SlideShare a Scribd company logo
  ¡ ¢ £ ¤ ¥ ¦ ¦ §
¨ © ¢ £    ©   ©  ¤
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 20081
INHOUDSTAFEL
1. OPDRACHT 1
2. METHODOLOGIE 2
3. RESPONS
3.1. Deelname aan de inwonersenquête 4
3.2. Deelname aan de inrichtersenquête 7
3.3. Deelname door de werkwinkels van de VDAB 8
3.4. Deelname door de bedrijven 9
4. VERWERKING VAN DE GEGEVENS
4.1. De wijze van verwerking 11
4.1.1. Inwonersenquêtes 11
4.1.1.1. verwerking door het WES 11
4.1.1.2. verwerking van cijfers 11
4.1.2. Enquête bij Inrichters van kinderopvang 12
4.1.3. Enquête bij niet-werkende werkzoekenden 12
4.1.4. Enquête bij Bedrijven 12
4.1.5. De Stuurgroep Kinderopvang 13
4.2. Resultaten van de verschillende enquêtes
4.2.1. Resultaten van de Inwonersenquête 14
4.2.1.1. Verwerking door het WES
4.2.1.2. Verwerking van cijfers uit de inwonersenquête 14
4.2.1.3. De Kuststrook 17
4.2.1.3.1. Niet-schoolgaande kinderen in Bredene en De Haan 18
4.2.1.3.2. Schoolgaande kinderen In Bredene en De Haan 19
4.2.1.3.3. Middelkerke en behoefte aan bijkomende opvang 21
4.2.1.3.3.1. Niet-schoolgaande kinderen in Middelkerke 22
4.2.1.3.3.2. Schoolgaande kinderen in Middelkerke 23
4.2.1.3.3.3. Samengevat voor Middelkerke 23
4.2.1.3.4. Oostende en haar noden aan kinderopvang 25
4.2.1.3.4.1. Niet-schoolgaande kinderen in Oostende 25
4.2.1.3.4.2. Schoolgaande kinderen in Oostende 26
4.2.1.4. Het Hinterland van de kust 29
4.2.1.4.1. Niet-schoolgaande kinderen in het Hinterland 29
4.2.1.4.2. Schoolgaande kinderen in het Hinterland 31
4.2.1.5. De Westhoek 33
4.2.1.5.1. Niet-schoolgaande kinderen in de Westhoek 33
4.2.1.5.2. Schoolgaande kinderen in de Westhoek 35
4.2.1.5.3. Vergelijking met Veurne 37
4.2.1.5.3.1. Flexibele opvang 37
4.2.1.5.3.2. Opvang zieke kinderen 37
4.2.1.5.3.3. Kostprijs 37
4.2.1.5.3.4. Opvang voor kinderen vanaf 9 Jaar 37
4.2.1.5.3.5. Schoolvakanties 38
4.2.1.5.3.6. Conclusies voor Veurne 38
4.2.1.5.4. Conclusies voor de Westhoek 38
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 20082
4.2.2. Resultaten uit de Enquête bij de Inrichters van kinderopvang
4.2.2.1. Resultaten en opmerkingen 39
4.2.2.2. Conclusies 42
4.2.3. Resultaten uit de Enquête bij niet-werkende werkzoekenden
4.2.3.1. Kustgemeenten 43
4.2.3.2. Het Hinterland 43
4.2.3.3. De Westhoek 44
4.2.3.4. Conclusies uit de bevraging van de NWWZ 44
4.2.4. Resultaten uit de Bedrijvenenquêtes
4.2.4.1. Bedrijvenenquêtes in Ieper 45
4.2.4.1.1. Niet-schoolgaande kinderen 45
4.2.4.1.2. Schoolgaande kinderen 45
4.2.4.2. Bedrijvenenquêtes in Oostende 47
4.2.4.2.1. Niet-schoolgaande kinderen 47
4.2.4.2.2. Schoolgaande kinderen 47
4.2.4.3. Bedrijvenenquêtes in Veurne 49
4.2.4.4. Conclusies uit de bedrijvenenquêtes 50
5. KNELPUNTEN CREATIEVE OPLOSSINGEN
5.1. Knelpunten
5.1.1. Knelpunten aan de kust 51
5.1.2. Knelpunten in het Hinterland en de plattelandsgemeenten
van de Westhoek 51
5.1.3. Knelpunt alom 52
5.2. Creatieve oplossingen 53
6. SAMENVATTING EN CONCLUSIES 54
BIJLAGEN
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 1
1. OPDRACHT
Kinderopvang en de nood aan een goede regeling ter zake is een thema waar de meesten onder ons
vroeg of laat mee in aanraking komen.
Zoveel betrokkenen, zoveel standpunten, zoveel gevoeligheden.
Het thema is van alle tijden, maar de invulling ervan is wel sterk geëvolueerd.
Waar het vroeger vanzelfsprekend was dat moeders, grootmoeders, tantes voor de kinderen zorgden,
is dit tegenwoordig geen evidentie meer. Waar men voorheen een oppas nodig had voor zijn kinderen,
en dan vooral voor de kleintjes, terwijl men aan het werk was, is dit niet meer de enige reden.
Sociale contexten wijzigen, levensstijl en behoeften veranderen. En eigenlijk zien we dat de nood aan
kinderopvang, die op een professionele manier wordt georganiseerd, steeds toeneemt.
Dit is ook wat de sociale partners en de lokale besturen vaststellen. Vandaar dat door de SERR
Oostende Westhoek de opdracht werd gegeven tot een onderzoek naar de mogelijkheden en de
noden betreffende Kinderopvang als randvoorwaarde voor tewerkstelling in de regio Oostende
Westhoek. RESOC Oostende en RESOC Westhoek sloten zich bij deze vraag aan.
De opdracht tot het voeren van de studie werd gegeven aan Projectontwikkelaar Evenredige
Arbeidsdeelname en Diversiteit Karine Van Daele. RESOC Oostende en RESOC Westhoek
financierden het inputwerk van de data. SERR Oostende Westhoek liet door het WES een studie naar
de verbanden maken op het grootste deel van de data.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 2
2. METHODOLOGIE
Er werd een bevraging georganiseerd via enquêteformulieren. Om zo ruim mogelijk af te toetsen,
werden vier invalshoeken genomen.
Eerste invalshoek: de inwoners van de regio met kinderen in de doelgroep van 0-3 jaar, de niet-
schoolgaande kinderen, en 25
-12 jaar, de schoolgaande kinderen. Dit zijn de (potentiële) gebruikers
van professionele Kinderopvang. Er werd heel bewust uitgesplitst tussen deze twee leeftijdsgroepen
omdat de opvangproblematiek grondig verschilt.
Voor de vragenlijsten werd geopteerd voor de standaardformulieren, ontwikkeld door Kind en Gezin en
wel in de korte versie. Deze formulieren zijn te consulteren op de website van Kind en Gezin,
www.kindengezin.be, Je vindt ze ook in de bijlagen achteraan de bundel.
Waarom we deze enquêteformulieren gebruikten en niet zelf iets ontwikkelden? We willen aantonen
wat de specifieke behoeften zijn in onze regio en waarin onze problematiek anders is. De resultaten
leggen we voor aan de Minister. We willen dus in herkenbare taal het grootste deel van onze resultaten
voorleggen. We wilden ook niet het risico lopen dat onze bevraging als niet wetenschappelijk zou
worden beoordeeld.
Bovendien weten we uit ervaring dat een enquêteformulier van meer dan vijf bladzijden lang niet meer
met de nodige precisie wordt ingevuld en dat je het risico loopt dat men zijn antwoorden niet meer
goed overweegt op de laatste vragen.
Voor de distributie en de inzameling van de enquêteformulieren werd een beroep gedaan op de 25
steden en gemeenten van de regio. Alle Colleges van Burgemeester en Schepenen werden begin mei
2007 aangeschreven met de vraag naar hun medewerking hierin. Niet alle gemeenten namen (op
dezelfde wijze) deel, maar daarover verder meer. De mate van respons is niet overal gekend.
Gemeenten werden immers vrij gelaten in de wijze waarop zij de verdeling en de inzameling deden en
niet overal werd bijgehouden hoeveel enquêteformulieren werden verdeeld. Wel werd overal de raad
opgevolgd om de enquêteformulieren voor de schoolgaanden kinderen te verdelen en in te zamelen
via de scholen en hier zien we dan ook de grootste respons. Wat de niet-schoolgaande kinderen
betreft, adviseerden we om deze met de post te versturen, maar hier werden verschillende werkwijzen
gehanteerd. De respons is hier verhoudingsgewijs kleiner.
In onze cijfers hebben we een graad van representativiteit weergegeven, die is berekend op het aantal
ontvangen ingevulde enquêteformulieren in verhouding tot het aantal gezinnen met kinderen in de
betrokken leeftijdscategorie.
Voor de verwerking van de data uit de teruggekeerde enquêtes werd door collega’s
Projectontwikkelaar Bram Bruggeman en Stafmedewerker Nick Vanwalleghem een invulformulier in
MS Access ontwikkeld. 3 Jobstudenten hebben gedurende een kleine drie weken alle antwoorden van
de 6.450 teruggekeerde en ingevulde formulieren ingebracht. Daar werden queries en rapporten van
getrokken en van hieruit is de effectieve verwerking van de inwonersenquêtes begonnen.
Aan het WES werd de opdracht gegeven om verbanden te onderzoeken tussen het gebruik van of de
wens naar (extra) Kinderopvang en een aantal gegevens als daar zijn de grootte en de samenstelling
van het gezin, de werksituatie en het werkregime, de woonplaats. Het resultaat hiervan is een aparte
bundel, die onderdeel uitmaakt van deze studie.
De resultaten werden vervolgens door ons naar Excel getrokken, waar we een en ander puur
cijfermatig voorstellen. We vonden het belangrijk van niet enkel verbanden, verhoudingen en
percentages weer te geven, maar ook absolute waarden, cijfers te laten zien. Uiteraard worden deze
met de nodige omzichtigheid gehanteerd, zoals verder zal blijken.
Een tweede invalshoek is die van de inrichters van Kinderopvang.
Zoals hoger gesteld, kozen we voor de korte versie van de enquêteformulieren die werden ontwikkeld
door Kind en Gezin. Hierin worden heel wat aspecten bevraagd, maar lang niet alle waarop we een
zicht wilden. De bevraging van de Inrichters van Kinderopvang bood ons de mogelijkheid om die
vragen dan toch te stellen.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 3
Via de LOK1
van alle gemeenten werden de Inrichters van Kinderopvang opgeroepen om input te
geven voor een enquêteformulier waarmee de sector zou worden bevraagd. Het formulier werd door
hen ontworpen en samengesteld vanuit het standpunt van Inrichter van Kinderopvang, of het nu gaat
om een Kinderdagverblijf of een onthaalouder, een school of een IBO2.
We vonden het belangrijk om
ook hen aan het woord te laten vermits een aantal van de bestaande noden (geheel of ten dele) hun
oorzaak kennen in de problematiek waarmee Inrichters van Kinderopvang te maken hebben.
De enquêteformulieren werden via mail of per post verstuurd naar alle LOK van het werkingsgebied.
De verwerking deden we in Excel.
De derde invalshoek, de NWWZ3,
wilden we voor de volledigheid ook meenemen in de studie. Als we
de noden aan Kinderopvang willen onderzoeken als randvoorwaarde voor tewerkstelling, is het evident
dat we ook inzoomen op zij die een nieuwe job mogelijks niet kunnen aannemen omdat ze geen
opvang hebben voor hun kinderen.
We vonden de Lokale Werkwinkels bereid om in oktober 2007 gedurende 14 dagen eenvoudige
turflijsten in te vullen wanneer werkzoekenden met kinderen in betrokken leeftijdscategorieën zich
kwamen aanbieden. Ook deze verwerking gebeurde via een Excel sheet.
De vierde invalshoek was die van de bedrijfswereld. We wilden nagaan in welke mate werknemers met
schoolgaande of jongere kinderen een probleem hebben mbt Kinderopvang. We hebben daarvoor
beroep gedaan op de POM4
, Afdeling Verduurzaming van Bedrijventerreinen . De POM heeft met deze
afdeling heel wat contacten met bedrijven en doet een aantal bevragingen. Hen werd gevraagd mbt
Kinderopvang een bevraging te organiseren van de werknemers binnen de bedrijven die daarvoor hun
toestemming gaven.
Zij organiseerden een ronde in Ieper, bedrijvenzone Ieperleekanaal, een tweede ronde vond plaats in
Oostende. Er werd telkens gestart met een infosessie waarop bedrijven schriftelijk werden uitgenodigd.
Ter zitting werd het opzet geschetst en een timing meegegeven. Vervolgens werden de bedrijven die
aanwezig waren op de infosessie, benaderd door de POM en werden enquêteformulieren overhandigd.
Deze werden door de POM weer opgehaald en verwerkt in Excel. In een feedbacksessie werden de
resultaten teruggekoppeld. In Ieper ontstonden spontaan contacten tussen bedrijven onderling en met
de stad en ondertussen zetten enkele bedrijven een proefproject op. In Oostende ging men niet
meteen zo ver, maar bedrijven onderling en de stad vonden ook toenadering tot elkaar.
Toetsing via de Stuurgroep Kinderopvang.
De resultaten die we via de verschillende invalshoeken bekomen hadden, bevestigden elkaar. Toch
wilden we via vertegenwoordigers van de lokale besturen een toetsing inbouwen. Anderzijds wilden we
hen ook absoluut betrekken. De uitwerking van de problematiek ligt tenslotte bij de steden en
gemeenten. Deze Stuurgroep heeft drie maal vergaderd en zeer belangrijke input geleverd.
Nalezen van de tekst gebeurde door Carla Leber, Roos Demolder en Ilse Baeten. Zij zijn alle drie al
jarenlang bezig met de organisatie en coördinatie van Kinderopvang.
1
Lokale Overleggen Kinderopvang
2
IBO= initiatief buitenschoolse opvang  opvang van schoolgaande kinderen buiten de schooluren.
3
NWWZ= niet-werkende werkzoekenden
4
POM= provinciale ontwikkelingsmaatschappij
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 4
3. RESPONS
We bespreken hier de deelname aan de enquêtes, zowel wat betreft de inwoners als de inrichters, als
de NWWZ, als de bedrijven.
Bij de inwonersenquêtes kunnen we ook nog gaan kijken naar het aantal teruggekeerde en ingevulde
enquêtes in verhouding tot het aantal verdeelde enquêtes. Dit geeft de indicatie van betrokkenheid
weer. Enkel voor die gemeenten die hebben bijgehouden hoeveel enquêteformulieren ze hebben
verdeeld, kunnen we die cijfers weergeven.
3.1. deelname aan de inwonersenquêtes
Het werkgebied van de SERR Oostende Westhoek omvat de werkgebieden van RESOC Oostende
met 7 gemeenten en RESOC Westhoek met 18 gemeenten. In totaliteit bereiken we 25
gemeenten.
In de Oostendse regio namen volgende gemeenten deel: Bredene, De Haan, Gistel, Ichtegem en
Oudenburg. In al deze gemeenten werden zowel de enquête voor niet-schoolgaande als deze voor
schoolgaande kinderen verdeeld en opgehaald.
Middelkerke en Oostende namen niet deel aan deze enquête maar stelden wel hun gegevens
volledig ter beschikking. Zij hadden kort voordien nog maar een bevraging georganiseerd. Op korte
termijn opnieuw enquêteren is inderdaad niet aangewezen.
In de Westhoek werden de Panne en Mesen niet bereid gevonden om deel te nemen aan de
enquête van de SERR.
In Veurne had men nog maar net bevraagd. Ook hier verleende de stad zijn volledige medewerking
bij het ter beschikking stellen van de gegevens.
In Nieuwpoort, Koksijde en Vleteren had men de intentie om deel te nemen, maar men heeft een
en ander logistiek niet voor elkaar gekregen, waardoor een deelname uiteindelijk niet is gelukt.
We hebben in de Westhoek dus effectieve deelname gekend bij 12 steden en gemeenten:
Alveringem, Diksmuide, Heuvelland, Houthulst, Ieper, Koekelare, Kortemark, Langemark-
Poelkapelle, Lo-Reninge, Poperinge, Wervik en Zonnebeke.
In de totale regio Oostende Westhoek hebben 17 van de 25 gemeenten effectief deelgenomen aan
de Inwonersenquête. We beschikken in onze regio over gegevens van 20/25 gemeenten, wat
neerkomt op 80% van de gemeenten.
De distributie en inzameling van de inwonersenquêtes lag bij de gemeenten. Sommige gemeenten
hebben nauwgezet bijgehouden hoeveel enquêtes werden verdeeld en konden zo ook meten wat
de graad van respons was. De tabel hieronder verduidelijkt dat.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 5
Tabel 1 respons Inwonersenquêtes SERR
Totaalverstuurd0-3
Totaalverstuurd3-12
Totaalverstuurd0-12
TOTAALTERUG0-3
TOTAALTERUG3-12
totaalTERUG0-12
%RESPONSTOTAAL
Alveringem 15 46 61
Bredene 200 1300 1500 36 388 424 28,27%
De Haan 1000 75 267 342 34,20%
De Panne 0 0 0
Diksmuide 80 159 239
Gistel 980 56 94 150 15,31%
Heuvelland 69 358 427
Houthulst 708 98 193 291 41,10%
Ichtegem 50 302 352
Ieper 146 1073 1219
Koekelare 900 70 135 205 22,78%
Koksijde 0 0 0
Kortemark 1320 0 234 234
Langemark-Poelkapelle 188 36 270 306
Lo-Reninge 29 82 111
Mesen 0 0 0
Middelkerke*
Nieuwpoort 0 0 0 0
Oostende*
Oudenburg 175 546 721 48 99 147 20,39%
Poperinge 630 2230 2860 205 837 1042 36,43%
Veurne*
Vleteren 0 0 0 0
Wervik 0 99 96 96
Zonnebeke 340 1387 1727 99 561 660 38,22%
TOTAAL 1533 6783 11456 1211 5194 6405
* De deelnamecijfers in deze gemeenten werden ons eveneens bezorgd. We geven ze hieronder
weer:
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 6
Middelkerke organiseerde twee enquêtes. De eerste uitsluitend naar handelaars die ofwel zelf
kinderen hebben in de doelgroep of personeel tewerkstellen met kinderen tussen 0 en 12.
Tabel 2 respons Handelaarenquête Middelkerke
aantal %
Verzonden enquêtes 775
Niet bezorgd door de post 5
Dubbel adres 13
Foutmelding door de handelaar of enquêteurs 45
Onduidelijk als de handelszaak (nog) bestaat 46
Fout of onduidelijk 109
Totaal aantal adressen (met zekerheid) 666 100 %
Ingevulde enquêtes 227 34 %
- Terug bezorgd per post 109 16 %
- Opgehaald door enquêteurs 118 18 %
Mondeling antwoord bij enquêteurs 322 48 %
- Geen eigen kinderen en geen personeel
met kinderen
263 39 %
- Wel eigen (grote) kinderen en geen
problemen met opvang
59 9 %
Wensten niet mee te werken 6 1 %
Niet bereikt 111 17 %
162 enquêtes van handelaars die ofwel eigen kinderen hebben, ofwel personeelsleden met kinderen werden grondig
geanalyseerd. De ingevulde enquêtes van 65 handelaars zonder kinderen en zonder personeel met kinderen werden
niet gedetailleerd verwerkt.
Een volgende enquête werd verstuurd naar alle inwoners van Middelkerke ( met uitsluiting van wie
een handelszaak heeft in Middelkerke) met kinderen in de doelgroep 0-12. Er gingen 1078
enquêteformulieren de deur uit.
Tabel 3 respons Inwonersenquêtes Gemeente Middelkerke
geboortejaar leeftijd aantal antwoorden
Aantal kinderen van dit
geboortejaar in de gemeente
% beantwoordde
vragenlijsten
2007 0 24
2006 1 63 126 50,00
2005 2 62 129 48,06
2004 3 58 131 44,27
2003 4 61 151 40,40
2002 5 60 134 44,78
2001 6 62 148 41,89
2000 7 56 148 37,84
1999 8 69 149 46,31
1998 9 57 136 41,91
1997 10 64 176 36,36
1996 11 66 187 35,29
1995 12 57 151 37,75
TOTAAL 474 1078 verstuurde enquêtes 44%
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 7
Oostende hield een bevraging onder de inwoners in 2003 én in 2006.
Iedere ouder van een zoon of dochter in de leeftijdscategorie 0-12 jaar in Oostende kreeg een
enquêteformulier toegestuurd of via school bezorgd. (mei-juni 2006).
Tabel 4 respons Inwonersenquête Stad Oostende
Inwonersenquêtes Oostende 2003 en 2006
Enquête
2003 2006
Aantal
verstuurd
Aantal
terug %
Aantal
verstuurd
Aantal
terug %
Via de post voor ouders met een kind tussen 0 en 3 jaar 1150 1728
Via alle basisscholen in Oostende voor de andere leeftijden 5450 6010
Totaal 6600 946 14,33 7738 1259 16,27
Veurne hield een enquête onder zijn inwoners in 2004
Een bevraging van de gebruikers van de kinderopvang in Veurne. Er is een mailing vertrokken
naar alle ouders van kinderen tussen de 0 en de 12 jaar. In totaal kwamen er 107 enquêtes terug.
Deze 107 enquêtes hebben betrekking op 224 kinderen. Met een respons van meer dan 20 %
mogen de resultaten als representatief beschouwd worden.
Tabel 5 respons Inwonersenquête Stad Veurne
gezinnen met enquêtes terug
aantal
kinderen
1 kind 40 40
2 kinderen 30 60
3 kinderen 29 87
4 kinderen 5 20
5 kinderen 1 5
6 kinderen 2 12
107 224
3.2. Deelname aan de Inrichtersenquête
In het kader van deze studie hebben we de LOK gecontacteerd met de vraag om de enquête te
verspreiden bij al hun inrichters van kinderopvang. Het gaat niet enkel om gesubsidieerde opvang,
maar ook om zelfstandige opvang, waar we niet in één oogopslag een aantal kunnen op plakken.
De respons die we weergeven is een exact cijfer per regio en geen verhouding tot het totale
aanbod.
We kregen in totaal 57 enquêtes terug, 26 uit de Westhoek, 31 uit de regio Oostende. De meeste
respons kwam van scholen (29,82%), onthaalouders aangesloten bij een dienst voor
opvanggezinnen en ook hun dienstverantwoordelijken (21,05%) en zelfstandige onthaalouders
(19,30%).
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 8
Tabel 6 respons Inrichtersenquête SERR
Respons Inrichtersenquêtes
2
12
6
11
1
4
2 2 2
6 6
3
0
2
4
6
8
10
12
14
Bredene
DeHaan
Ichtegem
Gistel
Middelkerke
Oostende
Oudenburg
Alveringem
DePanne
Diksmuide
Heuvelland
Houthulst
Ieper
Koekelare
Koksijde
Kortemark
Langemark-
Lo-Reninge
Mesen
Nieuwpoort
Poperinge
Veurne
Vleteren
Wervik
Zonnebeke
Overige
Oostende stuurde tgv zijn onderzoek in 2006 ook enquêteformulieren naar de verschillende
opvanginitiatieven zoals we zien in onderstaande tabel. Deze vragenlijst peilde in eerste instantie
naar de parameters, zoals aantal aanwezige kinderen, openingstijden, capaciteit en
ouderbijdragen.
In tweede instantie werd getoetst naar de knelpunten, verwachtingen en noden van de initiatieven
zelf.
Tabel 7 respons Inrichtersenquête Stad Oostende
Enquête Aantal verstuurd
Kleuter en basisscholen 27
Dienst voor opvanggezinnen 1
Kinderopvang initiatieven 28
Jeugdwerk 18
Totaal 74
3.3. Deelname door de Werkwinkels van de VDAB
De bevraging vond plaats in de 7 Werkwinkels van de VDAB van de regio gedurende de eerste 14
dagen van oktober 2007.
Tabel 8 respons Werkwinkels VDAB
KINDEROPVANG OBSTAKEL VOOR WERKAANVATTING- ENQUÊTE BIJ NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN
229 56 46 30 40 6 26 25
TOTAAL GISTEL OOSTENDE DIKSMUIDE IEPER KOKSIJDE POPERINGE VEURNE
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 9
3.4. Deelname door bedrijven
Voor deze studie naar Kinderopvang werd medewerking gevraagd aan de POM om enquêtes te
organiseren bij bedrijven. Er werd geopteerd voor 2 locaties.
In juni 2007 vond een bevraging plaats in Ieper op de bedrijvenzone Ieperleekanaal. Aan de
enquête namen 14 bedrijven deel.
Tabel 9 respons bedrijven Ieper
bruikbaar onbruikbaar
Autostar 2 7
Connectronics 10
DHL 13
Digimatic 1 1
Duran 2
Ieperband 11 2
IVVO 4
McBride 111 2
N-Allo 22 18
Picanol 84
Punch Graphix 9 2
Solae 19
S. Commercial 2
Westlandia 20 3
310 35
In december 2007 werd eenzelfde initiatief gelanceerd in Oostende. De opkomst bedroeg hier 8
bedrijven.
Tabel 10 respons bedrijven Oostende
bruikbaar onbruikbaar
O. De Bruycker 9
Europal 1
IVOO 2
Jet Air 55
De Oesterbank 27
Pharma Belgium 4
Proviron/Huber 36 1
VMM 16
150 1
Ook in Veurne werd in 2004 een enquête gehouden bij bedrijven. Toen werd op vraag van het ACV
Veurne door het lokaal overleg kinderopvang Veurne en in samenwerking met Stad Veurne, het
toenmalig STC (Subregionaal Tewerkstellingscomité Oostende – Ieper5
) en het ACV, de noodzaak
van flexibele kinderopvang in Veurne onderzocht.
Een aantal bedrijven uit de industriezone in Veurne werden bevraagd. De bedrijven werden
geselecteerd door de werkgroep om een degelijke spreiding te krijgen tussen grote en kleine
5
Het STC Oostende-Ieper werd de SERR Oostende Westhoek
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 10
bedrijven, tussen bedrijven met ploegendienst en bedrijven zonder ploegendienst, enz. Uiteindelijk
zijn er 18 bedrijven geselecteerd die bevraagd werden door de projectontwikkelaar van het STC.
Tabel 11 respons bedrijven Veurne
respons bedrijven Veurne
verzocht om deelname deelname
geen
deelname
persoonlijke bevraging telefonisch bevraagd
18 8 7 3
44,44% 38,89% 16,67%
55,55%
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 11
4. VERWERKING VAN DE GEGEVENS
4.1. . De wijze van verwerking
4.1.1. Inwonersenquêtes
We kozen voor de enquête die werd ontwikkeld door Kind en Gezin en hadden oorspronkelijk
de bedoeling om ook gebruik te maken van de verwerkingstool die daarvoor zou worden
ontwikkeld. Toen bleek dat die niet tijdig zou opgeleverd worden, hebben collega’s Bram
Bruggeman en Nick Vanwalleghem een invulformulier in MS Access ontwikkeld. Er werd heel
bewust gekozen voor een databestand in een relationele database. We wilden namelijk geen
verbanden verliezen tussen de verschillende componenten, die we hadden bevraagd.
De inwonersenquête is trouwens de enige enquête waarvoor we in een relationele database
hebben geregistreerd. Zij leverde de meeste respons op, niet alleen verhoudingsgewijs, maar
zeker ook in absolute cijfers.
Voor bevragingen, waarvan je een veel kleiner aantal formulieren terugkrijgt, is de inspanning
veel te groot om te verwerken in een relationele database. Bovendien is de massa aan
gegevens waarover je beschikt, te klein om op die manier conclusies te kunnen trekken.
6405 van de teruggekeerde enquêtes waren bruikbaar en moesten worden ingeput. 3
jobstudenten hebben dat gedurende 3 weken met de nodige precisie gedaan.
Eens dat rond was, beschikten we over een groot databestand om verder te analyseren. We
wilden daar op twee manieren naar kijken: verbanden leggen en cijfers berekenen.
4.1.1.1. Verwerking door het WES
In oktober 2007 werden de gegevens overgemaakt aan het WES. Tanja Termote
ontfermde zich over onze data en leverde in november 2007 een 93 blz. tellende studie af.
4.1.1.2. Verwerking van cijfers
Vanuit de database in Access werden de gegevens geëxporteerd naar Excel. De verdere
verwerking van deze gegevens gebeurde in Excel.
Er werden totalen gemaakt van de vragen waar cijfers werden ingevuld.
Waar mensen konden kiezen tussen een antwoord “Ja”, “Nee” of “Nee, maar dat is wel
onze wens”, werden de verschillende antwoorden samengeteld. Zo kwamen we tot cijfers
mbt het effectieve gebruik van kinderopvang en de wens naar extra kinderopvang.
We telden het aantal teruggekeerde enquêtes. Zo kwamen we tot het aantal gezinnen dat
had gereageerd. We wilden uiteraard weten of onze groep respondenten representatief
was. Dus berekenden we die representativiteit door het aantal antwoordende gezinnen te
delen door het totale6
aantal gezinnen met kinderen in die leeftijdsgroep. We deden dat
voor de totaliteit van de studie, maar ook voor delen van de regio, die logisch
samenhangen.
6
Deze cijfers werden opgevraagd bij de Provincie West-Vlaanderen, Dienst Economie
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 12
De bekomen cijfers obv de gezinnen-respondenten van de enquête werden geëxtrapoleerd
