2. WATER
• • • • • • • • • • • • •
Water dwingt overhei.
Verder studeren is het credo van het eerste Deltaprogramma dat op Prinsjesdag naar de
Tweede Kamer werd gestuurd. De media berichtten over het uitstel dat het programma
voornamelijk zou behelzen. "lNe koersen heel precies op 2015 af", zegt lNim Kuijken
echter. Een tweegesprek tussen de Deltacommissaris en IPO-portefeuillehouder water
Harry Keereweer.
Tekst: Ad Moerman
Foro's: Robert Goddyn
=«..J.
"De nieuwe overheid ontstaat rondom
het Deltaprogramma", stelt Kuijken aan
het eirlde van het gesprek. Hij schetst
r
overlieden en instanties die hun eigen,/
~bélang volstrekt ondergeschikt maken
~. aan het 'grotere plaatje'. "Het eigen
belang, het eigen domein, dat wordt
totaal ondergeschikt aan de keuzes die
we uiteindelijk samen gaan maken. De
vraagstukken waar we voor staan, zijn zo
ingewikkeld dat we daar alleen samen uit
kunnen komen. Ik mag het proces regis-
seren, ga verbindingen leggen en zal
tempo aanbrengen", stelt Kuijken. Keere-
weer zegt het iets bondiger: "Wim is het
breekijzer dat de traditionele schotten
tussen ministeries onderling en tussen
de verschillende overheidslagen gaat aan-
pakken."
Kuijken trad op 1februari van dit jaar
aan als Deltacommissaris, voor een peri-
ode van zeven jaar. Die unieke functie in
het openbaar bestuur is een vervolg op
het rapport Samen werken met water uit
2008 van de commissie-Veerman. De
oud-landbouwminister oogstte destijds
volop aandacht in de publiciteit. De over-
handiging van zijn rapport was zelfs live
te volgen via een speciale uitzending op
televisie. De dijken moesten tien keer
sterker, de Rijnmond moest afgeschermd
worden voor het overvloedige rivierwa-
ter en het waterpeil in het IJsselmeer kon
met anderhalve meter worden opgezet.
Om maar een paar hoogtepunten uit het
rapport-Veerman te noemen. Bestuur-
ders uit het hele land buitelden in de
weken daarna met verontruste reacties
over elkaar heen.
8 Provincies' nummer 8, oktober 2010
Tempo
Het Deltaprogramma zalvoortaan
jaarlijks in een geactualiseerde versie ver-
schijnen. In het eerste exemplaar staan
veelvuldig de woorden "verder onderzoe-
ken". NRCHandelsblad kopte: "Uitstel aan-
pak water", en dat terwijl van de Delta-
commissaris juist verwacht wordt dat hij
tempo maakt. "Dat doen we ook. We
koersen heel precies op 2015 af.Dan moe-
ten de grote beslissingen vallen. Dat gaat
lukken', zegt Kuijken daadkrachtig. "Het
gaat wel om de besteding van miljarden
euro's. Dan is zorgvuldigheid een ver-
eiste. In 2014 komen we met voorstellen
voor de vijf zogeheten deltabeslissingen.
Die gaan richting geven aan de verdere
inrichting van Nederland voor de
komende decennia. Veerman heeft heel
goed de urgentie laten zien. Misschien
komt die 'anderhalve meter' terug in
onze voorstellen. Maar we onderzoeken
ook andere oplossingsrichtingen. Jekunt
zo'n ingrijpende peilverandering niet
doorvoeren voordat je hebt aangetoond
dat het echt niet anders kan", stelt
Kuijken.
Bypass Rivierengebied
Het grote verschil tussen Veerman en
Kuijken is dat de eerste uitging van wat
nodig is in de extreemste gevallen. De
zeespiegel zou in dat scenario met maar
liefst 1,30 meter gestegen zijn in 2100.
Kuijken introduceert het begrip 'Hol-
landse nuchterheid'. Niet te snel, niet te
langzaam. Niet te veel en niet te weinig.
Voorhem zijn, tot in 2012 de geactuali-
seerde cijfers komen, de KNMI-cijfers uit
2006 richtinggevend. Die gaan uit van
een zeespiegelstijging van tussen de 35
en 85 centimeter. 'Adaptief deltamanage-
ment, noemen we onze aanpak. We gaan
uit van wat we nu weten en we zullen
vervolgens, dakpansgewijs, maatregelèn
nemen voor de verdere toekomst. Zonder
eventuele grote ingrepen onmogelijk te
maken."
Zo'n grote beslissing zou bijvoorbeeld
ook een 'bypass' in het Rivierengebied
kunnen zijn. Alshet water op zee hoog
staat en de rivieren gelijktijdig extreme
afvoerpieken vertonen, loopt de Rijn-
mond groot gevaar. Viadie door Veerman
gesuggereerde bypass kan rivierwater
"Dit is een proces van vele decennia
waar we met elkaar doorheen moeten.
