werkstuk Kelt

1. Syfilis

2. Syfilis

Syfilis wordt veroorzaakt door de bacterie
Treponema Pallidum.

Ziekte alleen bij mensen.

Jaarlijks 10 tot 12 miljoen mensen ziek.

Nederland 250 mensen ziek.

In onderontwikkelde landen syfilis belangrijke
doodsoorzaak.

Een konijn kan ook syfilis krijgen.

3. Besmetting Syfilis

Bacterie nestelt zich in vagina, penis, anus of mond.

Bacterie kan via het bloed verspreiden door hele lichaam.

Syfilis ontstaat 2 tot 12 weken na infectie.

Zweertje kan 1 cm worden, voelt hard aan en doet geen
pijn, zweertje lastig te zien.

Lymfeklieren kunnen opgezet zijn.

Zweertje verdwijnt na 2 tot 3 weken.

Ziekte is niet weg, enkele maanden later begint 2e
stadium.

Bacterie verspreid door hele lichaam.

4. Verschijnselen Syfilis 2e Stadium

Vlekjes op de huid

Grieperig gevoel: hoofdpijn, keelpijn, moeheid
en temperatuurverhoging.

Haaruitval, kale plekken kunnen ontstaan.

Oogklachten, oogbolontsteking en
gezichtsverlies.

Soort wratten in de buurt van geslachtsdelen of
anus.

5. Sluimerstadium

Tijdens eerste 2 stadia niet behandeld, dan kom je in het
sluimerstadium.

Je kan de ziekte wel doorgeven.

Ziekte kan alleen worden aangetoond door bloedonderzoek.

6. Beschadigde Organen

Hart en aorta (vaatverandering)

Hersenen (geestelijke acheruitgang)

Ruggenmerg (verlammingsverschijnselen)

Botten (ontsteking)

Dit kan jaren duren voordat je het ontdekt.

Risico kleiner door betere antibiotica.

Antibiotica niet voor syfilis, bacterie wel dood.

7. Aantonen Syfilis

Verpleegkundige neemt bloed af en een uitstrijkje van
vocht uit zweertje.

Arts in overleg bloedonderzoek aanvragen.

Na een week uitslag test.

1e bloedonderzoek geen afwijkingen, terugkomen voor 2e
bloedonderzoek.

Na 3 maanden weet je of je geïnfecteerd bent.

Bij syfilisinfectie kan via de placenta overgedragen worden
aan het ongeboren kind.

Infectie snel behandeld, niks aan de hand.

8. Behandeling Syfilis

Behandeling bestaat uit penicilline-injecties.

Na 1e injectie of injecties kan grieperige reactie
optreden.

Na laatste injectie moet je terugkomen voor klachten.

Nacontroles zeer belangrijk.

Alle injecties gehad, dan kun je niemand meer
besmetten.

Tijdens behandeling geen geslachtsgemeenschap
hebben.

Zo voorkom je blijvende besmetting.