Op 27 november 2015 organiseerde de VRP naar jaarlijkse gewoonte de Werelddag van de Stedenbouw. Dit jaar stond het congres in het teken van ruimte en economie met als titel 'It's the economy, darling'. Ruim 200 deelnemers woonden in de Budafabriek in Kortrijk tal van lezingen, workshops en terreinbezoeken bij die waren onderverdeeld in vier subthema's: 'Ruimtelijke verweving van economie en andere functies', 'Duurzame ruimte voor ondernemen', 'Retail en ruimte' en 'Incubatoren, spillovers & the next economy'.
16. Steden grootste uitvinding mensheid?
City Lights Could Reveal E.T.
Civilization
ScienceDaily (Nov. 4, 2011) — In the
search for extraterrestrial intelligence,
astronomers have hunted for radio
signals and ultra-short laser pulses. In a
new paper, Avi Loeb (Harvard-
Smithsonian Center for Astrophysics)
and Edwin Turner (Princeton
University) suggest a new technique
for finding aliens: look for their city
lights. "Looking for alien cities would be
a long shot, but wouldn't require extra
resources. And if we succeed, it would
change our perception of our place in the
universe," said Loeb.
17. PROBLEEM!
Onze steden klein vanuit internationaal perspectief
PBL: gebrek aan agglomeratiekracht een van de
grootste bedreigingen voor Nederlandse steden
t.o.v. concurrentie wereldwijd
Henderson (2000): Nederland en België hebben te
weinig ‘urban concentration’ wat een negatief effect
heeft op economische groei
21. NETWERKKRACHT
Idee: netwerk van dichtbij gelegen kleine en
middelgrote steden kunnen gezamenlijk de
agglomeratiekracht van een metropool genereren.
25. VRAAG
Kunnen netwerken tussen kleine en middelgrote
steden (‘netwerkkracht’) een substituut zijn voor de
agglomeratievoordelen van de grote stad
(‘agglomeratiekracht’)? En zo ja, hoe?
26. BEVINDING 1: BESTAAN NETWERKKRACHT
AFLEESBAAR UIT STEDELIJKE DYNAMIEK
Verstedelijkingsgraad stabiel
Grote steden groeien niet sneller
dan kleine steden
Bijdrage aan economie van grote
steden neemt niet toe
In de EU15 groeien ‘second cities’
sterker dan ‘first cities’
Staat haaks op literatuur die
‘agglomeratiekracht’ propageert
Goede presteren
kleine/middelgrote steden te
verklaren door het bestaan van
netwerkkracht
29. BEVINDING 3: BALANS TUSSEN
AGGLOMERATIEVOOR- EN NADELEN BETER IN
POLYCENTRISCHE STEDELIJKE REGIO’S
Tekort aan agglomeratievoordelen wordt (meer
dan) gecompenseerd door gebrek
agglomeratienadelen
Arbeidsproductiviteit hoger naarmate polycentriciteit
toeneemt
30. BEVINDING 4: HOE STERKER FUNCTIONEEL
GEÏNTEGREERD DE STEDEN ZIJN, DES TE BETER
36. BEVINDING 7: NIET IEDERE INDIVIDUELE STAD
PROFITEERT VAN VERDERE INTEGRATIE + WIJZE VAN
PROFITEREN VERSCHILT
37. BEVINDING 8: OMVANG STEEDS MINDER BEPALEND
VOOR FUNCTIES STEDEN
Correlatie tussen
omvang en functie
38. BEVINDING 9: INTERNATIONALE NETWERKEN
SUBSTITUUT VOOR OMVANG
Een goede inbedding in internationale netwerken
(stromen van mensen, en daarmee informatie) is
ook belangrijk voor aanwezigheid metropolitane
functies in steden
Toch is ‘omvang’ zo’n 2.5x belangrijker dan
netwerkpositie
Maar voor specifieke functies is netwerkpositie juist
belangrijker
40. BEVINDING 10: BELANG VAN OMVANG, REGIONALE
NETWERKPOSITIE EN (INTER)NATIONALE
NETWERKPOSITIE VERSCHILT NAAR GELANG
OMVANG STEDEN
41. Figure 1: Fitted equation and 95% confidence interval for metropolitan function index
and local population size (average marginal effect)
Toename van omvang heeft
een klein effect op
aanwezigheid metropolitane
functies in grote steden
(>200k), maar een groot effect
voor kleine steden
42. Figure 3: Fitted equation and 95% confidence interval for metropolitan function index
and (inter)national network embeddedness by local population size (average marginal
effect)
Een toename van de
(inter)nationale netwerkpositie is
positief voor alle steden, maar
relatief positiever voor grotere
steden
43. Figure 2: Fitted equation and 95% confidence interval for metropolitan function index
and regional network embeddedness by local population size (average marginal effect)
Een toename van regionale
netwerken is positief voor
grote steden (>400k), niet
noodzakelijk voor kleinere
steden (‘agglomeration
shadow’)
44. BEVINDING 11: ‘CAPITAL BONUS’ ALTIJD AANWEZIG,
MAAR ‘SECOND CITY PENALTY’ IN
MONOCENTRISCHE LANDEN
Capital/First cities in landen hebben 25% meer
metropolitane functies dan te rationaliseren valt op
basis van omvang en netwerkpositie
Deze ‘capital bonus’ geldt voor alle Europese
landen
Echter, ‘second cities’ in landen met een dominante
hoofdstedelijke regio presteren aanmerkelijk
slechter (denk aan UK, FR, AT, PT, IR, GR)
47. INZETTEN OP METROPOOL
Pluspunten:
• Meer agglomeratievoordelen
(nb. Verschil statisch/dynamisch perspectief)
• Betere capaciteit om te profiteren van internationale
netwerkpositie
• Voldoet aan vraag (?)
48. INZETTEN OP METROPOOL
Minpunten:
• Functioneel ‘leeg’ achterland (maar die hebben wel weer – met enige
moeite - toegang tot de agglomeratievoordelen van de metropool)
• Gaat ten koste van andere steden: kans op ‘second city penalty’
• Positieve balans tussen agglomeratievoor- en nadelen mogelijk
verstoord?
• Onzekerheid succes: Gaat onderliggende theoretische basis eigenlijk
wel op in het ‘volwassen’ stedelijk systeem van BE + NL?
• Meer succes te behalen met uitbouw netwerkpositie
49. INZETTEN OP NETWERKEN TUSSEN NABIJGELEGEN
STEDEN
Pluspunten:
• Benutten polycentriciteit als ‘unique selling point’: betere balans
agglomeratievoor- en nadelen
• Sterker geïntegreerde steden presteren gezamenlijk beter:
netwerken kunnen een substituut zijn voor agglomeratiekracht
• Geen ‘second city penalty’/wel ‘capital city bonus’
50. INZETTEN OP NETWERKEN TUSSEN NABIJGELEGEN
STEDEN
Minpunten:
• Sterkere integratie ontstaat alleen door complementariteit
steden; er is echter juist vaak sprake van duplicatie van
laagwaardigheid
• Minder capaciteit om te profiteren van internationale
netwerkpositie (en die positie is ook zwakker)
• Onzeker of dit ooit volwaardig substituut voor metropool kan
zijn; blijvend gebrek aan ‘agglomeratiekracht’?
51. CONCLUSIE: NIET OF-OF, MAAR ÉN-ÉN-ÉN
Én accommoderen vraag naar metropolitaan
wonen: laat grote steden groeien
Én versterken internationale netwerkpositie
Én versterken integratie binnen polycentrische
stedelijke regio
Greatest invention: because we are able to learn, and we learn more easily and quicker through face to face contact.
proximity makes people more inventive, as bright minds feed off one another; more productive, as scale gives rise to finer degrees of specialisation; and kinder to the planet, as city-dwellers are more likely to go by foot, bus or train than the car-slaves of suburbia and the sticks.