naar het totale aantal gezinnen met kinderen in betrokken leeftijdscategorie en per regio.
We deden dit obv de cijfers die de Dienst Economie van de Provincie West-Vlaanderen ons
ter beschikking stelde. Die cijfers geven de situatie weer per 1 januari 2007.
Zo komen we tot een beeld van het gebruik dat men maakt van kinderopvang 7
en de
gewenste8
extra opvang voor alle gezinnen.
Op basis van het aantal kinderen9
per gezin in de betrokken leeftijdscategorie, berekenden
we voor hoeveel kinderen er nood is aan extra opvang. We splitsten dat uit per
opvangmoment én per opvanginitiatief waarvoor de ouders hadden gekozen.
Voor de vraag naar extra professionele opvang berekenden we het aantal kinderen
waarvoor men die opvang wenst en we berekenden het aandeel van elke vraag in
verhouding tot de totale extra vraag. We drukten dit uit in percenten.
Onder professionele opvang verstaan we de opvang die wordt geregeld door een inrichter
van kinderopvang, die dit niet doet vanuit zijn hoedanigheid van familie, buur, kennis,
grootouder. De thuisoppas rekenen we evenmin tot de professionele opvang. In praktijk
gaat het hier om studenten.
4.1.2. Enquête bij Inrichters van kinderopvang
Het aantal teruggekeerde enquêtes liet perfect toe om deze in Excel te verwerken.
Vanuit de regio Oostende keerden 31 formulieren terug. Uit de Westhoek ontvingen we er 26.
De aard van de vragen vereiste een verschillende notatie. Daar waar naar openingsuren werd
gevraagd of naar andere aspecten waar we veel verschillende situaties noteren, werden deze
alle weergegeven. Voor vragen van het type waar men polst naar openstaande saldi of het
aantal uren die een leidinggevende besteedt aan administratie etc., werden maxima genoteerd.
We plaatsten de resultaten uit de Westhoek naast die van Oostende.
Er werden ook opmerkingen genoteerd.
4.1.3. Enquête bij niet-werkende werkzoekenden
De antwoorden die door de medewerkers van de Werkwinkels werden genoteerd in de
turflijsten, werden ingevoerd in een Excel bestand. Het betrof zeer eenvoudige vragen waarop
een bevestigend/ontkennend antwoord kon worden gegeven. We berekenden eenvoudig
totalen en percentages op het geheel; opmerkingen werden niet gegeven.
4.1.4. Enquête bij Bedrijven
De antwoorden op de vragenlijsten werden door medewerkers van de POM ingevoerd in een
Excelbestand. Zij telden waarden op en berekenden percentages. Daarnaast werden ook nog
opmerkingen geregistreerd.
7
Zie onder “EXTRAPOLLATIE naar x gezinnen voor EFFECTIEF GEBRUIK” in de spreadsheets in de bijlagen
8
Zie onder “EXTRAPOLLATIE naar x gezinnen voor bijkomende vraag/ WENSEN ofte plaatsen TEKORT” in de
spreadsheets in de bijlagen
9
Zie onder “gemiddeld x kinderen/gezin - # plaatsen TEKORT” in de spreadsheets in de bijlagen
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 13
4.1.5. De Stuurgroep Kinderopvang
De Stuurgroep Kinderopvang fungeerde als een klankbord op de bevindingen uit de enquêtes.
Van de verschillende vergaderingen werden verslagen opgemaakt. De besprekingen,
opmerkingen en suggesties werden mee opgenomen in deze studie.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 14
4.2. Resultaten van de verschillende enquêtes
4.2.1. Resultaten uit Inwonersenquêtes
In totaal kregen we 6405 ingevulde enquêtes terug vanuit 17 steden en gemeenten.
Middelkerke, Oostende en Veurne stelden de resultaten van hun bevraging ter beschikking,
maar hun antwoorden werden niet geïntegreerd in de resultaten uit de SERR enquête. We
onderzochten grondig de mogelijkheid om die resultaten te incorporeren in de cijfers van de
SERR enquête. De aanpak alsook de aard van de vragen verschilden echter te zeer van elkaar
om dat effectief te kunnen doen en daarom zullen we de resultaten niet volledig geïntegreerd,
maar in combinatie bespreken. Zo werd in de SERR enquête een onderscheid gemaakt tussen
de leeftijdsgroepen 0-3 en 25
-12. Gezinnen met kinderen in die leeftijdscategorieën kregen
aparte enquêteformulieren. In Middelkerke, Oostende en Veurne werden gezinnen bevraagd
via éénzelfde enquêteformulier voor de leeftijdscategorie 0-12. In de SERR enquête peilden we
per opvangmoment naar hoe ouders momenteel de opvang van hun kinderen regelen én welke
oplossing zij voor welk opvangmoment wensen. We stelden geen vragen over vakantie
opvang, ook niet over korte vakanties, maar maakten wel een onderscheid tussen opvang op
zaterdag en op zondag. Andere bevragingen nemen de behoeften aan weekend opvang
samen. Opvang op woensdagnamiddag en op schoolvrije dagen namen we wel mee op in de
enquête voor schoolgaande kinderen. We peilden naar gebruik en nood aan opvang en
vroegen ook concreet hoe ouders die (wilden) invullen. Verkiezen ze om dat zelf te doen of via
grootouders, familie, buren of kennissen, eventueel bij wijze van een oppas thuis? Of gaat hun
voorkeur uit naar professionele opvang bij een zelfstandige onthaalouder, een onthaalouder
aangesloten bij een dienst voor opvanggezinnen, een kinderdagverblijf of mini-crèche? Voor de
schoolgaande kinderen kon een keuze worden gemaakt tussen de opvang door de ouders zelf,
grootouders, familie, buren of de professionele opvang via school, BKO, onthaalouders.
4.2.1.1. Verwerking door het WES
Aan het WES werd de opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de verbanden
tussen de gezinssituatie, de woon- en werksituatie en het gebruik alsook de bijkomende
nood aan kinderopvang.
Dit betreft een aparte deelstudie, die weliswaar integraal onderdeel uitmaakt van onze
studie naar kinderopvang, maar die vervat is in een aparte bundel. Consulteer daarvoor de
bijlagen achteraan.
4.2.1.2. Verwerking van cijfers uit de inwonersenquête
Naast het leggen van verbanden, wilden we ook graag tot concrete cijfers komen en dan
vooral cijfers mbt de nood aan extra plaatsen voor kinderopvang.
Zoals eerder al gesteld, is de problematiek mbt baby’s en peuters grondig verschillend van
deze mbt schoolgaande kinderen. We splitsen dus weer op in deze twee leeftijdsgroepen.
We geven louter ter informatie globale cijfers voor de hele regio Oostende Westhoek om de
impact van het probleem te duiden. Verder splitsen we de regio op omdat de problematiek
niet over heel de regio gelijk loopt.
Voor de totaliteit van de regio komen we tot volgende noden obv de inwonersenquête,
georganiseerd door de SERR.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 15
Voor de niet-schoolgaande kinderen:
tov totale vraag # gezinnen # kinderen
voor 7u 's morgens 14,43% 287 318
overdag 36,32% 722 801
avond/nacht 16,42% 326 362
zaterdag 21,39% 425 472
zondag 11,44% 227 252
vraag naar extra opvang voor niet-schoolgaande kinderen in de
regio Oostende Westhoek aantal niet-schoolgaande kinderen, waarvoor in
Westhoek extra opvang wordt gevraagd - per
14,43%
36,32%
16,42%
21,39%
11,44%
aantal niet-schoolgaande kinderen, waarvoor in de regio Oostende
Westhoek extra opvang wordt gevraagd - per opvangmoment
318
801
362
472
252
voor 7u 's morgens
overdag
avond/nacht
zaterdag
zondag
Voor de schoolgaande kinderen:
# gezinnen #kinderen
voor schoolbegin 14,97% 679 1127
na schooleinde 21,89% 993 1648
avond/nacht 4,30% 195 324
woensdagnamiddag 19,36% 878 1458
zaterdag 7,30% 331 549
zondag 3,18% 144 240
schoolvrije dagen 29,00% 1316 2184
vraag naar extra opvang voor schoolgaande kinderen in de
regio Oostende Westhoek
aantal schoolgaande kinderen, waarvoor in de regio Oostende
Westhoek extra opvang wordt gevraagd - per opvangmoment
1127
1648
324
1458
549
240
2184
voor schoolbegin
na schooleinde
avond/nacht
woensdagnamiddag
zaterdag
zondag
schoolvrije dagen
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 16
Als we de regio Oostende Westhoek bekijken, dan spreken we over een uitgestrekt gebied,
dat de helft van de provincie West-Vlaanderen beslaat. Het omvat 25 gemeenten.
Als we echter naar het karakter en de eigenheden kijken, dan kunnen we die grote regio
onmogelijk als één geheel beschouwen en behandelen.
Rekening houdend met de karakteristieken, splitsen we de regio Oostende Westhoek op in
3 subregio’s: de Kuststrook, het Hinterland van Oostende en de Plattelandsgemeenten van
de Westhoek.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 17
4.2.1.3. De Kuststrook
Als we spreken over de Kuststrook, bedoelen we de gemeenten die langs de Kust liggen
vanaf De Haan tot aan de Franse grens in De Panne. Weliswaar is de problematiek voor
deze kustgemeenten in globo genomen dezelfde of op zijn minst sterk vergelijkbaar, maar
de kuststrook van Blankenberge tot aan de Nederlandse grens in Knokke-Het Zoute,
behoort tot een ander SERR gebied en maakt dientengevolge geen onderwerp uit van
deze studie.
Waarin verschilt nu die Kuststrook van de rest van de regio Oostende Westhoek?
Laten we beginnen met in die kuststrook al een onderscheid te maken tussen de stad
Oostende en de andere gemeenten.
Oostende heeft het typische karakter van een stad. De stad heeft bovendien een speciale
aantrekkingskracht als terminus en mensen stranden er om uiteenlopende redenen. Vaker
dan in andere regio’s kunnen ze geen beroep doen op familie of een uitgebreide
kennissenkring. Dit geldt uiteraard ook betreffende kinderopvang. Heel concreet zien we
dat in de bevraging via de Werkwinkels van de VDAB. In Oostende krijgt men
kinderopvang niet geregeld om op korte termijn aan de slag te kunnen.
Wat betreft de andere kustgemeenten tussen De Haan en De Panne, zien we in de
meesten, met uitzondering van Bredene, een sterke focus op de horeca met de typische
accenten op weekendwerk en de pieken in de zomermaanden en de sterk dalende activiteit
in de winter. In de studie die werd gevoerd in Middelkerke komt dit heel sterk naar voor.
Voor de kuststrook tussen Middelkerke en de Franse grens beschikken we jammer genoeg
niet over gegevens uit een recente bevraging. We trekken onze vaststellingen over de
Kuststrook dus door naar Nieuwpoort, Koksijde en De Panne zonder dat we ze concreet
hebben kunnen checken via enquêtes, maar de bevragingen via de Stuurgroep
Kinderopvang en de contacten met de gemeenten in voorbereiding van de enquêtering,
geven ons aan dat zij de situatie als gelijklopend ervaren in deze gemeenten.
Langsheen de Kuststrook hebben we een effectieve deelname aan de
Inwonersenquête van de gemeenten Bredene en De Haan.
Oostende en Middelkerke hebben eerder hun eigen enquête georganiseerd.
Nieuwpoort, Koksijde en De Panne hebben niet deelgenomen noch gegevens ter
beschikking gesteld.
We moeten het dus stellen met de gegevens van vier op de zeven kustgemeenten.
Oostende bespreken we verder.
Bredene, De Haan en Middelkerke worden hier samen besproken. Als we de drie
gemeenten in detail bekijken, stellen we vast dat deze drie kustgemeenten een
gelijkaardige economie hebben en ook een gelijkaardige problematiek wat betreft
Kinderopvang. In geen enkele van deze kustgemeenten treffen we een
kinderdagverblijf aan; er zijn enkel onthaalouders. Hierdoor is veel minder sturing
mogelijk in openingstijden en in prioriteiten in het opnamebeleid.
De grootste nood aan Kinderopvang heerst in De Haan. Bredene heeft een veel groter
aanbod. Maar daar leert men ons dat een groot aanbod ook een grotere behoefte
creëert. En ook daaraan wil men zoveel mogelijk blijven voldoen. Middelkerke is
vergelijkbaar met Bredene.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 18
4.2.1.3.1. Niet-schoolgaande kinderen in Bredene en De Haan
In Bredene en de Haan stellen we een groot gebruik vast aan kinderopvang
overdag via onthaalouders. 396 gezinnen doen op hen beroep. Er is gewoon geen
alternatief. Een kinderdagverblijf is daar niet voorhanden. In Middelkerke evenmin
trouwens.
Ook de grootouders nemen heel wat voor hun rekening, vooral overdag (in 231
gezinnen) en op zaterdag (149 gezinnen) en zondag (97 gezinnen), maar ook ’s
morgens vóór 7u (22 gezinnen), ’s avonds en ’s nachts (90 gezinnen).
7 gezinnen willen extra opvangplaatsen bij onthaalouders vóór 7u. 37 gezinnen
wensen via die weg extra opvang overdag. Ook op zaterdag (15 gezinnen vragen
extra plaatsen) en op zondag (15 gezinnen) wenst men nog meer beroep te doen
op onthaalouders.
Er is tevens vraag naar extra opvangplaatsen via een kinderdagverblijf of mini-
crèche. Vóór 7 u vragen 7 gezinnen extra plaats. Overdag zijn 60 gezinnen op zoek
naar extra opvang, ‘s avonds en ’s nachts 30. Op zaterdag vragen 52 gezinnen
extra opvang via een kinderdagverblijf of mini-crèche, op zondag zijn dat er 22.
Globaal gesproken is de vraag naar extra opvangplaatsen het grootst overdag: 97
gezinnen vragen extra opvang voor in totaal 102 kinderen. Dit vertegenwoordigt
38,42% op de totaliteit van de vraag naar extra opvang. 62% wenst dat ingevuld
te zien via een kinderdagverblijf of mini-crèche
Merken we echter op dat ook de vraag naar extra opvangplaatsen in het weekend
een belangrijke plaats inneemt: 25 à 30% van de vraag naar extra opvang voor
niet-schoolgaande kinderen is bedoeld voor het weekend, 26,47% voor
zaterdagopvang en 14,71% voor zondagopvang. De verhouding tussen winter- en
zomerseizoen maakte niet het voorwerp uit van deze enquête, maar bij mondelinge
navraag werd ons bevestigd dat ook in dit gedeelte van de Kuststrook er wel
degelijk een verschil is in vraag naargelang het seizoen.
Kinderopvang in de Kuststreek - Bredene en De Haan
0
200
400
600
800
1000
1200
voor7u
onthaalouder
voor7u
KD
V/M
C
voor7u
O
ppas
thuis
voor7u
G
rootouders
overdag
onthaalouder
overdag
KD
V/M
C
overdag
-O
ppas
thuis
overdag
G
rootouders
avond/nachtonthaalouder
avond/nachtKD
V
/M
C
avond/nachtO
ppas
thuis
avond/nachtG
rootouders
zaterdag
onthaalouder
zaterdag
KD
V
/M
C
zaterdag
O
ppas
thuis
zaterdag
G
rootouders
zondag
onthaalouder
zondag
K
DV
/M
C
zondag
O
ppas
thuis
zondag
G
rootouders
opvangmoment
aantalgezinnen
gew enste opvang
gebruikte opvang
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 19
Concreet vraagt men
tov totale vraag # gezinnen # kinderen
voor 7u 's morgens 5,88% 15 16
overdag 38,24% 97 102
avond/nacht 14,71% 37 39
zaterdag 26,47% 67 71
zondag 14,71% 37 39
vraag naar extra opvang voor niet-schoolgaande kinderen in
Bredene en De Haan aantal niet-schoolgaande kinderen waarvoor extra
Brdene en De Haan - per opvangm
aantal niet-schoolgaande kinderen waarvoor extra opvang wordt
gevraagd in Brdene en De Haan - per opvangmoment
16
102
39
71
39
voor 7u 's morgens
overdag
avond/nacht
zaterdag
zondag
4.2.1.3.2. Schoolgaande kinderen in Bredene en De Haan
Al vóór de schoolaanvang brengen heel wat gezinnen (262) de kinderen naar de
grootouders indien zij vroeg de deur uit moeten.
Ook op de school/BKO wordt beroep gedaan door 270 gezinnen. We registreren
nog een vraag van 27% extra opvang via de school/BKO vóór schoolbegin; het
gaat om 74 gezinnen. Als we zien dat onze respondenten gemiddeld
Gezinnen met schoolgaande kinderen maken vooral gebruik van opvang voor hun
kinderen nà de schooluren. 508 gezinnen doen daarvoor beroep op grootouders,
familie, buren of kennissen. 442 gezinnen regelen de opvang via school of via de
BKO. Er is echter nog vraag van 119 gezinnen voor extra plaatsen via school of
BKO na de schooluren. Dit betekent een extra vraag van 27% bovenop het gebruik
dat men hier al maakt van school/BKO. Men wil hier na schooltijd 244 kinderen
extra opgevangen zien via een professionele voorziening.
Een ander piekmoment is de woensdagnamiddag. Ook hier worden nog vaak de
grootouders ingeschakeld. 341 gezinnen trekken zich zo uit de slag; 167 gezinnen
doen beroep op school/BKO. Maar er is nog 57% extra vraag: 95 gezinnen met 163
schoolgaande kinderen wensen op woensdagnamiddag extra opvang via
school/BKO.
Ook de schoolvrije dagen (pedagogische studiedagen en facultatieve vrije dagen)
stellen heel wat gezinnen voor problemen. In praktijk blijken de grootouders de
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 20
grootste redders in nood; 418 gezinnen doen beroep op hen. Nog eens 204
gezinnen vinden een oplossing via de school/BKO, maar der is daar 52% extra
vraag. Dat betekent dat 106 gezinnen, voor 181 schoolgaande kinderen extra
opvang wensen specifiek via school/BKO op die schoolvrije dagen. In totaliteit
vraagt men voor die dagen extra opvang voor 24 kinderen.
Als we dan naar de weekendopvang kijken, stellen we vast dat ook schoolgaande
kinderen vaak worden opgevangen in het weekend.
Op zaterdag zien we 198 gezinnen de kinderen naar de grootouders brengen.
48 gezinnen schakelen een BKO in. Nog eens 71 gezinnen hebben voor hun
schoolgaande kinderen een wens naar extra opvang specifiek via BKO op
zaterdag. De totale extra opvangvraag voor de zaterdag heeft betrekking op 172
kinderen.
Ook op zondag brengen 124 gezinnen de kinderen naar oma en opa. In een BKO
kunnen ze dan niet terecht, maar 32 gezinnen met 54 schoolgaande kinderen zijn
daarvoor wel vragende partij.
Als we de wensen naar extra opvang tegenover elkaar plaatsen, noteren we de
grootste nood na het einde van de schooldag: 20,93% van alle extra behoefte aan
opvang voor schoolgaande kinderen. De voorkeur van de ouders gaat overduidelijk
naar school/BKO.
De woensdagnamiddag volgt met 18,99% van de extra opvangbehoefte. Weerom
met een overduidelijke voorkeur voor school/BKO.
De behoefte aan extra plaatsen in de professionele opvang op schoolvrije dagen is
in verhouding groter dan die op woensdagnamiddag – het gaat om 20,54% - maar
die momenten zijn uiteraard minder frequent. Toch gaat het om extra opvang voor
240 kinderen.
De extra vraag naar zaterdagopvang (14,73%) is zelfs groter dan die vóór
schoolaanvang (14,34%). Op zondag vraagt men toch nog voor 77 kinderen
professionele opvang (6,59%)
Ook bij de schoolgaande kinderen is er duidelijk de nood aan weekendopvang die
professioneel is geregeld. 10 à 12% van de vraag naar extra opvang voor
schoolgaande kinderen is bedoeld voor het weekend.
Kinderopvang in de Kuststreek - Bredene en De Haan
0
100
200
300
400
500
600
voorschoolbegin
G
rootouders
voorschoolbegin
School/BKO
voorschoolbegin
onthaalouder
voorschoolbegin
KDV/M
C
voorschoolbegin
O
ppas
thuis
na
schooleinde
G
rootouders
na
schooleinde
School/BKO
na
schooleinde
onthaalouder
na
schooleinde
KDV/M
C
na
schooleinde
O
ppas
thuis
avond/nachtG
rootouders
avond/nachtSchool/BKO
avond/nachtonthaalouder
avond/nachtKDV/M
C
avond/nachtO
ppas
thuis
w
oensdagnam
iddag
G
rootouders
w
oensdagnam
iddag
School/BKO
w
oensdagnam
iddag
onthaalouder
w
oensdagnam
iddag
KDV/M
C
w
oensdagnam
iddag
O
ppas
thuis
zaterdag
G
rootouders
zaterdag
School/BKO
zaterdag
onthaalouder
zaterdag
KDV/M
C
zaterdag
O
ppas
thuis
zondag
G
rootouders
zondag
School/BKO
zondag
onthaalouder
zondag
KDV/M
C
zondag
O
ppas
thuis
vrije
dagen
G
rootouders
vrije
dagen
School/BKO
vrije
dagen
onthaalouder
vrije
dagen
KDV/M
C
vrije
dagen
O
ppas
thuis
opvangmoment
aantalgezinnen
gewenste opvang
gebruikte opvang
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 21
Concreet vraagt men
# gezinnen #kinderen
voor schoolbegin 14,34% 98 167
na schooleinde 20,93% 143 244
avond/nacht 3,88% 26 45
woensdagnamiddag 18,99% 130 222
zaterdag 14,73% 100 172
zondag 6,59% 45 77
schoolvrije dagen 20,54% 140 240
vraag naar extra opvang voor schoolgaande kinderen in
Bredene en De Haan
aantal schoolgaande kinderen waarvoor men extra opvang vraagt in
Bredene en de Haan - per opvangmoment
167
244
45
222
172
77
240 voor schoolbegin
na schooleinde
avond/nacht
w oensdagnamiddag
zaterdag
zondag
schoolvrije dagen
4.2.1.3.3. Middelkerke en behoefte aan bijkomende opvang
In Middelkerke werden 2 bevragingen gehouden. Bij de handelaars, in 2006, keerden
227 ingevulde enquêtes (34%) terug; Bij de enquête van alle ouders in 2004 keerden er
474 ingevuld tijdig terug (44%). Een grote respons.
Bij de handelaren werden gegevens van 162 gezinnen verwerkt. Eenenvijftig gezinnen
gaven aan dat ze problemen hebben met kinderopvang. In Westende, Lombardsijde en
Westende-bad hebben ongeveer 54 % van de gezinnen opvangproblemen.
In Westende alleen is dit cijfer 57 %. Het opvangprobleem is groter in de
deelgemeenten langs de kustlijn dan in het Middelkerkse Hinterland.
17 gezinnen in Middelkerke hebben problemen om de opvang te organiseren. Dit is 30
% van de gezinnen met kinderen in de leeftijdsgroep van 0 tot 12 jaar.
Van alle bevraagde handelaars met kinderen verklaart ongeveer 1 op 3 problemen te
hebben met kinderopvang. Bij de groep met de jongste kinderen heeft 2 op de 3
handelaars problemen, naarmate de kinderen ouder worden nemen de problemen rond
de kinderopvang af.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 22
4.2.1.3.3.1. Niet-schoolgaande kinderen in Middelkerke
18 van de 27 handelaren met kinderen van 0-3 jaar meldt problemen met
kinderopvang te ondervinden. Deze problemen situeren zich op volgende
momenten:
Tijdens het schooljaar Tijdens de vakanties
Op weekdagen voor 7.30 u 2 2
Op weekdagen tussen 7.30 u en 18.00 u 1 5
Op weekdagen na 18.00 u 6 6
Nachtopvang tijdens de week 0 1
In het weekend voor 7.30 u 1 1
In het weekend tussen 7.30 u en 18.00 u 11 11
In het weekend na 18.00 u 5 5
Nachtopvang tijdens het weekend 4 3
Bij ziekte kind 8 8
Opmerkelijk is dat een aantal ouders opvangproblemen signaleren op weekdagen
na 18.00 u, terwijl ze tijdens de dag (van 7.30 u tot 18.00 u) geen probleem hebben.
Deze ouders doen beroep op opvanggezinnen (via de gemeentelijke dienst of
zelfstandige opvanggezinnen) die ten laatste om 18.00 u hun opvang wensen stop
te zetten, maar dit einduur is voor de ouders-handeleran te vroeg.
Van 27 gezinnen zijn er 11 op zoek naar opvang in het weekend. Iets meer dan 40
% van de handelaars met jonge kinderen heeft problemen om de opvang in het
weekend vlot te organiseren. Ook indien een kind ziek is, blijken er problemen voor
één derde van de ouders.
Uit de bevraging van de ouders noteren we volgende opvangproblemen voor 0-3
jarigen:
Opvang op weekdagen tussen 7.30 u en 18.00 u is voor een beperkte groep ouders
een probleem, net als opvang ’s nachts (telkens 5 kinderen). Sommige ouders
hebben opvang maar vinden het aanbod van de onthaalouders of de
keuzemogelijkheden te beperkt.
Vroege en late opvang (voor 7.30 u of na 18.00u) zijn voor een grotere groep ouders
moeilijk. De vraag naar vroege opvang voor baby’s is in verhouding tot de groep
aanzienlijk. Een 7-tal ouders signaleert problemen om opvang te organiseren voor 7
u. Zo’n 7 % van de ouders met niet schoolgaande kinderen zoekt opvang voor 7.30
u en vindt deze opvang niet, 15 % van de ouders vindt geen opvang na 18.00 u.
Opvang tijdens het weekend wordt door 17 % van de ouders aangehaald als
problematisch. De opvangvraag blijft hoog, ook na 18.00 u.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 23
4.2.1.3.3.2. Schoolgaande kinderen in Middelkerke
32 van de 49 gezinnen met kinderen van 3-12 jaar melden problemen met opvang.
Deze problemen situeren zich op de volgende momenten:
Tijdens het schooljaar Tijdens de vakanties
Op weekdagen voor 7.30 u 1 1
Op weekdagen tussen 7.30 u en 18.00 u 4 11
Op weekdagen na 18.00 u 11 12
Nachtopvang tijdens de week 2 2
In het weekend voor 7.30 u 2 3
In het weekend tussen 7.30 u en 18.00 u 24 27
In het weekend na 18.00 u 15 15
Nachtopvang tijdens het weekend 5 4
Bij ziekte kind 12 12
De vraag naar opvang in het weekend is duidelijk aanwezig voor kleuters. De
meeste ouders hebben ook nood aan opvang die tot vrij laat s’ avonds open is.
Meerdere mensen hebben ook vraag naar nachtopvang.
Voor schoolgaande kinderen is het bestaande aanbod tijdens de week voor de
meeste ouders voldoende. Voor een 20-tal kinderen (7%) zou opvang gewenst zijn
na 20.00 u, een 5-tal kinderen (2%) zou zelfs beroep doen op nachtopvang tijdens
de week. Dit zijn kleine groepen, en we moeten ons de vraag stellen of dergelijke
opvang voor de kinderen een goede oplossing biedt.
Ondanks het aanbod van vroege opvang in het IBO, geeft een 10-tal ouders aan
problemen te hebben voor vroege opvang. Ook na 18.00 u geven 15 ouders aan
een probleem te ervaren voor opvang.
4.2.1.3.3.3. Samengevat voor Middelkerke
In het weekend is er grote vraag naar opvang tussen 7 u ‘s morgens en 22 u ’s
avonds. De vraag naar vroege opvang bestaat bijna niet, behalve voor de jongste
leeftijdsgroep.
Bij analyse van de momenten waarop opvang onvoldoende beschikbaar is blijkt dat
voor alle leeftijdsgroepen de vraag zich vooral stelt voor opvang in het weekend.
Op piekmomenten is er vraag voor bijkomende opvang van maximaal 66 kinderen
op zaterdag, 59 op zondag. Dit is enkel de nood die de groep handelaars aangeeft.
De mensen die in deze handelzaken tewerkgesteld worden, hebben gelijkaardige
problemen.
We moeten er wel rekening mee houden dat niet alle mensen die een
opvangprobleem signaleren, er ook voor kiezen om gebruik te maken van een nieuw
aanbod. Ook als deze mensen gebruik maken van het aanbod zullen deze kinderen
niet elke dag naar de opvang komen.
In het weekend geven 27 gezinnen, (ongeveer 12 %) aan een probleem te hebben
om opvang te regelen. Opvang ’s nachts wordt door een beperkte groep ouders
gevraagd. (6 kinderen)
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 24
Om te besluiten, mogen we stellen dat ouders die een probleem hebben met opvang