De Deltacommissaris is niet meer dan
de regisseur en coach.rr
3. naar de Zeeuwse delta worden geleid. "Als
deze oplossing straks de uitkomst wordt,
dan zullen we ruimte moeten vrijhou-
den. Het is een kwestie van fatsoen dat
over dit soort zaken zo snel mogelijk dui-
delijkheid komt", meent Kuijken. Keere-
weer zit geheel op dezelfde lijn. "Het mag
niet zo zijn dat particulieren, bedrijven of
overheden straks nog investeringen doen
die over twintigjaar weggegooid geld
blijken te zijn",stelt de IPO-bestuurder
en gedeputeerde in Gelderland.
Gebiedschoreograaf
Kuijken en Keereweer zijn het op een
aantal hoofdpunten helemaal met elkaar
eens. Zomoet de wateruitdaging niet
alleen worden aangegrepen om Neder-
land veiliger, maar ook om Nederland
mooier te maken. Kuijken zegt dat hij als
een soort van 'gebiedschoreograaf' te
werk zal gaan. "In 2014 komen we met
voorstellen voor geactualiseerde veilig-
heidsnormen. Daarna komen de plannen
over hoe we die normen gaan halen. Die
komen niet uit Den Haag, maar moeten
worden gemaakt doorwaterbeheerders,
bestuurders en burgers uit de regio's. Dit
is een proces van vele decennia waar we
met elkaar doorheen moeten. De Delta-
commissaris is niet meer dan de regis-
seur en coach."
Kuijken vindt dat Keereweer in Gel-
derland heeft laten zien 'hoe het ook kan'.
In het Gelderse rivierengebied worden
allerlei projecten uitgevoerd die er voor
moeten zorgen dat er vanaf 2015 pro-
bleemloos 16.000 kubieke meter (4000
meer dan in 1995) water per seconde bij
Lobith de grens kan passeren. Met pro-
jecten als Waalweelde en Rijnglorie laat
de provincie zien dat het woonklimaat,
natuur, recreatie en economie een 'boost'
kunnen krijgen als er verder wordt geke-
ken dan alleen de dijk verhogen. "Het is
fascinerend om dat proces langs de rivie-
ren gade te slaan",zegt Kuijken. "De pro-
vincies zijn bij uitstek in staat om dit
soort gebiedsprocessen te leiden."
• • • • • • • • • • • •
Breekijzer
Keereweer meent dat Kuijken dit 'out
of the box-denken' veel meer moet stimu-
leren. Bovendien moet hij zijn 'breekij-
zer' gebruiken om het benodigde geld bij
elkaar in een pot te krijgen. "We hebben
rijks-, provincie-, gemeente- en water-
schapseuro's, Het kost veel moeite en tijd
om al dat geld voor een gebiedsproces los
te weken en een verdeelsleutel daarvoor
te bepalen. Dat gaat echt veel te lang-
zaam", zegt Keereweer.
Over geld is uiteraard het laatste
woord nog niet gesproken. Tot en met
2015 is voor lopende projecten als
'Zwakke Schakels' en 'Ruimte voor de
Rivier' geld gereserveerd. Volgendjaar
moet ook duidelijk worden hoe de
Afsluitdijk gaat worden aangepakt, daar
is nu echt lang genoeg op gestudeerd,
vindt Kuijken. De financiering van
waterveiligheidsprojecten tot 2020 is nog
onduidelijk. Vanaf 2020 gaat er ten min-
ste één miljard euro per jaar in de pot
voor te nemen maatregelen. Veerman
Provincies nummer 8, oktober 2010 9
4. • • • • • • • • • • • • •
I
I
meende overigens in 2008 dat 1,5miljard
per jaar in deze pot zou moeten. Kuijken:
"Of die één miljard voldoende is, daar
kan ik nog niets van zeggen. We weten
immers nog niet wat we willen gaan
doen:'
Mocht er geld te weinig zijn dan weet
Keereweer nog wel een oplossing. Hij
steekt al tijden niet onder stoelen of
banken dat de waterschappen als
bestuurlijke organisatie moeten worden
opgeheven. Het zouden twaalf uitvoe-
ringsorganisaties moeten worden waar-
over de twaalf provincies de regie voeren.
In het tweegesprek vallen diverse getal-
len van tussen de 398 miljoen euro en
één miljard euro per jaar die deels vrijge-
speeld kunnen worden als doelmatigheid
in de waterketen (alhet water dat door
buizen gaat) wordt verhoogd en de
'bestuurlijke drukte' rond 'water' wordt
aangepakt. "Het geld dat dan vrij komt,
kan mooi worden gestoken in de toe-
komstige veiligheid", zegt Keereweer.
