Selecteren, strategie/tool 2: onderlijnen en/of markeren van belangrijke informatie

1. Leeractiviteit: selecteren
Strategie/tool 2: Onderlijnen en/of markeren van belangrijke informatie
WAT ?
= het doornemen van een cursustekst gaat vaak gepaard met het onderlijnen/markeren van belangrijke
informatie.
Hierbij is het belangrijk dat de student oog heeft voor:
WAT ?
Niet-tekstuele elementen  de indeling in alinea’s
 vetgedrukte woorden
 een nummering
 …
signaalwoorden Woorden die het verband aangeven tussen zinnen of alinea’s. Bijvoorbeeld:
 woorden die wijzen op een opsomming: en, bovendien, ook, …
 een chronologie: eerst, ten eerste, daarna, vervolgens, …
 een contrast: enerzijds – anderzijds; maar, toch, in tegenstelling tot, …
 …
Sleutelwoorden
= kernwoorden
Een belangrijke term of een sleutelgedachte die meteen een heleboel
vragen oproept: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom? Enzovoort …

2. Voorbeeld van een stappenplan dat de PAL-coach kan meegeven aan de
student:
STAP WAT?
Stap 1 Baken een stuk tekst af, bijvoorbeeld een paragraaf.
Neem bij de eerste lezing van die tekst een potlood bij de hand en duid
signaalwoorden aan.
Stap 2 Lees opnieuw en trager een hele alinea door. Zoek moeilijke woorden op. Denk na
over wat de essentie vormt en duid dat uitdrukkelijk aan.
De volgende vraag kan je daarbij helpen: kan ik in een paar woorden zeggen
waarover deze alinea gaat?
Een vaste kleurcode is wenselijk, maar gebruik het best niet te veel kleuren en
waak erover dat je niet méér bezig bent met het kiezen van de juiste kleur dan met
de inhoud.
Stap 3 Plaats sleutelwoorden (kernwoorden), belangrijke vaktermen, vraagwoorden in de
kantlijn.
Voor het aangeven van een gelijkenis, verschil, tegenstelling, tweedeling en
dergelijke kun je in de marge of in de tekst zelf symbolen aanbrengen. Bouw je
eigen symbolensysteem uit. Blijf wel voldoende kritisch.
Stap 4 Controleer of je veeleer te veel of te weinig hebt aangeduid. Probeer echt naar de
essentie te gaan. Tegelijkertijd zou je met wat je hebt aangeduid ook een
samenhangend verhaal moeten reconstrueren.

3. TIP: wat met moeilijke
woorden?
Concreet?
• Surf naar limo.libis.be
• Log in op Limo.
• Typ in de zoekbalk “Van Dale Online
Woordenboeken”
• Ga naar “Van Dale Online
Woordenboeken” en selecteer het
woordenboek dat je wil gebruiken.
Wanneer een student niet meteen zeker is van de betekenis van een academische of een specifieke
term, kan hij of zij de Van Dale Online Woordenboeken raadplegen!
Promoot als PAL- coach het gebruik van zo’n woordenboeken.