in Middelkerke vooral bijkomende opvang zoeken in het weekend, zoals de tabel
hieronder verduidelijkt.
Baby /
peuter Kleuter Lager
totaal
95 gezinnen Aantal kinderen 39 59 55 153
Tijdens de week (maandag tot vrijdag) tussen 7.30 u en 18.00 u 5 10 6 21
Tijdens de week voor 7.30 u 10 9 8 27
Tijdens de week na 18.00 u 19 15 8 42
Tijdens het weekend tussen 7.30 u en 18.00 u 21 27 23 71
Tijdens het weekend voor 7.30 u 8 6 3 17
Tijdens het weekend na 18.00 u 14 19 10 43
Voor opvang 's nachts 5 6 6 17
Ouders die flexibele opvang nodig hebben, vragen dit vooral omwille van hun
werksituatie (ruim 88 %) en minder omwille van de vrije tijd (net geen 12 %).
Om voor twee derden van de ouders een bevredigend antwoord te kunnen bieden
op de vraag naar opvang, moet deze open zijn tot 20.30 u, indien we aan de vraag
van 80 % van deze ouders willen voldoen, zou de opvang beschikbaar moeten zijn
tot 21.00 u à 21.30 u.
Indien de opvang start om 6.30 u, is dit voor 66 % van deze ouders een oplossing,
om voor 80 % van de ouders een oplossing te bieden zou de opvang rond 6.00 u
moeten starten.
Ongeveer een op de drie ouders heeft elk weekend opvang nodig, voor 10 % is dit
om de twee weken. Een kwart heeft enkel flexibele opvang (weekendopvang) nodig
in het seizoen.
Er is nood aan bijkomende “gewone “ kinderopvang voor kinderen jonger dan 3 jaar
in heel de gemeente.
Spreiding van de nood aan opvang gedurende de dag in Middelkerke
0, 00
10, 00
20, 00
30, 00
40, 00
50, 00
60, 00
70, 00
5 6 7 8 overdag 18 19 20 21 22 23 nacht
tijdstip
weekdagen
zaterdag
zondag
aantalkinderen(0tot12jaar)
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 25
Er is een probleem voor de opvang van kinderen jonger dan 3 jaar voor 7.30 u en na
18.00 u.
Er is nood aan een opvang in het weekend. De nood is het grootst in de kuststreek
(Middelkerke, Westende, Lombardsijde).
De vraag naar weekendopvang is groter op zaterdag dan op zondag en de opvang
moet lang open blijven.
4.2.1.3.4. Oostende en haar noden aan kinderopvang
4.2.1.3.4.1.Niet-schoolgaande kinderen in Oostende
De kinderopvang in Oostende kan de vraag naar opvang van kinderen van 0 tot 3
jaar niet volgen. De kleine stijging van het aanbod is absoluut onvoldoende om aan
de stijgende vraag naar opvang te voldoen. Met 170 nieuwe opnames in 2006 kan
Oostende maar aan 38 % van de vraag voldoen.
De Dienst voor Onthaalouders telt momenteel een 50-tal onthaalouders. De Dienst
kan nog uitbreiden met een aantal onthaalouders, maar het is moeilijk om nieuwe
onthaalouders te vinden. Het ‘gebrekkige’ statuut is daar niet vreemd aan. Het is
ook een feit dat het aantal plaatsen bij onthaalouders nijpend is.
Een verdere uitbreiding in overleg met alle actoren dringt zich op.
De kinderdagverblijven Panukkel, Wiegelied en de dienst voor Onthaalouders tellen
samen 289 plaatsen voor kinderen van 0 tot 3 jaar. De kinderen blijven minimum 2
½ jaar in de opvang. Dit betekent dat er jaarlijks niet 278 plaatsen vrijkomen, maar
wel ongeveer een 111-tal voltijdse plaatsen. Omdat een aantal kinderen slechts 2 of
3 of 4 dagen per week naar de opvang komen en dus niet voltijds opgevangen
worden, kunnen we met deze 111-tal plaatsen, zo’n 170 nieuwe kinderen opnemen.
Met deze 170 nieuwe opnames in 2006 kan Oostende maar aan 33 % van de vraag
voldoen.
Op de eindcijfers van aanvragen ingediend in 2007, hebben we nog geen volledig
zicht. Nog niet alle aanvragen zijn verwerkt; een aantal is nog lopende. Wel noteren
we al vast een grote stijging in aanvragen voor kinderopvang.
De drie stedelijke diensten hadden in 2006 samen 726 aanvragen voor opname.
240 of 33% van de aanvragen konden toegezegd worden , 450 of 62% van de
aanvragen konden niet geholpen worden . 36 of 5% van de vragen staan nog open.
In 2007 kwamen 1084 aanvragen binnen; 161 ofte 15 % zijn reeds toegezegd. 369
gezinnen heeft men niet kunnen helpen; dit betekent 34 %; 554 aanvragen of 51%
staat nog open.
Ouders geven als reden oor de plotse nood aan opvang aan dat zij werden
opgeroepen door de VDAB voor een opleiding, om een inburgeringscursus te
volgen, om een nieuwe job aan te vatten. Daarbij komt nog dat de kinderen bijna
nooit vanaf de gewenste opvangdatum opgevangen worden, maar slechts drie tot
zes maanden later. Veelal vullen de ouders deze wachttijd op met het opnemen van
diverse soorten van verlof, tijdskrediet of met tijdelijke opvang bij familie of vrienden.
Er is een grotere vraag naar flexibele opvang, dit zowel naar opvang op wisselende
dagen als naar ruimere opvanguren (heel vroeg en heel laat) als naar
zaterdagopvang. In het laatste kwartaal van 2006 hadden 135 kinderen opvang
nodig vóór 07.00 uur en/of na 18.00 uur.
Met de beperkte subsidies die het Stadsbestuur ontvangt voor de flexibele opvang
werd de organisatie van de flexibele opvang verdeeld in vroeg en laatopvang in de
kinderdagverblijven Panukkel en Wiegelied en in zaterdagopvang in Wiegelied.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 26
Door het gebrek aan subsidies kan op zaterdag de capaciteit van Wiegelied niet
volledig benut worden en moet deze beperkt worden tot 14 plaatsen.
De grootste nood geldt voor de flexibele opvang tot 20.00 en de zaterdagopvang
van 7 tot 19.00
Door het grote tekort aan opvang, vallen sociaal zwakkeren gemakkelijker uit de
boot.
4.2.1.3.4.2.Schoolgaande kinderen In Oostende
Het capaciteitsaanbod BKO is te klein volgens de vraag naar opvang. Veel
kinderen vallen zo uit de boot. Uitbreiding is noodzakelijk.
In 2006 noteerden we in Oostende een tekort aan buitenschoolse opvang op
woensdagnamiddag en tijdens vakantieperiodes. En ook nu geldt dat nog steeds.
Om tegemoet te komen aan de vraag diende de capaciteit te worden verhoogd met
50 plaatsen. De opvangmogelijkheden voor de buitenschoolse opvang zijn nog ver
van optimaal. Wegens overbezetting en de voorrangsregels werden kinderen
meermaals geweigerd tijdens de vakanties, woensdagmiddagen en naschools. We
noteren ondertussen op woensdagnamiddag al een positieve evolutie.
Gezien het werkaanbod in Oostende (toerisme, bedrijven, horeca enz…) kunnen
latere en vroegere opvanguren een oplossing bieden voor de ouders die in deze
sectoren tewerkgesteld zijn. In deze context zou men ook zaterdag- en
zondagopvang moeten in overweging nemen.
Kinderopvang in samenwerking met de bedrijfswereld wil men een kans geven. Een
aantal bedrijven is zelf vragende partij. De mogelijkheden dienen ruimer bekeken te
worden.
Voor occasionele opvang zouden plaatsen moeten kunnen worden gereserveerd.
Daaraan kan waarschijnlijk alleen tegemoetgekomen worden bij een verhoging van
de capaciteit.
Voor- en naschoolse opvang, georganiseerd in de scholen en in samenwerking met
de IBO, moet in overweging genomen worden. Scholen, IBO’s, Kind en Gezin,
ouders, stadsbestuur stellen daarom voor om het eerste uur (16.00 tot 17.00 uur)
na de schooltijd opvang te organiseren:
 Op de locatie van elke school
 Met de inzet van het personeel van de IBO’s
De volgende 2 uren zouden dan door de IBO’s worden ingevuld.
Om dit voorstel te kunnen realiseren, is er een akkoord nodig tussen Kind en Gezin
en Onderwijs. Afstemming van de verschillende zaken is daarbij nodig: gestelde
normen aan infrastructuur, verzekering, verplaatsing van personeel dat werkt op de
locatie, afspraken rond kinderen die niet op tijd worden afgehaald, …
Men argumenteert dat het belang van huiselijkheid en de hoge kwaliteitsnormen
verhogen na 17.00 uur en dat dit perfect wordt aangeboden door de IBO’s die
erkend zijn door Kind en Gezin. Is het dan zinvol dat naast elke school nog een
apart gebouw moet voorzien worden om kinderen na school op te vangen, terwijl
het schoolgebouw leegstaat?
Na het eerste uur is er bovendien veel minder capaciteit nodig, capaciteit die de
stedelijke initiatieven voor buitenschoolse opvang dan kunnen bieden.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 27
Via het LOP10
is gebleken dat scholen geen vragende partij zijn om naschoolse
kinderopvang te organiseren, maar anderzijds mag het geboden comfort aan de
ouders niet verminderen.
In de context van het CKO11
is er ondertussen al een uitgebouwde samenwerking
tussen alle opvanginitiatieven in Oostende, zowel voor schoolgaande als voor niet-
schoolgaande kinderen. Sedert mei 2006 is Oostende één van de 16
proefprojecten Centrum voor Kinderopvang (CKO) van Vlaanderen. Oostende
diende de aanvraag tot CKO proefproject in omdat de actoren enerzijds de nood tot
samenwerking aanvoelden en anderzijds de nood om de werking van de
kinderopvang te optimaliseren en aldus het plaatsingscontingent maximaal
benutten.
Dit samenwerkingsverband van initiatieven telt 663 plaatsen en omvat de
kinderdagverblijven ’t Optimistje met 52 plaatsen, de Speelboom met 23 plaatsen,
Panukkel met 49 plaatsen, Wiegelied met 32 plaatsen, Scholengroep 27 Vogelzang
met 18 plaatsen, de dienst voor Onthaalouders met 208 plaatsen, drie zelfstandige
onthaalmoeders met samen 21 plaatsen, de Buitenschoolse Kinderopvang met 210
plaatsen en het CKG Kapoentje met 50 plaatsen. De groep gaat samen op
zoektocht om mekaar in de opvang aan te vullen, ervaringen uit te wisselen, om
een ruimer aanbod te creëren en om de krachten te bundelen om zo nog beter
opvang te kunnen organiseren.
4.2.1.3.4.3.Samengevat voor Oostende
De Enquête nood aan opvang in Oostende werd bezorgd aan iedere ouder uit
Oostende met één of meerdere kinderen in de leeftijdscategorie van 0 tot 12 jaar.
Van 0-3 jaar werden de vragenlijsten verstuurd per post adhv adreslijsten van de
dienst Bevolking: 1.728 enquêtes gingen de deur uit. Aan gezinnen met kinderen
van 3-12 jaar werden 6.010 enquêtes verdeeld via de kleuter- en lagere scholen. In
totaal werden dus 7.738 formulieren bezorgd aan gezinnen met kinderen tot 12
jaar.
Er werden 1.259 (16%) formulieren (aantal gezinnen) teruggestuurd. Er kwamen
antwoorden binnen voor 264 kinderen van 0-3, en voor 1.868 kinderen van 3-12. In
totaal keerden voor 2.132 kinderen gegevens terug.
We noteerden dat:
52 % (655) van de gezinnen heeft regelmatig tot vaak kinderopvang nodig. Van die
52 % gezinnen is er 36 % (236) die onvoldoende mogelijkheden vindt om de nood
aan kinderopvang binnen de gemeente op te lossen.
36 % van de gezinnen die kinderopvang nodig hebben, ondervindt op volgende
vlakken moeilijkheden bij het zoeken naar geschikte opvang:
31 % (74) vindt geen opvang in het weekend
42 % (100) vindt geen opvang buiten de gewone opvanguren (flexibele)
24 % (56) vindt geen gepaste opvang bij ziekte van het kind
57 % (135) vindt geen opvang omdat de opvangmogelijkheden volzet zijn
7 % (17) heeft problemen met de betaalbaarheid van de opvang
19 % (122) ondervindt andere moeilijkheden bij het zoeken naar opvang of
maakt noodgedwongen gebruik van kinderopvang buiten Oostende
Wat betreft de keuze van opvang, stellen we vast dat
78 % van de gezinnen kon gebruik maken van de opvang die ze zelf uitkozen
10
Lokaal overlegplatform
11
Centrum voor Kinderopvang: een samenwerkingsverband tussen verschillende opvanginitiatieven. Momenteel lopen
er in Vlaanderen 16 pilootprojecten, waarvan Oostende er één is..
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 28
22 % van de gezinnen kon geen gebruik maken van de opvang die ze zelf uitkozen
Van die 22 % is 19 % niet tevreden over de opvang waarvan ze gebruik dienen te
maken. Ze hebben echter geen andere alternatieven.
Door het grote tekort aan opvang, vallen sociaal zwakkeren nog steeds
gemakkelijker uit de boot:
Niettegenstaande er enkele plaatsen vrijgehouden worden voor nood- en dringende
opvang, kunnen we maar weinig mensen helpen aan dringende en/of noodopvang:
bvb. bij ziekte van de gewone opvang, opgeroepen door VDAB, volgen van
inburgeringscursussen. Hierdoor missen mensen kansen op tewerkstelling, kansen
op inburgering, kansen op opklimmen uit een sociale situatie.
In de huidige opvang in Panukkel, Wiegelied en de dienst voor Onthaalouders leeft
gemiddeld 12 % van de kinderen die naar de opvang komen, in een
eenoudergezin; 11 % van de kinderen heeft een moeder van allochtone origine en
15 % van de gezinnen heeft een jaarlijks inkomen van minder dan 9.400 euro.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 29
4.2.1.4. Het Hinterland van de kust
Bij de bevraging van de handelaars in Middelkerke hebben uit de Hinterlandgemeenten
Leffinge, Wilskerke en Spermalie 30 handelaars een vragenlijst terugbezorgd. “Slechts” 5
van hen (= 17 %) melden problemen rond kinderopvang. Voor verder bespreking zie
4.2.1.3.3. Middelkerke en behoefte aan bijkomende opvang
Ichtegem, Gistel en Oudenburg, zijn de Hinterlandgemeenten van Oostende. Deze
bespreken we hieronder.
4.2.1.4.1. Niet-schoolgaande kinderen in het Hinterland
opvang niet-schoolgaande kinderen in het Hinterland van de Kust
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
Kinderopvang
week
voor7u
-Dooronthaalouder
Kinderopvang
week
voor7u
-Kinderdagverblijf/m
ini-crèche
Kinderopvang
week
voor7u
-O
ppas
thuis
Kinderopvang
week
voor7u
-G
rootouders,fam
ilie,buren,etc
Kinderopvang
week
overdag
-Dooronthaalouder
Kinderopvang
week
overdag
-Kinderdagverblijf/m
ini-crèche
Kinderopvang
week
overdag
-O
ppas
thuis
Kinderopvang
week
overdag
-G
rootouders,fam
ilie,buren,etc
Kinderopvang
week
avond/nacht-Dooronthaalouder
Kinderopvang
week
avond/nacht-Kinderdagverblijf/m
ini-crèche
Kinderopvang
week
avond/nacht-Oppasthuis
Kinderopvang
week
avond/nacht-Grootouders,fam
ilie,buren,etc
Kinderopvang
zaterdag
-Dooronthaalouder
Kinderopvang
zaterdag
-Kinderdagverblijf/m
ini-crèche
Kinderopvang
zaterdag
-Oppasthuis
Kinderopvang
zaterdag
-Grootouders,fam
ilie,buren,etc
Kinderopvang
zondag
-Dooronthaalouder
Kinderopvang
zondag
-Kinderdagverblijf/m
ini-crèche
Kinderopvang
zondag
-O
ppasthuis
Kinderopvang
zondag
-G
rootouders,fam
ilie,buren,etc
opvangmoment
aantalgezinnen
gew enste kinderopvang
gebruikte kinderopvang
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 30
In het Hinterland van de Kust en meer bepaald van Oostende, stellen we vast dat er
een zeer groot gebruik wordt gemaakt van dagopvang bij onthaalouders: 70,78%
van de gezinnen of 803 gezinnen uit het Hinterland van Oostende met niet-
schoolgaande kinderen vinden langs deze weg een oplossing.
Ook de grootouders nemen hier overdag heel wat voor hun rekening. Zij
depanneren 361 gezinnen (31,82%) uit het Hinterland overdag. Ook op zaterdag
(11.04%), ‘s avonds en ’s nachts (9,74%) en op zondag (7,14%) zijn zij de toevlucht
voor heel wat gezinnen uit het Hinterland. Ook vóór 7 uur ’s morgens (4,55%)
vangen oma en opa meer kleintjes op dan de onthaalouders uit de regio (3,90%).
De vraag naar extra plaatsen is het grootst overdag. 37 gezinnen vragen extra
opvang voor 41 kindjes. Voor 60% wil men dat ingevuld zien via onthaalouders,
voor 40% via een kinderdagverblijf of een mini-crèche.
15 gezinnen vragen extra opvang op zaterdag via een onthaalouder.
7 gezinnen wensen vóór 7 u ’s morgens extra opvang via een onthaalouder en nog
7 gezinnen zouden dan graag hun kleintjes onderbrengen bij een mini-crèche of
kinderdagverblijf.
Ook op zondag wensen nog 7 gezinnen beroep te doen op een onthaalouder voor
extra opvang.
Concreet wenst men extra opvang als volgt:
tov totale vraag # gezinnen # kinderen
voor 7u 's morgens 20,00% 15 16
overdag 50,00% 37 41
avond/nacht 0,00% 0 0
zaterdag 20,00% 15 16
zondag 10,00% 0 8
vraag naar extra opvang voor niet-schoolgaande kinderen
in Het Hinterland van de Kust
aantal niet-schoolgaande kinderen waarvoor men in het Hinterland
van de Kust extra opvang vraagt - per opvangmoment
16
41
0
16
8
voor 7u 's morgens
overdag
avond/nacht
zaterdag
zondag
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 31
4.2.1.4.2. Schoolgaande kinderen in het Hinterland
opvang schoolgaande kinderen in het Hinterland van de Kust
0
100
200
300
400
500
600
voorschoolbegin
G
rootouders
voorschoolbegin
School/BKO
voorschoolbegin
onthaalouder
voorschoolbegin
KDV/M
C
voorschoolbegin
O
ppas
thuis
na
schooleinde
G
rootouders
na
schooleinde
School/BKO
na
schooleinde
onthaalouder
na
schooleinde
KDV/M
C
na
schooleinde
O
ppas
thuis
avond/nachtG
rootouders
avond/nachtSchool/BKO
avond/nachtonthaalouder
avond/nachtKD
V/M
C
avond/nachtO
ppas
thuis
woensdagnam
iddag
G
rootouders
woensdagnam
iddag
School/BKO
woensdagnam
iddag
onthaalouder
woensdagnam
iddag
KDV/M
C
woensdagnam
iddag
O
ppas
thuis
zaterdag
G
rootouders
zaterdag
School/BKO
zaterdag
onthaalouder
zaterdag
KDV/M
C
zaterdag
O
ppas
thuis
zondag
G
rootouders
zondag
School/BKO
zondag
onthaalouder
zondag
KDV/M
C
zondag
O
ppas
thuis
vrije
dagen
G
rootouders
vrije
dagen
School/BKO
vrije
dagen
onthaalouder
vrije
dagen
KDV/M
C
vrije
dagen
O
ppas
thuisopvangmoment
aantalgezinnen
gewenste opvang
gebruikte opvang
Op het einde van de schooldag worden de meeste kindjes opgevangen bij de
grootouders (27,47%) of ze blijven op school of gaan naar de BKO (27,07%). Een
kleine groep gaat naar een onthaalouder (3,43%) of heeft een oppas thuis (0,40%).
Op woensdagnamiddag vindt 18,38% van de gezinnen een opvang via de
grootouders en 11,52% via school of BKO. De andere oplossingen zijn van
toepassing voor een kleine groep.
Ook op schoolvrije dagen wordt veel beroep gedaan op de grootouders (21,41%
van de gezinnen). 12,32% kan terecht in de school of BKO.
Voor schoolaanvang wordt 16,97% van de kinderen naar de grootouders gebracht,
16,16% naar school of BKO.
Ook in het weekend zijn de grootouders quasi de enige toevlucht voor opvang in
deze regio. Op zaterdag doen 10,10% van de gezinnen met schoolgaande kinderen
uit het Hinterland beroep op hen, op zondag 3,43%.
30% van de vraag naar extra opvang is bedoeld voor na schooltijd. 51 gezinnen
zoeken nog opvang voor 81 kinderen, liefst via de school of BKO (70 kinderen).
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 32
Ook voor schoolvrije dagen is de vraag naar extra opvang nog bijzonder groot. 43
gezinnen zien graag nog 64 kinderen extra opgevangen, weerom liefst via
school/BKO.
De woensdagnamiddag is goed voor 20% van de totale vraag naar extra opvang en
gaat over 35 gezinnen met 54 kinderen.
Voor schoolbegin vragen 20 gezinnen extra opvang voor 32 kinderen.
Ook voor zaterdag en zondag ligt de vraag voor extra opvang nog op resp. 21 en
16 kinderen.
Al deze wensen voor extra opvang wil men ingelost zien via school/BKO voor het
comfort van de kinderen. Zo versassen we ze niet teveel keer op een dag. Dit is
een belangrijk criterium voor de ouders dat we in alle regio’s terugzien.
Meer en meer maken ouders een keuze voor een bepaalde school in functie van de
opvang van de kinderen. Verder zullen we zien dat die opvang voor scholen
financieel en organisatorisch heel zwaar kan liggen en dat ze daar wel uitkijken
naar de gemeente om die verantwoordelijkheid te helpen dragen.
Concreet heeft men volgende wensen
# gezinnen #kinderen
voor schoolbegin 12,00% 21 32
na schooleinde 30,00% 52 81
avond/nacht 0,00% 0 0
woensdagnamiddag 20,00% 35 54
zaterdag 8,00% 14 21
zondag 6,00% 10 16
schoolvrije dagen 24,00% 42 64
vraag naar extra opvang voor schoolgaande kinderen in het
Hinterland van de Kust
aantal schoolgaande kinderen waarvoor in het Hinterland van de Kust
extra opvang wordt gevraagd - per opvangmoment
32
81
054
21
16
64 voor schoolbegin
na schooleinde
avond/nacht
w oensdagnamiddag
zaterdag
zondag
schoolvrije dagen
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 33
4.2.1.5. De Westhoek
In de Westhoek hebben we uit eigen bevraging gegevens uit volgende steden en
gemeenten: Alveringem, Diksmuide, Heuvelland, Houthulst, Ieper, Koekelare, Kortemark,
Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, Poperinge Wervik en Zonnebeke. De gegevens uit
Veurne werden ons ter beschikking gesteld.
In tegenstelling tot de Kustregio en het Oostendse Hinterland, ligt het grootste probleem in
de Westhoek bij de buitenschoolse opvang. Voor schoolgaande kinderen, zowel kleuters
als lagere schoolkinderen, is de vraag naar professionele opvang na schooltijd en op
woensdagnamiddag zeer groot. Ook de vrije dagen vormen voor zeer veel gezinnen een
probleem. Waar men nu nog vaak een beroep doet op grootouders en familie, wenst men
eigenlijk een oplossing via professionele opvang.
4.2.1.5.1. Niet-schoolgaande kinderen in de Westhoek
Zoals gezegd, is er in de Westhoek een groter opvangprobleem voor de schoolgaande
jeugd dan voor deniet-schoolgaande, maar niettemin is er wel degelijk ook daar een
grote nood. Detail van de cijfers is te consulteren in de tabel in bijlage.
397 gezinnen (46,38%) brengen hun niet-schoolgaande kinderen overdag naar een
onthaalouder; 119 gezinnen (13,90%) doen beroep op een kinderdagverblijf. Er zijn in
de Westhoek overwegend onthaalouder; aan kinderdagverblijven ontbreekt het.
Ouders kunnen dus geen vrije keuze maken en staan ook voor het praktische probleem
dat een onthaalouder beperkter is in openingsuren.
Het zwaartepunt van het tekort ligt wel degelijk bij de dagopvang. Maar liefst 27,92%
van de gevraagde extra opvang situeert zich tussen 7 en 19 uur. We spreken over 436
gezinnen die voor 487 kinderen extra opvang vragen.
Dat zijn behoorlijk wat niet-schoolgaande kinderen waarvoor extra opvang wordt
gevraagd. Als we dat kaderen in het agrarische karakter van de Westhoek, dan is het al
gauw duidelijk dat zij die weinig mobiel zijn, in de kou blijven staan. Dorpskernen liggen
nu eenmaal een eind uit elkaar en met het openbaar vervoer krijg je het niet voor
elkaar om niet-schoolgaande kinderen weg te brengen en dan nog tijdig op je job aan te
komen.
Tweede belangrijk opvangmoment is de zaterdag. We zien dat de grootouders daar de
redders in nood zijn. 106 gezinnen, die de enquête invulden, geven aan dat zij
regelmatig op hen beroep doen voor zaterdagopvang; dit gaat om 12,38% van de
gezinnen met niet-schoolgaande kinderen uit de Westhoek. In totaliteit zouden 1085 op
de 6774 gezinnen met niet-schoolgaande kinderen uit de Westhoek (16%) hun
kinderen op zaterdag uitbesteden.
Er is extra vraag naar professionele opvang voor 284 kinderen. Dit vertegenwoordigt
16,24% van de totale vraag naar extra professionele kinderopvang.
’s Avonds en ’s nachts zijn het weer grotendeels de grootouders die voor opvang
zorgen. 81 van de bevraagde gezinnen ofte 9,46% doet beroep op hen.
221 gezinnen zijn echter voor 248 kinderen nog op zoek naar avond/nachtopvang via
professionelen. Dit vertegenwoordigt 14,21% van de totale vraag naar extra opvang in
de Westhoek..
Op zondag is de behoefte kleiner maar toch wordt ook op dit moment nog extra
professionele opvang gevraagd voor 151niet-schoolgaande kinderen.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 34
En voor 7 uur ’s morgens is de vraag naar extra opvang wel het kleinste, maar ze is
bijzonder groot in verhouding tot het gebruik dat ervan wordt gemaakt. De vraag naar
extra opvang is 250% van het effectieve gebruik.
In concrete vraagt men extra opvang voor 222 niet-schoolgaande kinderen.
Verhoudingsgewijs ziet de vraag naar extra opvang in de westhoek er als volgt uit:
opvang niet-schoolgaande kindern in de Westhoek
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
voor7u
onthaalouder
voor7u
KD
V/M
C
voor7u
O
ppas
thuis
voor7u
G
rootouders
overdag
onthaalouder
overdag
KD
V/M
C
overdag
-O
ppas
thuis
overdag
G
rootouders
avond/nachtonthaalouder
avond/nachtKD
V
/M
C
avond/nachtO
ppas
thuis
avond/nachtG
rootouders
zaterdag
onthaalouder
zaterdag
KD
V
/M
C
zaterdag
O
ppas
thuis
zaterdag
G
rootouders
zondag
onthaalouder
zondag
K
DV
/M
C
zondag
O
ppas
thuis
zondag
G
rootouders
opvangmoment
aantalgezinnen
gew enste opvang
gebruikte opvang
Concreet nu vraagt men extra plaatsen in professionele kinderopvang als volgt
tov totale vraag # gezinnen # kinderen
voor 7u 's morgens 12,69% 198 222
overdag 27,92% 436 487
avond/nacht 14,21% 222 248
zaterdag 16,24% 253 284
zondag 8,63% 134 151
vraag naar extra opvang voor niet-schoolgaande kinderen in
de Westhoek
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 35
aantal niet-schoolgaande kinderen waarvoor in de Westhoek extra
opvang wordt gevraagd - per opvangmoment
222
487
248
284
151
voor 7u 's morgens
overdag
avond/nacht
zaterdag
zondag
4.2.1.5.2. Schoolgaande kinderen in de Westhoek
Ouders van schoolgaande kinderen in de Westhoek hebben een nog groter probleem
naar opvang. Men vraagt bijkomende plaatsen via school of BKO12
.
Absoluut de grootste vraag naar bijkomende opvang noteren we voor de schoolvrije
dagen, maar liefst 30,39% van de totale vraag naar extra opvang. 905 gezinnen zijn op
zoek naar opvang voor 1502 kinderen. Uiteraard is dit geen dagelijks of wekelijks
terugkerende vraag, maar ze doet zich tot 6 à 7 keer per jaar voor.
Na schooleinde is het recurrente opvangprobleem het grootst. Weer zien we hoe
belangrijk de rol van de grootouders is. Bij 27,47% van de gezinnen met schoolgaande
kinderen zijn het de grootouders die na schooleinde voor opvang zorgen. Toch wordt er
nog voor 1076 kinderen extra opvang gevraagd. 649 gezinnen vragen daarom. 517 van
die 649 gezinnen ofte bijna 80% ziet dit het liefst ingevuld via de school of de BKO.