"We hebben ook geen Rijkswaterstaat-
verkiezingen, dus waarom zouden we
wel verkiezingen voor waterschapsbestu-
ren moeten hebben?" verzucht hij.
Doelheffingen
Kuijken doet er op dit punt het zwij-
gen toe. Dat het allemaal stukken goedko-
per kan in de keten, daarover is iedereen
in de waterwereld het eens. Maar de
waterschappen als zelfstandige
bestuurslaag. daarover houdt de Delta-
commissaris de lippen stijf op elkaar.
"Onze waterschappen hebben een heel
specifieke functie die in een lange tradi-
tie staat. De voors en tegens staan voor
iedereen al een tijdje helder op een rij.
Het is nu aan de politiek om een keuze te
maken. Ik zwijg hierover", lacht hij. "Wel
hecht ik eraan dat we onze waterveilig-
heid uit doelheffingen blijven betalen.
Het waterbeheer mag niet afhankelijk
worden van wisselende politieke afwe-
gingen."
Keereweer is het op dit punt opnieuw
volledig eens met zijn gesprekspartner.
"De waterschappen zijn functioneel
democratisch. Maar ook algemene demo-
cratieën, zoals de provincies, kun je als
burger vertrouwen als het gaat om water-
veiligheid. Wij kunnen heel goed, net als
de waterschappen nu, doelheffingen
invoeren en heffen bij de burger", zegt
10 Provincies nummer 8, oktober 2010
Dijkgraaf van Nederland
Wie Deltacommissaris Wim Kuijken in de media ziet rondstappen, krijgt makkelijk een
gerustgesteld gevoel. Een grote, sympathiek ogende man, in een oranje doorwerkjas,
op groene laarzen en meestal met een bouwvakkershelm op het hoofd. Hij stapt door
plassen, neemt de zaak in ogenschouw vanuit vliegtuigen, helikopters en vanaf boten.
De 'superdijkgraaf' die over heel Nederland waakt en in heldere bewoordingen uitlegt
waar het om gaat. Een man die de volgende ramp gaat voorkomen.
Kuijken schiet in de lach, als hij deze typering krijgt voorgelegd. Het imago is volgens hem
niet bewust gecreëerd. Dejas, helm en laarzen liggen standaard in de kofferbak. Hij kreeg
een en ander in 2009 cadeau bij Rijkswaterstaat Zuid-Holland toen hij afscheid nam als
secretaris-generaal op het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. "Van deze spullen weet il<
zeker dat ze passen bij een werkbezoek. Zichtbaar zijn is wel een belangrijk onderdeel van
mijn functie. Dus als dat beeld bestaat dan past het bij mijn functie. Maar ik zit ook heel
vaak netjes in het pak in zaaltjes en bestuurskamers."
I<uijken werkt de komende jaren "volgens een zeer precies spoorboekje" vijf zogeheten
deltabeslissingen uit, die hij in 2014 voorlegt aan het kabinet. Deze beslissingen gaan over
de normen van onze belangrijkste dijken en waterkeringen, over de beschikbaarheid van
zoet water, over het peil van het llsselrneer, over de manier waarop het Rijnmondgebied
veilig kan blijven en over hoe bij de ontwikkeling van buurten en wijken rekening kan
worden gehouden met water.
5. Keerweer die ook helemaal op een lijn zit
met Kuijken over wie er allemaal moeten
meebetalen aan waterveiligheid. name-
lijk iedereen. Als de Rijnmond of Schip-
hol onder water komen, ondervinden
ook de hoger gelegen landsdelen daar
grote economische nadelen van. Dus
mogen die gebieden ook meebetalen aan
de bescherming van de lage. "Water is
niet alleen bepalend voor gebiedsontwik-
kelingen, maar bepalend voor de totale
economische ontwikkeling van Neder-
land", zegt Keereweer.
lJWe hebben ook geen
ijkswaterstaatverkiezingen,
us waarom zouden we
el verkiezingen voor
aterschapsbesturen
oeten hebben?"
