daarbij al veel is bereikt. De vraag rijst echter of er
via meer standaardisering niet een efficiëntie- en effectiviteitsslag kan worden gemaakt.
Een zorgstandaard is een middel om de kwaliteit van zorg voor mensen met een chronische aandoening te verbeteren. Deze zorgstandaard beschrijft wat kinderen en jongeren van 0 tot 26 jaar met traumatisch hersenletsel (THL), hun ouders en andere naasten aan zorg mogen verwachten vanaf het moment van het ontstaan van het hersenletsel.
Deze versie van de zorgstandaard is geschreven voor partijen die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen en jongeren met THL, zoals zorgaanbieders, zorgverleners, beroepsverenigingen, brancheorganisaties, gemeenten en zorgverzekeraars. De gebruikersversie is een korte, toegankelijke versie van de zorgstandaard geschreven voor ouders van kinderen met THL en andere naasten. Voor kinderen en jongeren zelf is er een app die informatie geeft over wat ze kunnen verwachten na THL.
Frederik Smit, Jos van Kuijk & Hans van Gennip (2006). Leren zonder last. Pre...Frederik Smit
Smit, F. Kuijk, J. van & Gennip, H. van (2006). Leren zonder last. Preventie van rsi-achtige klachten en psychosociale overbelasting in het onderwijs bij leerlingen, deelnemers en studenten in het onderwijs. Onderzoek op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nijmegen: ITS.
Een heerlijk complex project: analyseren en \’vertalen\’ van Jeugdbeleid 2011-2014 met bijbehorend uitvoeringsplan tot een \’publieksvriendelijke\’ variant
4. 4
Voorwoord
Het preventieplan Jeugd Rozenburg is opgesteld in opdracht van de deelgemeente Rozenburg. Het is
de weerslag van een proces van afstemming, dat ingezet werd in het najaar 2011. Eraan ten
grondslag liggen enkele cijfermatige bronnen, maar vooral de inzet en openheid van een brede groep
professionals die ieder in hun eigen werkgebied een belangrijke verantwoordelijkheid dragen voor het
wel en wee van de jeugd van Rozenburg.
In het preventieplan staan de ambities verwoord, die volgens algemeen gedeelde opvattingen leidraad
dienen te zijn voor de praktijk in de deelgemeente. Bij de samenstelling van het plan is gebruik
gemaakt van de methodische aanpak van Communities that Care®.
Rozenburg, april 2012
5. 5
Hoofdstuk 1 - De methodiek Communities that Care®
1.1. Methodische aanpak in Nederland
Communities that Care® - afgekort CtC - is een gerichte preventiestrategie om probleemgedrag en
maatschappelijke uitval van jongeren te voorkomen of terug te dringen. Het doel van CtC op de lange
termijn is een veilige wijk te creëren, waarin kinderen en jongeren worden aangemoedigd hun
capaciteiten aan te spreken en zich optimaal te ontwikkelen.
CtC stelt (deel)gemeenten en wijken in staat plannen te ontwikkelen en uit te voeren om de vroege
voorspellers van probleemgedrag aan te pakken. Er wordt dus niet afgewacht en pas ingegrepen op
het moment dat jongeren zich al problematisch gedragen. CtC maakt gebruik van recente
wetenschappelijke inzichten in factoren die de kans op probleemgedrag vergroten (risicofactoren) en
factoren die de kans daarop verkleinen (beschermende factoren).
1.2. Deelgemeente Rozenburg
In 2011 heeft de deelgemeente Rozenburg middelen ter beschikking gekregen om een
Jeugdkansenzone Rozenburg in te richten. Het gaat hierbij om een goed functionerend
samenwerkingsverband tussen basisscholen, voortgezet onderwijs, welzijnswerk en andere relevante
partners. De samenwerking zal zich baseren op de belangrijkste kenmerken van de CtC aanpak.
In de Jeugdkansenzone (JKZ) staat de jeugd van 0 – 23 jaar centraal. De JKZ zal daarbij beschikken
over een preventieplan Jeugd, dat de leidraad vormt voor de samenwerking, onder de regie van de
deelgemeente.
1.3. Bronnen en informatie
Het wijkpreventieplan baseert zich op concrete onderzoeksgegevens. Anders dan in de andere
deelgemeenten is er voor Rozenburg nog slechts een beperkt aantal gegevens beschikbaar. Dit hangt
samen met het feit dat Rozenburg pas sinds 2010 een Rotterdamse deelgemeente is. Ook kunnen er
nog geen vergelijkingen worden getrokken met oudere onderzoeksgegevens.
Data waarvan wel gebruik kan worden gemaakt zijn afkomstig uit de Jeugdmonitor Zuid-Hollandse
Eilanden (2009) en een enquête onder leerlingen van de VO school in Rozenburg. Aanvullende
informatie is afkomstig uit Rotterdam DATA van het COS (2011), de Veiligheidsindex Rotterdam 2010.
1.4. Probleemgedrag
CtC richt zich op de belangrijkste vormen van probleemgedrag die schadelijk zijn voor de ontwikkeling
van kinderen en jongeren en voor hun woonomgeving. Het gaat hierbij om jeugddelinquentie,
schoolverzuim, problematisch roken, alcohol- en drugsgebruik, aan seksualiteit gerelateerd
probleemgedrag en depressie.
1.5. Risicofactoren
Het idee achter CtC is het probleemgedrag terug te dringen door risicofactoren aan te pakken.
Onderzocht zijn de risicofactoren binnen vier domeinen: het gezin, de school, de jeugd (kinderen en
jongeren) en de wijk.
Het CtC model van risicofactoren is gebaseerd op de resultaten van meer dan dertig jaar
internationaal wetenschappelijk onderzoek. Het overzicht in de tabel (zie Bijlage 1) laat de samenhang
zien tussen vijf vormen van probleemgedrag en een reeks risicofactoren. Ieder vinkje geeft aan dat
wetenschappelijk is aangetoond dat er een verband is tussen de risicofactor en het probleemgedrag.
1.6. Beschermende factoren
Jongeren en kinderen lopen risico’s en worden in de domeinen waarin zij opgroeien, thuis, op school
in de buurt en wijk, met verschillende uitdagingen geconfronteerd. De meeste jongeren weten met
deze uitdagingen goed om te gaan. De factoren die een buffer vormen tegen de risico’s zijn de
beschermende factoren. Deze komen in de verschillende opvoedmilieus (domeinen) voor. Bij
voldoende kansen, erkenning en ontwikkeling van vaardigheden ontstaan hechting aan en
betrokkenheid bij het gezinssysteem, de school, vriendengroepen en de buurt / wijk. Hechting is
noodzakelijk om overdracht van normen en waarden mogelijk te maken. Via de sociale-
ontwikkelingsstrategie richt CtC zich op versterking van de beschermende factoren (zie bijlage).
6. 6
Sanctie
Curatie
Geïndiceerde
preventie
Selectieve preventie
Universele preventie
Signalering & Toeleiding
Basisaanbod
Hoofdstuk 2 − CtC in de deelgemeente Rozenburg
2.1 Effectiever en meer samenhangend preventief jeugdbeleid
Met de methodiek Communities that Care (CtC) wordt gericht gewerkt aan het voorkomen van
hardnekkig en ernstig probleemgedrag bij jongeren. In het preventieplan CtC voor Rozenburg wordt
aangegeven op welke wijze de betrokken organisaties de komende jaren het preventiejeugdbeleid in
de deelgemeente vormgeven.
Het doel is de sociale veiligheid duurzaam te vergroten en een omgeving te creëren waarin jongeren
de mogelijkheid hebben om op te groeien tot volwassenen die een positieve en gewaardeerde rol
kunnen spelen in onze maatschappij. De nadruk ligt hierbij op universele en preventieve activiteiten.
Universeel omdat de activiteiten die uit dit preventieplan voortvloeien in principe zijn gericht op alle
kinderen en jongeren en hun sociale omgeving (gezin, school, vriendengroep en wijk). Preventief
omdat uitvoering van het preventieplan moet bijdragen aan het voorkomen dat jongeren
probleemgedrag ontwikkelen. De doelgroep van CtC zijn de kinderen en jongeren van Rozenburg van
0 tot en met 18 jaar.