De bijkomende vraag na schooleinde vertegenwoordigt 21,77% van de totale vraag
naar extra opvang.
De opvangnood op woensdagnamiddag volgt op de voet. 19,34% van de vraag naar
extra opvang gaat over de woensdagnamiddag.
De grootouders spelen ook hier een prominente rol. 21,96% van de gezinnen met
schoolgaande kinderen doen op hen beroep.
Maar ook vóór schoolbegin, waar toch al 16,54% van de kinderen via school/BKO
worden opgevangen, is er nog een grote vraag naar extra opvang: 15,03% van de
totale vraag naar bijkomende plaatsen. 448 gezinnen vragen er voor 743 kinderen extra
opvang.
En ook in het weekend volstaan de voorzieningen lang niet.
Op zaterdag wensen 6 keer zoveel gezinnen beroep te doen op opvang in de
Westhoek dan mensen die er op dag van vandaag gebruik van maken, in hoofdzaak via
de BKO. Dit is een spectaculair hoog aantal in verhouding tot de kinderen die
momenteel op zaterdag naar een professionele opvang gaan. Zo’n 34 gezinnen maken
12
Buitenschoolse Kinderopvang
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 36
daarvan gebruik voor zo’n 56 kinderen. Maar men wenst dus het zesvoudige aan
zaterdagopvang voor schoolgaande kinderen.
Op zondag wenst men voor zo’n 131 kinderen extra plaatsen in professionele opvang;
60% (plaats voor 79 kinderen) wil men ingevuld zien via BKO.
We merken heel duidelijk in de Westhoek dat men de extra opvang geregeld wil zien
via een Buitenschoolse Kinderopvang, de school of een kinderdagverblijf
Verhoudingsgewijs ziet de vraag naar extra opvang voor schoolgaande kinderen in de
Westhoek er als volgt uit.
opvang schoolgaande kinderen in de Westhoek
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
4500
voorschoolbeginGrootouders
voorschoolbeginSchool/BKO
voorschoolbeginonthaalouder
voorschoolbeginKDV/MC
voorschoolbeginOppasthuis
naschooleindeGrootouders
naschooleindeSchool/BKO
naschooleindeonthaalouder
naschooleindeKDV/MC
naschooleindeOppasthuis
avond/nachtGrootouders
avond/nachtSchool/BKO
avond/nachtonthaalouder
avond/nachtKDV/MC
avond/nachtOppasthuis
woensdagnamiddagGrootouders
woensdagnamiddagSchool/BKO
woensdagnamiddagonthaalouder
woensdagnamiddagKDV/MC
woensdagnamiddagOppasthuis
zaterdagGrootouders
zaterdagSchool/BKO
zaterdagonthaalouderzaterdagKDV/MC
zaterdagOppasthuis
zondagGrootouders
zondagSchool/BKO
zondagonthaalouderzondagKDV/MC
zondagOppasthuis
vrijedagenGrootouders
vrijedagenSchool/BKO
vrijedagenonthaalouder
vrijedagenKDV/MC
vrijedagenOppasthuis
opvangmoment
aantalgezinnen
gew enste opvang
gebruikte opvang
Concreet dan, ziet de vraag naar extra plaatsen in de professionele kinderopvang als
volgt uit:
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 37
# gezinnen #kinderen
voor schoolbegin 15,03% 448 743
na schooleinde 21,77% 648 1076
avond/nacht 4,53% 135 224
woensdagnamiddag 19,34% 576 956
zaterdag 6,30% 188 311
zondag 2,65% 79 131
schoolvrije dagen 30,39% 905 1502
vraag naar extra opvang voor schoolgaande kindern in de
Westhoek
4.2.1.5.3. Vergelijking met Veurne
De resultaten van de enquête in Veurne bevestigen enerzijds wat men daar al
vermoedde, zijnde dat er voldoende opvang is doch dat er een probleem is met de
openingsuren, maar anderzijds zijn er tevens knelpunten aan het licht gekomen die
men niet had verwacht.
4.2.1.5.3.1.Flexibele opvang
De resultaten van de enquête tonen datgene aan wat men eigenlijk voor een stuk
verwachtte. Algemeen is er in Veurne, op vandaag, voldoende kinderopvang doch
er zijn problemen met de openingsuren.
Meer dan 20% van de ouders met 1 of 2 kinderen geven aan dat er te weinig
mogelijkheden zijn voor flexibele opvang. Zij vragen dan ook een beperkte
aanpassing van de openingsuren van hun huidige opvang.
4.2.1.5.3.2.Opvang zieke kinderen
Naast de vraag naar meer flexibele openingsuren blijkt ook de opvang van zieke
kinderen voor problemen te zorgen. Ouders geven aan dat zij soms zelf moeten
thuisblijven om voor het zieke kind te zorgen, omdat er op dat moment geen
alternatieven zijn. Een oplijsting vanuit het lokaal overleg toont aan dat er maar
weinig mogelijkheden zijn om opvang voor zieke kinderen te voorzien. Op heden
kan men terecht bij de mutualiteit, familiehulp, familiezorg of kinderdagverblijf
Sporrewaan. Het probleem is dat deze diensten vaak maar 1 persoon ter
beschikking hebben, dat de aanvragen meestal geconcentreerd zijn in een
bepaalde periode, maximum 3 dagen, …
4.2.1.5.3.3.Kostprijs
Hoewel de kostprijs van de opvang grotendeels bepaald wordt op basis van het
inkomen van de ouders, blijkt dat 1 op 8 gezinnen de opvang te duur vinden.
4.2.1.5.3.4.Opvang voor kinderen vanaf 9 jaar
Uit de enquête blijkt dat de opvang van kinderen vanaf 9 jaar problematisch is.
Deze kinderen worden op heden samen in de opvang gezet met jonge kinderen,
doch vanaf de leeftijd van 9 jaar willen kinderen andere activiteiten krijgen dan
jongere kinderen.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 38
Bovendien blijkt er heel wat vraag te zijn naar opvang van tieners (12 – 16 jaar). Op
heden blijken er te weinig mogelijkheden te zijn voor deze groep. De ouders geven
aan dat deze jongeren vaak te oud zijn om naar de ‘gewone’ opvang te gaan
(leeftijdsgrens van 12 jaar), maar toch nog te jong zijn om alleen thuis te blijven.
4.2.1.5.3.5.Schoolvakanties
Ook tijdens het weekend en de (korte) vakanties zijn er duidelijke problemen met
kinderopvang. Zo geven 8/40 (20%) van de gezinnen met 1 kind en 7/30 (23,3%)
van de gezinnen met 2 kinderen aan dat zij hier geregeld moeilijkheden
ondervinden.
Tevens blijkt uit de bewonersbevraging dat de speelpleinwerking beter zou moeten
afgestemd worden op de andere opvangmogelijkheden. Ook tijdens verlofperiodes
van onthaalmoeders of kinderdagverblijven komt er een duidelijk signaal dat dit voor
veel ouders problemen met zich brengt.
4.2.1.5.3.6.Conclusies voor Veurne
Zowel uit de bevraging bij de bedrijven als bij de analyse van de resultaten van de
bewonersenquête komen bepaalde problemen terug, zoals:
1. meer nood aan flexibele openingsuren
2. problemen met opvang in vakantieperiodes
3. problemen bij de opvang van zieke kinderen
4. vraag naar opvang voor tieners
Het is uitsluitend het probleem van de kostprijs dat enkel in de bewonersenquête
terugkomt, wat natuurlijk niet verwonderlijk is. Bedrijven ondervinden immers geen
hinder van de kostprijs van een kinderopvang.
4.2.1.5.4. Conclusie voor de Westhoek
Via de SERR werden in de inwonersenquête in de Westhoek geen vragen gesteld
naar kostprijs/tevredenheid, noch naar opvang tijdens schoolvakanties, opvang voor
tieners, maar in de opmerkingen bij de inwonersenquêtes en in de enquête van de
Inrichters lezen we wel diezelfde problematiek als in Veurne.
Men wenst er
- langere openingsuren
- meer nacht- en weekendopvang
- meer opvang tijdens de vakanties en dan vooral ook de korte
schoolvakanties
- aangepaste opvang voor tieners
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 39
4.2.2. Resultaten uit de Enquête bij de Inrichters van Kinderopvang
4.2.2.1. Resultaten en opmerkingen
De enquête bij de Inrichters benadert Kinderopvang vanuit hun standpunt. Aspecten zoals
haalbaarheid van de planning, leefbaarheid van het initiatief, werkbaarheid van de normering,
rol van de kinderopvang komen hier aanbod; daar waar de enquête bij de inwoners ons daar
geen zicht op gaf.
Via deze bevraging krijgen we echter in de opmerkingen opnieuw zicht op de noodzaak aan
bijkomende opvang en krijgen we als dusdanig een bevestiging van de conclusie die we al
eerder namen op basis van de inwonersenquêtes.
Het grootste aantal deelnemers aan deze enquête waren scholen (17) en onthaalouders, zowel
zelfstandigen (11) als aangeslotenen bij een dienst (12). De respons was gelijkmatig verdeeld
over de regio Oostende en de regio Westhoek. Verhoudingsgewijs was de respons echter
groter in het Oostendse: 31 van de 57 reacties in een veel kleinere regio.
Men is het er over eens dat vooral het aanbod voor 0 tot 3-jarigen ontbreekt. Ook voor
langdurig zieke en gehandicapte kinderen zouden de inrichters graag wat meer
opvangmogelijkheden zien.
We zien een grote range aan openingsuren, te beginnen van 5 uur ’s morgens tot 8 uur ’s
avonds.
12,28% van de voorzieningen meldt dat zij op zaterdag open zijn, voornamelijk in het
Oostendse (16,13%).
3,51% is open op zondag.
De meeste voorzieningen hebben een sluitingsperiode en melden de dinsdag en donderdag als
piekdag in bezetting, de woensdag als daldag.
We lezen zelfs dat bepaalde onthaalouders op woensdag sluiten. Systemen van tijdskrediet en
thematische verloven zijn hier niet vreemd aan. Dit betekent dat er op deze pieken wel veel
kinderen aanwezig zijn, maar dat als je de gemiddelde bezetting bekijkt, er meer kinderen
zouden kunnen worden opgevangen. Maar de regelgeving laat dit niet toe, zo wordt er
opgemerkt door de Inrichters van kinderopvang. Dit wordt vooraal door de onthaalouders
aangeklaagd, zeker door hen die zijn aangesloten bij een Dienst voor Opvanggezinnen. Daar
mag men immers op kwartaalbasis niet meer dan 4 full time kinderen opvangen. We noteren uit
de enquête de suggestie om dit aantal op te trekken naar 5 full time kinderen.
Babysitservices, zo meldt men ons, krijgen meer en meer vragen naar full time dagopvang en
gaan daar in de zomermaanden ook op in. Dan kunnen zij jobstudenten inschakelen. Hier zijn
we natuurlijk een eind van de professionele opvang verwijderd, maar mensen zijn nu eenmaal
creatief.
Slechts 33,33% van de voorzieningen meldt een gelijkmatige bezetting. Dit is veel meer het
geval in de Oostendse regio dan in de Westhoek (slechts 26,97%)
In de Oostendse regio noteren we tot 166% bezetting op feestdagen en in de vakantie.
Een Dienst voor Opvanggezinnen meldde ons dat zij de vraag stelden aan KG wat ze
moesten aanvangen met het plotse stoppen van enkele onthaalouders en prompt het advies
kregen om in overbezetting te gaan. Terwijl KG in zijn omzendbrief aan de Diensten voor
Opvanggezinnen net oproept om overbezetting zoveel mogelijk te vermijden.
Als we kijken naar de rol die een opvangvoorziening te vervullen krijgt, dan zien we heel
duidelijk dat het hier om veel meer gaat dan om opvang van de kinderen van wie uit werken
gaat.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 40
Kinderen worden ook naar de opvang gebracht als de ouders niet aan het werk zijn. Dit kan
heel uiteenlopende oorzaken hebben. We lazen over ouders die nood hebben aan een moment
voor zichzelf, anderen gaan met de oudste naar een pretpark en brengen het kleintje veilig
onder in de opvang, mama’s willen op korte tijd een aantal boodschappen afwerken zonder
jengelende peuters.
We noteerden in 5 inrichtingen 34 weigeringen van kinderen op een maand tijd omdat er geen
plaats meer was in de opvang, terwijl kinderen van niet-werkende ouders al eerder
aanwezig/ingeschreven waren. We spreken hier beslist geen waardeoordeel over uit; we
stellen dit louter vast als maatschappelijk gegeven. We zien wel dat dit een typisch Oostends
fenomeen is (30 van de 34 gevallen en 4 van de 5 inrichtingen). Het heeft wellicht ook iets te
maken met een meer verstedelijkt milieu waar men niet zo snel beroep kan doen op familie of
vrienden.
In 15 inrichtingen (10 in Oostende en 5 in de Westhoek) leerden 43 kinderen (32 O en 11 W)
pas Nederlands in de opvang. In Ieper vertelde men ons dat men er in de opvang met Poolse
zakwoordenboekjes rondloopt.
Als we polsten naar de uitbreidingswensen en de uitbreidingsmogelijkheden qua aantal
opvangplaatsen, dan stootten we al snel op het gebrek aan financiële middelen: 24,56% van de
voorzieningen heeft hier een probleem.
Voor 14,04% is het vinden van een geschikte infrastructuur een probleem.
10 voorzieningen (17,54%) gaven aan dat zij op jaarbasis bekeken in overcapaciteit gaan. En
zelfs dan is er maar 1 voorziening die daarmee aan de behoefte kan voldoen.
Met betrekking tot het regelgevend kader is de leefbaarheid van een zelfstandig initiatief het
grootste struikelblok. 21,05% van de voorzieningen geeft aan hiermee ernstige problemen te
hebben naar continuïteit. En het zijn niet enkel onthaalouders die hierover klagen. Ook scholen,
die zich genoodzaakt zien om opvang te voorzien, willen ze als school aantrekkelijk blijven,
hebben hier vaak een harde financiële noot te kraken. Scholen merken op dat voor- en
naschoolse opvang geld kost aan de school en ook extra organisatie maar dat ze er niet
onderuit kunnen wil de school niet leeglopen. Ook scholen die samenwerken met een IBO
worden al eens geconfronteerd met de opvanglimieten van het IBO en moeten dan toch in
eigen organisatie en uit eigen middelen bijkomende opvang voorzien. Daarbij is het dan zo dat
in eerste instantie de capaciteit van het IBO13
moet worden aangesproken. Dat betekent dan
dat de kost constant blijft terwijl de inkomsten zeer variabel zijn voor de school.
19,30% geeft aan dat het statuut van onthaalouder nog altijd weinig aantrekkelijk is. Er is de
financiële kant, het feit dat men er alleen voor staat, geen collega’s heeft, niet kan deelnemen
aan bijscholingen en vorming.
Komt daarbovenop nog eens de administratieve belasting, die eveneens voor 19,30% van de
respondenten geen haalbare kaart meer is. Een onthaalouder mag dit na haar dagtaak
afhandelen; in grotere voorzieningen zien we dat daar soms een hele dagtaak, een full time
baan nota bene naartoe gaat. Vanuit IBO horen we dat de werkdruk blijft groeien tgv de
administratieve verplichtingen. Men vraagt er een aanpassing van de norm omdat men met de
huidige bezetting de administratieve verplichtingen niet verder aankan. De jobinvulling van de
coördinator gaat volledig naar administratie ten koste van de follow up van personeel, ouders
en kinderen.
Ook de vierkante meternorm, en dan vooral waar die in conflict komt met ander vereisten, en
het financieringsverschil tussen FCUD en Kind  Gezin zijn een bron van ergernis voor zo’n
12% van de respondenten.
13
Initiatief buitenschoolse opvang
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 41
De regelgeving is lang niet eenduidig en vaak tegenstrijdig.
Zo meldt men ons dat in Oostende de uitbreiding van de peutergroep werd geweigerd omdat
deze niet kon worden gesplitst nadat men de slaapinfrastructuur had vernieuwd. Men had daar
bij de goedkeuring van deze nieuwe infrastructuur niet op gewezen.
Een inrichter van kinderopvang meldt ons dat de actie jobcreatie van Kind  Gezin er bij hen
concreet heeft toe geleid dat er een halftijdse kinderverzorgster werd bij ingeschakeld ten koste
van 2 halftijdse krachten in DAC statuut. Resultaat: min een halftijdse tewerkstelling dus.
In de Oostendse regio is de back-up van de leidinggevende nog voor 38,71% geregeld, in de
Westhoek haalt men zelfs geen 12%. Leidinggevenden worden in 16,13% van de
opvanginitiatieven ingeschakeld voor begeleidingstaken; zij besteden daar tot 12u/week aan.
In 28% van de gevallen is er een of andere vorm van samenwerking met derden. Dat kan gaan
van het uitbesteden van de boekhouding tot het werken met vrijwilligers om de kindjes van de
school naar de opvang te brengen.
Geen enkel initiatief werd al benaderd door een werkgever met de vraag om plaatsen te
reserveren voor de kinderen van zijn werknemers.
Het hoogste bedrag dat we voor één voorziening noteerden aan openstaande debiteuren,
kwam uit Oostende. Het ging om € 16.491,30.
Slechts in drie gevallen noteerden we dat de verschillen in ouderbijdragen voor problemen
zorgden.
We noteerden wel 10 keer (in 17,54% van de opvanginitiatieven) dat mensen uit de
kansengroepen moeilijker aan een plaatsje geraken.
4.2.2.2. Conclusies
Uit de enquête onthouden we vooral de teneur dat inrichters van kinderopvang zich toch wel
wat in de kou voelen staan.
Men schreeuwt om meer middelen voor bijkomende opvangplaatsen. Een grote frustratie, het
gebrek aan middelen.
We hebben het dan niet alleen over het gebrek aan subsidies om personeel van te betalen,
maar ook over de quasi onmogelijkheid om personeel te rekruteren binnen de lijnen van de
regelgeving.
Veel IBO’s zitten met de handen in het haar om binnenkort voor de helft van hun personeel een
A2-niveau te halen. Zij werken veelal met mensen van een lager scholingsniveau, die echter
wel een langdurige opleiding hebben gevolgd en hun job met het grootste enthousiasme en
met een engelengeduld uitoefenen. Deze mensen willen deeltijds werken. Jonge mensen van
A2-niveau die aan het begin van hun carrière (en van de afbetaling van hun huis) staan,
verkiezen een full time betrekking.
Misschien biedt het groeperen/combineren van taken een soelaas om mensen een full time
baan aan te bieden. Zeker als dezelfde werkgever buitenschoolse opvang en dagopvang kan
aanbieden, kan dit geen probleem zijn.
De financiële leefbaarheid van heel wat initiatieven maakt het inrichten van kinderopvang er
niet aantrekkelijker op.
Enerzijds is er een strenge regelgeving, waaraan zij moeten beantwoorden. Maar anderzijds is
de ene regelgeving in strijd met de andere; en als klap op de vuurpijl, nemen de regelgevende
instanties zelf al eens een loopje met hun regelgeving.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 42
Enerzijds nemen bepaalde lokale overheden veel initiatief en investeren ze veel middelen in de
kinderopvang. Anderzijds lezen we bij een aantal inrichters ook ontgoocheling over de
inspanning van hun lokale overheid.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 43
4.2.3. Resultaten uit de Enquête bij niet-werkende werkzoekenden
Gezien deze bevraging heel erg summier was, zijn er natuurlijk ook geen grote resultaten uit af
te lezen. We zijn hier ook helemaal niet in detail kunnen treden zolas bij de andere
bevragingen. Dit was voor de consulenten van de werkwinkels gewoon niet haalbaar en dus
zeker ook niet onze vraag. We zijn trouwens heel tevreden met hun bereidwillige medewerking.
Wel zijn we bevestigd in onze uitgangspremisse dat er een groot verschil is tussen de
deelregio’s. De waarnemingen in de Westhoek zijn anders dan in Oostende en het Hinterland
van de kust.
4.2.3.1. Kustgemeenten
KINDEROPVANG OBSTAKEL VOOR WERKAANVATTING
ENQUÊTE BIJ NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN
Willen zelf voor kind
zorgen 2 3,85% 2
Opvang te ver 1 1,92% 1
Geen plaats in opvang 43 1 84,62% 44
Opvang te duur 0,00% 0
Werken in ploeg 0,00% 0
Werken in weekend 4 7,69% 4
Opvang is geregeld 1 1,92% 1
46 6 52
OOSTENDE KOKSIJDE TOTAAL
Opmerkelijk is dat in Oostende 43 van de 46 geïnterviewde NWWZ aangeven dat zij
geen plaats vinden in de professionele Kinderopvang. In Koksijde vermeldt slechts één
iemand van de 6 bevraagden dat.
Weekendwerk steekt aan de Kust stokken in de wielen voor 7,69% van de NWWZ.
Over de prijs spreekt men niet. Als er geen opvang is, is de prijs ook niet het eerste
struikelblok natuurlijk. Als er geen taart is, dan erger je je immers ook niet dat er geen
slagroom op zit.
Geen enkele NWWZ in Oostende had zijn kinderopvang geregeld.
4.2.3.2. Het Hinterland
KINDEROPVANG OBSTAKEL VOOR WERKAANVATTING
ENQUÊTE BIJ NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN
Willen zelf voor kind zorgen 6 10,71% 6
Opvang te ver 8 14,29% 8
Geen plaats in opvang 9 16,07% 9
Opvang te duur 11 19,64% 11
Werken in ploeg 6 10,71% 6
Werken in weekend 4 7,14% 4
Opvang is geregeld 12 21,43% 12
56 56
GISTEL TOTAAL
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 44
We hebben hier slechts resultaten uit één werkwinkel; er zijn er niet meer. Maar we
zien onmiddellijk al het verschil met de kust en in het bijzonder met Oostende.
21,43% van de NWWZ heeft een oplossing voor de opvang van zijn kinderen.
Wel zien we hier andere problemen opduiken.
- 14,29% heeft problemen om de afstand tot de opvang te overbruggen.
- 19,64% kan de opvang niet betalen. Er zijn minder gesubsidieerde
initiatieven dan in de Stad.
- Ploegenarbeid en weekendwerk gooien ook hier roet in het eten.
4.2.3.3. De Westhoek
KINDEROPVANG OBSTAKEL VOOR WERKAANVATTING ENQUÊTE BIJ NIET WERKENDE
WERKZOEKENDEN
Willen zelf voor kind zorgen 8 3 3 11,57% 14
Opvang te ver 0,00% 0
Geen plaats in opvang 1 7 6,61% 8
Opvang te duur 2 1 2,48% 3
Werken in ploeg 2 2 1 4,13% 5
Werken in weekend 1 4 4,13% 5
Opvang is geregeld 19 33 13 21 71,07% 86
30 40 26 25 121
DIKSMUIDE IEPER POPERINGE VEURNE TOTAAL
Opmerkelijk veel NWWZ in de Westhoek hebben de opvang van hun kinderen
geregeld: maar liefst 71,07%.
Plaats vinden in de opvang lijkt vooral een Poperings probleem; elders doet het zich
minder voor.
Over de prijs klaagt men minder. Het gaat ook maar om een kleine 29% van de NWWZ
die een opvangprobleem hebben.
Weekendwerk en ploegwerk zijn telkens voor 4,13% een hinderpaal. Veurne is hier
opmerkelijk aanwezig met weekendwerk. In Ieper, Diksmuide en Poperinge wordt er in
ploeg gewerkt.
Noteren we toch ook dat 11,57% aangeeft zelf voor zijn kind te willen zorgen.
4.2.3.4. Conclusies uit de bevraging van NWWZ
Plaatsgebrek blijkt het grootste probleem aan de kust en dan vooral in Oostende.
Het Hinterland heeft blijkbaar van alle problemen wat, maar de hoge kostprijs en het
plaatsgebrek vormen het grootste probleem.
Ook in de Westhoek blijkt plaatsgebrek in de Kinderopvang voor een NWWZ het
grootste probleem te zijn om een betrekking te kunnen aanvatten.
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 45
4.2.4. Resultaten uit de Bedrijvenenquêtes
4.2.4.1. Bedrijvenenquêtes in Ieper
4.2.4.1.1. Niet-schoolgaande kinderen
4.2.4.1.2. Schoolgaande kinderen
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 46
75,48% van de deelnemers wenst hulp van het bedrijf bij het zoeken van opvang voor hun kinderen of voor het
geven van informatie
68,06% van de deelnemers zou gebruik maken van kinderopvang die het bedrijf aanbiedt
66,45% van de deelnemers zou gebruik maken van kinderopvang die aangeboden wordt door het bedrijf en die
samen georganiseerd wordt met andere bedrijven
16,99% hiervan zou dit gebruiken voor zijn niet-schoolgaande kinderen
26,21% hiervan zou dit gebruiken voor zijn schoolgaande kinderen
32,52% hiervan zou dit gebruiken voor zijn niet-schoolgaande en schoolgaande kinderen
53,55% van de deelnemers zou gebruik maken van opvangplaatsen in bestaande kinderopvangvoorzieningen in
regio Ieper die door tussenkomst van het bedrijf beschikbaar geworden zijn
73,23% van de deelnemers staat open voor één of meerdere types voorgestelde bedrijfsgerelateerde
kinderopvang
33,33% vóór schooltijd 20,00% op weekdagen vóór 7 uur 's morgens
46,67% na schooltijd 43,33% op weekdagen na 18 uur 's avonds
33,33% op woensdagnamiddag 73,33% op weekdagen gedurende de dag (7u-18u)
6,67% tijdens het weekend 10,00% tijdens het weekend
26,67% tijdens de korte schoolvakanties 16,67% bij ziekte van het kind
23,33% tijdens de zomervakantie 3,33% op andere momenten
36,67% op schoolvrije dagen
16,67% bij ziekte van het kind
3,33% op andere momenten
van de werknemers met schoolgaande kinderen die open staan voor
bedrijfsgerelateerde opvang hiervan gebruik maken
van de werknemers met niet-schoolgaande kinderen die open staan voor
bedrijfsgerelateerde opvang hiervan gebruik maken
Indien het bedrijf zou tussenkomen in de kinderopvang van zijn werknemers, dan zou:
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 47
4.2.4.2. Bedrijvenenquêtes in Oostende
4.2.4.2.1. Niet-schoolgaande kinderen
4.2.4.2.2. Schoolgaande kinderen
Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 48
70,00% van de deelnemers wenst hulp van het bedrijf bij het zoeken van opvang voor hun kinderen of voor het
geven van informatie
62,00% van de deelnemers zou gebruik maken van kinderopvang die het bedrijf aanbiedt
64,67% van de deelnemers zou gebruik maken van kinderopvang die aangeboden wordt door het bedrijf en die
samen georganiseerd wordt met andere bedrijven
23,71% hiervan zou dit gebruiken voor zijn niet-schoolgaande kinderen
28,87% hiervan zou dit gebruiken voor zijn schoolgaande kinderen
47,42% hiervan zou dit gebruiken voor zijn niet-schoolgaande en schoolgaande kinderen
48,78% van de deelnemers zou gebruik maken van opvangplaatsen in bestaande kinderopvangvoorzieningen in
regio Oostende die door tussenkomst van het bedrijf beschikbaar geworden zijn
68,00% van de deelnemers staat open voor één of meerdere types voorgestelde bedrijfsgerelateerde
kinderopvang
13% vóór schooltijd 5% op weekdagen vóór 7 uur 's morgens
32% na schooltijd 8% op weekdagen na 18 uur 's avonds
35% op woensdagnamiddag 37% op weekdagen gedurende de dag (7u-18u)
5% tijdens het weekend 8% tijdens het weekend
51% tijdens de korte schoolvakanties 19% bij ziekte van het kind
54% tijdens de zomervakantie 6% op andere momenten
47% op schoolvrije dagen
27% bij ziekte van het kind
5% op andere momenten
van de werknemers met schoolgaande kinderen die open staan voor
bedrijfsgerelateerde opvang hiervan gebruik maken
van de werknemers met niet-schoolgaande kinderen die open staan voor
bedrijfsgerelateerde opvang hiervan gebruik maken
Indien het bedrijf zou tussenkomen in de kinderopvang van zijn werknemers, dan zou:
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008
Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008

