7. VOOR EN NADELEN
➤ Voordelen
➤ natuurlijke beenbeweging (symmetrisch)
➤ Nadelen
➤ behoorlijk wat kracht nodig
➤ schuine ligging op het water (meer frontale weerstand)
➤ ademhaling beïnvloedt de ligging
➤ coördinatie armen - benen moeilijk
➤ geen continue beenstuwing
➤ geen enkel rust moment
➤ armen en schouders moeten samen uit het water
➤ minder gebruikelijk voor lange afstanden
9. SPECIFIEKE KENMERKEN
➤ Ligging (horizontaal, op de buik, golvend)
➤ Beenbeweging (gestrekt op en neer - symmetrisch)
➤ Armbeweging (doorhaal: geplooid, contra: gestrekte overhaal boven water)
➤ Ademhaling
➤ inademen: einde uitduw - begin overhaal
➤ uitademen: onder water
➤ Coördinatie (beenslag bij inslaan en uithaal)
10. KENMERKEN
➤ natuurlijke beenbeweging
➤ lastige slag (gelijktijdige doorhaal vereist voldoende kracht)
➤ coördinatie (per armcyclus - 2 beenslagen)
➤ afwisseling van stuwing en remming (extra remming bij inademen)
➤ geen enkel rust moment
➤ been- en armbewegingen verlopen symmetrisch
➤ arm en beenbewegingen moeten gelijktijdig uitgevoerd
worden
➤ ademhaling verstoort gunstige ligging
11. TERMINOLOGIE
➤ Inslaan (de armen worden op schouderbreedte)
➤ Dolphin Kick (de benen worden symmetrisch op en neer bewogen)
➤ Golving (het lichaam maakt een golvende beweging)
➤ Doorhaal (de stuwende armbeweging onder water)
➤ Terugvoer (arm die uit het water terug wordt gebracht - contrafase)
12. AANLEREN VLINDERSLAG
➤ Vereisten voor de start
➤ goede watergewenning (basisvaardigheden en waterveiligheid)
➤ minimaal 10 seconden kunnen drijven op de rug en buik
➤ aquatisch kunnen ademen
➤ zelfstandig kunnen rechtstaan
➤ afstoten op de rug of op de buik in pijl
➤ dynamisch drijven met beenbeweging vlinderslag (buik en
rug)
➤ Voldoende lenigheid in de schoudergordel
13. AANLEREN VLINDERSLAG - TIPS
➤ Om de twee slagen volgt een ademmoment
➤ Het hoofd versterkt de golfbeweging (het inknikken start met het hoofd)
➤ Beperkt optillen van het hoofd bij het komen ademen
➤ Twee krachtige beenslagen per armcyclus
➤ Starten met korte afstanden (gecombineerd met bv. andere zwemstijlen)
➤ Stuwing gebeurd altijd op een gestroomlijnd lichaam
➤ Geef niet meer dan 2 concrete aandachtspunten mee
➤ Geef enkel een demo als je 100% zeker bent dat deze correct uitgevoerd kan worden
➤ Observeer continu de ligging en golving
➤ Zorg voor voldoende afstand tussen de zwemmers
➤ Pas je taalgebruik aan in functie van je groep
➤ Pas je eigen positie t.o.v. de groep aan (multidimensionaal beeld)
15. LIGGING
➤ zo horizontaal mogelijk
➤ dolfijnachtige golfbeweging (inzet door het hoofd - gevolgd door de rest
van het lichaam)
➤ hoofd in neutrale houden (beide oren in het water)
➤ tijdens inademen verlaat het lichaam de horizontale houding
➤ lichaam kantelt rond breedte-as (extra remming)
➤ benen volledig gesloten
➤ golven gebeurd aan het wateroppervlak (de middenlijn)
➤ butterfly body position - Tyler Clary
17. BENEN
➤ beenbeweging komt voornamelijk vanuit de heupen
➤ beweging is gelijktijdig in één geheel (heupen - knieën - enkels)
➤ voeten moeten aangesloten zijn (en blijven)
➤ soepele gestrekte voeten tijdens de volledige beweging
➤ voeten mogen nooit uit het water komen
➤ symmetrische beenstuwing (gelijktijdig op en neerwaarts bewegen met gestrekte voeten)
➤ benen zijn lichtjes open (maximaal op heupbreedte - voeten naar binnen draaien)
➤ beenslag speelt een belangrijke rol bij de coördinatie
➤ timing van de beenslag is niet willekeurig
➤ technisch correct uitgevoerde beenslag kan vaak het krachttekort in de armen compenseren
➤ butterfly kick - Tyler Clary - onderwater beenstuwing
18. BEENSTUWING VERGROTEN
➤ voeten naar binnen draaien (supineren van de voeten)
➤ trapbeweging vanuit de heupen
➤ losse voetjes (soepel), afrollen van de voet
➤ lange tenen maken
➤ benen niet spreiden (binnen heupbreedte)
19. VERHOGEN / BEHOUDEN VAN LENIGHEID IN DE ENKELS
➤ Voeten losdraaien in alle mogelijke richtingen
➤ Kniezit, voeten strekken en met zitvlak op je voeten zitten
➤ Zit op de grond, twee benen gestrekt. Proberen met tenen de grond te tikken
zonder hiel van de grond te liften en/of knieën te plooien
➤ Lang op de tippen van de tenen staan
➤ Dagelijks trainen is de boodschap
➤ Let op:
➤ Goede opwarming vereist!