De ‘preventiepiramide’ in dit hoofdstuk geeft aan dat de focus van dit preventieplan ligt bij het
aanpakken van problemen voordat ze te groot zijn. Dit gebeurt door ons te richten op risicofactoren,
die kenmerkend zijn voor de situatie in Rozenburg. Hierbij een korte toelichting op de verschillende
‘lagen’ van de preventiepiramide:
Basisaanbod
Het aanbod dat in principe voor iedereen toegankelijk is, of zou moeten zijn. Gesteld zou kunnen
worden dat dit het fundament waarop een preventiebeleid is gebouwd. Voorbeelden van het
basisaanbod zijn de peuteropvang, basisscholen, het consultatiebureau, het maatschappelijk werk,
het opbouwwerk en de politie.
Signalering & Toeleiding
Samenwerkingsverbanden of netwerken die individuen kunnen doorverwijzen naar bestaande
programma’s, of die naar aanleiding van de gesignaleerde problemen anderen aanzetten tot
het opstarten van nieuwe programma’s.
Universele preventieprogramma’s
Deze richten zich op alle kinderen (en hun omgeving) in de wijk.
Selectieve preventieprogramma’s
Deze zijn bedoeld voor kinderen en jongeren (en hun omgeving) met een verhoogd
risico in hun opvoedings- en ontwikkelingsproces.
Geïndiceerde preventie
De doelgroep bestaat uit kinderen en jongeren (en hun omgeving) met
voortekenen en symptomen van problemen. Het gaat om jeugd die
maatschappelijk ongewenst gedrag begint te vertonen.
Curatie / Sancties
De doelgroep bestaat uit kinderen en jongeren (en hun omgeving) waar het
probleemgedrag al is opgetreden. Dit wordt zichtbaar in de vorm van
onder meer detentie en ziekenhuisopname.
7. 7
Hoofdstuk 3 - Wijkschets Rozenburg
In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van Rozenburg. Het is een onvolledig beeld, om redenen
die in het voorgaande hoofdstuk zijn geschetst. Onder meer is gebruik gemaakt van de meest recente
demografische gegevens van het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS).
3.1. Kenmerken van de deelgemeente
Er zijn in ons land weinig plaatsen te vinden waar zich in korte tijd zulke ingrijpende veranderingen
hebben voorgedaan als in Rozenburg.
Het huidige Rozenburg is feitelijk het overblijfsel van een eiland dat in de zestiende eeuw door
indijking is ontstaan. In latere eeuwen werd er vooral grootschalige landbouw bedreven.
In de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw werd het eiland omgevormd tot het huidige haven- en
industrielandschap, met daarbinnen het dorp Rozenburg. In 2010 werd het dorp als zelfstandige
gemeente opgeheven en is het nu een deelgemeente van Rotterdam.
Te midden van Botlek en Europoort kent de deelgemeente toch een groen karakter, dankzij de
groengordel die om het voormalige dorp is aangelegd.
In de deelgemeente zijn vier basisscholen gevestigd, alsmede een school voor voortgezet onderwijs
die deel uitmaakt van een bovenlokale scholengemeenschap.
3.2. Kenmerken van de bewoners
Rozenburg telt 12.504 inwoners (cijfer 2011). Van de inwoners is 82% van Nederlandse afkomst. Ter
vergelijking: voor de stad Rotterdam is dit percentage 52%. Het overgrote deel van de allochtonen is
van westerse afkomst, dan wel afkomstig uit een van de EU landen (10%). De grootste groep onder
de niet-westerse allochtonen zijn de Turken met 2%.
Het aandeel van jeugdigen (t/m 24 jaar) in de bevolking ligt iets onder het Rotterdamse cijfer, nl.
27,5%. Dit verschil zit vooral in het aandeel van de groep 20 t/m 24 jaar die in Rozenburg 5,7%
uitmaakt van de bevolking, terwijl deze voor Rotterdam neerkomt op 8%.
Vergelijken we de jongere leeftijdsgroepen, dan liggen de cijfers aanzienlijk dichter bij elkaar.
Leeftijd Rozenburg Rotterdam
jaar. aantal % %
0 - 4 631 5,0 5,9
5 - 9 708 5,6 5,8
10 - 14 712 5,7 5,2
15 – 19 695 5,5 5,7
20 – 24 711 5,7 8,0
Totaal 12.504 27,5 30,6
Ook al is de categorie 60+ verhoudingsgewijs iets groter in aantal dan die in Rotterdam (25% vs.
20%), dan nog is Rozenburg geen bijzonder vergrijzend gebied. Een typische verjongende wijk is het
evenmin; de bevolkingsopbouw maakt een vrij gelijkmatige indruk.
Stabiliteit blijkt uit de verhuisbewegingen. In Rozenburg bewoont 35% van de bevolking al 15 jaar of
langer hetzelfde adres. Voor Rotterdam gaat dit op voor slechts 21%.
3.3. Veiligheidssituatie
In 2012 werd voor het eerst gerapporteerd over de veiligheidssituatie in Rozenburg door middel van
de Rotterdamse Veiligheidsindex. Op het gebied van veiligheid scoort de deelgemeente zeer hoog.
De algemene veiligheidsscore bedraagt 9,8. Hiertegenover bedraagt het algemene cijfer voor
Rotterdam 7,5. Rozenburg valt derhalve ruimschoots binnen de categorie veilige wijken. In zes van de
acht categorieën waaruit de index is opgebouwd, scoort de deelgemeente maximaal qua veiligheid.
Iets daaronder ligt drugsoverlast en nog iets minder scoort overlast in het algemeen
1
.
3.4. Sociale index
1
De categorieën van de veiligheidsindex zij:n diefstal, drugsoverlast, geweld, inbraak, vandalisme,
overlast, schoon & heel en verkeer.
8. 8
Omdat er voor Rozenburg minder registraties beschikbaar zijn is de Sociale Index (nog) niet goed
vergelijkbaar met die van andere deelgemeenten.
In ieder geval scoort Rozenburg met 7,3 op de Sociale Index sociaal sterk en ruim boven de
Rotterdamse score. Rozenburg lijkt met deze scores op de Sociale Index het sterkst op de
deelgemeenten Hillegersberg-Schiebroek, Pernis en Hoek van Holland
Relatief hoog scoren de thema’s: voldoende inkomen, voldoende taalbeheersing, ontbreken van
discriminatie, weinig vervuiling en overlast, werk en school en mutaties.
Relatief laag scoren de thema’s: goede gezondheid, adequate voorzieningen, sociale contacten,
sociale en culturele activiteiten en ervaren binding.
Voor de beeldvorming: Rozenburg lijkt met deze scores op de Sociale Index het sterkst op de
deelgemeenten Hillegersberg-Schiebroek, Pernis en Hoek van Holland.
9. 9
Hoofdstuk 4 - Nulmeting probleemgedrag
Cijfers over probleemgedrag onder jongeren in Rozenburg zijn op dit moment alleen herleidbaar uit de
Jeugdmonitor van de Zuid Hollandse Eilanden (ZHE) uit 2009. Aanvulling komt er uit de
scholierenenquête die de enige VO school af heeft genomen. Veel ‘harde’ cijfers zijn er niet. Hierdoor
krijgen de inzichten en ervaringen van de professionals in Rozenburg extra gewicht.
Het probleemgedrag is als volgt ingedeeld:
1. Geweld
2. Jeugddelinquentie
3. Problematisch roken, alcohol- en drugsgebruik
4. Schoolverzuim
5. Aan seksualiteit gerelateerd probleemgedrag
6. Depressie.
4.1. Geweld
Onder geweld wordt verstaan: handelingen tegen een persoon, of de dreiging daarmee, met
lichamelijk letsel als gevolg. Onder geweld vallen verschillende soorten delicten:
o dood en lichamelijk letsel door schuld;
o misdrijven tegen het leven;
o mishandeling, bedreiging, overval en afpersing;
o seksuele misdrijven.
De Jeugdmonitor ZHE van 2009 meldt geen duidelijke cijfers over jeugdige geweldplegers. Bij de
schoolenquête laat 10% van de leerlingen (uitsluitend jongens) weten wel eens iemand in elkaar
geslagen te hebben, tegenover 22% van de Rotterdamse geënquêteerden.
Opvallend is het percentage jongeren dat aangeeft een wapen te bezitten: in Rozenburg is dit 10%, in
Rotterdam 7%. De schoolenquête laat zien dat 80% van de ondervraagden een wapen bij zich heeft
tijdens het uitgaan (meisjes 100%).