More Related Content

Similar to Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008

Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie Driessen Research
 
Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911
Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911
Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911AndereTijden
 
Analyse Van Probleem En Behoefte Brede School ABC Kattenbroek
Analyse Van Probleem En Behoefte Brede School ABC KattenbroekAnalyse Van Probleem En Behoefte Brede School ABC Kattenbroek
Analyse Van Probleem En Behoefte Brede School ABC Kattenbroek
Anneke Duit
 
Rapport Praktijk uit de wijk
Rapport Praktijk uit de wijkRapport Praktijk uit de wijk
Rapport Praktijk uit de wijkguest986496
 
Pages 16 en 17 from Bij de Les 10-2012-2
Pages 16 en 17  from Bij de Les 10-2012-2Pages 16 en 17  from Bij de Les 10-2012-2
Pages 16 en 17 from Bij de Les 10-2012-2Nadia Tan
 
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
Frederik Smit
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Bart Litjens
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2009) Innovaties in ouderbetrokkenheid
Frederik Smit & Geert Driessen (2009) Innovaties in ouderbetrokkenheidFrederik Smit & Geert Driessen (2009) Innovaties in ouderbetrokkenheid
Frederik Smit & Geert Driessen (2009) Innovaties in ouderbetrokkenheid
Driessen Research
 
Onderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijsOnderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijs
Bart Litjens
 
Okp de molenwerf meer kansen voor kinderen buurt en school
Okp de molenwerf   meer kansen voor kinderen buurt en schoolOkp de molenwerf   meer kansen voor kinderen buurt en school
Okp de molenwerf meer kansen voor kinderen buurt en school
Bert van der Neut
 
Leerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMCLeerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMC
karin taselaar
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2005) Opvattingen van allochto...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2005) Opvattingen van allochto...Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2005) Opvattingen van allochto...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2005) Opvattingen van allochto...
Driessen Research
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
Frederik Smit
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...
Driessen Research
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Driessen Research
 
Rapport Noorderstroom
Rapport NoorderstroomRapport Noorderstroom
Rapport Noorderstroom
Francis Herbers
 
Geert Driessen et al. (2015) Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basi...
Geert Driessen et al. (2015) Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basi...Geert Driessen et al. (2015) Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basi...
Geert Driessen et al. (2015) Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basi...
Driessen Research
 

Similar to Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008 (20)

Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
 
Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911
Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911Wethouders aan het woord   resultatennulmeting 0911
Wethouders aan het woord resultatennulmeting 0911
 
Analyse Van Probleem En Behoefte Brede School ABC Kattenbroek
Analyse Van Probleem En Behoefte Brede School ABC KattenbroekAnalyse Van Probleem En Behoefte Brede School ABC Kattenbroek
Analyse Van Probleem En Behoefte Brede School ABC Kattenbroek
 
Rapport Praktijk uit de wijk
Rapport Praktijk uit de wijkRapport Praktijk uit de wijk
Rapport Praktijk uit de wijk
 
Verslag
VerslagVerslag
Verslag
 
Pages 16 en 17 from Bij de Les 10-2012-2
Pages 16 en 17  from Bij de Les 10-2012-2Pages 16 en 17  from Bij de Les 10-2012-2
Pages 16 en 17 from Bij de Les 10-2012-2
 
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
 
Rapport ouderenbehoeftenonderzoek
Rapport ouderenbehoeftenonderzoekRapport ouderenbehoeftenonderzoek
Rapport ouderenbehoeftenonderzoek
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2009) Innovaties in ouderbetrokkenheid
Frederik Smit & Geert Driessen (2009) Innovaties in ouderbetrokkenheidFrederik Smit & Geert Driessen (2009) Innovaties in ouderbetrokkenheid
Frederik Smit & Geert Driessen (2009) Innovaties in ouderbetrokkenheid
 
Deelanalyse
DeelanalyseDeelanalyse
Deelanalyse
 
Onderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijsOnderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijs
 
Okp de molenwerf meer kansen voor kinderen buurt en school
Okp de molenwerf   meer kansen voor kinderen buurt en schoolOkp de molenwerf   meer kansen voor kinderen buurt en school
Okp de molenwerf meer kansen voor kinderen buurt en school
 
Leerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMCLeerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMC
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2005) Opvattingen van allochto...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2005) Opvattingen van allochto...Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2005) Opvattingen van allochto...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2005) Opvattingen van allochto...
 