Behalvevoor de gevaren van te veel water
wil de gedeputeerde ook meer aandacht
voor de gevolgen van te weinig water. In
de zomer van 2003 heerste er een grote
droogte. Water moest vanuit het IJmeer
'tegenstrooms' naar het Groene Hart wor-
den geleid, elektriciteitscentrales langs
de rivieren moesten bijna worden afge-
schakeld omdat het rivierwater te warm
werd en niet meer kon worden gebruikt
als koelwater, de scheepvaart kreeg te
maken met ernstige beperkingen en vol-
gens de eerste rapportage van de Delta-
commissaris leed de agro-sector door die
droge zomer zeker een half miljard euro
omzetverlies door de tegenvallende oog-
sten. De zomer van 2003 zou in 2050 een
gemiddelde zomer kunnen zijn, zo valt te
lezen in het eerste Deltaprogramma. "Het
toekomstige gebrek aan zoet water is
minstens zo urgent als de waterveilig-
heid", zegt Keereweer onder instemmend
geknik van de Kuijken. "Vandaar dat
anderhalve-meter-verhaal van Veerman,"
zegt de Deltacommissaris. "We zullen dat
zoete water dus op een of andere manier
moeten bergen en vasthouden. Maar dat
kan misschien wel anders en beter dan in
het Ijsselmeer" •
COLUMN
• • • • • • • • • • • • •
Verkeersveiligheids beleid
bij provincies
De Stichting Wetenschappelijk Onder-
zoek Verkeersveiligheid (SWOV)bestu-
deerde vorigjaar de regionale verkeer- en
vervoer en verkeersveiligheidsplannen
van stadsregio's en provincies. Daarbij
sprak zij met onder meer tien van de
twaalf provincies, om een beeld te krij-
gen van het regionale verkeersveilig-
heidsbeleid. De bevindingen staan in het
Schetsboek voor regionaal verkeersveilig-
heidsbeleid. Provincies blijken op veel ver-
schillende fronten aan verkeersveiligheid
te werken.
Niet alleen worden heel wat activitei-
ten ontplooid op het gebied van educatie
en wordt nauwe samenwerking gezocht
met de politie. Vooral op infrastructureel
gebied is de afgelopen jaren in het kader
van het Startprogramma Duurzaam Vei-
lig veel gedaan (zie ook Debalans opge-
maakt. Duurzaam Veilig 1998-2007). Geluk-
kig dalen de slachtofferaantallen. maar
nog steeds vallen er jaarlijks nog honder-
den doden in het verkeer en een veelvoud
aan gewonden. De SWOVis de opvatting
toegedaan dat de beschikbare kennis die
deze aantallen verder kan helpen reduce-
ren nog niet compleet in de praktijk is
toegepast. Ook de provincies kunnen
daar nog hun steen aan bijdragen; het
Schetsboek voorregionaal verkeersbeleid doet
hiervoor een aantal suggesties.
De afname van de aantallen ongevallen
maakt dat de cijfers over slachtoffers
steeds minder een gedegen basis vormen
voor regionaal en lokaal verkeersveilig-
heidsbeleid. Dat wil echter in objectieve
zin niet zeggen dat we 'klaar' zijn: het
Nederlandse verkeerssysteem behoort
weliswaar tot de veiligste ter wereld, het
bevat echter nog steeds inherent onveilige
kenmerken. Dat wil zeggen: we weten gro-
tendeels hoe een veilig verkeerssysteem
erui t zou moeten zien. Wordt niet of te
weinig aan deze eisen voldaan, dan is
niet precies bekend waar een (ernstig)
ongeval zal optreden (zoalsbij ongeval-
lenconcentraties het geval is), maar wel
dat er ongetwijfeld weer een zal gebeu-
ren, terwijl de kans daarop verkleind had
kunnen worden. Dit vraagt om bezin-
ning op gebruik van kenmerken die
meer zeggen over de kwaliteit van het
systeem om beleid op te baseren.
Een ander punt is het gebruik van
kennis bij besluitvorming. Besluitvor-
ming is weliswaar geen puur rationeel
proces, maar uitkomsten kunnen beter
onderbouwd worden als goede kennis
beschikbaar is en op transparante wijze
wordt gebruikt bij het maken van afwe-
gingen. Op basis van de kennis die we
momenteel hebben over de kosten van
verkeersonveiligheid en de kosten en
effecten van maatregelen, is het goed dat
provincies in Nederland breed inzetten
op een keur aan maatregelen. Gezien de
aankomende bezuinigingen is het van
groot belang dat er goed wordt gekeken
of budgetten efficiënt en effectief worden
ingezet. Kennis hierover is bijvoorbeeld
te vinden op www.swov.nl. Voor de ken-
nisleemten die er nog zijn, is het verstan-
dig om in gezamenlijkheid op te trekken.
Provincies kunnen zobeter profiteren
van kennisinstellingen zoals de SWOV,
en zij zijn op hun beurt weer beter in
staat onderzoek uit te voeren met betrek-
king tot beleid dat door instanties zoals
provincies is geïmplementeerd. De
SWOVis dan ook steeds geïnteresseerd
in de ideeën die er bij provincies leven en
nodigt hen uit deze met de SWOVte
delen.
Miranda Brandsen
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek
Verl<eersvei Iigh ei d
Provincies nummer 8. oktober 1010 11