4.2. Jeugddelinquentie
Onder het begrip jeugddelinquentie vallen strafbare gedragingen, waaronder gewelds- en
vermogensdelicten, maar ook brandstichting en vernieling. Uit de beschikbare cijfers blijkt niet dat in
Rozenburg relatief meer jeugdcriminaliteit is dan gemiddeld in Rotterdam.
Van een andere orde is overlastgevend gedrag in algemene zin. Uit het jaarverslag van de Stichting
Push blijkt dat de politie in 2010 slechts een gering aantal meldingen van overlast kreeg. Dit
betekende een drastische vermindering in vergelijking met het voorgaande jaar. Wel blijven groepjes
jongeren zorgen voor overlast in de Emmastraat De politie is er alert op drugsdealen en
alcoholmisbruik.
4.3. Problematisch roken, alcohol- en drugsgebruik
Gebruik van alcohol en drugs kan persoonlijke en maatschappelijke consequenties hebben, vooral
wanneer er dit problematisch van aard is. Problematisch gebruik is vaak gerelateerd aan ander
probleem gedrag, zoals schooluitval, vernieling en geweld. Het gebruik leidt dus ook tot overlast voor
anderen en voor de samenleving. Bij alcoholgebruik wordt vooral gekeken naar het gebruik van bier,
sterke drank en mixdranken.
8% van de Rozenburgse jongeren drinkt vaak alcohol; 15% drinkt veel. Dit is lager dan de ZHE cijfers
(17, resp. 16). Vergelijking met de Rotterdamse cijfers is lastig, omdat de vraagstelling daar anders is.
Het gebruik van softdrugs is vergelijkbaar met dat van alcohol: 8% rookt regelmatig hasj of wiet. 4%
neemt ook XTC.
Van de leerlingen van de VO school rookt 13% elke dag sigaretten of shag. Dat is bijna twee maal
zoveel als onder de Rotterdamse jeugd het geval is.
4.4. Schoolverzuim
Het behalen van een schooldiploma is belangrijk voor de persoonlijke en maatschappelijke
ontwikkeling van jongeren. Verreweg de meeste jongeren volgen onderwijs tenminste tot en met het
18
e
jaar. Een deel verlaat echter het onderwijs, soms terwijl er nog sprake is van volledige of
gedeeltelijke leerplicht. Frequent spijbelen is een teken van gebrekkige binding met school en gaat in
veel gevallen vooraf aan voortijdig schoolverlaten.
10. 10
Rotterdam hanteert een lik-op-stuk beleid bij het tegengaan van schoolverzuim. Hierin wordt
onderscheid gemaakt tussen twee typen verzuim, Onder relatief verzuim wordt feitelijk het spijbelen
verstaan. Van absoluut verzuim is sprake als een leerplichtige niet ingeschreven staat bij een
onderwijsinstelling. Van de 1.840 Rozenburgse leerplichtigen werd in 78 gevallen spijbelgedrag
geregistreerd (4%). In 15 gevallen werd absoluut verzuim geconstateerd (nog geen 1%). Beide cijfers
bevinden zich onder het Rotterdamse gemiddelde. Bij absoluut verzuim worden ouders
geverbaliseerd, bij relatief verzuim wordt voor ofwel de ouders, ofwel de leerling, mits ouder dan twaalf
jaar, proces verbaal opgemaakt. In 2010 – 2011 werd in Rozenburg 13 maal proces verbaal
opgemaakt, een cijfer dat gelijk ligt met het stedelijk gemiddelde.
4.5. Aan seksualiteit gerelateerd probleemgedrag
Een groot deel van de jongeren is seksueel actief. Soms zijn zij dat zonder voldoende kennis en
vaardigheden om zich te beschermen tegen ongewenste zwangerschap en seksueel overdraagbare
aandoeningen. De laatste kunnen een bedreiging vormen voor de gezondheid en kunnen leiden tot
onvruchtbaarheid. Tienerzwangerschappen kunnen de kansen en mogelijkheden van jonge moeders
en hun kinderen ernstig benadelen.
Over onveilig vrijen zijn vooralsnog geen cijfers bekend. Wel zijn die er over seksuele intimidatie. Zo is
3% van de ondervraagden (allen meisjes) wel eens tegen de zin met iemand naar bed geweest.
4.6. Depressie
Depressie is een moeilijk te meten vorm van probleemgedrag. Het is niet in eerste instantie zichtbaar.
Wat bij zelfrapportages wel gemeten kan worden zijn slaapproblemen en emotionele problemen.
Volgens het GGD rapport van februari 2010 piekert 30% van de onderzochte jeugd dag en nacht en
slaapt 33% vaak slecht.
25% van de jeugd meldt psychosomatische klachten en 4% gebruikt psychofarmaca. 3% denkt wel
eens aan zelfmoord.
4.7. Conclusies probleemgedrag
Conclusies over probleemgedragingen zijn lastig te trekken, gezien de beperktheid van de
beschikbare gegevens. Zo is er niets bekend over belangrijke indicatoren als omgang met vrienden
die probleemgedrag vertonen, over vroeg beginnend probleemgedrag en over houding die
probleemgedrag bevordert. Dit zijn allemaal belangrijke indicatoren in de Rotterdamse jeugdmonitor.
Desondanks zijn er enkele voorzichtige conclusies mogelijk:
o gedragingen onder jongeren in Rozenburg in zijn algemeen minder problematisch lijken te zijn dan
in Rotterdam het geval is;
o zorg over alcoholmisbruik op zijn plaats is, net als over gezondheid in zijn algemeen Hierbij moet
gedacht worden aan voedingsgewoonten, waarover de jeugdmonitor ZHE rapporteert
2
,
o deze zorg evenzeer geldt voor psychische problemen waarmee een deel van de jongeren mee te
maken heeft.
2
28% ontbijt niet dagelijks, 20% eet vrijwel nooit fruit, 10% kampt met overgewicht, waarvan 2/3
meisjes.
11. 11
Hoofdstuk 5 - Risicoanalyse – risicofactoren
Volgend op het overzicht van probleemgedrag wordt ingegaan op risicofactoren waaraan kinderen en
jongeren worden blootgesteld. Risicofactoren kunnen vroege voorspellers zijn van probleemgedrag.
De invloed die uitgeoefend kan worden op risicofactoren is een van de uitgangspunten van de CtC
aanpak. De basis hiervan wordt gevonden in het eerder genoemde model van negentien
risicofactoren, die het ontstaan van probleemgedrag vrij nauwkeurig voorspellen. Deskundigen uit de
wijk hebben de risicofactoren nader onderzocht en er een selectie uitgemaakt. Hierbij gaat het om
factoren die typerend zijn voor Rozenburg en die aangepakt moeten worden om op korte termijn het
probleemgedrag terug te dringen. De factoren hebben betrekking op de domeinen Gezin, Kinderen en
jongeren, School en Wijk.
5.1. Selectie risicofactoren
Professionals uit de wijk, vertegenwoordigd in de Jeugdkansenzone Rozenburg, maakten een selectie
uit de risicofactoren die prioriteit verdienen. Zij maakten de selectie op grond van de beschikbare
gegevens en van hun eigen ervaringen.
In het domein Gezin werd gekozen:
Problemen met gezinsmanagement.
In het domein School:
Leerachterstanden beginnend op de basisschool.
In het domein Kinderen en jongeren:
Vroeg begin van probleemgedrag.
5.1.1. Problemen met gezinsmanagement
De professionals in Rozenburg signaleren opvoedproblemen bij meerdere gezinnen. Dit uit zich in
moeite met grenzen stellen en corrigeren, ook als het al om peuters gaat. Er is een relatie met de
nachtdiensten die vaders draaien. Alleenstaande ouders hebben het soms extra zwaar, doordat zij
werk en opvoeding moeten combineren. Niet iedere ouder beschikt daarbij over een sociaal netwerk
dat kan inspringen, vooral niet als het gaat om nieuwkomers. Tegelijkertijd doet zich een opvallende
tegenstelling voor. Enerzijds is Rozenburg een kleine gemeenschap betreft, waarbinnen nu eenmaal
een sterke mate van onderlinge gehechtheid bestaat. Anderzijds lijkt dit juist angst voor taboes in de
hand te werken, waardoor gezinnen zich gemakkelijk afsluiten wanneer er zich problemen voordoen.
5.1.2. Leerachterstanden beginnend op de basisschool
Vroeg beginnende leerachterstanden die onvoldoende gecompenseerd worden hebben een
voorspellende waarde als het gaat om schooluitval en het missen van een startkwalificatie op latere
leeftijd.
Leerachterstanden zijn nauw verweven met taalachterstanden en gaan gemakkelijk hand in hand met
probleemgedrag, niet in de laatste plaats ook in het gezin en in het contact met leeftijdgenoten. Het
probleem neemt - volgens professionals in onderwijs en kinderopvang - geleidelijk aan toe, onder
meer door de instroom van laag opgeleide gezinnen.
5.1.3. Vroeg begin van probleemgedrag
Feitelijk gaat het bij deze risicofactor om een combinatie van factoren die op zichzelf niet bijzonder
zwaar wegend lijken te zijn, maar in combinatie bij tijd en wijle wel degelijk een probleem vormen.
Allereerst gaat het om de omgang met vrienden die probleemgedrag vertonen. Omdat vrijwel iedereen
elkaar kent is de drempel tussen groepen en individuen laag. Ook jongeren uit evenwichtige gezinnen
komen gemakkelijk in aanraking met probleemjongeren. Net als andere kleinere gemeenschappen
kent Rozenburg een sterk ‘wij’ gevoel, waarbij ook groepen uit kleinere plaatsen in de omgeving
kunnen aansluiten. Wanneer dit gepaard gaat met een houding die probleemgedrag bevordert, wordt
de risicofactor nog eens versterkt. Onmaatschappelijk gedrag en alcohol drinken wordt stoer
gevonden. De beschikbaarheid van alcohol is dan ook groot.
12. 12
Hoofdstuk 6 - Beschermende factoren
Naast gerichte aandacht voor risicofactoren biedt inzicht in en kennis over beschermende factoren de
mogelijkheid om positieve invloed uit te oefenen. Beschermende factoren fungeren als buffers en
bevinden zich in de vier domeinen waar het opvoeden en opgroeien plaatsvindt: het gezin, de school,
de jeugd zelf en de wijk. De belangrijkste buffers zijn Kansen, Vaardigheden, Erkenning, Binding en
Normen en waarden. Erkenning, in de zin van gezien worden, positieve aandacht krijgen en beloond
worden voor positief gedrag, maakt dat kansen aangegrepen worden. Daardoor kunnen vaardigheden
ontwikkeld worden, die mede leiden tot binding thuis, op school, in de wijk, met de stad. Binding en
betrokkenheid over en weer zorgen ervoor dat kinderen en jongeren zich de normen en waarden van
thuis, de school en de stad eigen maken en toepassen.
Hieronder de belangrijkste uitkomsten uit de gegevens van Rozenburg.
6.1. Selectie beschermende factoren
Om de risicofactoren terug te kunnen dringen, kozen dezelfde professionals kozen voor versterking
van de volgende beschermende factoren:
Hechtingsterkte van het gezin;
Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid bij de school;
Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid bij de wijk, resp. het verenigingsleven.
6.1.1. Hechtingssterkte van het gezin
De hechtingssterkte binnen gezinnen is een factor die de kans op probleemgedragingen vermindert.
Hierbij kan men denken aan samen dingen ondernemen en het bespreken van problemen. Gezinnen
in Rozenburg kennen intern veelal een open sfeer. Ouders staan in het algemeen open voor hun
kinderen.
Zo goed als alle ouders van jonge kinderen (0 tot 4 jaar) maken gebruik van het consultatiebureau, dat
is ondergebracht in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).
Voor alle inwoners, inclusief gezinnen, bestaat er algemeen maatschappelijk werk.
6.1.2. Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid bij de school
De school is een plek waar positief of wenselijk gedrag gestimuleerd wordt en waarin kinderen het
goede voorbeeld kunnen krijgen van volwassenen.
Rozenburg kent vier basisscholen, waar in totaal 1.067 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar
onderwijs volgen. Er is school voor voortgezet onderwijs, met 175 leerlingen in de leeftijd van 12 t/m
16 jaar. Deze school verzorgt mavo voor alle leerjaren en havo en vwo voor de eerste drie leerjaren.
(telgegevens oktober 2011).
Speciaal onderwijs ontbreekt in Rozenburg. Kinderen met een indicatie voor speciaal onderwijs
worden op ruime afstand van hun eigen sociale omgeving geplaatst (m.n. Brielle).
Kinderen in de basisschoolleeftijd kunnen buiten schooltijd gebruik maken van de buitenschoolse
opvang (bso). Beide kinderopvangorganisaties verzorgen dit onderdeel, ieder voor twee van de
basisscholen. Het aantal kinderen varieert van 40 tot 60.
De tussenschoolse opvang (tso) is een verantwoordelijkheid van het onderwijs. Alle vier de scholen
nemen dit voor hun rekening, steeds in samenwerking met een van de kinderopvangorganisaties.
Naar schatting 80 tot 160 kinderen wordt hier een of meer malen per week opgevangen.
Van de jonge kinderen (2 tot 4 jaar) maken er 100 gebruik van de enige peuterspeelzaal in
Rozenburg. De helft van deze kinderen volgt hier een erkend VVE programma. Voor jonge en zeer
jonge kinderen (0 tot 4 jaar) bestaat er kinderdagopvang. Deze wordt verzorgd door twee instellingen.
6.1.3. Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid bij de wijk, resp. het verenigingsleven
Meedoen aan activiteiten of clubs en daar zelf ook verantwoordelijkheid in dragen is een stimulans
voor een positieve ontwikkeling van jongeren. Rozenburg kent een sterk verenigingsleven, dat
tegelijkertijd verweven is met het sociale leven in de deelgemeente. Ook de jeugd speelt in het
verenigingsleven een belangrijke rol. Zo zou volgens de Jeugdmonitor van 2009 75% van de jongeren
lid zijn van een (sport)vereniging. Dit percentage wordt ondersteund door de cijfers over het
jeugdlidmaatschap bij de sportverenigingen in Rozenburg. De gezamenlijke sportclubs tellen een
kleine 1.000 jeugdleden. Tweederde hiervan komt voor rekening van de voetbalvereniging Rozenburg
(339), de gymnastiek- en turnvereniging Excelsior (204) en de reddingsbrigade (103).
13. 13
Op cultureel gebied telt Rozenburg een muziekvereniging met jeugdleden (o.a. harmonie, drumband
en majorettes).Verder heeft Rozenburg belangrijke voorzieningen als een sporthal, een zwembad en
een kinderboerderij. Ook is er een openbare bibliotheek, nl. een vestiging van de bibliotheek Zuid-
Hollandse Delta, met een aanbod voor kinderen en jongeren.
14. 14
Hoofdstuk 7 – Speerpunten en inventarisatie
Het wijkpreventieteam koos, uitgaande van de belangrijkste van risico- en beschermende factoren een
drietal speerpunten, waarop de komende tijd ingezet dient te worden en waarin de samenwerking
wordt versterkt.
De speerpunten zijn:
Gezinsmanagement versterken
Leerachterstanden bestrijden
Probleemgedrag voorkomen door positieve betrokkenheid bij de wijk, resp. het verenigingsleven.
Per speerpunt zijn werkgroepen geformeerd die het bestaande aanbod aan programma’s en
activiteiten hebben doorgenomen. De werkgroepen bepalen welk aanbod betrekking heeft op de
desbetreffende speerpunt, zo mogelijk wat het bereik ervan is en welke verbeteringen gewenst zijn.
Wanneer hiaten zijn ontdekt, konden de werkgroepen aanbevelingen formuleren.
De uitkomsten van de activiteiten van de drie werkgroepen vormen de basis van het preventieplan.
De inventarisaties van het bestaande aanbod zijn vervat in onderstaande schema’s. De prioriteit in de
overzichten gaat uit naar preventieve programma’s en activiteiten die universeel, dan wel selectief van
aard zijn. Slechts in beperkte mate is aanbod geïndiceerde preventie opgenomen, dan wel aanbod dat
curatief van aard is. Daar waar bekend wordt het bereik aangegeven. In een aantal gevallen worden
knelpunten of hiaten gesignaleerd en worden suggesties voor verbetering en gewenste actie gedaan.
7.1. Overzicht van programma’s en activiteiten
In de sterkteanalyse is een inventarisatie gemaakt van de programma’s die in Rozenburg worden
aangeboden met betrekking tot de speerpunten. Uit de analyse kunnen de volgende conclusies
worden getrokken:
7.1.1. Gezinsmanagement versterken
Professionals in Rozenburg signaleren problemen met gezinsmanagement vooral daar waar gezinnen
al met meerdere problemen kampen. Veel gesignaleerde problemen gaan over werk, inkomen en
relatie. Rozenburg telt relatief veel zogeheten nieuw samengestelde gezinnen.
Het aanbod in het voorkomen van problemen dient in een vroeg stadium en zo laagdrempelig mogelijk
worden ingezet. Bij voorkeur moeten er al mogelijkheden bestaan tijdens de zwangerschap, niet
alleen op individuele basis, maar ook via groepsbijeenkomsten waar men bij elkaar herkenning kan
vinden en van elkaar kan leren. Om vroeg interventies te kunnen inzetten en ondersteuning te bieden
die problemen kunnen helpen voorkomen, is vroege signalering van belang. Zeker verloskundigen,
huisartsen, de voedselbank, de kinderopvang en het CJG kunnen hierin een belangrijke rol in spelen.
Risicofactor Problemen met gezinsmanagement
Beschermende factor Hechtingssterkte van het gezin
Programma &
soort preventie
Aanbieders Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Opvoedings-
ondersteuning
algemeen
Universele
preventie
CJG
Careyn
FlexusJeugdplein
Structureel overleg
CJG met basisscholen
Informatieverstrekking
aanbieders aan
scholen
Minimaal 2 x jaarlijks
overleg
Afspraken inzake
verbeterde informatie-
verstrekking
15. 15
Programma &
soort preventie
Aanbieders Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Pedagogisch
spreekuur
Universele
preventie
CJG Jeugd 0-12 jaar.
Ondersteuning bij
opvoedingsproble
matiek
Internet CJG
Universele
preventie
CJG Iedereen met
vragen over
opvoeden en
opgroeien
Is sinds eind
2011 actief.
Direct vragen kunnen
stellen aan lokale CJG
via mail
Opvoedlijn CJG
Universele
preventie
CJG Iedereen met
vragen over
opvoeden en
opgroeien
Inloopspreekuur
Universele
preventie
CJG Doelgroep CJG.
Voorlichting,
begeleiding,
signalering.
Opvoedbureau
Universele
preventie
CJG Doelgroep CJG.
Pedagogisch
advies bij vragen
en problemen
24 gezinnen op
jaarbasis
Sociale
ondersteuning
algemeen
Universele
presentie
SoZaWe Cliënten moeten naar
Rotterdam reizen
Algemeen
maatschappelijk
werk
Universele/
selectieve
preventie/ curatie
Careyn Iedereen die
psychosociale of
praktische
ondersteuning
nodig heeft
113 trajecten
237 uur zakelijke
dienstverlening
3 crisis-
interventies
(2010)
Schoolmaatschap-
pelijk werk
basisonderwijs
Universele /
selectieve preventie
Careyn op
De Phoenix,
De Rank,
De Regenboog,
De Rozenhorst
Leerlingen 4-12
jaar,
ouders/verzorgers,
leerkrachten,
intern begeleiders.
Systeem gericht
werken, breed
scala aan
zorgvragen.
Schoolmaatschap-
pelijk werk
voortgezet
onderwijs
Universele /
selectieve preventie
FlexusJeugdplein
op Penta Godfried
Richter
Leerlingen 12 -16
jaar,
ouders/verzorgers,
leerkrachten,
mentoren.
Systeem gericht
werken, breed
scala aan
zorgvragen.
Gezinscoaching
Selectieve
Preventie
Careyn, i.s.m.
Bavo, in CJG
Financiering
deelgemeente
Rozenbug
Gezinsbegeleiding
Op Maat (GOM)
4 trajecten per
jaar
16. 16
Programma &
soort preventie
Aanbieders Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Opvoeden & Zo
Universele
preventie
Careyn
in CJG
Gefinancierd door
Deelgemeente
Rozenbug
Vergroting
opvoedingscompe
tentie van ouders
met kinderen 4 -
12 jaar waarbij
geen sprake is
van ernstige
opvoedingsproble
matiek.
Aantal
bijeenkomsten :
20 x uitgevoerd (
Gemiddeld
aantal
deelnemers: …
Onbekend bij de
basisscholen
Aansluiting
basisonderwijs
Diverse trainingen
en cursussen
Selectieve preventie
Careyn
CJG
FlexusJeugdplein
Content
Avant -Sanare
Opvoedings-
ondersteuning,
ondersteuning bij
problemen voor
ouders en
kinderen
/jeugdigen
Programma niet
bekend bij
basisscholen
Prenataal
huisbezoek
Selectieve preventie
CJG As ouders met
meer risico om
problemen te
ontwikkelen.
Ondersteuning bij
voorbereiding op
baby.
Gezinsbegeleiding
met/zonder
indicatie
Selectieve /
geïndiceerde
preventie / curatie
Careyn Laagdrempelige
hulpverlening,
start zonder
indicatie.
Stabilisatie van
situatie in gezin,
verminderen /
opheffen
geconstateerde
problematiek in
gezin
4 gezinnen in
2011
Kinder-
psycholoog
Selectieve /
geïndiceerde
preventie/ curatie
praktijk Acacialaan
Video-home-
training
Geïndiceerde
preventie
Careyn Intensieve
gezinsbegeleiding
Onderzoek op
indicatie
(op locatie, thuis
of telefonisch)
Geïndiceerde
preventie
CJG Doelgroep CJG.
Verhelderen
problematiek en
lichte opvoedings-
ondersteuning.
17. 17
Programma &
soort preventie
Aanbieders Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Lokaal Zorg
Netwerk
Geïndiceerde
preventie
Careyn Bemoeizorg aan
zorgmijdende
doelgroep,
outreachend
benaderen
Lokaal Team
Huiselijk Geweld
Curatie
Careyn i.s.m.
DOCK
Hulpverlening aan
slachtoffers van
huiselijk geweld
Schuldhulp-
verlening
Curatie
Careyn i.s.m.
Kredietbank en
SoZaWe
Crisisinterventie
Curatie
Careyn
7.1.2. Leerachterstanden bestrijden
Leerachterstanden zijn nauw verweven met taalachterstanden. Professionals in het onderwijs en de
kinderopvang in Rozenburg nemen waar dat achterstanden geleidelijk aan toenemen. Als een van de
oorzaken wordt de instroom van laag opgeleide gezinnen gezien. Harde cijfers zijn vooralsnog niet
voorhanden.
Risicofactor : Leerachterstanden beginnend bij de basisschool
Beschermende factoren : Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid bij de school
Hechtingssterkte van het gezin
Naam programma
& soort preventie
Aanbieder(s) Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Doorgaande lijn
peuterspeelzaal-
primair onderwijs
Universele
preventie
Alle scholen PO
en Humanitas
Overdracht van
peuterleidster en
intern
begeleidsters
basisonderwijs
Geen doorgaande lijn.
PO-scholen werken
niet met VVE-
programma
Gezamenlijk overleg
ontbreekt
Regulier overleg
peuterspeelzalen en
basisscholen
Peuter Plus
Universele
preventie
Humanitas
Locatie De
Rozenhorst
Flexibele, extra
stimulering van
kinderen 3-4 jaar
ter voorbereiding
op het
basisonderwijs
Stimulerings-
programma’s
kinderdagopvang
Universele
Preventie
Humanitas,
locatie
Marijkeplein
o.a. Wis Kids,
programma
rekenprikkels
Kinderen 2-4 jaar
18. 18
Naam programma
& soort preventie
Aanbieder(s) Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Doorgaande lijn
primair –
voortgezet
onderwijs
Universele
preventie
Alle scholen en
scholen v.o.
o.a:
-Penta College
-Maerlant College
(Brielle)
-Wellant College
(Brielle)
-Scholen in
Spijkenisse,
Rotterdam,
Hellevoetsluis
Overdracht van
leerkrachten PO-
VO over advies
van de
basisschool en de
resultaten in het
VO
Alle leerlingen
worden
besproken
(warme
overdracht)
Doorgaande lijn
primair –
voortgezet
onderwijs
Universele
preventie
Basisschool De
Rozenhorst
i.s.m. Penta
College Godfried
Richter
Warme
overdracht,
leerkrachten van
PO-VO bespreken
voortgang leerling
om de
tafeltjesavond
Leerlingvolg-
systeem
voortgezet
onderewijs - MBO
Universele
preventie
Penta College
Godfried Richter
Brede School
activiteiten
Universele
preventie
De Bonte Vlinder
op:
-De Phoenix
Leerlingen 4 – 12
jaar
Verlengde
schooldag; lessen
sport, kunst en
cultuur
Per 8 weken: 48
lln.
Toekenning subsidie
JOS vereenvoudigen
Brede School /
Extra leertijd
Universele
preventie
Basisscholen en
Penta College
Godfried Richter
Geen structurele
ondersteuning door
JOS
Meerjarig vaststellen
financiering door JOS
Huiswerk-
begeleiding/
studievaardig-
heden
Universele
preventie
Basisscholen Leerlingen v.a.10
jaar
Huiswerk-
begeleiding
Universele
preventie
Penta College
Godfried Richter
Leerlingen buiten
schooltijd
huiswerkuitleg,
door bovenbouw
leerlingen
Leerlingen klas
1 en 2
4 x per week
(2010-2011)
Financiering door JOS
gestopt in 2011.
Loopt op bescheiden
schaal door
Studiesteunlessen
Universele
preventie
Penta College
Godfried Richter
Opgenomen in
regulier
programma
Leesbevordering
Universele
preventie
Openbare
bibliotheek
Skoolzone (tot 13
jaar) en Skoolsout
(13 – 18 jaar).
Schoolpas en
Voorschoolpas
19. 19
Naam programma
& soort preventie
Aanbieder(s) Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Ouderbijeen-
komsten
Universele
preventie
Alle vier
basisscholen
Voor
ouders/verzorgers.
Aanbod per school
verschillend
10 - 40 ouders/
verzorgers per
bijeenkomst
Schoolmaatschap-
pelijk werk
basisonderwijs
Universele /
selectieve preventie
Careyn op
De Phoenix,
De Rank,
De Regenboog,
De Rozenhorst
Leerlingen 4-12
jaar, ouders /
verzorgers,
leerkrachten,
intern begeleiders.
Systeemgericht,
breed scala
zorgvragen
Schoolmaatschap-
pelijk werk
voortgezet
onderwijs
Universele /
selectieve preventie
FlexusJeugdplein
op Penta Godfried
Richter
Leerlingen 12 -16
jaar,
ouders/verzorgers,
leerkrachten,
mentoren.
Systeem gericht
werken, breed
scala aan
zorgvragen.
Peuterprogramma
VVE
Selectiever
preventie
VVE programma
Startblokken,
Humanitas
Peuters van 2 – 4
jaar
50 peuters, 4
dagdelen =
50% van
kinderen
Early Bird Basisschool de
Phoenix
Programma voor
het primair
onderwijs ter
bevordering van
de Engelse taal
7.1.3. Probleemgedrag voorkomen
Er is veel aanbod in Rozenburg en met 90% van de jongeren gaat het goed. We kunnen stellen dat
het met zo’n 10% minder goed gaat. Zij hebben extra aandacht nodig. Er wordt in Rozenburg al
gewerkt met het signaleringssysteem Signaleren en Samenwerken (SISA). Dankzij dit systeem
kunnen signalen worden gemeld en kunnen hulpverleners in actie komen.
Het preventieplan richt zich vooral op de fase die hiervoor zit. Hoe kan voorkomen worden dat
jongeren in de problemen raken? Wat kan positieve betrokkenheid bij de Rozenburgse samenleving
als beschermende factor bieden? Hoe kan de kracht van het verenigingsleven een rol spelen voor
degenen die risico’s lopen?
Naam programma
& soort preventie
Aanbieder(s) Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat/
knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Jongeren
initiatieven
Universele
preventie
PUSH Activering: het
bewegen van
doelgroep tot het
nemen van eigen
initiatieven
16,3 uur op
jaarbasis (2010)
Richten op het
stimuleren van
talenten van jongeren
Relatie met voortgezet
onderwijs ontwikkelen
20. 20
Naam programma
& soort preventie
Aanbieder(s) Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Participatie
Universele
preventie
PUSH Activering:
stimuleren van
doelgroep tot het
nemen van eigen
initiatieven
25 uur op
jaarbasis (2010)
Richten op het
stimuleren van
talenten van jongeren
Relatie met voortgezet
onderwijs ontwikkelen
Sportverenigingen
Universele
preventie
VV Rozenburg
T&GV Excelsior
Reddingsbrigade
RC Rozenburg
TC Rozenburg
Vovero
ZV De Zeehond
ASV Indus
RBC Sowat
TTV De Beer
v.a. ± 14 jaar haken
veel jongeren af.
Verenigingen bij
gymlessen betrekken
Zwemlessen
Basisvoorziening /
universele preventie
Zwembad De
Zeehond i.s.m.
de basisscholen
Leerlingen 5 en 6
30 min.
schoolzwemmen.
Iedere lln. moet
diploma behalen.
Alle leerlingen
Huttenbouwdorp
Universele
preventie
Vrijwilligerswerkgr
oep van
Jeugdland
Deelgemeente
Rozenburg
Zomervakantieacti
viteit (week)
Jongeren worden
betrokken als
vrijwilliger
450 kinderen en
200 vrijwilligers
Inloop 11-14 jaar
Universele
preventie
PUSH in
jongerencentrum
Chill OUT
Financiering
deelgemeente
Rozenburg
Relatie opbouw,
contact houden en
onderhouden,
stimuleren tot het
nemen van
initiatieven.
Ontmoeten en
recreatie in vrije
tijd. Aanbieden
van mogelijkheden
vrije tijd voor
jeugdigen.
Jongeren in de
leeftijd van 10 tot
14 jaar,
Aanbieden van
voorlichting en
ander preventieve
activiteiten.
Signaleren en
doorverwijzen
586 uur op
jaarbasis (2010)
Aantal
bijeenkomsten :
Middagen van
15.00 tot 17.30
uur
Aantal keer
uitgevoerd:
46 weken p/j
Gemiddeld
aantal
deelnemers: 20
tot 35
21. 21
Naam programma
& soort preventie
Aanbieder(s) Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Inloop 14-20 jaar
Universele
preventie
PUSH in
jongerencentrum
Chill OUT
Financiering
deelgemeente
Rozenburg
Relatie opbouw,
contact houden en
onderhouden,
stimuleren tot het
nemen van
initiatieven.
Ontmoeten en
recreatie in vrije
tijd. Aanbieden
van mogelijkheden
vrije tijd voor
jeugdigen. Streven
naar optimaal
voorzieningsnivea
u. Jongeren in de
leeftijd van 14 tot
20 jaar
Aanbieden van
voorlichting en
ander preventieve
activiteiten.
Signaleren en
doorverwijzen
617,9 uur op
jaarbasis (2010)
Aantal
bijeenkomsten :
Middagen van
18.30 tot 22.00
uur
Aantal keer
uitgevoerd:
46 weken p/j
Gemiddeld
aantal
deelnemers: 25
tot 40
Meidenactiviteiten
(workshops)
Universele
preventie
PUSH in
Jongerencentrum
Chill OUT
Relatie beheer.
Ontmoeten en
recreatie in vrije
tijd. Aanbieden
van mogelijkheden
vrije tijd voor
jeugdigen. Streven
naar optimaal
voorzieningsnivea
u
191,5 uur op
jaarbasis (2010)
Disco 10-14 jaar
Universele
preventie
Stichting Push
Jongerencentrum
Chill Out
Relatie beheer.
Ontmoeten en
recreatie in vrije
tijd.
Aanbieden van
mogelijkheden
vrije tijd voor
jeugdigen. Streven
naar optimaal
voorzieningen-
niveau
16 uur op
jaarbasis (2010)
deelnemers 40
Sportaanbod
(pleintjes-
activiteiten)
Universele
preventie
PUSH in
Jongerencentrum
Chill OUT &
omgeving
Financiering
deelgemeente
Rozenburg
Relatiebeheer.
Jeugd in de leeftijd
van 10 tot 14 jaar
Aanbieden van
sportactiviteiten in
de buitenruimte,
signaleren en
doorverwijzen
67 uur op
jaarbasis (2010)
Aantal
bijeenkomsten :
Gemiddeld 3 uur
per week
Aantal keer
uitgevoerd:
46 weken p/j
Gemiddeld
aantal
deelnemers: 10
tot 25
22. 22
Naam programma
& soort preventie
Aanbieder(s) Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Sporttoernooien
Universele
preventie
PUSH
Sporthal de Rozet
en op pleinen
Relatiebeheer.
Relatie beheer.
Ontmoeten en
recreatie in vrije
tijd. Aanbieden
van mogelijkheden
vrije tijd voor
jeugdigen. Streven
naar optimaal
voorzieningsnivea
u sport cultuur en
recreatie
40 uur op
jaarbasis (2010)
Wordt samen
met jongeren en
sportstagiaires
georganiseerd...
Jongeren erg
actief, hebben
zelf ook een
voetbalteam.
Kosten voor gebruik
sporthal zijn erg hoog
Oefenruimte
Universele
preventie
PUSH Relatie beheer.
Ontmoeten en
recreatie in vrije
tijd. Aanbieden
van mogelijkheden
vrije tijd voor
jeugdigen. Streven
naar optimaal
voorzieningsnivea
u sport cultuur en
recreatie
41,3 uur op
jaarbasis (2010)
Jongeren
kunnen gebruik
maken van het
jongerencentrum
om te oefenen:
Band of
dansgroep.
Richten op het
stimuleren van
talenten van jongeren
Evenementen
jongerencentrum
Universele
preventie
PUSH in Chill
OUT
Relatiebeheer.
Relatie beheer.
Ontmoeten en
recreatie in vrije
tijd. Aanbieden
van mogelijkheden
vrije tijd voor
jeugdigen. Streven
naar optimaal
voorzieningsnivea
u sport cultuur en
recreatie
4,5 uur op
jaarbasis (2010)
Jeugd
Gezondheidszorg
Universele
preventie
CJG Voor jeugd vanaf
9 maanden – 23
jaar. Preventief
gericht op
opvoeden en
opgroeien.
98-99% van de
jeugd
Kindertelefoon
Universele
preventie
Bureau Jeugdzorg Kinderen van 8 tot
18 jaar met
problemen of die
gewoon gezellig
willen praten.
Kinderen bellen
anoniem.
Informatieve
ouder-
bijeenkomsten
Universele
preventie
Basisscholen en
Penta College
Godfried Richter
Bereik 50%
ouders per
bijeenkomst
Opvoeden & Zo
Universele
preventie
Careyn
in CJG
Gefinancierd door
Deelgemeente
Rozenbug
Vergroting
opvoedingscompe
tentie van ouders
met kinderen 4 -
12 jaar waarbij
geen sprake is
van ernstige
opvoedingsproble
matiek
Aantal
bijeenkomsten :
20 x uitgevoerd (
Gemiddeld
aantal
deelnemers
Onbekend bij de
basisscholen
Aansluiting
basisonderwijs
23. 23
Naam programma
& soort preventie
Aanbieder(s) Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Vindplaatswerk
(Straathoek werk)
Signalering en
toeleiding
PUSH in
Jongerencentrum
Chill OUT &
omgeving
Financiering
deelgemeente
Rozenburg
Relatie-
opbouw,contact
maken en
onderhouden met
jongeren die
gebruik maken
van de
buitenruimte.
Jeugd in de leeftijd
van 10 tot 20 jaar.
Stimuleren tot het
nemen van
initiatieven om hun
situatie te
verbeteren.
Signaleren en
doorverwijzen
282,6 uur op
jaarbasis (2010)
Aantal
bijeenkomsten :
Gemiddeld 8 uur
per week
Aantal keer
uitgevoerd:
46 weken p/j
Gemiddeld
aantal
deelnemers: ?
verschil per dag.
Integrale aanpak en
samenhang met politie
e.a. ontbreekt
Samenhang met CJG
/ GOSA groepsaanpak
SOVA-training
Selectieve preventie
Context op:
-De Phoenix
-De Rozenhorst
Leerlingen 8-12
jaar
Per 10 weken
2x5 lln.
SOVA-training
Selectieve preventie
Careyn op
-De Phoenix
-De Rank
-De Regenboog
-De Rozenhorst
Leerlingen 8-12
jaar
Training wordt elders
gegeven. Te groot
bezwaar voor
ouders/verzorgers uit
Rozenburg.
Scholen zijn niet goed
bekend met aanbod.
Assertiviteits- en
sociale
vaardigheidstraini
ng
Selectieve preventie
Careyn
in CJG
Groepswerk 4 cliënten
( 2010)
Onbekend bij de
basisscholen
Koppelen aan sport-
verenigingen
Aansluiting
basisonderwijs
Faalangst training
Selectieve
Preventie
Penta College
Godfried Richter
Leerlingen
burgklassen en
examenklassen
1 keer per jaar
KIES (Kinderen In
Echtscheiding
Situaties)
Selectieve preventie
Careyn
in CJG
Kinderen van
scheidende /
gescheiden
ouders, 8-16 jaar.
Wekelijkse
groepsbijeenkomst
en.
Onbekend bij de
basisscholen
Aansluiting
basisonderwijs,
24. 24
Naam programma
& soort preventie
Aanbieder(s) Doelgroep en
methodiek
Bereik
(indien
bekend)
Hiaat / knelpunt
Gewenste
verbetering /
Suggestie voor actie
Schoolmaat-
schappelijk werk
primair onderwijs
Selectieve preventie
Careyn in
De Phoenix, De
Rank,
De Regenboog
Kinderen 4-12
jaar,
ouders/verzorgers,
leerkrachten.
Overleg met intern
begeleiders van
de basisscholen.
Systeem gericht
werken, breed
scala aan
zorgvragen
Totaal 110
lopende
trajecten
3 uur per week
per school
Doorgaande lijn
primair – voortgezet
onderwijs
Schoolmaat-
schappelijkwerk
voortgezetoOnder
wijs
Selectieve preventie
FlexusJeugdplein
in Penta College
Godfried Richter
Leerlingen 12 -16
jaar,
ouders/verzorgers,
leerkrachten,
mentoren.
Systeem gericht
werken, breed
scala aan
zorgvragen
Doorgaande lijn
primair – voortgezet
onderwijs
Aansluiting met
CJG
Lokaal Zorg
Netwerk
Geïndiceerde
preventie
Careyn Bemoeizorg aan
zorgmijdende
doelgroep,
outreachend
benaderen
Lokaal Team
Huiselijk Geweld
Curatie
Careyn i.s.m.
DOCK
Hulpverlening aan
slachtoffers van
huiselijk geweld
Schuld-
hulpverlening
Curatie
Careyn i.s.m.
Kredietbank en
SoZaWe
Cliënten moeten naar
Rotterdam reizen
Crisisinterventie
Curatie
Careyn
Natuureducatie Kinderboerderij
De Beestenboel
i.s.m. de
basisscholen
Aanbod voor alle
groepen
Scholen bepalen
zelf mate van
gebruik
Natuureducatie Volkstuin-
vereniging
Eurohof
i.s.m. de
basisscholen
Aanbod aan
leerlingen groep 6
om van april t/m
september een
schooltuintje te
onderhouden
?
25. 25
Hoofdstuk 8 - Plan van aanpak
Het plan van aanpak is het feitelijke preventieplan. De centrale doelstellingen daarvan zijn het
terugdringen van de belangrijkste risicofactoren en de versterking van de beschermende factoren rond
de opgroeiende jeugd van Rozenburg.
De belangrijkste risicofactoren zijn:
Problemen met gezinsmanagement
Leerachterstanden beginnend op de basisschool
Vroeg begin van probleemgedrag.
Als belangrijkste beschermende factoren zijn benoemd:
Hechtingssterkte van het gezin
Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid bij de school
Mogelijkheden voor positieve betrokkenheid bij de wijk, resp. het verenigingsleven.
De betrokken organisaties bij het preventieplan zijn:
de basisscholen De Phoenix, De Rank, De Regenboog en De Rozenhorst
de school voor voortgezet onderwijs Penta College Godfried Richter
de kinderopvanginstellingen Humanitas en De Bonte Vlinder
het Centrum voor Jeugd en Gezin
het algemeen en schoolmaatschappelijk werk van Careyn en FlexusJeugdplein
het jongerenwerk van PUSH
politie Rozenburg
Rotterdam Sportsupport.
Het aantal betrokken organisaties kan naar behoefte worden uitgebreid.
Het preventieplan wordt uitgevoerd onder de regie van de deelgemeente en met ondersteuning van
de gemeentelijke dienst JOS.
8.1. Uitgangspunten van het preventieplan
De uitgangspunten van het preventieplan zijn:
Overleg en afstemming
Beschikbaarheid van objectieve gegevens
Inzicht in bereik
Effectieve programma’s in alle leeftijdsgroepen.
8.1.1. Overleg en afstemming
Uit de voorgaande inventarisatie blijkt dat overleg en afstemming op meerdere fronten node wordt
gemist. Meerdere malen wordt aangegeven dat de partners onvoldoende bekend zijn met elkaars
aanbod, mogelijkheden en vragen. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan er daadwerkelijk
gebouwd worden aan een doorgaande lijn in de preventieve aanpak voor de jeugd van 0 tot 23 jaar.
Het preventieplan en de totstandkoming ervan vormen de eerste aanzetten om hier belangrijke
stappen te zetten. Doordat er gezamenlijk speerpunten zijn benoemd is ook de inhoud van overleg en
afstemming duidelijk.
Bij de totstandkoming van het preventieplan is gebruik gemaakt van twee op elkaar aansluitende
organisatievormen. Allereerst is een deelgemeentebreed overleg opgezet, waarin alle hierboven
genoemde partijen vertegenwoordigd zijn. In dit overleg zijn de speerpunten van het plan benoemd.
Vervolgens hebben thematische werkgroepen gezorgd voor de inventarisatie van bestaande
programma’s en activiteiten. Elk van deze werkgroepen heeft zich gericht op programma’s en
activiteiten die in verband kunnen worden gebracht met een van de benoemde risicofactoren (resp.,
gezinsmanagement, leerachterstanden en probleemgedrag). Daarop aansluitend zijn in de
werkgroepen ook ideeën voor afstemming en nieuwe initiatieven besproken.
Het ligt voor de hand om de aldus ontstane organisatie voort te zetten als de manier waarop de
Jeugdkansenzone in Rozenburg wordt vormgegeven. De continuïteit van de organisatie heeft kans
van slagen als ze aan de criteria voldoet van doelgerichtheid, brede betrokkenheid en transparantie.
Administratieve rompslomp en zwaar opgetuigde vergadercircuits zijn uit den boze.
26. 26
Het is aan de partners in Rozenburg om te kiezen voor een organisatievorm die past bij hun ambities
en mogelijkheden.
8.1.2. Beschikbaarheid van objectieve gegevens
De vinger kan aan de pols worden gehouden dankzij de beschikbaarheid van objectieve gegevens.
Deze worden verkregen uit bronnen zoals de Rotterdamse Jeugdmonitor, de Sociale Index en de
Veiligheidsindex Rotterdam. Het behoort tot de taken van de deelgemeente om cijfers beschikbaar te
maken voor alle betrokkenen bij het preventieplan. De gegevens maken inzicht mogelijk in de
ontwikkeling van de jeugd en kunnen aanleiding zijn tot het plegen van bijstellingen in het
preventieplan.
8.1.3. Inzicht in bereik
Eveneens uit de inventarisatie blijkt dat er een gebrekkig inzicht is in het bereik van diverse
programma’s en activiteiten.
De partners staan daarom voor de taak om dit bereik beter in beeld te krijgen, zodat activiteiten
doelgerichter en effectiever kunnen worden ingezet, bijgesteld of omgezet in alternatieven.
Dit streven kan verzanden in een administratief proces waarvan geen hart sneller gaat kloppen. Een
alternatief is om een selectie te maken uit programma’s en activiteiten, die op zichzelf of in combinatie
met andere onder het licht worden gehouden. De nog te kiezen overlegvorm kan dienen als de plek
waar dit plaatsvindt.
8.1.4. Effectieve programma’s voor alle leeftijdsgroepen
Het is aan te bevelen om aan die programma’s prioriteit te geven die hun effectiviteit bewezen
hebben. Op grond van eigen ervaringen zullen er programma’s zijn die volgens de professionals die
kenmerken hebben. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van een landelijke databank Effectieve
jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI).
Bij gesignaleerde hiaten in de inventarisaties kunnen instellingen afzonderlijk, dan wel gezamenlijk
kiezen voor het inzetten van een effectief programma.
8.2. Verbeteringen en nieuwe initiatieven
8.2.1. Gezinsmanagement versterken
Vanuit de werkgroep Gezinsmanagement is een aanzet gegeven voor nieuw in te zetten aanbod.
Naam programma & soort preventie Aanbieder(s) Doelgroep en methodiek Bereik
doelgroep
aantallen
(indien bekend)
Opvoedhulp in huis
Selectieve preventie
FlexusJeugdplein Ondersteuning thuis bij
opvoedingsproblematiek.
Home Start
Selectieve preventie
Humanitas, i.s.m.
CJG
Ondersteuning gezinnen met
tenminste 1 kind van max. 6 jaar,
door vrijwilligers. Voorkomen dat
alledaagse problemen uitgroeien
tot ernstige en langdurige
problemen
Tienermoeder project
Geïndiceerde preventie
CJG
Prezorg
verpleegkundige
Geïndiceerde preventie
CJG A.s. moeders met meerdere
problemen. Praktische
ondersteuning, stressreductie,
bevorderen pedagogisch besef en
gezond gedrag
Zwanger en
verslaafd
Curatie
GGD Hulp bij afkicken en praktische
zaken
27. 27
Tegelijkertijd is als actiepunt geformuleerd:
Actie Doelen Betrokkenen Initiatief
Halfjaarlijks overleg CJG-
basisscholen
Signaleren vanuit scholen
Informatie over aanbod CJG /
partners
Aansluiting aanbod
CJG en de vier basisscholen CJG
8.2.2. Leerachterstanden bestrijden
Actiepunten zijn:
Actie Doelen Betrokkenen Initiatief
Overdracht van peuterleidster
en intern begeleidsters
basisonderwijs
Doorgaande lijn
peuterspeelzaal - primair
onderwijs
Humanitas peuterspeelzaal, de
vier basisscholen tas
Brede School / Extra leertijd Vergroting
onderwijsprestaties
Basisscholen, kinderopvang
Brede School / Extra leertijd Vergroting
onderwijsprestaties
Penta College Godfried Richter
8.2.3. Probleemgedrag voorkomen
Actiepunten zijn:
Actie Doelen Betrokkenen Initiatief
Samenwerking voortgezet
onderwijs - jongerenwerk
Participatie van jongeren Penta College Godfried Richter,
PUSH
Inbreng sportverenigingen in
gymnastieklessen
Betrokkenheid jongeren bij
verenigingsleven (sport)
Penta College Godfried Richter,
sportverenigingen, Rotterdam
Sportsupport
Rotterdam
Sportsupport
Verbinden trainingen sociale
vaardigheden en assertiviteit
met onderwijs en sport
Vergroting bereik onder
doelgroep
Careyn, basisscholen,
sportverenigingen
Careyn
Afstemming
schoolmaatschappelijk werk
Doorgaande lijn primair –
voortgezet onderwijs
Careyn, FlexusJeugdplein CJG
Afstemming straathoekwerk,
CJG en GOSA groepswerk
Integrale aanpak PUSH, CJG en politie
Vergroten bekendheid
aanbod t.b.v. kinderen &
echtscheiding (KIES)
Vergroten bereik t.b.v.
doelgroep
Careyn, basisscholen, voortgezet
onderwijs
Careyn
8.3. Afsluitend
Met bovengenoemde actiepunten zijn concrete ambities verwoord, waarmee de Jeugdkansenzone
Rozenburg op korte termijn aan de slag kan gaan. Met de voortzetting van het gezamenlijk overleg,
zoals dat in het kader van dit preventieplan is ontstaan, zijn voorwaarden gerealiseerd om de ambities
waar te maken en ook in de verdere toekomst nieuwe acties te ondernemen binnen een doorgaande
lijn in de preventieve aanpak voor de jeugd van Rozenburg.
28. 28
Lijst van geraadpleegde bronnen
Jeugdmonitor Zuid-Hollandse Eilanden, 2009
Leerlingenenquête 2
e
en 4
e
jaars leerlingen, Penta College CSG Godfried Richter
Rotterdam DATA, COS (cijfers 1-1-2011)
Jaarverslag Stichting Push 2010
Sociale Index 2010
Veiligheidsindex Rotterdam 2012
D-O-E-I formulier Rozenburg 2011
(Inventarisatie van Data - Onderzoek - Ervaring/Expertise - Indrukken/Intuïtie)
Inventarisaties werkgroepen Gezinsmanagement, Leerachterstanden en Probleemgedrag,
2011/2012
Cijfers jeugdleden sportverenigingen Rozenburg, Rotterdam Sportsupport, 2011
Telgegevens basis- en voortgezet onderwijs, JOS, oktober 2011
Staat van het Rotterdamse onderwijs, JOS, november 2011
Tekst: Rien van Genderen, Stichting de Meeuw, in opdracht van de deelgemeente Rozenburg