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
Frederik Smit, Geert Driessen & Jan Doesborgh (2002). Ouders en educatieve vo...
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen (2015) VVE-doelgroepkinder...
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
 
Rapport Noorderstroom
Rapport NoorderstroomRapport Noorderstroom
Rapport Noorderstroom
 
Geert Driessen et al. (2015) Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basi...
Geert Driessen et al. (2015) Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basi...Geert Driessen et al. (2015) Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basi...
Geert Driessen et al. (2015) Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basi...
 

Studie Kinderopvang Oostende-Westhoek 2008

  • 1.   ¡ ¢ £ ¤ ¥ ¦ ¦ § ¨ © ¢ £ © © ¤
  • 2. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 20081 INHOUDSTAFEL 1. OPDRACHT 1 2. METHODOLOGIE 2 3. RESPONS 3.1. Deelname aan de inwonersenquête 4 3.2. Deelname aan de inrichtersenquête 7 3.3. Deelname door de werkwinkels van de VDAB 8 3.4. Deelname door de bedrijven 9 4. VERWERKING VAN DE GEGEVENS 4.1. De wijze van verwerking 11 4.1.1. Inwonersenquêtes 11 4.1.1.1. verwerking door het WES 11 4.1.1.2. verwerking van cijfers 11 4.1.2. Enquête bij Inrichters van kinderopvang 12 4.1.3. Enquête bij niet-werkende werkzoekenden 12 4.1.4. Enquête bij Bedrijven 12 4.1.5. De Stuurgroep Kinderopvang 13 4.2. Resultaten van de verschillende enquêtes 4.2.1. Resultaten van de Inwonersenquête 14 4.2.1.1. Verwerking door het WES 4.2.1.2. Verwerking van cijfers uit de inwonersenquête 14 4.2.1.3. De Kuststrook 17 4.2.1.3.1. Niet-schoolgaande kinderen in Bredene en De Haan 18 4.2.1.3.2. Schoolgaande kinderen In Bredene en De Haan 19 4.2.1.3.3. Middelkerke en behoefte aan bijkomende opvang 21 4.2.1.3.3.1. Niet-schoolgaande kinderen in Middelkerke 22 4.2.1.3.3.2. Schoolgaande kinderen in Middelkerke 23 4.2.1.3.3.3. Samengevat voor Middelkerke 23 4.2.1.3.4. Oostende en haar noden aan kinderopvang 25 4.2.1.3.4.1. Niet-schoolgaande kinderen in Oostende 25 4.2.1.3.4.2. Schoolgaande kinderen in Oostende 26 4.2.1.4. Het Hinterland van de kust 29 4.2.1.4.1. Niet-schoolgaande kinderen in het Hinterland 29 4.2.1.4.2. Schoolgaande kinderen in het Hinterland 31 4.2.1.5. De Westhoek 33 4.2.1.5.1. Niet-schoolgaande kinderen in de Westhoek 33 4.2.1.5.2. Schoolgaande kinderen in de Westhoek 35 4.2.1.5.3. Vergelijking met Veurne 37 4.2.1.5.3.1. Flexibele opvang 37 4.2.1.5.3.2. Opvang zieke kinderen 37 4.2.1.5.3.3. Kostprijs 37 4.2.1.5.3.4. Opvang voor kinderen vanaf 9 Jaar 37 4.2.1.5.3.5. Schoolvakanties 38 4.2.1.5.3.6. Conclusies voor Veurne 38 4.2.1.5.4. Conclusies voor de Westhoek 38
  • 3. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 20082 4.2.2. Resultaten uit de Enquête bij de Inrichters van kinderopvang 4.2.2.1. Resultaten en opmerkingen 39 4.2.2.2. Conclusies 42 4.2.3. Resultaten uit de Enquête bij niet-werkende werkzoekenden 4.2.3.1. Kustgemeenten 43 4.2.3.2. Het Hinterland 43 4.2.3.3. De Westhoek 44 4.2.3.4. Conclusies uit de bevraging van de NWWZ 44 4.2.4. Resultaten uit de Bedrijvenenquêtes 4.2.4.1. Bedrijvenenquêtes in Ieper 45 4.2.4.1.1. Niet-schoolgaande kinderen 45 4.2.4.1.2. Schoolgaande kinderen 45 4.2.4.2. Bedrijvenenquêtes in Oostende 47 4.2.4.2.1. Niet-schoolgaande kinderen 47 4.2.4.2.2. Schoolgaande kinderen 47 4.2.4.3. Bedrijvenenquêtes in Veurne 49 4.2.4.4. Conclusies uit de bedrijvenenquêtes 50 5. KNELPUNTEN CREATIEVE OPLOSSINGEN 5.1. Knelpunten 5.1.1. Knelpunten aan de kust 51 5.1.2. Knelpunten in het Hinterland en de plattelandsgemeenten van de Westhoek 51 5.1.3. Knelpunt alom 52 5.2. Creatieve oplossingen 53 6. SAMENVATTING EN CONCLUSIES 54 BIJLAGEN
  • 4. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 1 1. OPDRACHT Kinderopvang en de nood aan een goede regeling ter zake is een thema waar de meesten onder ons vroeg of laat mee in aanraking komen. Zoveel betrokkenen, zoveel standpunten, zoveel gevoeligheden. Het thema is van alle tijden, maar de invulling ervan is wel sterk geëvolueerd. Waar het vroeger vanzelfsprekend was dat moeders, grootmoeders, tantes voor de kinderen zorgden, is dit tegenwoordig geen evidentie meer. Waar men voorheen een oppas nodig had voor zijn kinderen, en dan vooral voor de kleintjes, terwijl men aan het werk was, is dit niet meer de enige reden. Sociale contexten wijzigen, levensstijl en behoeften veranderen. En eigenlijk zien we dat de nood aan kinderopvang, die op een professionele manier wordt georganiseerd, steeds toeneemt. Dit is ook wat de sociale partners en de lokale besturen vaststellen. Vandaar dat door de SERR Oostende Westhoek de opdracht werd gegeven tot een onderzoek naar de mogelijkheden en de noden betreffende Kinderopvang als randvoorwaarde voor tewerkstelling in de regio Oostende Westhoek. RESOC Oostende en RESOC Westhoek sloten zich bij deze vraag aan. De opdracht tot het voeren van de studie werd gegeven aan Projectontwikkelaar Evenredige Arbeidsdeelname en Diversiteit Karine Van Daele. RESOC Oostende en RESOC Westhoek financierden het inputwerk van de data. SERR Oostende Westhoek liet door het WES een studie naar de verbanden maken op het grootste deel van de data.
  • 5. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 2 2. METHODOLOGIE Er werd een bevraging georganiseerd via enquêteformulieren. Om zo ruim mogelijk af te toetsen, werden vier invalshoeken genomen. Eerste invalshoek: de inwoners van de regio met kinderen in de doelgroep van 0-3 jaar, de niet- schoolgaande kinderen, en 25 -12 jaar, de schoolgaande kinderen. Dit zijn de (potentiële) gebruikers van professionele Kinderopvang. Er werd heel bewust uitgesplitst tussen deze twee leeftijdsgroepen omdat de opvangproblematiek grondig verschilt. Voor de vragenlijsten werd geopteerd voor de standaardformulieren, ontwikkeld door Kind en Gezin en wel in de korte versie. Deze formulieren zijn te consulteren op de website van Kind en Gezin, www.kindengezin.be, Je vindt ze ook in de bijlagen achteraan de bundel. Waarom we deze enquêteformulieren gebruikten en niet zelf iets ontwikkelden? We willen aantonen wat de specifieke behoeften zijn in onze regio en waarin onze problematiek anders is. De resultaten leggen we voor aan de Minister. We willen dus in herkenbare taal het grootste deel van onze resultaten voorleggen. We wilden ook niet het risico lopen dat onze bevraging als niet wetenschappelijk zou worden beoordeeld. Bovendien weten we uit ervaring dat een enquêteformulier van meer dan vijf bladzijden lang niet meer met de nodige precisie wordt ingevuld en dat je het risico loopt dat men zijn antwoorden niet meer goed overweegt op de laatste vragen. Voor de distributie en de inzameling van de enquêteformulieren werd een beroep gedaan op de 25 steden en gemeenten van de regio. Alle Colleges van Burgemeester en Schepenen werden begin mei 2007 aangeschreven met de vraag naar hun medewerking hierin. Niet alle gemeenten namen (op dezelfde wijze) deel, maar daarover verder meer. De mate van respons is niet overal gekend. Gemeenten werden immers vrij gelaten in de wijze waarop zij de verdeling en de inzameling deden en niet overal werd bijgehouden hoeveel enquêteformulieren werden verdeeld. Wel werd overal de raad opgevolgd om de enquêteformulieren voor de schoolgaanden kinderen te verdelen en in te zamelen via de scholen en hier zien we dan ook de grootste respons. Wat de niet-schoolgaande kinderen betreft, adviseerden we om deze met de post te versturen, maar hier werden verschillende werkwijzen gehanteerd. De respons is hier verhoudingsgewijs kleiner. In onze cijfers hebben we een graad van representativiteit weergegeven, die is berekend op het aantal ontvangen ingevulde enquêteformulieren in verhouding tot het aantal gezinnen met kinderen in de betrokken leeftijdscategorie. Voor de verwerking van de data uit de teruggekeerde enquêtes werd door collega’s Projectontwikkelaar Bram Bruggeman en Stafmedewerker Nick Vanwalleghem een invulformulier in MS Access ontwikkeld. 3 Jobstudenten hebben gedurende een kleine drie weken alle antwoorden van de 6.450 teruggekeerde en ingevulde formulieren ingebracht. Daar werden queries en rapporten van getrokken en van hieruit is de effectieve verwerking van de inwonersenquêtes begonnen. Aan het WES werd de opdracht gegeven om verbanden te onderzoeken tussen het gebruik van of de wens naar (extra) Kinderopvang en een aantal gegevens als daar zijn de grootte en de samenstelling van het gezin, de werksituatie en het werkregime, de woonplaats. Het resultaat hiervan is een aparte bundel, die onderdeel uitmaakt van deze studie. De resultaten werden vervolgens door ons naar Excel getrokken, waar we een en ander puur cijfermatig voorstellen. We vonden het belangrijk van niet enkel verbanden, verhoudingen en percentages weer te geven, maar ook absolute waarden, cijfers te laten zien. Uiteraard worden deze met de nodige omzichtigheid gehanteerd, zoals verder zal blijken. Een tweede invalshoek is die van de inrichters van Kinderopvang. Zoals hoger gesteld, kozen we voor de korte versie van de enquêteformulieren die werden ontwikkeld door Kind en Gezin. Hierin worden heel wat aspecten bevraagd, maar lang niet alle waarop we een zicht wilden. De bevraging van de Inrichters van Kinderopvang bood ons de mogelijkheid om die vragen dan toch te stellen.
  • 6. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 3 Via de LOK1 van alle gemeenten werden de Inrichters van Kinderopvang opgeroepen om input te geven voor een enquêteformulier waarmee de sector zou worden bevraagd. Het formulier werd door hen ontworpen en samengesteld vanuit het standpunt van Inrichter van Kinderopvang, of het nu gaat om een Kinderdagverblijf of een onthaalouder, een school of een IBO2. We vonden het belangrijk om ook hen aan het woord te laten vermits een aantal van de bestaande noden (geheel of ten dele) hun oorzaak kennen in de problematiek waarmee Inrichters van Kinderopvang te maken hebben. De enquêteformulieren werden via mail of per post verstuurd naar alle LOK van het werkingsgebied. De verwerking deden we in Excel. De derde invalshoek, de NWWZ3, wilden we voor de volledigheid ook meenemen in de studie. Als we de noden aan Kinderopvang willen onderzoeken als randvoorwaarde voor tewerkstelling, is het evident dat we ook inzoomen op zij die een nieuwe job mogelijks niet kunnen aannemen omdat ze geen opvang hebben voor hun kinderen. We vonden de Lokale Werkwinkels bereid om in oktober 2007 gedurende 14 dagen eenvoudige turflijsten in te vullen wanneer werkzoekenden met kinderen in betrokken leeftijdscategorieën zich kwamen aanbieden. Ook deze verwerking gebeurde via een Excel sheet. De vierde invalshoek was die van de bedrijfswereld. We wilden nagaan in welke mate werknemers met schoolgaande of jongere kinderen een probleem hebben mbt Kinderopvang. We hebben daarvoor beroep gedaan op de POM4 , Afdeling Verduurzaming van Bedrijventerreinen . De POM heeft met deze afdeling heel wat contacten met bedrijven en doet een aantal bevragingen. Hen werd gevraagd mbt Kinderopvang een bevraging te organiseren van de werknemers binnen de bedrijven die daarvoor hun toestemming gaven. Zij organiseerden een ronde in Ieper, bedrijvenzone Ieperleekanaal, een tweede ronde vond plaats in Oostende. Er werd telkens gestart met een infosessie waarop bedrijven schriftelijk werden uitgenodigd. Ter zitting werd het opzet geschetst en een timing meegegeven. Vervolgens werden de bedrijven die aanwezig waren op de infosessie, benaderd door de POM en werden enquêteformulieren overhandigd. Deze werden door de POM weer opgehaald en verwerkt in Excel. In een feedbacksessie werden de resultaten teruggekoppeld. In Ieper ontstonden spontaan contacten tussen bedrijven onderling en met de stad en ondertussen zetten enkele bedrijven een proefproject op. In Oostende ging men niet meteen zo ver, maar bedrijven onderling en de stad vonden ook toenadering tot elkaar. Toetsing via de Stuurgroep Kinderopvang. De resultaten die we via de verschillende invalshoeken bekomen hadden, bevestigden elkaar. Toch wilden we via vertegenwoordigers van de lokale besturen een toetsing inbouwen. Anderzijds wilden we hen ook absoluut betrekken. De uitwerking van de problematiek ligt tenslotte bij de steden en gemeenten. Deze Stuurgroep heeft drie maal vergaderd en zeer belangrijke input geleverd. Nalezen van de tekst gebeurde door Carla Leber, Roos Demolder en Ilse Baeten. Zij zijn alle drie al jarenlang bezig met de organisatie en coördinatie van Kinderopvang. 1 Lokale Overleggen Kinderopvang 2 IBO= initiatief buitenschoolse opvang  opvang van schoolgaande kinderen buiten de schooluren. 3 NWWZ= niet-werkende werkzoekenden 4 POM= provinciale ontwikkelingsmaatschappij
  • 7. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 4 3. RESPONS We bespreken hier de deelname aan de enquêtes, zowel wat betreft de inwoners als de inrichters, als de NWWZ, als de bedrijven. Bij de inwonersenquêtes kunnen we ook nog gaan kijken naar het aantal teruggekeerde en ingevulde enquêtes in verhouding tot het aantal verdeelde enquêtes. Dit geeft de indicatie van betrokkenheid weer. Enkel voor die gemeenten die hebben bijgehouden hoeveel enquêteformulieren ze hebben verdeeld, kunnen we die cijfers weergeven. 3.1. deelname aan de inwonersenquêtes Het werkgebied van de SERR Oostende Westhoek omvat de werkgebieden van RESOC Oostende met 7 gemeenten en RESOC Westhoek met 18 gemeenten. In totaliteit bereiken we 25 gemeenten. In de Oostendse regio namen volgende gemeenten deel: Bredene, De Haan, Gistel, Ichtegem en Oudenburg. In al deze gemeenten werden zowel de enquête voor niet-schoolgaande als deze voor schoolgaande kinderen verdeeld en opgehaald. Middelkerke en Oostende namen niet deel aan deze enquête maar stelden wel hun gegevens volledig ter beschikking. Zij hadden kort voordien nog maar een bevraging georganiseerd. Op korte termijn opnieuw enquêteren is inderdaad niet aangewezen. In de Westhoek werden de Panne en Mesen niet bereid gevonden om deel te nemen aan de enquête van de SERR. In Veurne had men nog maar net bevraagd. Ook hier verleende de stad zijn volledige medewerking bij het ter beschikking stellen van de gegevens. In Nieuwpoort, Koksijde en Vleteren had men de intentie om deel te nemen, maar men heeft een en ander logistiek niet voor elkaar gekregen, waardoor een deelname uiteindelijk niet is gelukt. We hebben in de Westhoek dus effectieve deelname gekend bij 12 steden en gemeenten: Alveringem, Diksmuide, Heuvelland, Houthulst, Ieper, Koekelare, Kortemark, Langemark- Poelkapelle, Lo-Reninge, Poperinge, Wervik en Zonnebeke. In de totale regio Oostende Westhoek hebben 17 van de 25 gemeenten effectief deelgenomen aan de Inwonersenquête. We beschikken in onze regio over gegevens van 20/25 gemeenten, wat neerkomt op 80% van de gemeenten. De distributie en inzameling van de inwonersenquêtes lag bij de gemeenten. Sommige gemeenten hebben nauwgezet bijgehouden hoeveel enquêtes werden verdeeld en konden zo ook meten wat de graad van respons was. De tabel hieronder verduidelijkt dat.
  • 8. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 5 Tabel 1 respons Inwonersenquêtes SERR Totaalverstuurd0-3 Totaalverstuurd3-12 Totaalverstuurd0-12 TOTAALTERUG0-3 TOTAALTERUG3-12 totaalTERUG0-12 %RESPONSTOTAAL Alveringem 15 46 61 Bredene 200 1300 1500 36 388 424 28,27% De Haan 1000 75 267 342 34,20% De Panne 0 0 0 Diksmuide 80 159 239 Gistel 980 56 94 150 15,31% Heuvelland 69 358 427 Houthulst 708 98 193 291 41,10% Ichtegem 50 302 352 Ieper 146 1073 1219 Koekelare 900 70 135 205 22,78% Koksijde 0 0 0 Kortemark 1320 0 234 234 Langemark-Poelkapelle 188 36 270 306 Lo-Reninge 29 82 111 Mesen 0 0 0 Middelkerke* Nieuwpoort 0 0 0 0 Oostende* Oudenburg 175 546 721 48 99 147 20,39% Poperinge 630 2230 2860 205 837 1042 36,43% Veurne* Vleteren 0 0 0 0 Wervik 0 99 96 96 Zonnebeke 340 1387 1727 99 561 660 38,22% TOTAAL 1533 6783 11456 1211 5194 6405 * De deelnamecijfers in deze gemeenten werden ons eveneens bezorgd. We geven ze hieronder weer:
  • 9. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 6 Middelkerke organiseerde twee enquêtes. De eerste uitsluitend naar handelaars die ofwel zelf kinderen hebben in de doelgroep of personeel tewerkstellen met kinderen tussen 0 en 12. Tabel 2 respons Handelaarenquête Middelkerke aantal % Verzonden enquêtes 775 Niet bezorgd door de post 5 Dubbel adres 13 Foutmelding door de handelaar of enquêteurs 45 Onduidelijk als de handelszaak (nog) bestaat 46 Fout of onduidelijk 109 Totaal aantal adressen (met zekerheid) 666 100 % Ingevulde enquêtes 227 34 % - Terug bezorgd per post 109 16 % - Opgehaald door enquêteurs 118 18 % Mondeling antwoord bij enquêteurs 322 48 % - Geen eigen kinderen en geen personeel met kinderen 263 39 % - Wel eigen (grote) kinderen en geen problemen met opvang 59 9 % Wensten niet mee te werken 6 1 % Niet bereikt 111 17 % 162 enquêtes van handelaars die ofwel eigen kinderen hebben, ofwel personeelsleden met kinderen werden grondig geanalyseerd. De ingevulde enquêtes van 65 handelaars zonder kinderen en zonder personeel met kinderen werden niet gedetailleerd verwerkt. Een volgende enquête werd verstuurd naar alle inwoners van Middelkerke ( met uitsluiting van wie een handelszaak heeft in Middelkerke) met kinderen in de doelgroep 0-12. Er gingen 1078 enquêteformulieren de deur uit. Tabel 3 respons Inwonersenquêtes Gemeente Middelkerke geboortejaar leeftijd aantal antwoorden Aantal kinderen van dit geboortejaar in de gemeente % beantwoordde vragenlijsten 2007 0 24 2006 1 63 126 50,00 2005 2 62 129 48,06 2004 3 58 131 44,27 2003 4 61 151 40,40 2002 5 60 134 44,78 2001 6 62 148 41,89 2000 7 56 148 37,84 1999 8 69 149 46,31 1998 9 57 136 41,91 1997 10 64 176 36,36 1996 11 66 187 35,29 1995 12 57 151 37,75 TOTAAL 474 1078 verstuurde enquêtes 44%
  • 10. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 7 Oostende hield een bevraging onder de inwoners in 2003 én in 2006. Iedere ouder van een zoon of dochter in de leeftijdscategorie 0-12 jaar in Oostende kreeg een enquêteformulier toegestuurd of via school bezorgd. (mei-juni 2006). Tabel 4 respons Inwonersenquête Stad Oostende Inwonersenquêtes Oostende 2003 en 2006 Enquête 2003 2006 Aantal verstuurd Aantal terug % Aantal verstuurd Aantal terug % Via de post voor ouders met een kind tussen 0 en 3 jaar 1150 1728 Via alle basisscholen in Oostende voor de andere leeftijden 5450 6010 Totaal 6600 946 14,33 7738 1259 16,27 Veurne hield een enquête onder zijn inwoners in 2004 Een bevraging van de gebruikers van de kinderopvang in Veurne. Er is een mailing vertrokken naar alle ouders van kinderen tussen de 0 en de 12 jaar. In totaal kwamen er 107 enquêtes terug. Deze 107 enquêtes hebben betrekking op 224 kinderen. Met een respons van meer dan 20 % mogen de resultaten als representatief beschouwd worden. Tabel 5 respons Inwonersenquête Stad Veurne gezinnen met enquêtes terug aantal kinderen 1 kind 40 40 2 kinderen 30 60 3 kinderen 29 87 4 kinderen 5 20 5 kinderen 1 5 6 kinderen 2 12 107 224 3.2. Deelname aan de Inrichtersenquête In het kader van deze studie hebben we de LOK gecontacteerd met de vraag om de enquête te verspreiden bij al hun inrichters van kinderopvang. Het gaat niet enkel om gesubsidieerde opvang, maar ook om zelfstandige opvang, waar we niet in één oogopslag een aantal kunnen op plakken. De respons die we weergeven is een exact cijfer per regio en geen verhouding tot het totale aanbod. We kregen in totaal 57 enquêtes terug, 26 uit de Westhoek, 31 uit de regio Oostende. De meeste respons kwam van scholen (29,82%), onthaalouders aangesloten bij een dienst voor opvanggezinnen en ook hun dienstverantwoordelijken (21,05%) en zelfstandige onthaalouders (19,30%).
  • 11. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 8 Tabel 6 respons Inrichtersenquête SERR Respons Inrichtersenquêtes 2 12 6 11 1 4 2 2 2 6 6 3 0 2 4 6 8 10 12 14 Bredene DeHaan Ichtegem Gistel Middelkerke Oostende Oudenburg Alveringem DePanne Diksmuide Heuvelland Houthulst Ieper Koekelare Koksijde Kortemark Langemark- Lo-Reninge Mesen Nieuwpoort Poperinge Veurne Vleteren Wervik Zonnebeke Overige Oostende stuurde tgv zijn onderzoek in 2006 ook enquêteformulieren naar de verschillende opvanginitiatieven zoals we zien in onderstaande tabel. Deze vragenlijst peilde in eerste instantie naar de parameters, zoals aantal aanwezige kinderen, openingstijden, capaciteit en ouderbijdragen. In tweede instantie werd getoetst naar de knelpunten, verwachtingen en noden van de initiatieven zelf. Tabel 7 respons Inrichtersenquête Stad Oostende Enquête Aantal verstuurd Kleuter en basisscholen 27 Dienst voor opvanggezinnen 1 Kinderopvang initiatieven 28 Jeugdwerk 18 Totaal 74 3.3. Deelname door de Werkwinkels van de VDAB De bevraging vond plaats in de 7 Werkwinkels van de VDAB van de regio gedurende de eerste 14 dagen van oktober 2007. Tabel 8 respons Werkwinkels VDAB KINDEROPVANG OBSTAKEL VOOR WERKAANVATTING- ENQUÊTE BIJ NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN 229 56 46 30 40 6 26 25 TOTAAL GISTEL OOSTENDE DIKSMUIDE IEPER KOKSIJDE POPERINGE VEURNE
  • 12. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 9 3.4. Deelname door bedrijven Voor deze studie naar Kinderopvang werd medewerking gevraagd aan de POM om enquêtes te organiseren bij bedrijven. Er werd geopteerd voor 2 locaties. In juni 2007 vond een bevraging plaats in Ieper op de bedrijvenzone Ieperleekanaal. Aan de enquête namen 14 bedrijven deel. Tabel 9 respons bedrijven Ieper bruikbaar onbruikbaar Autostar 2 7 Connectronics 10 DHL 13 Digimatic 1 1 Duran 2 Ieperband 11 2 IVVO 4 McBride 111 2 N-Allo 22 18 Picanol 84 Punch Graphix 9 2 Solae 19 S. Commercial 2 Westlandia 20 3 310 35 In december 2007 werd eenzelfde initiatief gelanceerd in Oostende. De opkomst bedroeg hier 8 bedrijven. Tabel 10 respons bedrijven Oostende bruikbaar onbruikbaar O. De Bruycker 9 Europal 1 IVOO 2 Jet Air 55 De Oesterbank 27 Pharma Belgium 4 Proviron/Huber 36 1 VMM 16 150 1 Ook in Veurne werd in 2004 een enquête gehouden bij bedrijven. Toen werd op vraag van het ACV Veurne door het lokaal overleg kinderopvang Veurne en in samenwerking met Stad Veurne, het toenmalig STC (Subregionaal Tewerkstellingscomité Oostende – Ieper5 ) en het ACV, de noodzaak van flexibele kinderopvang in Veurne onderzocht. Een aantal bedrijven uit de industriezone in Veurne werden bevraagd. De bedrijven werden geselecteerd door de werkgroep om een degelijke spreiding te krijgen tussen grote en kleine 5 Het STC Oostende-Ieper werd de SERR Oostende Westhoek
  • 13. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 10 bedrijven, tussen bedrijven met ploegendienst en bedrijven zonder ploegendienst, enz. Uiteindelijk zijn er 18 bedrijven geselecteerd die bevraagd werden door de projectontwikkelaar van het STC. Tabel 11 respons bedrijven Veurne respons bedrijven Veurne verzocht om deelname deelname geen deelname persoonlijke bevraging telefonisch bevraagd 18 8 7 3 44,44% 38,89% 16,67% 55,55%
  • 14. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 11 4. VERWERKING VAN DE GEGEVENS 4.1. . De wijze van verwerking 4.1.1. Inwonersenquêtes We kozen voor de enquête die werd ontwikkeld door Kind en Gezin en hadden oorspronkelijk de bedoeling om ook gebruik te maken van de verwerkingstool die daarvoor zou worden ontwikkeld. Toen bleek dat die niet tijdig zou opgeleverd worden, hebben collega’s Bram Bruggeman en Nick Vanwalleghem een invulformulier in MS Access ontwikkeld. Er werd heel bewust gekozen voor een databestand in een relationele database. We wilden namelijk geen verbanden verliezen tussen de verschillende componenten, die we hadden bevraagd. De inwonersenquête is trouwens de enige enquête waarvoor we in een relationele database hebben geregistreerd. Zij leverde de meeste respons op, niet alleen verhoudingsgewijs, maar zeker ook in absolute cijfers. Voor bevragingen, waarvan je een veel kleiner aantal formulieren terugkrijgt, is de inspanning veel te groot om te verwerken in een relationele database. Bovendien is de massa aan gegevens waarover je beschikt, te klein om op die manier conclusies te kunnen trekken. 6405 van de teruggekeerde enquêtes waren bruikbaar en moesten worden ingeput. 3 jobstudenten hebben dat gedurende 3 weken met de nodige precisie gedaan. Eens dat rond was, beschikten we over een groot databestand om verder te analyseren. We wilden daar op twee manieren naar kijken: verbanden leggen en cijfers berekenen. 4.1.1.1. Verwerking door het WES In oktober 2007 werden de gegevens overgemaakt aan het WES. Tanja Termote ontfermde zich over onze data en leverde in november 2007 een 93 blz. tellende studie af. 4.1.1.2. Verwerking van cijfers Vanuit de database in Access werden de gegevens geëxporteerd naar Excel. De verdere verwerking van deze gegevens gebeurde in Excel. Er werden totalen gemaakt van de vragen waar cijfers werden ingevuld. Waar mensen konden kiezen tussen een antwoord “Ja”, “Nee” of “Nee, maar dat is wel onze wens”, werden de verschillende antwoorden samengeteld. Zo kwamen we tot cijfers mbt het effectieve gebruik van kinderopvang en de wens naar extra kinderopvang. We telden het aantal teruggekeerde enquêtes. Zo kwamen we tot het aantal gezinnen dat had gereageerd. We wilden uiteraard weten of onze groep respondenten representatief was. Dus berekenden we die representativiteit door het aantal antwoordende gezinnen te delen door het totale6 aantal gezinnen met kinderen in die leeftijdsgroep. We deden dat voor de totaliteit van de studie, maar ook voor delen van de regio, die logisch samenhangen. 6 Deze cijfers werden opgevraagd bij de Provincie West-Vlaanderen, Dienst Economie
  • 15. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 12 De bekomen cijfers obv de gezinnen-respondenten van de enquête werden geëxtrapoleerd naar het totale aantal gezinnen met kinderen in betrokken leeftijdscategorie en per regio. We deden dit obv de cijfers die de Dienst Economie van de Provincie West-Vlaanderen ons ter beschikking stelde. Die cijfers geven de situatie weer per 1 januari 2007. Zo komen we tot een beeld van het gebruik dat men maakt van kinderopvang 7 en de gewenste8 extra opvang voor alle gezinnen. Op basis van het aantal kinderen9 per gezin in de betrokken leeftijdscategorie, berekenden we voor hoeveel kinderen er nood is aan extra opvang. We splitsten dat uit per opvangmoment én per opvanginitiatief waarvoor de ouders hadden gekozen. Voor de vraag naar extra professionele opvang berekenden we het aantal kinderen waarvoor men die opvang wenst en we berekenden het aandeel van elke vraag in verhouding tot de totale extra vraag. We drukten dit uit in percenten. Onder professionele opvang verstaan we de opvang die wordt geregeld door een inrichter van kinderopvang, die dit niet doet vanuit zijn hoedanigheid van familie, buur, kennis, grootouder. De thuisoppas rekenen we evenmin tot de professionele opvang. In praktijk gaat het hier om studenten. 4.1.2. Enquête bij Inrichters van kinderopvang Het aantal teruggekeerde enquêtes liet perfect toe om deze in Excel te verwerken. Vanuit de regio Oostende keerden 31 formulieren terug. Uit de Westhoek ontvingen we er 26. De aard van de vragen vereiste een verschillende notatie. Daar waar naar openingsuren werd gevraagd of naar andere aspecten waar we veel verschillende situaties noteren, werden deze alle weergegeven. Voor vragen van het type waar men polst naar openstaande saldi of het aantal uren die een leidinggevende besteedt aan administratie etc., werden maxima genoteerd. We plaatsten de resultaten uit de Westhoek naast die van Oostende. Er werden ook opmerkingen genoteerd. 4.1.3. Enquête bij niet-werkende werkzoekenden De antwoorden die door de medewerkers van de Werkwinkels werden genoteerd in de turflijsten, werden ingevoerd in een Excel bestand. Het betrof zeer eenvoudige vragen waarop een bevestigend/ontkennend antwoord kon worden gegeven. We berekenden eenvoudig totalen en percentages op het geheel; opmerkingen werden niet gegeven. 4.1.4. Enquête bij Bedrijven De antwoorden op de vragenlijsten werden door medewerkers van de POM ingevoerd in een Excelbestand. Zij telden waarden op en berekenden percentages. Daarnaast werden ook nog opmerkingen geregistreerd. 7 Zie onder “EXTRAPOLLATIE naar x gezinnen voor EFFECTIEF GEBRUIK” in de spreadsheets in de bijlagen 8 Zie onder “EXTRAPOLLATIE naar x gezinnen voor bijkomende vraag/ WENSEN ofte plaatsen TEKORT” in de spreadsheets in de bijlagen 9 Zie onder “gemiddeld x kinderen/gezin - # plaatsen TEKORT” in de spreadsheets in de bijlagen
  • 16. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 13 4.1.5. De Stuurgroep Kinderopvang De Stuurgroep Kinderopvang fungeerde als een klankbord op de bevindingen uit de enquêtes. Van de verschillende vergaderingen werden verslagen opgemaakt. De besprekingen, opmerkingen en suggesties werden mee opgenomen in deze studie.
  • 17. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 14 4.2. Resultaten van de verschillende enquêtes 4.2.1. Resultaten uit Inwonersenquêtes In totaal kregen we 6405 ingevulde enquêtes terug vanuit 17 steden en gemeenten. Middelkerke, Oostende en Veurne stelden de resultaten van hun bevraging ter beschikking, maar hun antwoorden werden niet geïntegreerd in de resultaten uit de SERR enquête. We onderzochten grondig de mogelijkheid om die resultaten te incorporeren in de cijfers van de SERR enquête. De aanpak alsook de aard van de vragen verschilden echter te zeer van elkaar om dat effectief te kunnen doen en daarom zullen we de resultaten niet volledig geïntegreerd, maar in combinatie bespreken. Zo werd in de SERR enquête een onderscheid gemaakt tussen de leeftijdsgroepen 0-3 en 25 -12. Gezinnen met kinderen in die leeftijdscategorieën kregen aparte enquêteformulieren. In Middelkerke, Oostende en Veurne werden gezinnen bevraagd via éénzelfde enquêteformulier voor de leeftijdscategorie 0-12. In de SERR enquête peilden we per opvangmoment naar hoe ouders momenteel de opvang van hun kinderen regelen én welke oplossing zij voor welk opvangmoment wensen. We stelden geen vragen over vakantie opvang, ook niet over korte vakanties, maar maakten wel een onderscheid tussen opvang op zaterdag en op zondag. Andere bevragingen nemen de behoeften aan weekend opvang samen. Opvang op woensdagnamiddag en op schoolvrije dagen namen we wel mee op in de enquête voor schoolgaande kinderen. We peilden naar gebruik en nood aan opvang en vroegen ook concreet hoe ouders die (wilden) invullen. Verkiezen ze om dat zelf te doen of via grootouders, familie, buren of kennissen, eventueel bij wijze van een oppas thuis? Of gaat hun voorkeur uit naar professionele opvang bij een zelfstandige onthaalouder, een onthaalouder aangesloten bij een dienst voor opvanggezinnen, een kinderdagverblijf of mini-crèche? Voor de schoolgaande kinderen kon een keuze worden gemaakt tussen de opvang door de ouders zelf, grootouders, familie, buren of de professionele opvang via school, BKO, onthaalouders. 4.2.1.1. Verwerking door het WES Aan het WES werd de opdracht gegeven om onderzoek te verrichten naar de verbanden tussen de gezinssituatie, de woon- en werksituatie en het gebruik alsook de bijkomende nood aan kinderopvang. Dit betreft een aparte deelstudie, die weliswaar integraal onderdeel uitmaakt van onze studie naar kinderopvang, maar die vervat is in een aparte bundel. Consulteer daarvoor de bijlagen achteraan. 4.2.1.2. Verwerking van cijfers uit de inwonersenquête Naast het leggen van verbanden, wilden we ook graag tot concrete cijfers komen en dan vooral cijfers mbt de nood aan extra plaatsen voor kinderopvang. Zoals eerder al gesteld, is de problematiek mbt baby’s en peuters grondig verschillend van deze mbt schoolgaande kinderen. We splitsen dus weer op in deze twee leeftijdsgroepen. We geven louter ter informatie globale cijfers voor de hele regio Oostende Westhoek om de impact van het probleem te duiden. Verder splitsen we de regio op omdat de problematiek niet over heel de regio gelijk loopt. Voor de totaliteit van de regio komen we tot volgende noden obv de inwonersenquête, georganiseerd door de SERR.
  • 18. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 15 Voor de niet-schoolgaande kinderen: tov totale vraag # gezinnen # kinderen voor 7u 's morgens 14,43% 287 318 overdag 36,32% 722 801 avond/nacht 16,42% 326 362 zaterdag 21,39% 425 472 zondag 11,44% 227 252 vraag naar extra opvang voor niet-schoolgaande kinderen in de regio Oostende Westhoek aantal niet-schoolgaande kinderen, waarvoor in Westhoek extra opvang wordt gevraagd - per 14,43% 36,32% 16,42% 21,39% 11,44% aantal niet-schoolgaande kinderen, waarvoor in de regio Oostende Westhoek extra opvang wordt gevraagd - per opvangmoment 318 801 362 472 252 voor 7u 's morgens overdag avond/nacht zaterdag zondag Voor de schoolgaande kinderen: # gezinnen #kinderen voor schoolbegin 14,97% 679 1127 na schooleinde 21,89% 993 1648 avond/nacht 4,30% 195 324 woensdagnamiddag 19,36% 878 1458 zaterdag 7,30% 331 549 zondag 3,18% 144 240 schoolvrije dagen 29,00% 1316 2184 vraag naar extra opvang voor schoolgaande kinderen in de regio Oostende Westhoek aantal schoolgaande kinderen, waarvoor in de regio Oostende Westhoek extra opvang wordt gevraagd - per opvangmoment 1127 1648 324 1458 549 240 2184 voor schoolbegin na schooleinde avond/nacht woensdagnamiddag zaterdag zondag schoolvrije dagen
  • 19. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 16 Als we de regio Oostende Westhoek bekijken, dan spreken we over een uitgestrekt gebied, dat de helft van de provincie West-Vlaanderen beslaat. Het omvat 25 gemeenten. Als we echter naar het karakter en de eigenheden kijken, dan kunnen we die grote regio onmogelijk als één geheel beschouwen en behandelen. Rekening houdend met de karakteristieken, splitsen we de regio Oostende Westhoek op in 3 subregio’s: de Kuststrook, het Hinterland van Oostende en de Plattelandsgemeenten van de Westhoek.