➤ Nooit over de pijngrens gaan, zo ontspannen mogelijk
➤ Symmetrisch werken (linker en rechter zijde)
➤ Duur: afhankelijk (+- 15-20 seconden)
22. ARMEN - DOORHAAL
➤ armbeweging verloopt gelijktijdig met geplooide armen
➤ symmetrische armbeweging is verplicht
➤ armen komen op hetzelfde moment uit het water
➤ handen komen relatief dicht bij elkaar onder de borst
➤ ellebogen blijven steeds hoger dan de onderarm en de hand (hoge elleboog)
➤ stuwvlakken (hand en onderarm) zo lang mogelijk dwars op de bewegingsrichting
➤ bewegingsbaan onder water bij voorkeur zo lang mogelijk
➤ armen zijn op het einde van de doorhaal opnieuw volledig gestrekt
➤ armen moeten gestrekt voorbij de heup uitduwen (naast het lichaam)
➤ continue symmetrische armbeweging zonder rust
➤ hoofd blijft neutraal gedurende de volledige onder water beweging
➤ stuwen van de armen gebeurd altijd op een gestroomlijnd lichaam
23. ARMEN - TERUGVOER
➤ armen zijn op het einde van de doorhaal opnieuw volledig gestrekt
➤ zonder stop of aarzeling wordt de terugvoer beweging aangevat
➤ overhaal gebeurd gelijktijdig met linker en rechter arm
(symmetrisch)
➤ armen worden zo laag mogelijk boven water terug gebracht
➤ armen slaan in het water met de handpalmen naar de bodem
gericht
➤ het inslaan gebeurd op schouderbreedte met de armen zo gestrekt
mogelijk
➤ butterfly stroke - Tyler Clary
26. COÖRDINATIE
➤ timing van de beenslag is cruciaal voor een juiste coördinatie
➤ tijdens elke armcyclus (dubbelzijdige armbeweging) moet twee keer
met de benen geklopt worden (kick)
➤ kick op het moment van inslaan van de armen (kick in)
➤ kick op het einde van de doorhaal (kick uit)
➤ arm- en beenbeweging verlopen symmetrisch
➤ eerste beenslag zorgt voor een goede golving
➤ tweede beenslag ondersteunt het uithalen van de armen en het
inademen
28. ADEMHALING
➤ zo kort mogelijk inademen
➤ inademen zo laag mogelijk tegen het wateroppervlak (kin op het water)
➤ ademhaling naar voor - rotatie rond breedte-as (aquatische ademhaling)
➤ hoofd wordt geknikt of opgetild om voorwaarts te komen ademen (in
tegenstelling tot schoolslag)
➤ inademen vindt plaats tijdens de overgang van het uitduwen en de terugvoer
beweging (hoofd komt terug in het water als de armen voorbij de schouders komen)
➤ uitademen gebeurt door de neus en mond (onder water)
➤ het ademen gebeurd vanuit het golven
➤ het inademen kan om de 2 armslagen worden uitgevoerd
➤ butterfly breathing - Tyler Clary
30. FOUTENANALYSE
➤ handen worden niet samengebracht onder water
➤ handen duwen niet of onvoldoende uit (naar achter duwen)
➤ timing ademhaling is fout
➤ timing beenslag is fout
➤ te grote kniebuiging / te grote heupbuiging (knieën worden opgetrokken)
➤ geen of onvoldoende golfbeweging
➤ insteek ipv inslaan van de armen
➤ inslaan van armen niet op schouderbreedte
➤ armen niet gestrekt (crawl)
➤ armen duiken mee onder water met het hoofd
➤ ademhaling is te hoog boven water
➤ hoofd blijft te lang vooruit kijken (uitademen en inademen gebeuren op hetzelfde moment)