  • 20. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 17 4.2.1.3. De Kuststrook Als we spreken over de Kuststrook, bedoelen we de gemeenten die langs de Kust liggen vanaf De Haan tot aan de Franse grens in De Panne. Weliswaar is de problematiek voor deze kustgemeenten in globo genomen dezelfde of op zijn minst sterk vergelijkbaar, maar de kuststrook van Blankenberge tot aan de Nederlandse grens in Knokke-Het Zoute, behoort tot een ander SERR gebied en maakt dientengevolge geen onderwerp uit van deze studie. Waarin verschilt nu die Kuststrook van de rest van de regio Oostende Westhoek? Laten we beginnen met in die kuststrook al een onderscheid te maken tussen de stad Oostende en de andere gemeenten. Oostende heeft het typische karakter van een stad. De stad heeft bovendien een speciale aantrekkingskracht als terminus en mensen stranden er om uiteenlopende redenen. Vaker dan in andere regio’s kunnen ze geen beroep doen op familie of een uitgebreide kennissenkring. Dit geldt uiteraard ook betreffende kinderopvang. Heel concreet zien we dat in de bevraging via de Werkwinkels van de VDAB. In Oostende krijgt men kinderopvang niet geregeld om op korte termijn aan de slag te kunnen. Wat betreft de andere kustgemeenten tussen De Haan en De Panne, zien we in de meesten, met uitzondering van Bredene, een sterke focus op de horeca met de typische accenten op weekendwerk en de pieken in de zomermaanden en de sterk dalende activiteit in de winter. In de studie die werd gevoerd in Middelkerke komt dit heel sterk naar voor. Voor de kuststrook tussen Middelkerke en de Franse grens beschikken we jammer genoeg niet over gegevens uit een recente bevraging. We trekken onze vaststellingen over de Kuststrook dus door naar Nieuwpoort, Koksijde en De Panne zonder dat we ze concreet hebben kunnen checken via enquêtes, maar de bevragingen via de Stuurgroep Kinderopvang en de contacten met de gemeenten in voorbereiding van de enquêtering, geven ons aan dat zij de situatie als gelijklopend ervaren in deze gemeenten. Langsheen de Kuststrook hebben we een effectieve deelname aan de Inwonersenquête van de gemeenten Bredene en De Haan. Oostende en Middelkerke hebben eerder hun eigen enquête georganiseerd. Nieuwpoort, Koksijde en De Panne hebben niet deelgenomen noch gegevens ter beschikking gesteld. We moeten het dus stellen met de gegevens van vier op de zeven kustgemeenten. Oostende bespreken we verder. Bredene, De Haan en Middelkerke worden hier samen besproken. Als we de drie gemeenten in detail bekijken, stellen we vast dat deze drie kustgemeenten een gelijkaardige economie hebben en ook een gelijkaardige problematiek wat betreft Kinderopvang. In geen enkele van deze kustgemeenten treffen we een kinderdagverblijf aan; er zijn enkel onthaalouders. Hierdoor is veel minder sturing mogelijk in openingstijden en in prioriteiten in het opnamebeleid. De grootste nood aan Kinderopvang heerst in De Haan. Bredene heeft een veel groter aanbod. Maar daar leert men ons dat een groot aanbod ook een grotere behoefte creëert. En ook daaraan wil men zoveel mogelijk blijven voldoen. Middelkerke is vergelijkbaar met Bredene.
  • 21. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 18 4.2.1.3.1. Niet-schoolgaande kinderen in Bredene en De Haan In Bredene en de Haan stellen we een groot gebruik vast aan kinderopvang overdag via onthaalouders. 396 gezinnen doen op hen beroep. Er is gewoon geen alternatief. Een kinderdagverblijf is daar niet voorhanden. In Middelkerke evenmin trouwens. Ook de grootouders nemen heel wat voor hun rekening, vooral overdag (in 231 gezinnen) en op zaterdag (149 gezinnen) en zondag (97 gezinnen), maar ook ’s morgens vóór 7u (22 gezinnen), ’s avonds en ’s nachts (90 gezinnen). 7 gezinnen willen extra opvangplaatsen bij onthaalouders vóór 7u. 37 gezinnen wensen via die weg extra opvang overdag. Ook op zaterdag (15 gezinnen vragen extra plaatsen) en op zondag (15 gezinnen) wenst men nog meer beroep te doen op onthaalouders. Er is tevens vraag naar extra opvangplaatsen via een kinderdagverblijf of mini- crèche. Vóór 7 u vragen 7 gezinnen extra plaats. Overdag zijn 60 gezinnen op zoek naar extra opvang, ‘s avonds en ’s nachts 30. Op zaterdag vragen 52 gezinnen extra opvang via een kinderdagverblijf of mini-crèche, op zondag zijn dat er 22. Globaal gesproken is de vraag naar extra opvangplaatsen het grootst overdag: 97 gezinnen vragen extra opvang voor in totaal 102 kinderen. Dit vertegenwoordigt 38,42% op de totaliteit van de vraag naar extra opvang. 62% wenst dat ingevuld te zien via een kinderdagverblijf of mini-crèche Merken we echter op dat ook de vraag naar extra opvangplaatsen in het weekend een belangrijke plaats inneemt: 25 à 30% van de vraag naar extra opvang voor niet-schoolgaande kinderen is bedoeld voor het weekend, 26,47% voor zaterdagopvang en 14,71% voor zondagopvang. De verhouding tussen winter- en zomerseizoen maakte niet het voorwerp uit van deze enquête, maar bij mondelinge navraag werd ons bevestigd dat ook in dit gedeelte van de Kuststrook er wel degelijk een verschil is in vraag naargelang het seizoen. Kinderopvang in de Kuststreek - Bredene en De Haan 0 200 400 600 800 1000 1200 voor7u onthaalouder voor7u KD V/M C voor7u O ppas thuis voor7u G rootouders overdag onthaalouder overdag KD V/M C overdag -O ppas thuis overdag G rootouders avond/nachtonthaalouder avond/nachtKD V /M C avond/nachtO ppas thuis avond/nachtG rootouders zaterdag onthaalouder zaterdag KD V /M C zaterdag O ppas thuis zaterdag G rootouders zondag onthaalouder zondag K DV /M C zondag O ppas thuis zondag G rootouders opvangmoment aantalgezinnen gew enste opvang gebruikte opvang
  • 22. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 19 Concreet vraagt men tov totale vraag # gezinnen # kinderen voor 7u 's morgens 5,88% 15 16 overdag 38,24% 97 102 avond/nacht 14,71% 37 39 zaterdag 26,47% 67 71 zondag 14,71% 37 39 vraag naar extra opvang voor niet-schoolgaande kinderen in Bredene en De Haan aantal niet-schoolgaande kinderen waarvoor extra Brdene en De Haan - per opvangm aantal niet-schoolgaande kinderen waarvoor extra opvang wordt gevraagd in Brdene en De Haan - per opvangmoment 16 102 39 71 39 voor 7u 's morgens overdag avond/nacht zaterdag zondag 4.2.1.3.2. Schoolgaande kinderen in Bredene en De Haan Al vóór de schoolaanvang brengen heel wat gezinnen (262) de kinderen naar de grootouders indien zij vroeg de deur uit moeten. Ook op de school/BKO wordt beroep gedaan door 270 gezinnen. We registreren nog een vraag van 27% extra opvang via de school/BKO vóór schoolbegin; het gaat om 74 gezinnen. Als we zien dat onze respondenten gemiddeld Gezinnen met schoolgaande kinderen maken vooral gebruik van opvang voor hun kinderen nà de schooluren. 508 gezinnen doen daarvoor beroep op grootouders, familie, buren of kennissen. 442 gezinnen regelen de opvang via school of via de BKO. Er is echter nog vraag van 119 gezinnen voor extra plaatsen via school of BKO na de schooluren. Dit betekent een extra vraag van 27% bovenop het gebruik dat men hier al maakt van school/BKO. Men wil hier na schooltijd 244 kinderen extra opgevangen zien via een professionele voorziening. Een ander piekmoment is de woensdagnamiddag. Ook hier worden nog vaak de grootouders ingeschakeld. 341 gezinnen trekken zich zo uit de slag; 167 gezinnen doen beroep op school/BKO. Maar er is nog 57% extra vraag: 95 gezinnen met 163 schoolgaande kinderen wensen op woensdagnamiddag extra opvang via school/BKO. Ook de schoolvrije dagen (pedagogische studiedagen en facultatieve vrije dagen) stellen heel wat gezinnen voor problemen. In praktijk blijken de grootouders de
  • 23. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 20 grootste redders in nood; 418 gezinnen doen beroep op hen. Nog eens 204 gezinnen vinden een oplossing via de school/BKO, maar der is daar 52% extra vraag. Dat betekent dat 106 gezinnen, voor 181 schoolgaande kinderen extra opvang wensen specifiek via school/BKO op die schoolvrije dagen. In totaliteit vraagt men voor die dagen extra opvang voor 24 kinderen. Als we dan naar de weekendopvang kijken, stellen we vast dat ook schoolgaande kinderen vaak worden opgevangen in het weekend. Op zaterdag zien we 198 gezinnen de kinderen naar de grootouders brengen. 48 gezinnen schakelen een BKO in. Nog eens 71 gezinnen hebben voor hun schoolgaande kinderen een wens naar extra opvang specifiek via BKO op zaterdag. De totale extra opvangvraag voor de zaterdag heeft betrekking op 172 kinderen. Ook op zondag brengen 124 gezinnen de kinderen naar oma en opa. In een BKO kunnen ze dan niet terecht, maar 32 gezinnen met 54 schoolgaande kinderen zijn daarvoor wel vragende partij. Als we de wensen naar extra opvang tegenover elkaar plaatsen, noteren we de grootste nood na het einde van de schooldag: 20,93% van alle extra behoefte aan opvang voor schoolgaande kinderen. De voorkeur van de ouders gaat overduidelijk naar school/BKO. De woensdagnamiddag volgt met 18,99% van de extra opvangbehoefte. Weerom met een overduidelijke voorkeur voor school/BKO. De behoefte aan extra plaatsen in de professionele opvang op schoolvrije dagen is in verhouding groter dan die op woensdagnamiddag – het gaat om 20,54% - maar die momenten zijn uiteraard minder frequent. Toch gaat het om extra opvang voor 240 kinderen. De extra vraag naar zaterdagopvang (14,73%) is zelfs groter dan die vóór schoolaanvang (14,34%). Op zondag vraagt men toch nog voor 77 kinderen professionele opvang (6,59%) Ook bij de schoolgaande kinderen is er duidelijk de nood aan weekendopvang die professioneel is geregeld. 10 à 12% van de vraag naar extra opvang voor schoolgaande kinderen is bedoeld voor het weekend. Kinderopvang in de Kuststreek - Bredene en De Haan 0 100 200 300 400 500 600 voorschoolbegin G rootouders voorschoolbegin School/BKO voorschoolbegin onthaalouder voorschoolbegin KDV/M C voorschoolbegin O ppas thuis na schooleinde G rootouders na schooleinde School/BKO na schooleinde onthaalouder na schooleinde KDV/M C na schooleinde O ppas thuis avond/nachtG rootouders avond/nachtSchool/BKO avond/nachtonthaalouder avond/nachtKDV/M C avond/nachtO ppas thuis w oensdagnam iddag G rootouders w oensdagnam iddag School/BKO w oensdagnam iddag onthaalouder w oensdagnam iddag KDV/M C w oensdagnam iddag O ppas thuis zaterdag G rootouders zaterdag School/BKO zaterdag onthaalouder zaterdag KDV/M C zaterdag O ppas thuis zondag G rootouders zondag School/BKO zondag onthaalouder zondag KDV/M C zondag O ppas thuis vrije dagen G rootouders vrije dagen School/BKO vrije dagen onthaalouder vrije dagen KDV/M C vrije dagen O ppas thuis opvangmoment aantalgezinnen gewenste opvang gebruikte opvang
  • 24. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 21 Concreet vraagt men # gezinnen #kinderen voor schoolbegin 14,34% 98 167 na schooleinde 20,93% 143 244 avond/nacht 3,88% 26 45 woensdagnamiddag 18,99% 130 222 zaterdag 14,73% 100 172 zondag 6,59% 45 77 schoolvrije dagen 20,54% 140 240 vraag naar extra opvang voor schoolgaande kinderen in Bredene en De Haan aantal schoolgaande kinderen waarvoor men extra opvang vraagt in Bredene en de Haan - per opvangmoment 167 244 45 222 172 77 240 voor schoolbegin na schooleinde avond/nacht w oensdagnamiddag zaterdag zondag schoolvrije dagen 4.2.1.3.3. Middelkerke en behoefte aan bijkomende opvang In Middelkerke werden 2 bevragingen gehouden. Bij de handelaars, in 2006, keerden 227 ingevulde enquêtes (34%) terug; Bij de enquête van alle ouders in 2004 keerden er 474 ingevuld tijdig terug (44%). Een grote respons. Bij de handelaren werden gegevens van 162 gezinnen verwerkt. Eenenvijftig gezinnen gaven aan dat ze problemen hebben met kinderopvang. In Westende, Lombardsijde en Westende-bad hebben ongeveer 54 % van de gezinnen opvangproblemen. In Westende alleen is dit cijfer 57 %. Het opvangprobleem is groter in de deelgemeenten langs de kustlijn dan in het Middelkerkse Hinterland. 17 gezinnen in Middelkerke hebben problemen om de opvang te organiseren. Dit is 30 % van de gezinnen met kinderen in de leeftijdsgroep van 0 tot 12 jaar. Van alle bevraagde handelaars met kinderen verklaart ongeveer 1 op 3 problemen te hebben met kinderopvang. Bij de groep met de jongste kinderen heeft 2 op de 3 handelaars problemen, naarmate de kinderen ouder worden nemen de problemen rond de kinderopvang af.
  • 25. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 22 4.2.1.3.3.1. Niet-schoolgaande kinderen in Middelkerke 18 van de 27 handelaren met kinderen van 0-3 jaar meldt problemen met kinderopvang te ondervinden. Deze problemen situeren zich op volgende momenten: Tijdens het schooljaar Tijdens de vakanties Op weekdagen voor 7.30 u 2 2 Op weekdagen tussen 7.30 u en 18.00 u 1 5 Op weekdagen na 18.00 u 6 6 Nachtopvang tijdens de week 0 1 In het weekend voor 7.30 u 1 1 In het weekend tussen 7.30 u en 18.00 u 11 11 In het weekend na 18.00 u 5 5 Nachtopvang tijdens het weekend 4 3 Bij ziekte kind 8 8 Opmerkelijk is dat een aantal ouders opvangproblemen signaleren op weekdagen na 18.00 u, terwijl ze tijdens de dag (van 7.30 u tot 18.00 u) geen probleem hebben. Deze ouders doen beroep op opvanggezinnen (via de gemeentelijke dienst of zelfstandige opvanggezinnen) die ten laatste om 18.00 u hun opvang wensen stop te zetten, maar dit einduur is voor de ouders-handeleran te vroeg. Van 27 gezinnen zijn er 11 op zoek naar opvang in het weekend. Iets meer dan 40 % van de handelaars met jonge kinderen heeft problemen om de opvang in het weekend vlot te organiseren. Ook indien een kind ziek is, blijken er problemen voor één derde van de ouders. Uit de bevraging van de ouders noteren we volgende opvangproblemen voor 0-3 jarigen: Opvang op weekdagen tussen 7.30 u en 18.00 u is voor een beperkte groep ouders een probleem, net als opvang ’s nachts (telkens 5 kinderen). Sommige ouders hebben opvang maar vinden het aanbod van de onthaalouders of de keuzemogelijkheden te beperkt. Vroege en late opvang (voor 7.30 u of na 18.00u) zijn voor een grotere groep ouders moeilijk. De vraag naar vroege opvang voor baby’s is in verhouding tot de groep aanzienlijk. Een 7-tal ouders signaleert problemen om opvang te organiseren voor 7 u. Zo’n 7 % van de ouders met niet schoolgaande kinderen zoekt opvang voor 7.30 u en vindt deze opvang niet, 15 % van de ouders vindt geen opvang na 18.00 u. Opvang tijdens het weekend wordt door 17 % van de ouders aangehaald als problematisch. De opvangvraag blijft hoog, ook na 18.00 u.
  • 26. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 23 4.2.1.3.3.2. Schoolgaande kinderen in Middelkerke 32 van de 49 gezinnen met kinderen van 3-12 jaar melden problemen met opvang. Deze problemen situeren zich op de volgende momenten: Tijdens het schooljaar Tijdens de vakanties Op weekdagen voor 7.30 u 1 1 Op weekdagen tussen 7.30 u en 18.00 u 4 11 Op weekdagen na 18.00 u 11 12 Nachtopvang tijdens de week 2 2 In het weekend voor 7.30 u 2 3 In het weekend tussen 7.30 u en 18.00 u 24 27 In het weekend na 18.00 u 15 15 Nachtopvang tijdens het weekend 5 4 Bij ziekte kind 12 12 De vraag naar opvang in het weekend is duidelijk aanwezig voor kleuters. De meeste ouders hebben ook nood aan opvang die tot vrij laat s’ avonds open is. Meerdere mensen hebben ook vraag naar nachtopvang. Voor schoolgaande kinderen is het bestaande aanbod tijdens de week voor de meeste ouders voldoende. Voor een 20-tal kinderen (7%) zou opvang gewenst zijn na 20.00 u, een 5-tal kinderen (2%) zou zelfs beroep doen op nachtopvang tijdens de week. Dit zijn kleine groepen, en we moeten ons de vraag stellen of dergelijke opvang voor de kinderen een goede oplossing biedt. Ondanks het aanbod van vroege opvang in het IBO, geeft een 10-tal ouders aan problemen te hebben voor vroege opvang. Ook na 18.00 u geven 15 ouders aan een probleem te ervaren voor opvang. 4.2.1.3.3.3. Samengevat voor Middelkerke In het weekend is er grote vraag naar opvang tussen 7 u ‘s morgens en 22 u ’s avonds. De vraag naar vroege opvang bestaat bijna niet, behalve voor de jongste leeftijdsgroep. Bij analyse van de momenten waarop opvang onvoldoende beschikbaar is blijkt dat voor alle leeftijdsgroepen de vraag zich vooral stelt voor opvang in het weekend. Op piekmomenten is er vraag voor bijkomende opvang van maximaal 66 kinderen op zaterdag, 59 op zondag. Dit is enkel de nood die de groep handelaars aangeeft. De mensen die in deze handelzaken tewerkgesteld worden, hebben gelijkaardige problemen. We moeten er wel rekening mee houden dat niet alle mensen die een opvangprobleem signaleren, er ook voor kiezen om gebruik te maken van een nieuw aanbod. Ook als deze mensen gebruik maken van het aanbod zullen deze kinderen niet elke dag naar de opvang komen. In het weekend geven 27 gezinnen, (ongeveer 12 %) aan een probleem te hebben om opvang te regelen. Opvang ’s nachts wordt door een beperkte groep ouders gevraagd. (6 kinderen)
  • 27. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 24 Om te besluiten, mogen we stellen dat ouders die een probleem hebben met opvang in Middelkerke vooral bijkomende opvang zoeken in het weekend, zoals de tabel hieronder verduidelijkt. Baby / peuter Kleuter Lager totaal 95 gezinnen Aantal kinderen 39 59 55 153 Tijdens de week (maandag tot vrijdag) tussen 7.30 u en 18.00 u 5 10 6 21 Tijdens de week voor 7.30 u 10 9 8 27 Tijdens de week na 18.00 u 19 15 8 42 Tijdens het weekend tussen 7.30 u en 18.00 u 21 27 23 71 Tijdens het weekend voor 7.30 u 8 6 3 17 Tijdens het weekend na 18.00 u 14 19 10 43 Voor opvang 's nachts 5 6 6 17 Ouders die flexibele opvang nodig hebben, vragen dit vooral omwille van hun werksituatie (ruim 88 %) en minder omwille van de vrije tijd (net geen 12 %). Om voor twee derden van de ouders een bevredigend antwoord te kunnen bieden op de vraag naar opvang, moet deze open zijn tot 20.30 u, indien we aan de vraag van 80 % van deze ouders willen voldoen, zou de opvang beschikbaar moeten zijn tot 21.00 u à 21.30 u. Indien de opvang start om 6.30 u, is dit voor 66 % van deze ouders een oplossing, om voor 80 % van de ouders een oplossing te bieden zou de opvang rond 6.00 u moeten starten. Ongeveer een op de drie ouders heeft elk weekend opvang nodig, voor 10 % is dit om de twee weken. Een kwart heeft enkel flexibele opvang (weekendopvang) nodig in het seizoen. Er is nood aan bijkomende “gewone “ kinderopvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in heel de gemeente. Spreiding van de nood aan opvang gedurende de dag in Middelkerke 0, 00 10, 00 20, 00 30, 00 40, 00 50, 00 60, 00 70, 00 5 6 7 8 overdag 18 19 20 21 22 23 nacht tijdstip weekdagen zaterdag zondag aantalkinderen(0tot12jaar)
  • 28. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 25 Er is een probleem voor de opvang van kinderen jonger dan 3 jaar voor 7.30 u en na 18.00 u. Er is nood aan een opvang in het weekend. De nood is het grootst in de kuststreek (Middelkerke, Westende, Lombardsijde). De vraag naar weekendopvang is groter op zaterdag dan op zondag en de opvang moet lang open blijven. 4.2.1.3.4. Oostende en haar noden aan kinderopvang 4.2.1.3.4.1.Niet-schoolgaande kinderen in Oostende De kinderopvang in Oostende kan de vraag naar opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar niet volgen. De kleine stijging van het aanbod is absoluut onvoldoende om aan de stijgende vraag naar opvang te voldoen. Met 170 nieuwe opnames in 2006 kan Oostende maar aan 38 % van de vraag voldoen. De Dienst voor Onthaalouders telt momenteel een 50-tal onthaalouders. De Dienst kan nog uitbreiden met een aantal onthaalouders, maar het is moeilijk om nieuwe onthaalouders te vinden. Het ‘gebrekkige’ statuut is daar niet vreemd aan. Het is ook een feit dat het aantal plaatsen bij onthaalouders nijpend is. Een verdere uitbreiding in overleg met alle actoren dringt zich op. De kinderdagverblijven Panukkel, Wiegelied en de dienst voor Onthaalouders tellen samen 289 plaatsen voor kinderen van 0 tot 3 jaar. De kinderen blijven minimum 2 ½ jaar in de opvang. Dit betekent dat er jaarlijks niet 278 plaatsen vrijkomen, maar wel ongeveer een 111-tal voltijdse plaatsen. Omdat een aantal kinderen slechts 2 of 3 of 4 dagen per week naar de opvang komen en dus niet voltijds opgevangen worden, kunnen we met deze 111-tal plaatsen, zo’n 170 nieuwe kinderen opnemen. Met deze 170 nieuwe opnames in 2006 kan Oostende maar aan 33 % van de vraag voldoen. Op de eindcijfers van aanvragen ingediend in 2007, hebben we nog geen volledig zicht. Nog niet alle aanvragen zijn verwerkt; een aantal is nog lopende. Wel noteren we al vast een grote stijging in aanvragen voor kinderopvang. De drie stedelijke diensten hadden in 2006 samen 726 aanvragen voor opname. 240 of 33% van de aanvragen konden toegezegd worden , 450 of 62% van de aanvragen konden niet geholpen worden . 36 of 5% van de vragen staan nog open. In 2007 kwamen 1084 aanvragen binnen; 161 ofte 15 % zijn reeds toegezegd. 369 gezinnen heeft men niet kunnen helpen; dit betekent 34 %; 554 aanvragen of 51% staat nog open. Ouders geven als reden oor de plotse nood aan opvang aan dat zij werden opgeroepen door de VDAB voor een opleiding, om een inburgeringscursus te volgen, om een nieuwe job aan te vatten. Daarbij komt nog dat de kinderen bijna nooit vanaf de gewenste opvangdatum opgevangen worden, maar slechts drie tot zes maanden later. Veelal vullen de ouders deze wachttijd op met het opnemen van diverse soorten van verlof, tijdskrediet of met tijdelijke opvang bij familie of vrienden. Er is een grotere vraag naar flexibele opvang, dit zowel naar opvang op wisselende dagen als naar ruimere opvanguren (heel vroeg en heel laat) als naar zaterdagopvang. In het laatste kwartaal van 2006 hadden 135 kinderen opvang nodig vóór 07.00 uur en/of na 18.00 uur. Met de beperkte subsidies die het Stadsbestuur ontvangt voor de flexibele opvang werd de organisatie van de flexibele opvang verdeeld in vroeg en laatopvang in de kinderdagverblijven Panukkel en Wiegelied en in zaterdagopvang in Wiegelied.
  • 29. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 26 Door het gebrek aan subsidies kan op zaterdag de capaciteit van Wiegelied niet volledig benut worden en moet deze beperkt worden tot 14 plaatsen. De grootste nood geldt voor de flexibele opvang tot 20.00 en de zaterdagopvang van 7 tot 19.00 Door het grote tekort aan opvang, vallen sociaal zwakkeren gemakkelijker uit de boot. 4.2.1.3.4.2.Schoolgaande kinderen In Oostende Het capaciteitsaanbod BKO is te klein volgens de vraag naar opvang. Veel kinderen vallen zo uit de boot. Uitbreiding is noodzakelijk. In 2006 noteerden we in Oostende een tekort aan buitenschoolse opvang op woensdagnamiddag en tijdens vakantieperiodes. En ook nu geldt dat nog steeds. Om tegemoet te komen aan de vraag diende de capaciteit te worden verhoogd met 50 plaatsen. De opvangmogelijkheden voor de buitenschoolse opvang zijn nog ver van optimaal. Wegens overbezetting en de voorrangsregels werden kinderen meermaals geweigerd tijdens de vakanties, woensdagmiddagen en naschools. We noteren ondertussen op woensdagnamiddag al een positieve evolutie. Gezien het werkaanbod in Oostende (toerisme, bedrijven, horeca enz…) kunnen latere en vroegere opvanguren een oplossing bieden voor de ouders die in deze sectoren tewerkgesteld zijn. In deze context zou men ook zaterdag- en zondagopvang moeten in overweging nemen. Kinderopvang in samenwerking met de bedrijfswereld wil men een kans geven. Een aantal bedrijven is zelf vragende partij. De mogelijkheden dienen ruimer bekeken te worden. Voor occasionele opvang zouden plaatsen moeten kunnen worden gereserveerd. Daaraan kan waarschijnlijk alleen tegemoetgekomen worden bij een verhoging van de capaciteit. Voor- en naschoolse opvang, georganiseerd in de scholen en in samenwerking met de IBO, moet in overweging genomen worden. Scholen, IBO’s, Kind en Gezin, ouders, stadsbestuur stellen daarom voor om het eerste uur (16.00 tot 17.00 uur) na de schooltijd opvang te organiseren:  Op de locatie van elke school  Met de inzet van het personeel van de IBO’s De volgende 2 uren zouden dan door de IBO’s worden ingevuld. Om dit voorstel te kunnen realiseren, is er een akkoord nodig tussen Kind en Gezin en Onderwijs. Afstemming van de verschillende zaken is daarbij nodig: gestelde normen aan infrastructuur, verzekering, verplaatsing van personeel dat werkt op de locatie, afspraken rond kinderen die niet op tijd worden afgehaald, … Men argumenteert dat het belang van huiselijkheid en de hoge kwaliteitsnormen verhogen na 17.00 uur en dat dit perfect wordt aangeboden door de IBO’s die erkend zijn door Kind en Gezin. Is het dan zinvol dat naast elke school nog een apart gebouw moet voorzien worden om kinderen na school op te vangen, terwijl het schoolgebouw leegstaat? Na het eerste uur is er bovendien veel minder capaciteit nodig, capaciteit die de stedelijke initiatieven voor buitenschoolse opvang dan kunnen bieden.
  • 30. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 27 Via het LOP10 is gebleken dat scholen geen vragende partij zijn om naschoolse kinderopvang te organiseren, maar anderzijds mag het geboden comfort aan de ouders niet verminderen. In de context van het CKO11 is er ondertussen al een uitgebouwde samenwerking tussen alle opvanginitiatieven in Oostende, zowel voor schoolgaande als voor niet- schoolgaande kinderen. Sedert mei 2006 is Oostende één van de 16 proefprojecten Centrum voor Kinderopvang (CKO) van Vlaanderen. Oostende diende de aanvraag tot CKO proefproject in omdat de actoren enerzijds de nood tot samenwerking aanvoelden en anderzijds de nood om de werking van de kinderopvang te optimaliseren en aldus het plaatsingscontingent maximaal benutten. Dit samenwerkingsverband van initiatieven telt 663 plaatsen en omvat de kinderdagverblijven ’t Optimistje met 52 plaatsen, de Speelboom met 23 plaatsen, Panukkel met 49 plaatsen, Wiegelied met 32 plaatsen, Scholengroep 27 Vogelzang met 18 plaatsen, de dienst voor Onthaalouders met 208 plaatsen, drie zelfstandige onthaalmoeders met samen 21 plaatsen, de Buitenschoolse Kinderopvang met 210 plaatsen en het CKG Kapoentje met 50 plaatsen. De groep gaat samen op zoektocht om mekaar in de opvang aan te vullen, ervaringen uit te wisselen, om een ruimer aanbod te creëren en om de krachten te bundelen om zo nog beter opvang te kunnen organiseren. 4.2.1.3.4.3.Samengevat voor Oostende De Enquête nood aan opvang in Oostende werd bezorgd aan iedere ouder uit Oostende met één of meerdere kinderen in de leeftijdscategorie van 0 tot 12 jaar. Van 0-3 jaar werden de vragenlijsten verstuurd per post adhv adreslijsten van de dienst Bevolking: 1.728 enquêtes gingen de deur uit. Aan gezinnen met kinderen van 3-12 jaar werden 6.010 enquêtes verdeeld via de kleuter- en lagere scholen. In totaal werden dus 7.738 formulieren bezorgd aan gezinnen met kinderen tot 12 jaar. Er werden 1.259 (16%) formulieren (aantal gezinnen) teruggestuurd. Er kwamen antwoorden binnen voor 264 kinderen van 0-3, en voor 1.868 kinderen van 3-12. In totaal keerden voor 2.132 kinderen gegevens terug. We noteerden dat: 52 % (655) van de gezinnen heeft regelmatig tot vaak kinderopvang nodig. Van die 52 % gezinnen is er 36 % (236) die onvoldoende mogelijkheden vindt om de nood aan kinderopvang binnen de gemeente op te lossen. 36 % van de gezinnen die kinderopvang nodig hebben, ondervindt op volgende vlakken moeilijkheden bij het zoeken naar geschikte opvang: 31 % (74) vindt geen opvang in het weekend 42 % (100) vindt geen opvang buiten de gewone opvanguren (flexibele) 24 % (56) vindt geen gepaste opvang bij ziekte van het kind 57 % (135) vindt geen opvang omdat de opvangmogelijkheden volzet zijn 7 % (17) heeft problemen met de betaalbaarheid van de opvang 19 % (122) ondervindt andere moeilijkheden bij het zoeken naar opvang of maakt noodgedwongen gebruik van kinderopvang buiten Oostende Wat betreft de keuze van opvang, stellen we vast dat 78 % van de gezinnen kon gebruik maken van de opvang die ze zelf uitkozen 10 Lokaal overlegplatform 11 Centrum voor Kinderopvang: een samenwerkingsverband tussen verschillende opvanginitiatieven. Momenteel lopen er in Vlaanderen 16 pilootprojecten, waarvan Oostende er één is..
  • 31. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 28 22 % van de gezinnen kon geen gebruik maken van de opvang die ze zelf uitkozen Van die 22 % is 19 % niet tevreden over de opvang waarvan ze gebruik dienen te maken. Ze hebben echter geen andere alternatieven. Door het grote tekort aan opvang, vallen sociaal zwakkeren nog steeds gemakkelijker uit de boot: Niettegenstaande er enkele plaatsen vrijgehouden worden voor nood- en dringende opvang, kunnen we maar weinig mensen helpen aan dringende en/of noodopvang: bvb. bij ziekte van de gewone opvang, opgeroepen door VDAB, volgen van inburgeringscursussen. Hierdoor missen mensen kansen op tewerkstelling, kansen op inburgering, kansen op opklimmen uit een sociale situatie. In de huidige opvang in Panukkel, Wiegelied en de dienst voor Onthaalouders leeft gemiddeld 12 % van de kinderen die naar de opvang komen, in een eenoudergezin; 11 % van de kinderen heeft een moeder van allochtone origine en 15 % van de gezinnen heeft een jaarlijks inkomen van minder dan 9.400 euro.
  • 32. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 29 4.2.1.4. Het Hinterland van de kust Bij de bevraging van de handelaars in Middelkerke hebben uit de Hinterlandgemeenten Leffinge, Wilskerke en Spermalie 30 handelaars een vragenlijst terugbezorgd. “Slechts” 5 van hen (= 17 %) melden problemen rond kinderopvang. Voor verder bespreking zie 4.2.1.3.3. Middelkerke en behoefte aan bijkomende opvang Ichtegem, Gistel en Oudenburg, zijn de Hinterlandgemeenten van Oostende. Deze bespreken we hieronder. 4.2.1.4.1. Niet-schoolgaande kinderen in het Hinterland opvang niet-schoolgaande kinderen in het Hinterland van de Kust 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 Kinderopvang week voor7u -Dooronthaalouder Kinderopvang week voor7u -Kinderdagverblijf/m ini-crèche Kinderopvang week voor7u -O ppas thuis Kinderopvang week voor7u -G rootouders,fam ilie,buren,etc Kinderopvang week overdag -Dooronthaalouder Kinderopvang week overdag -Kinderdagverblijf/m ini-crèche Kinderopvang week overdag -O ppas thuis Kinderopvang week overdag -G rootouders,fam ilie,buren,etc Kinderopvang week avond/nacht-Dooronthaalouder Kinderopvang week avond/nacht-Kinderdagverblijf/m ini-crèche Kinderopvang week avond/nacht-Oppasthuis Kinderopvang week avond/nacht-Grootouders,fam ilie,buren,etc Kinderopvang zaterdag -Dooronthaalouder Kinderopvang zaterdag -Kinderdagverblijf/m ini-crèche Kinderopvang zaterdag -Oppasthuis Kinderopvang zaterdag -Grootouders,fam ilie,buren,etc Kinderopvang zondag -Dooronthaalouder Kinderopvang zondag -Kinderdagverblijf/m ini-crèche Kinderopvang zondag -O ppasthuis Kinderopvang zondag -G rootouders,fam ilie,buren,etc opvangmoment aantalgezinnen gew enste kinderopvang gebruikte kinderopvang
  • 33. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 30 In het Hinterland van de Kust en meer bepaald van Oostende, stellen we vast dat er een zeer groot gebruik wordt gemaakt van dagopvang bij onthaalouders: 70,78% van de gezinnen of 803 gezinnen uit het Hinterland van Oostende met niet- schoolgaande kinderen vinden langs deze weg een oplossing. Ook de grootouders nemen hier overdag heel wat voor hun rekening. Zij depanneren 361 gezinnen (31,82%) uit het Hinterland overdag. Ook op zaterdag (11.04%), ‘s avonds en ’s nachts (9,74%) en op zondag (7,14%) zijn zij de toevlucht voor heel wat gezinnen uit het Hinterland. Ook vóór 7 uur ’s morgens (4,55%) vangen oma en opa meer kleintjes op dan de onthaalouders uit de regio (3,90%). De vraag naar extra plaatsen is het grootst overdag. 37 gezinnen vragen extra opvang voor 41 kindjes. Voor 60% wil men dat ingevuld zien via onthaalouders, voor 40% via een kinderdagverblijf of een mini-crèche. 15 gezinnen vragen extra opvang op zaterdag via een onthaalouder. 7 gezinnen wensen vóór 7 u ’s morgens extra opvang via een onthaalouder en nog 7 gezinnen zouden dan graag hun kleintjes onderbrengen bij een mini-crèche of kinderdagverblijf. Ook op zondag wensen nog 7 gezinnen beroep te doen op een onthaalouder voor extra opvang. Concreet wenst men extra opvang als volgt: tov totale vraag # gezinnen # kinderen voor 7u 's morgens 20,00% 15 16 overdag 50,00% 37 41 avond/nacht 0,00% 0 0 zaterdag 20,00% 15 16 zondag 10,00% 0 8 vraag naar extra opvang voor niet-schoolgaande kinderen in Het Hinterland van de Kust aantal niet-schoolgaande kinderen waarvoor men in het Hinterland van de Kust extra opvang vraagt - per opvangmoment 16 41 0 16 8 voor 7u 's morgens overdag avond/nacht zaterdag zondag
  • 34. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 31 4.2.1.4.2. Schoolgaande kinderen in het Hinterland opvang schoolgaande kinderen in het Hinterland van de Kust 0 100 200 300 400 500 600 voorschoolbegin G rootouders voorschoolbegin School/BKO voorschoolbegin onthaalouder voorschoolbegin KDV/M C voorschoolbegin O ppas thuis na schooleinde G rootouders na schooleinde School/BKO na schooleinde onthaalouder na schooleinde KDV/M C na schooleinde O ppas thuis avond/nachtG rootouders avond/nachtSchool/BKO avond/nachtonthaalouder avond/nachtKD V/M C avond/nachtO ppas thuis woensdagnam iddag G rootouders woensdagnam iddag School/BKO woensdagnam iddag onthaalouder woensdagnam iddag KDV/M C woensdagnam iddag O ppas thuis zaterdag G rootouders zaterdag School/BKO zaterdag onthaalouder zaterdag KDV/M C zaterdag O ppas thuis zondag G rootouders zondag School/BKO zondag onthaalouder zondag KDV/M C zondag O ppas thuis vrije dagen G rootouders vrije dagen School/BKO vrije dagen onthaalouder vrije dagen KDV/M C vrije dagen O ppas thuisopvangmoment aantalgezinnen gewenste opvang gebruikte opvang Op het einde van de schooldag worden de meeste kindjes opgevangen bij de grootouders (27,47%) of ze blijven op school of gaan naar de BKO (27,07%). Een kleine groep gaat naar een onthaalouder (3,43%) of heeft een oppas thuis (0,40%). Op woensdagnamiddag vindt 18,38% van de gezinnen een opvang via de grootouders en 11,52% via school of BKO. De andere oplossingen zijn van toepassing voor een kleine groep. Ook op schoolvrije dagen wordt veel beroep gedaan op de grootouders (21,41% van de gezinnen). 12,32% kan terecht in de school of BKO. Voor schoolaanvang wordt 16,97% van de kinderen naar de grootouders gebracht, 16,16% naar school of BKO. Ook in het weekend zijn de grootouders quasi de enige toevlucht voor opvang in deze regio. Op zaterdag doen 10,10% van de gezinnen met schoolgaande kinderen uit het Hinterland beroep op hen, op zondag 3,43%. 30% van de vraag naar extra opvang is bedoeld voor na schooltijd. 51 gezinnen zoeken nog opvang voor 81 kinderen, liefst via de school of BKO (70 kinderen).
  • 35. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 32 Ook voor schoolvrije dagen is de vraag naar extra opvang nog bijzonder groot. 43 gezinnen zien graag nog 64 kinderen extra opgevangen, weerom liefst via school/BKO. De woensdagnamiddag is goed voor 20% van de totale vraag naar extra opvang en gaat over 35 gezinnen met 54 kinderen. Voor schoolbegin vragen 20 gezinnen extra opvang voor 32 kinderen. Ook voor zaterdag en zondag ligt de vraag voor extra opvang nog op resp. 21 en 16 kinderen. Al deze wensen voor extra opvang wil men ingelost zien via school/BKO voor het comfort van de kinderen. Zo versassen we ze niet teveel keer op een dag. Dit is een belangrijk criterium voor de ouders dat we in alle regio’s terugzien. Meer en meer maken ouders een keuze voor een bepaalde school in functie van de opvang van de kinderen. Verder zullen we zien dat die opvang voor scholen financieel en organisatorisch heel zwaar kan liggen en dat ze daar wel uitkijken naar de gemeente om die verantwoordelijkheid te helpen dragen. Concreet heeft men volgende wensen # gezinnen #kinderen voor schoolbegin 12,00% 21 32 na schooleinde 30,00% 52 81 avond/nacht 0,00% 0 0 woensdagnamiddag 20,00% 35 54 zaterdag 8,00% 14 21 zondag 6,00% 10 16 schoolvrije dagen 24,00% 42 64 vraag naar extra opvang voor schoolgaande kinderen in het Hinterland van de Kust aantal schoolgaande kinderen waarvoor in het Hinterland van de Kust extra opvang wordt gevraagd - per opvangmoment 32 81 054 21 16 64 voor schoolbegin na schooleinde avond/nacht w oensdagnamiddag zaterdag zondag schoolvrije dagen
  • 36. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 33 4.2.1.5. De Westhoek In de Westhoek hebben we uit eigen bevraging gegevens uit volgende steden en gemeenten: Alveringem, Diksmuide, Heuvelland, Houthulst, Ieper, Koekelare, Kortemark, Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, Poperinge Wervik en Zonnebeke. De gegevens uit Veurne werden ons ter beschikking gesteld. In tegenstelling tot de Kustregio en het Oostendse Hinterland, ligt het grootste probleem in de Westhoek bij de buitenschoolse opvang. Voor schoolgaande kinderen, zowel kleuters als lagere schoolkinderen, is de vraag naar professionele opvang na schooltijd en op woensdagnamiddag zeer groot. Ook de vrije dagen vormen voor zeer veel gezinnen een probleem. Waar men nu nog vaak een beroep doet op grootouders en familie, wenst men eigenlijk een oplossing via professionele opvang. 4.2.1.5.1. Niet-schoolgaande kinderen in de Westhoek Zoals gezegd, is er in de Westhoek een groter opvangprobleem voor de schoolgaande jeugd dan voor deniet-schoolgaande, maar niettemin is er wel degelijk ook daar een grote nood. Detail van de cijfers is te consulteren in de tabel in bijlage. 397 gezinnen (46,38%) brengen hun niet-schoolgaande kinderen overdag naar een onthaalouder; 119 gezinnen (13,90%) doen beroep op een kinderdagverblijf. Er zijn in de Westhoek overwegend onthaalouder; aan kinderdagverblijven ontbreekt het. Ouders kunnen dus geen vrije keuze maken en staan ook voor het praktische probleem dat een onthaalouder beperkter is in openingsuren. Het zwaartepunt van het tekort ligt wel degelijk bij de dagopvang. Maar liefst 27,92% van de gevraagde extra opvang situeert zich tussen 7 en 19 uur. We spreken over 436 gezinnen die voor 487 kinderen extra opvang vragen. Dat zijn behoorlijk wat niet-schoolgaande kinderen waarvoor extra opvang wordt gevraagd. Als we dat kaderen in het agrarische karakter van de Westhoek, dan is het al gauw duidelijk dat zij die weinig mobiel zijn, in de kou blijven staan. Dorpskernen liggen nu eenmaal een eind uit elkaar en met het openbaar vervoer krijg je het niet voor elkaar om niet-schoolgaande kinderen weg te brengen en dan nog tijdig op je job aan te komen. Tweede belangrijk opvangmoment is de zaterdag. We zien dat de grootouders daar de redders in nood zijn. 106 gezinnen, die de enquête invulden, geven aan dat zij regelmatig op hen beroep doen voor zaterdagopvang; dit gaat om 12,38% van de gezinnen met niet-schoolgaande kinderen uit de Westhoek. In totaliteit zouden 1085 op de 6774 gezinnen met niet-schoolgaande kinderen uit de Westhoek (16%) hun kinderen op zaterdag uitbesteden. Er is extra vraag naar professionele opvang voor 284 kinderen. Dit vertegenwoordigt 16,24% van de totale vraag naar extra professionele kinderopvang. ’s Avonds en ’s nachts zijn het weer grotendeels de grootouders die voor opvang zorgen. 81 van de bevraagde gezinnen ofte 9,46% doet beroep op hen. 221 gezinnen zijn echter voor 248 kinderen nog op zoek naar avond/nachtopvang via professionelen. Dit vertegenwoordigt 14,21% van de totale vraag naar extra opvang in de Westhoek.. Op zondag is de behoefte kleiner maar toch wordt ook op dit moment nog extra professionele opvang gevraagd voor 151niet-schoolgaande kinderen.
  • 37. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 34 En voor 7 uur ’s morgens is de vraag naar extra opvang wel het kleinste, maar ze is bijzonder groot in verhouding tot het gebruik dat ervan wordt gemaakt. De vraag naar extra opvang is 250% van het effectieve gebruik. In concrete vraagt men extra opvang voor 222 niet-schoolgaande kinderen. Verhoudingsgewijs ziet de vraag naar extra opvang in de westhoek er als volgt uit: opvang niet-schoolgaande kindern in de Westhoek 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 voor7u onthaalouder voor7u KD V/M C voor7u O ppas thuis voor7u G rootouders overdag onthaalouder overdag KD V/M C overdag -O ppas thuis overdag G rootouders avond/nachtonthaalouder avond/nachtKD V /M C avond/nachtO ppas thuis avond/nachtG rootouders zaterdag onthaalouder zaterdag KD V /M C zaterdag O ppas thuis zaterdag G rootouders zondag onthaalouder zondag K DV /M C zondag O ppas thuis zondag G rootouders opvangmoment aantalgezinnen gew enste opvang gebruikte opvang Concreet nu vraagt men extra plaatsen in professionele kinderopvang als volgt tov totale vraag # gezinnen # kinderen voor 7u 's morgens 12,69% 198 222 overdag 27,92% 436 487 avond/nacht 14,21% 222 248 zaterdag 16,24% 253 284 zondag 8,63% 134 151 vraag naar extra opvang voor niet-schoolgaande kinderen in de Westhoek
  • 38. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 35 aantal niet-schoolgaande kinderen waarvoor in de Westhoek extra opvang wordt gevraagd - per opvangmoment 222 487 248 284 151 voor 7u 's morgens overdag avond/nacht zaterdag zondag 4.2.1.5.2. Schoolgaande kinderen in de Westhoek Ouders van schoolgaande kinderen in de Westhoek hebben een nog groter probleem naar opvang. Men vraagt bijkomende plaatsen via school of BKO12 . Absoluut de grootste vraag naar bijkomende opvang noteren we voor de schoolvrije dagen, maar liefst 30,39% van de totale vraag naar extra opvang. 905 gezinnen zijn op zoek naar opvang voor 1502 kinderen. Uiteraard is dit geen dagelijks of wekelijks terugkerende vraag, maar ze doet zich tot 6 à 7 keer per jaar voor. Na schooleinde is het recurrente opvangprobleem het grootst. Weer zien we hoe belangrijk de rol van de grootouders is. Bij 27,47% van de gezinnen met schoolgaande kinderen zijn het de grootouders die na schooleinde voor opvang zorgen. Toch wordt er nog voor 1076 kinderen extra opvang gevraagd. 649 gezinnen vragen daarom. 517 van die 649 gezinnen ofte bijna 80% ziet dit het liefst ingevuld via de school of de BKO. De bijkomende vraag na schooleinde vertegenwoordigt 21,77% van de totale vraag naar extra opvang. De opvangnood op woensdagnamiddag volgt op de voet. 19,34% van de vraag naar extra opvang gaat over de woensdagnamiddag. De grootouders spelen ook hier een prominente rol. 21,96% van de gezinnen met schoolgaande kinderen doen op hen beroep. Maar ook vóór schoolbegin, waar toch al 16,54% van de kinderen via school/BKO worden opgevangen, is er nog een grote vraag naar extra opvang: 15,03% van de totale vraag naar bijkomende plaatsen. 448 gezinnen vragen er voor 743 kinderen extra opvang. En ook in het weekend volstaan de voorzieningen lang niet. Op zaterdag wensen 6 keer zoveel gezinnen beroep te doen op opvang in de Westhoek dan mensen die er op dag van vandaag gebruik van maken, in hoofdzaak via de BKO. Dit is een spectaculair hoog aantal in verhouding tot de kinderen die momenteel op zaterdag naar een professionele opvang gaan. Zo’n 34 gezinnen maken 12 Buitenschoolse Kinderopvang
  • 39. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 36 daarvan gebruik voor zo’n 56 kinderen. Maar men wenst dus het zesvoudige aan zaterdagopvang voor schoolgaande kinderen. Op zondag wenst men voor zo’n 131 kinderen extra plaatsen in professionele opvang; 60% (plaats voor 79 kinderen) wil men ingevuld zien via BKO. We merken heel duidelijk in de Westhoek dat men de extra opvang geregeld wil zien via een Buitenschoolse Kinderopvang, de school of een kinderdagverblijf Verhoudingsgewijs ziet de vraag naar extra opvang voor schoolgaande kinderen in de Westhoek er als volgt uit. opvang schoolgaande kinderen in de Westhoek 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 voorschoolbeginGrootouders voorschoolbeginSchool/BKO voorschoolbeginonthaalouder voorschoolbeginKDV/MC voorschoolbeginOppasthuis naschooleindeGrootouders naschooleindeSchool/BKO naschooleindeonthaalouder naschooleindeKDV/MC naschooleindeOppasthuis avond/nachtGrootouders avond/nachtSchool/BKO avond/nachtonthaalouder avond/nachtKDV/MC avond/nachtOppasthuis woensdagnamiddagGrootouders woensdagnamiddagSchool/BKO woensdagnamiddagonthaalouder woensdagnamiddagKDV/MC woensdagnamiddagOppasthuis zaterdagGrootouders zaterdagSchool/BKO zaterdagonthaalouderzaterdagKDV/MC zaterdagOppasthuis zondagGrootouders zondagSchool/BKO zondagonthaalouderzondagKDV/MC zondagOppasthuis vrijedagenGrootouders vrijedagenSchool/BKO vrijedagenonthaalouder vrijedagenKDV/MC vrijedagenOppasthuis opvangmoment aantalgezinnen gew enste opvang gebruikte opvang Concreet dan, ziet de vraag naar extra plaatsen in de professionele kinderopvang als volgt uit:
  • 40. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 37 # gezinnen #kinderen voor schoolbegin 15,03% 448 743 na schooleinde 21,77% 648 1076 avond/nacht 4,53% 135 224 woensdagnamiddag 19,34% 576 956 zaterdag 6,30% 188 311 zondag 2,65% 79 131 schoolvrije dagen 30,39% 905 1502 vraag naar extra opvang voor schoolgaande kindern in de Westhoek 4.2.1.5.3. Vergelijking met Veurne De resultaten van de enquête in Veurne bevestigen enerzijds wat men daar al vermoedde, zijnde dat er voldoende opvang is doch dat er een probleem is met de openingsuren, maar anderzijds zijn er tevens knelpunten aan het licht gekomen die men niet had verwacht. 4.2.1.5.3.1.Flexibele opvang De resultaten van de enquête tonen datgene aan wat men eigenlijk voor een stuk verwachtte. Algemeen is er in Veurne, op vandaag, voldoende kinderopvang doch er zijn problemen met de openingsuren. Meer dan 20% van de ouders met 1 of 2 kinderen geven aan dat er te weinig mogelijkheden zijn voor flexibele opvang. Zij vragen dan ook een beperkte aanpassing van de openingsuren van hun huidige opvang. 4.2.1.5.3.2.Opvang zieke kinderen Naast de vraag naar meer flexibele openingsuren blijkt ook de opvang van zieke kinderen voor problemen te zorgen. Ouders geven aan dat zij soms zelf moeten thuisblijven om voor het zieke kind te zorgen, omdat er op dat moment geen alternatieven zijn. Een oplijsting vanuit het lokaal overleg toont aan dat er maar weinig mogelijkheden zijn om opvang voor zieke kinderen te voorzien. Op heden kan men terecht bij de mutualiteit, familiehulp, familiezorg of kinderdagverblijf Sporrewaan. Het probleem is dat deze diensten vaak maar 1 persoon ter beschikking hebben, dat de aanvragen meestal geconcentreerd zijn in een bepaalde periode, maximum 3 dagen, … 4.2.1.5.3.3.Kostprijs Hoewel de kostprijs van de opvang grotendeels bepaald wordt op basis van het inkomen van de ouders, blijkt dat 1 op 8 gezinnen de opvang te duur vinden. 4.2.1.5.3.4.Opvang voor kinderen vanaf 9 jaar Uit de enquête blijkt dat de opvang van kinderen vanaf 9 jaar problematisch is. Deze kinderen worden op heden samen in de opvang gezet met jonge kinderen, doch vanaf de leeftijd van 9 jaar willen kinderen andere activiteiten krijgen dan jongere kinderen.
  • 41. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 38 Bovendien blijkt er heel wat vraag te zijn naar opvang van tieners (12 – 16 jaar). Op heden blijken er te weinig mogelijkheden te zijn voor deze groep. De ouders geven aan dat deze jongeren vaak te oud zijn om naar de ‘gewone’ opvang te gaan (leeftijdsgrens van 12 jaar), maar toch nog te jong zijn om alleen thuis te blijven. 4.2.1.5.3.5.Schoolvakanties Ook tijdens het weekend en de (korte) vakanties zijn er duidelijke problemen met kinderopvang. Zo geven 8/40 (20%) van de gezinnen met 1 kind en 7/30 (23,3%) van de gezinnen met 2 kinderen aan dat zij hier geregeld moeilijkheden ondervinden. Tevens blijkt uit de bewonersbevraging dat de speelpleinwerking beter zou moeten afgestemd worden op de andere opvangmogelijkheden. Ook tijdens verlofperiodes van onthaalmoeders of kinderdagverblijven komt er een duidelijk signaal dat dit voor veel ouders problemen met zich brengt. 4.2.1.5.3.6.Conclusies voor Veurne Zowel uit de bevraging bij de bedrijven als bij de analyse van de resultaten van de bewonersenquête komen bepaalde problemen terug, zoals: 1. meer nood aan flexibele openingsuren 2. problemen met opvang in vakantieperiodes 3. problemen bij de opvang van zieke kinderen 4. vraag naar opvang voor tieners Het is uitsluitend het probleem van de kostprijs dat enkel in de bewonersenquête terugkomt, wat natuurlijk niet verwonderlijk is. Bedrijven ondervinden immers geen hinder van de kostprijs van een kinderopvang. 4.2.1.5.4. Conclusie voor de Westhoek Via de SERR werden in de inwonersenquête in de Westhoek geen vragen gesteld naar kostprijs/tevredenheid, noch naar opvang tijdens schoolvakanties, opvang voor tieners, maar in de opmerkingen bij de inwonersenquêtes en in de enquête van de Inrichters lezen we wel diezelfde problematiek als in Veurne. Men wenst er - langere openingsuren - meer nacht- en weekendopvang - meer opvang tijdens de vakanties en dan vooral ook de korte schoolvakanties - aangepaste opvang voor tieners
  • 42. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 39 4.2.2. Resultaten uit de Enquête bij de Inrichters van Kinderopvang 4.2.2.1. Resultaten en opmerkingen De enquête bij de Inrichters benadert Kinderopvang vanuit hun standpunt. Aspecten zoals haalbaarheid van de planning, leefbaarheid van het initiatief, werkbaarheid van de normering, rol van de kinderopvang komen hier aanbod; daar waar de enquête bij de inwoners ons daar geen zicht op gaf. Via deze bevraging krijgen we echter in de opmerkingen opnieuw zicht op de noodzaak aan bijkomende opvang en krijgen we als dusdanig een bevestiging van de conclusie die we al eerder namen op basis van de inwonersenquêtes. Het grootste aantal deelnemers aan deze enquête waren scholen (17) en onthaalouders, zowel zelfstandigen (11) als aangeslotenen bij een dienst (12). De respons was gelijkmatig verdeeld over de regio Oostende en de regio Westhoek. Verhoudingsgewijs was de respons echter groter in het Oostendse: 31 van de 57 reacties in een veel kleinere regio. Men is het er over eens dat vooral het aanbod voor 0 tot 3-jarigen ontbreekt. Ook voor langdurig zieke en gehandicapte kinderen zouden de inrichters graag wat meer opvangmogelijkheden zien. We zien een grote range aan openingsuren, te beginnen van 5 uur ’s morgens tot 8 uur ’s avonds. 12,28% van de voorzieningen meldt dat zij op zaterdag open zijn, voornamelijk in het Oostendse (16,13%). 3,51% is open op zondag. De meeste voorzieningen hebben een sluitingsperiode en melden de dinsdag en donderdag als piekdag in bezetting, de woensdag als daldag. We lezen zelfs dat bepaalde onthaalouders op woensdag sluiten. Systemen van tijdskrediet en thematische verloven zijn hier niet vreemd aan. Dit betekent dat er op deze pieken wel veel kinderen aanwezig zijn, maar dat als je de gemiddelde bezetting bekijkt, er meer kinderen zouden kunnen worden opgevangen. Maar de regelgeving laat dit niet toe, zo wordt er opgemerkt door de Inrichters van kinderopvang. Dit wordt vooraal door de onthaalouders aangeklaagd, zeker door hen die zijn aangesloten bij een Dienst voor Opvanggezinnen. Daar mag men immers op kwartaalbasis niet meer dan 4 full time kinderen opvangen. We noteren uit de enquête de suggestie om dit aantal op te trekken naar 5 full time kinderen. Babysitservices, zo meldt men ons, krijgen meer en meer vragen naar full time dagopvang en gaan daar in de zomermaanden ook op in. Dan kunnen zij jobstudenten inschakelen. Hier zijn we natuurlijk een eind van de professionele opvang verwijderd, maar mensen zijn nu eenmaal creatief. Slechts 33,33% van de voorzieningen meldt een gelijkmatige bezetting. Dit is veel meer het geval in de Oostendse regio dan in de Westhoek (slechts 26,97%) In de Oostendse regio noteren we tot 166% bezetting op feestdagen en in de vakantie. Een Dienst voor Opvanggezinnen meldde ons dat zij de vraag stelden aan KG wat ze moesten aanvangen met het plotse stoppen van enkele onthaalouders en prompt het advies kregen om in overbezetting te gaan. Terwijl KG in zijn omzendbrief aan de Diensten voor Opvanggezinnen net oproept om overbezetting zoveel mogelijk te vermijden. Als we kijken naar de rol die een opvangvoorziening te vervullen krijgt, dan zien we heel duidelijk dat het hier om veel meer gaat dan om opvang van de kinderen van wie uit werken gaat.
  • 43. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 40 Kinderen worden ook naar de opvang gebracht als de ouders niet aan het werk zijn. Dit kan heel uiteenlopende oorzaken hebben. We lazen over ouders die nood hebben aan een moment voor zichzelf, anderen gaan met de oudste naar een pretpark en brengen het kleintje veilig onder in de opvang, mama’s willen op korte tijd een aantal boodschappen afwerken zonder jengelende peuters. We noteerden in 5 inrichtingen 34 weigeringen van kinderen op een maand tijd omdat er geen plaats meer was in de opvang, terwijl kinderen van niet-werkende ouders al eerder aanwezig/ingeschreven waren. We spreken hier beslist geen waardeoordeel over uit; we stellen dit louter vast als maatschappelijk gegeven. We zien wel dat dit een typisch Oostends fenomeen is (30 van de 34 gevallen en 4 van de 5 inrichtingen). Het heeft wellicht ook iets te maken met een meer verstedelijkt milieu waar men niet zo snel beroep kan doen op familie of vrienden. In 15 inrichtingen (10 in Oostende en 5 in de Westhoek) leerden 43 kinderen (32 O en 11 W) pas Nederlands in de opvang. In Ieper vertelde men ons dat men er in de opvang met Poolse zakwoordenboekjes rondloopt. Als we polsten naar de uitbreidingswensen en de uitbreidingsmogelijkheden qua aantal opvangplaatsen, dan stootten we al snel op het gebrek aan financiële middelen: 24,56% van de voorzieningen heeft hier een probleem. Voor 14,04% is het vinden van een geschikte infrastructuur een probleem. 10 voorzieningen (17,54%) gaven aan dat zij op jaarbasis bekeken in overcapaciteit gaan. En zelfs dan is er maar 1 voorziening die daarmee aan de behoefte kan voldoen. Met betrekking tot het regelgevend kader is de leefbaarheid van een zelfstandig initiatief het grootste struikelblok. 21,05% van de voorzieningen geeft aan hiermee ernstige problemen te hebben naar continuïteit. En het zijn niet enkel onthaalouders die hierover klagen. Ook scholen, die zich genoodzaakt zien om opvang te voorzien, willen ze als school aantrekkelijk blijven, hebben hier vaak een harde financiële noot te kraken. Scholen merken op dat voor- en naschoolse opvang geld kost aan de school en ook extra organisatie maar dat ze er niet onderuit kunnen wil de school niet leeglopen. Ook scholen die samenwerken met een IBO worden al eens geconfronteerd met de opvanglimieten van het IBO en moeten dan toch in eigen organisatie en uit eigen middelen bijkomende opvang voorzien. Daarbij is het dan zo dat in eerste instantie de capaciteit van het IBO13 moet worden aangesproken. Dat betekent dan dat de kost constant blijft terwijl de inkomsten zeer variabel zijn voor de school. 19,30% geeft aan dat het statuut van onthaalouder nog altijd weinig aantrekkelijk is. Er is de financiële kant, het feit dat men er alleen voor staat, geen collega’s heeft, niet kan deelnemen aan bijscholingen en vorming. Komt daarbovenop nog eens de administratieve belasting, die eveneens voor 19,30% van de respondenten geen haalbare kaart meer is. Een onthaalouder mag dit na haar dagtaak afhandelen; in grotere voorzieningen zien we dat daar soms een hele dagtaak, een full time baan nota bene naartoe gaat. Vanuit IBO horen we dat de werkdruk blijft groeien tgv de administratieve verplichtingen. Men vraagt er een aanpassing van de norm omdat men met de huidige bezetting de administratieve verplichtingen niet verder aankan. De jobinvulling van de coördinator gaat volledig naar administratie ten koste van de follow up van personeel, ouders en kinderen. Ook de vierkante meternorm, en dan vooral waar die in conflict komt met ander vereisten, en het financieringsverschil tussen FCUD en Kind Gezin zijn een bron van ergernis voor zo’n 12% van de respondenten. 13 Initiatief buitenschoolse opvang
  • 44. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 41 De regelgeving is lang niet eenduidig en vaak tegenstrijdig. Zo meldt men ons dat in Oostende de uitbreiding van de peutergroep werd geweigerd omdat deze niet kon worden gesplitst nadat men de slaapinfrastructuur had vernieuwd. Men had daar bij de goedkeuring van deze nieuwe infrastructuur niet op gewezen. Een inrichter van kinderopvang meldt ons dat de actie jobcreatie van Kind Gezin er bij hen concreet heeft toe geleid dat er een halftijdse kinderverzorgster werd bij ingeschakeld ten koste van 2 halftijdse krachten in DAC statuut. Resultaat: min een halftijdse tewerkstelling dus. In de Oostendse regio is de back-up van de leidinggevende nog voor 38,71% geregeld, in de Westhoek haalt men zelfs geen 12%. Leidinggevenden worden in 16,13% van de opvanginitiatieven ingeschakeld voor begeleidingstaken; zij besteden daar tot 12u/week aan. In 28% van de gevallen is er een of andere vorm van samenwerking met derden. Dat kan gaan van het uitbesteden van de boekhouding tot het werken met vrijwilligers om de kindjes van de school naar de opvang te brengen. Geen enkel initiatief werd al benaderd door een werkgever met de vraag om plaatsen te reserveren voor de kinderen van zijn werknemers. Het hoogste bedrag dat we voor één voorziening noteerden aan openstaande debiteuren, kwam uit Oostende. Het ging om € 16.491,30. Slechts in drie gevallen noteerden we dat de verschillen in ouderbijdragen voor problemen zorgden. We noteerden wel 10 keer (in 17,54% van de opvanginitiatieven) dat mensen uit de kansengroepen moeilijker aan een plaatsje geraken. 4.2.2.2. Conclusies Uit de enquête onthouden we vooral de teneur dat inrichters van kinderopvang zich toch wel wat in de kou voelen staan. Men schreeuwt om meer middelen voor bijkomende opvangplaatsen. Een grote frustratie, het gebrek aan middelen. We hebben het dan niet alleen over het gebrek aan subsidies om personeel van te betalen, maar ook over de quasi onmogelijkheid om personeel te rekruteren binnen de lijnen van de regelgeving. Veel IBO’s zitten met de handen in het haar om binnenkort voor de helft van hun personeel een A2-niveau te halen. Zij werken veelal met mensen van een lager scholingsniveau, die echter wel een langdurige opleiding hebben gevolgd en hun job met het grootste enthousiasme en met een engelengeduld uitoefenen. Deze mensen willen deeltijds werken. Jonge mensen van A2-niveau die aan het begin van hun carrière (en van de afbetaling van hun huis) staan, verkiezen een full time betrekking. Misschien biedt het groeperen/combineren van taken een soelaas om mensen een full time baan aan te bieden. Zeker als dezelfde werkgever buitenschoolse opvang en dagopvang kan aanbieden, kan dit geen probleem zijn. De financiële leefbaarheid van heel wat initiatieven maakt het inrichten van kinderopvang er niet aantrekkelijker op. Enerzijds is er een strenge regelgeving, waaraan zij moeten beantwoorden. Maar anderzijds is de ene regelgeving in strijd met de andere; en als klap op de vuurpijl, nemen de regelgevende instanties zelf al eens een loopje met hun regelgeving.
  • 45. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 42 Enerzijds nemen bepaalde lokale overheden veel initiatief en investeren ze veel middelen in de kinderopvang. Anderzijds lezen we bij een aantal inrichters ook ontgoocheling over de inspanning van hun lokale overheid.
  • 46. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 43 4.2.3. Resultaten uit de Enquête bij niet-werkende werkzoekenden Gezien deze bevraging heel erg summier was, zijn er natuurlijk ook geen grote resultaten uit af te lezen. We zijn hier ook helemaal niet in detail kunnen treden zolas bij de andere bevragingen. Dit was voor de consulenten van de werkwinkels gewoon niet haalbaar en dus zeker ook niet onze vraag. We zijn trouwens heel tevreden met hun bereidwillige medewerking. Wel zijn we bevestigd in onze uitgangspremisse dat er een groot verschil is tussen de deelregio’s. De waarnemingen in de Westhoek zijn anders dan in Oostende en het Hinterland van de kust. 4.2.3.1. Kustgemeenten KINDEROPVANG OBSTAKEL VOOR WERKAANVATTING ENQUÊTE BIJ NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN Willen zelf voor kind zorgen 2 3,85% 2 Opvang te ver 1 1,92% 1 Geen plaats in opvang 43 1 84,62% 44 Opvang te duur 0,00% 0 Werken in ploeg 0,00% 0 Werken in weekend 4 7,69% 4 Opvang is geregeld 1 1,92% 1 46 6 52 OOSTENDE KOKSIJDE TOTAAL Opmerkelijk is dat in Oostende 43 van de 46 geïnterviewde NWWZ aangeven dat zij geen plaats vinden in de professionele Kinderopvang. In Koksijde vermeldt slechts één iemand van de 6 bevraagden dat. Weekendwerk steekt aan de Kust stokken in de wielen voor 7,69% van de NWWZ. Over de prijs spreekt men niet. Als er geen opvang is, is de prijs ook niet het eerste struikelblok natuurlijk. Als er geen taart is, dan erger je je immers ook niet dat er geen slagroom op zit. Geen enkele NWWZ in Oostende had zijn kinderopvang geregeld. 4.2.3.2. Het Hinterland KINDEROPVANG OBSTAKEL VOOR WERKAANVATTING ENQUÊTE BIJ NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN Willen zelf voor kind zorgen 6 10,71% 6 Opvang te ver 8 14,29% 8 Geen plaats in opvang 9 16,07% 9 Opvang te duur 11 19,64% 11 Werken in ploeg 6 10,71% 6 Werken in weekend 4 7,14% 4 Opvang is geregeld 12 21,43% 12 56 56 GISTEL TOTAAL
  • 47. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 44 We hebben hier slechts resultaten uit één werkwinkel; er zijn er niet meer. Maar we zien onmiddellijk al het verschil met de kust en in het bijzonder met Oostende. 21,43% van de NWWZ heeft een oplossing voor de opvang van zijn kinderen. Wel zien we hier andere problemen opduiken. - 14,29% heeft problemen om de afstand tot de opvang te overbruggen. - 19,64% kan de opvang niet betalen. Er zijn minder gesubsidieerde initiatieven dan in de Stad. - Ploegenarbeid en weekendwerk gooien ook hier roet in het eten. 4.2.3.3. De Westhoek KINDEROPVANG OBSTAKEL VOOR WERKAANVATTING ENQUÊTE BIJ NIET WERKENDE WERKZOEKENDEN Willen zelf voor kind zorgen 8 3 3 11,57% 14 Opvang te ver 0,00% 0 Geen plaats in opvang 1 7 6,61% 8 Opvang te duur 2 1 2,48% 3 Werken in ploeg 2 2 1 4,13% 5 Werken in weekend 1 4 4,13% 5 Opvang is geregeld 19 33 13 21 71,07% 86 30 40 26 25 121 DIKSMUIDE IEPER POPERINGE VEURNE TOTAAL Opmerkelijk veel NWWZ in de Westhoek hebben de opvang van hun kinderen geregeld: maar liefst 71,07%. Plaats vinden in de opvang lijkt vooral een Poperings probleem; elders doet het zich minder voor. Over de prijs klaagt men minder. Het gaat ook maar om een kleine 29% van de NWWZ die een opvangprobleem hebben. Weekendwerk en ploegwerk zijn telkens voor 4,13% een hinderpaal. Veurne is hier opmerkelijk aanwezig met weekendwerk. In Ieper, Diksmuide en Poperinge wordt er in ploeg gewerkt. Noteren we toch ook dat 11,57% aangeeft zelf voor zijn kind te willen zorgen. 4.2.3.4. Conclusies uit de bevraging van NWWZ Plaatsgebrek blijkt het grootste probleem aan de kust en dan vooral in Oostende. Het Hinterland heeft blijkbaar van alle problemen wat, maar de hoge kostprijs en het plaatsgebrek vormen het grootste probleem. Ook in de Westhoek blijkt plaatsgebrek in de Kinderopvang voor een NWWZ het grootste probleem te zijn om een betrekking te kunnen aanvatten.
  • 48. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 45 4.2.4. Resultaten uit de Bedrijvenenquêtes 4.2.4.1. Bedrijvenenquêtes in Ieper 4.2.4.1.1. Niet-schoolgaande kinderen 4.2.4.1.2. Schoolgaande kinderen
  • 49. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 46 75,48% van de deelnemers wenst hulp van het bedrijf bij het zoeken van opvang voor hun kinderen of voor het geven van informatie 68,06% van de deelnemers zou gebruik maken van kinderopvang die het bedrijf aanbiedt 66,45% van de deelnemers zou gebruik maken van kinderopvang die aangeboden wordt door het bedrijf en die samen georganiseerd wordt met andere bedrijven 16,99% hiervan zou dit gebruiken voor zijn niet-schoolgaande kinderen 26,21% hiervan zou dit gebruiken voor zijn schoolgaande kinderen 32,52% hiervan zou dit gebruiken voor zijn niet-schoolgaande en schoolgaande kinderen 53,55% van de deelnemers zou gebruik maken van opvangplaatsen in bestaande kinderopvangvoorzieningen in regio Ieper die door tussenkomst van het bedrijf beschikbaar geworden zijn 73,23% van de deelnemers staat open voor één of meerdere types voorgestelde bedrijfsgerelateerde kinderopvang 33,33% vóór schooltijd 20,00% op weekdagen vóór 7 uur 's morgens 46,67% na schooltijd 43,33% op weekdagen na 18 uur 's avonds 33,33% op woensdagnamiddag 73,33% op weekdagen gedurende de dag (7u-18u) 6,67% tijdens het weekend 10,00% tijdens het weekend 26,67% tijdens de korte schoolvakanties 16,67% bij ziekte van het kind 23,33% tijdens de zomervakantie 3,33% op andere momenten 36,67% op schoolvrije dagen 16,67% bij ziekte van het kind 3,33% op andere momenten van de werknemers met schoolgaande kinderen die open staan voor bedrijfsgerelateerde opvang hiervan gebruik maken van de werknemers met niet-schoolgaande kinderen die open staan voor bedrijfsgerelateerde opvang hiervan gebruik maken Indien het bedrijf zou tussenkomen in de kinderopvang van zijn werknemers, dan zou:
  • 50. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 47 4.2.4.2. Bedrijvenenquêtes in Oostende 4.2.4.2.1. Niet-schoolgaande kinderen 4.2.4.2.2. Schoolgaande kinderen
  • 51. Studie Kinderopvang in de regio Oostende Westhoek April 2008 48 70,00% van de deelnemers wenst hulp van het bedrijf bij het zoeken van opvang voor hun kinderen of voor het geven van informatie 62,00% van de deelnemers zou gebruik maken van kinderopvang die het bedrijf aanbiedt 64,67% van de deelnemers zou gebruik maken van kinderopvang die aangeboden wordt door het bedrijf en die samen georganiseerd wordt met andere bedrijven 23,71% hiervan zou dit gebruiken voor zijn niet-schoolgaande kinderen 28,87% hiervan zou dit gebruiken voor zijn schoolgaande kinderen 47,42% hiervan zou dit gebruiken voor zijn niet-schoolgaande en schoolgaande kinderen 48,78% van de deelnemers zou gebruik maken van opvangplaatsen in bestaande kinderopvangvoorzieningen in regio Oostende die door tussenkomst van het bedrijf beschikbaar geworden zijn 68,00% van de deelnemers staat open voor één of meerdere types voorgestelde bedrijfsgerelateerde kinderopvang 13% vóór schooltijd 5% op weekdagen vóór 7 uur 's morgens 32% na schooltijd 8% op weekdagen na 18 uur 's avonds 35% op woensdagnamiddag 37% op weekdagen gedurende de dag (7u-18u) 5% tijdens het weekend 8% tijdens het weekend 51% tijdens de korte schoolvakanties 19% bij ziekte van het kind 54% tijdens de zomervakantie 6% op andere momenten 47% op schoolvrije dagen 27% bij ziekte van het kind 5% op andere momenten van de werknemers met schoolgaande kinderen die open staan voor bedrijfsgerelateerde opvang hiervan gebruik maken van de werknemers met niet-schoolgaande kinderen die open staan voor bedrijfsgerelateerde opvang hiervan gebruik maken Indien het bedrijf zou tussenkomen in de kinderopvang van zijn werknemers, dan zou: