De Politie Utrecht heeft Stichting Nederland Kennisland1 benaderd te
onderzoeken hoe sociale internettoepassingen die bekend staan onder de
noemer Web 2.0. kunnen worden ingezet voor opsporing en andere politie
activiteiten. Het doel van deze opdracht is het ontwerpen van een raamwerk
voor deze activiteiten.
Kennisland richt zich binnen het advies op drie onderdelen voor een raamwerk:
1. Het ontwikkelen van methodieken en modellen om Web 2.0 activiteiten
van de politieorganisatie te duiden;
2. Het inventariseren en analyseren van bestaande en potentiële
experimenten op uitvoerend/operationeel niveau;
3. Het inrichten van een Politie 2.0 denktank programma dat in navolging
op dit advies aanvullend advies en werkzaamheden verricht op
richtinggevend/strategisch niveau.
1. Politie 2.0
Opsporingsonderzoek en Web 2.0
Projectnummer Kennisland 3.07.03 Politie 2.0
Product Beleidsadvies
Opdrachtgever Politie Utrecht
Plaats Amsterdam
Auteurs Syb Groeneveld
Joeri van den Steenhoven
Geert Wissink
Lobke van der Meulen
Versie 1.0, na afstemming voorgelegd aan opdrachtgever, 24 april 2007
Verspreiding Alleen ter gebruik en discussie voor bij het projectteam betrokken
personen binnen Kennisland, Politie Utrecht en de Board
Opsporing.
Stichting Nederland Kennisland, Postbus 2960, 1000 CZ, Amsterdam
t + 31 20 5756 720 f + 31 20 5756 721 info@kennisland.nl
2. Inhoudsopgave
1. Inleiding ................................................................................................ 3
Web 2.0 en de politie ................................................................................. 3
Advies voor een raamwerk ........................................................................... 3
Werkwijze, onderzoek en opbouw van het advies ............................................... 3
2. Web 2.0 - een korte introductie.................................................................... 5
Social Software ........................................................................................ 5
Het web als platform ................................................................................. 5
Wat betekent dit voor de politie? .................................................................. 6
3. Denktank................................................................................................ 7
Programma.............................................................................................. 7
Producten ............................................................................................... 8
4. Raamwerk Proefprojecten Politie 2.0 ............................................................. 9
Het projectformat .................................................................................... 10
Positionering proefprojecten ....................................................................... 12
5. Beslismodel............................................................................................ 15
6. Tien overwegingen & aanbevelingen ............................................................. 16
Bijlage 1. Instrumenten web 2.0 ..................................................................... 19
Bijlage 2. Analyse projecten .......................................................................... 21
-2-
3. 1. Inleiding
Web 2.0 en de politie
In het afgelopen decennium is het gebruik van internet in Nederland van vrijwel
nihil gegroeid tot 76% van de Nederlandse bevolking. Niet alleen wordt steeds
meer gebruik gemaakt van het internet, de aard van het gebruik verandert ook.
Tegenwoordig zijn internetgebruikers vaak consument en producent tegelijk.
Internetters verspreiden informatie door middel van weblogs of wiki’s, bieden
foto’s of zelfs videofilmpjes aan. Ondersteund door zgn. social software wisselen
ze informatie uit, delen ze kennis en werken ze samen. Deze ontwikkeling wordt
web 2.0 genoemd.
Deze ontwikkeling biedt kansen voor de politie activiteiten en in het bijzonder
opsporingsonderzoek. Zo startte Politie Utrecht het proefproject
www.politieonderzoeken.nl om een ‘cold case’ opnieuw op te pakken en
daarbij, via internet, de hulp van de samenleving in te roepen. Dit project komt
voort uit de ambitie van enkele politiemedewerkers om het opsporingsonderzoek
te vernieuwen. Binnen relatief korte tijd werd het project opgetuigd. Maar de
politie krijgt ook te maken met initiatieven waar ze niet om heeft gevraagd
maar wel op moet reageren vanuit een maatschappelijke noodzaak. Een actueel
voorbeeld hiervan is Maurice de Hond, die zich in de Deventer Moordzaak heeft
vastgebeten. Hij beschrijft het verloop van het onderzoek op zijn weblog en
krijgt per post zo’n 50 tot 250 reacties van medeburgers.
De effecten van diverse opsporingsgerichte burgerinitiatieven en de resultaten
van het project Politieonderzoeken.nl nodigen uit om in een breder perspectief
te kijken naar Web 2.0 en de mogelijkheden voor de politieorganisatie.
Advies voor een raamwerk
De Politie Utrecht heeft Stichting Nederland Kennisland1 benaderd te
onderzoeken hoe sociale internettoepassingen die bekend staan onder de
noemer Web 2.0. kunnen worden ingezet voor opsporing en andere politie
activiteiten. Het doel van deze opdracht is het ontwerpen van een raamwerk
voor deze activiteiten.
Kennisland richt zich binnen het advies op drie onderdelen voor een raamwerk:
1. Het ontwikkelen van methodieken en modellen om Web 2.0 activiteiten
van de politieorganisatie te duiden;
2. Het inventariseren en analyseren van bestaande en potentiële
experimenten op uitvoerend/operationeel niveau;
3. Het inrichten van een Politie 2.0 denktank programma dat in navolging
op dit advies aanvullend advies en werkzaamheden verricht op
richtinggevend/strategisch niveau.
Werkwijze, onderzoek en opbouw van het advies
Kennisland heeft in maart 2007 aan het advies Politie 2.0 gewerkt. In een korte
periode is er intensief overleg gevoerd met diverse geledingen binnen de
Utrechtse politieorganisatie. Op basis hiervan is:
• Voor de Politie 2.0 Denktank een concept programma en werkwijze
geformuleerd (Hoofdstuk 3)
1
Kennisland is een onafhankelijke denktank die van Nederland een slimmer land wil maken. Niet
alleen in economisch opzicht, maar ook vanuit het maatschappelijke perspectief. Zij zijn sinds 1999
(inter)nationaal betrokken bij de vorming van beleid en het opzetten van projecten die de kracht
van ICT en samenleving optimaal willen benutten.
-3-
4. • Een krachtenveldanalyse opgesteld (Hoofdstuk 4);
• Een ‘Project Template’ ontwikkeld om bestaande en nieuwe projecten
te inventariseren en analyseren (Hoofdstuk 4);
• Een informatiestromen diagram ontworpen dat potentiële
proefprojecten positioneert (Hoofdstuk 4);
• Een eerste aanzet gemaakt tot een beslismodel op basis waarvan de
politieorganisatie tot besluiten kan komen over proefprojecten
(Hoofdstuk 5).
Daarnaast is een opsomming en ordening gemaakt van sociale internettoepassingen
binnen en buiten politieorganisatie die samenhangen met informatiestromen voor
opsporingsactiviteiten (Bijlage 1). En er is een analyse gemaakt van projecten binnen en
buiten de politieorganisatie die samenhangen met informatiestromen en/of
opsporingsactiviteiten (Bijlage 2). Deze twee bijlagen zijn een handvat voor toekomstige
activiteiten en het analyseren van proefprojecten maar staan los van het advies.
In het volgende hoofdstuk wordt gestart met een introductie van Web 2.0. Dit hoofdstuk is
ten dele gebaseerd op de notitie die teamleider Frank Smilda van de Politie Utrecht
eerder bij de Board Opsporing van de Raad van Hoofdcommissarissen heeft ingebracht.
Het advies sluit af met een aantal aanbevelingen op basis van het verrichtte onderzoek.
-4-
5. 2. Web 2.0 - een korte introductie
Het internet is in korte tijd een van de belangrijkste middelen van communicatie
geworden van de Nederlandse bevolking. In 2006 maakte maar liefst 76% van de
2
Nederlanders gebruik van het internet. De laatste jaren zien we een verschuiving optreden
in de aard van het gebruik van het internet. Voorheen waren internetgebruikers vooral
passieve informatie-consumenten. Tegenwoordig zijn internetgebruikers vaak consument en
producent tegelijk. Zij gebruiken niet alleen de informatie en diensten die online
aangeboden worden, maar bieden die ook zelf aan. Mensen verspreiden informatie door
middel van weblogs of wiki’s, bieden foto’s of zelfs videofilmpjes aan. Ondersteund door
social software wisselen ze informatie uit, delen ze kennis en werken ze samen. Deze
ontwikkeling wordt web 2.0 genoemd. Er zijn twee ontwikkelingen die nauw verbonden zijn
met de opkomst van web 2.0: de opkomst van social software en het transformeren van het
internet van een kanaal naar een platform.
Social Software
Social software is
software die het
ontstaan en
onderhouden van
sociale structuren in
online
gemeenschappen
faciliteert. Social
software voorziet in
een behoefte van
internetgebruikers om
zelfgemaakte teksten,
filmpjes of foto’s met
de hele wereld te
delen. Van 2003 tot
2006 is het aantal
weblogs
verhonderdvoudigd en
dat aantal verdubbelt
nu elke vijf maanden.
De schatting is dat er
nu zo’n 70 miljoen weblogs zijn. Nog zo’n onwaarschijnlijke groei laat Youtube zien, de
online videoportal waar gebruikers zelf filmpjes uploaden, delen en becommentariëren. In
twee jaar is Youtube uitgegroeid tot een platform waar dagelijks meer dan 100 miljoen
filmpjes worden bekeken en meer dan 80 miljoen gebruikers video’s delen.
Het web als platform
Nieuwe webtechnologieën hebben het gezicht van het web sterk veranderd. Het is nu
mogelijk om online dezelfde programma’s te gebruiken als programma’s die op de eigen
computer geïnstalleerd zijn. Zo biedt Google een online pakket aan voor organisaties waarin
een tekstverwerker zit met spellingscontrole, Adobe lanceert begin volgend jaar een online
versie van Photoshop en talloze kleine bedrijfjes bieden online presentatie- en
videobewerkingsprogramma’s aan.
RSS (Really Simple Syndication) maakt het mogelijk delen van de inhoud van een website te
publiceren op meerdere plekken. Dit betekent dat informatie niet meer gebonden is aan
een virtueel vast adres maar overal op het internet opgeroepen kan worden om getoond te
3
worden.
De combinatie van het web als platform en social software maakt het mogelijk om veel meer
2
Stichting Internet Reclame Nederland, 2007
3
Frank Smilda, Notitie Web 2.0 (2005)
-5-
6. kennis van de gebruiker aan te spreken dan voorheen het geval was. James Surowiecki
4
noemt dit de ‘Wisdom of Crowds’. Onder de juiste omstandigheden kunnen groepen
bijzonder intelligent gedrag vertonen, zelfs intelligenter dan het meest intelligente individu.
De instrumenten van web 2.0 maken het mogelijk deze intelligentie aan te spreken.
Wat betekent dit voor de politie?
Ook voor de politie heeft de opkomst van Web 2.0 gevolgen. De politie zal moeten reageren
op deze ontwikkeling. De casus van de Deventer moordzaak laat zien wat de
burgerinitiatieven op het web kunnen betekenen. De politie kan op verschillende manieren
gebruik maken van deze ontwikkeling. In Bijlage 1 is een inventarisatie gemaakt van
mogelijke Web 2.0 toepassingen voor de politie. Naast een summiere omschrijving van de
toepassing geeft dit overzicht de belangrijkste kansen en bedreigingen voor de politie weer
en biedt een aantal voorbeelden van projecten waar het instrument is ingezet.
In het volgende hoofdstuk zetten we een stap terug en bepleiten we om los van dit advies op
korte termijn een Politie 2.0 Denktank te benoemen die op structurele wijze richting geeft
aan het gebruik van Web 2.0 instrumenten binnen de politieorganisatie.
4
James Surowiecki (2004). The wisdom of crowds
-6-
7. 3. Denktank
Eén van de middelen om een antwoord te vinden op de vraag wat Web 2.0 betekent voor
de politie, is het instellen van een denktank. Deze denktank gaat op strategisch niveau
Politie 2.0 verkennen, toetsen en bevorderen. De denktank is een adviesorgaan voor de
Board Opsporing binnen de Raad van Hoofdcommissarissen. Op korte termijn starten met
deze denktank staat los van het onderliggende advies, want de activiteiten van de
denktank dragen bij aan het bevorderen van consensus binnen de politieorganisatie over
Politie 2.0 en vanuit de denktank kunnen er snel vervolgstappen worden genomen om met
de routekaart voor Politie 2.0 te starten.
De agenda van de denktank is niet vrijblijvend: de producten van de denktank zullen
leiden tot aanbevelingen voor het opereren van de politie met Web 2.0.
Doel
Het doel van de denktank is drieledig.
1. Het verkennen van de ontwikkeling van Web 2.0 en de relevantie ervan voor de
politie;
2. Het adviseren over, het monitoren van en het evalueren van Web 2.0
proefprojecten binnen de politie binnen een organisatorisch, juridisch,
wetenschappelijk en maatschappelijk kader;
3. Stimuleren dat resultaten van verkenningen en proefprojecten gedeeld en
toegepast worden in de gehele politieorganisatie.
Samenstelling
De denktank bestaat uit ongeveer acht tot tien personen met aanvullende secretariële en
inhoudelijke ondersteuning. Deze personen komen uit de politieorganisatie, de overheid,
de wetenschap en de samenleving. Vanuit de politie zijn er vertegenwoordigers op
korpsleiding en op operationeel niveau. Daarnaast lijkt vertegenwoordiging van het
Openbaar Ministerie, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en/of Justitie noodzakelijk.
Verder strekt het tot aanbeveling enkele experts uit de wetenschap en samenleving te
benoemen, bijvoorbeeld op het gebied van openbaar bestuur en/of internet.
Ondersteuning
Het voorstel is een secretaris te benoemen vanuit de Voorziening tot Samenwerking (VTS).
De secretaris coördineert alle bijeenkomsten, bereidt deze voor en doet de
verslaglegging. Daarbij wordt de secretaris inhoudelijk ondersteund bij de inhoudelijke
voorbereiding, de programmering, het inviteren van gastsprekers en het verzorgen van
studies en publicaties.
Programma
Hieronder een eerste kader voor het programma van de denktank:
Initiërende fase (M1-M2)
• Voordracht, selectie en benoeming
• Uitwerking programma
Startfase (M2-M6)
• Food for thought sessies met gastsprekers
• Vaststelling beleidsraamwerk
• Evaluatie reeds bestaande projecten Politieonderzoeken.nl Burgernet.nl
en MauricedeHond.nl
• Analyseren en adviseren over mogelijke proefprojecten
• Ontwerpen van een organisatiemodel Politie 2.0
-7-
8. Uitvoeringsfase (M4-M10)
• Begeleiding eerste Politie 2.0 proefprojecten
• Studiereis naar ‘Best practices’ internationaal
• Conferentie Police 2.0
Producten
De denktank levert in 2007 de volgende producten op:
• Breed gedragen positionering en beleidsraamwerk Politie 2.0. Het
beleidsraamwerk Politie 2.0 wordt door de denktank ter accordering
voorgelegd aan de Board Opsporing van de Raad van
Hoofdcommissarissen.
• Beslismodel voor potentiële proefprojecten Politie 2.0.
• Advies geven tot het starten van minimaal 2 en maximaal 4
proefprojecten.
• Advies over wie de proefprojecten gaan uitvoeren. Hierbij valt te
denken aan een aantal korpsen van de G5 die over voldoende expertise,
ambitie, mankracht en organisatorische middelen beschikken om op
korte termijn met proefprojecten aan de slag te gaan.
• Publicatie van drie ‘position papers’ die analyseren wat mogelijke
strategieën en acties zijn. De onderwerpen worden aangedragen door de
denktank. Ook wordt voorgesteld een Engelstalige publicatie te
verzorgen die tot doel heeft het internationale netwerk rondom Web 2.0
en de politieorganisatie te verbreden en te versterken.
• De evaluatie van minimaal 2 proefprojecten zal dienen tot verfijning en
aanpassing van ambities, strategieën en acties. De evaluatie van de
proefprojecten heeft consequenties voor het opereren van de politie op
het digitale domein, die zich moeten vertalen in concrete acties,
aanbevelingen en een breed gedragen beleidsraamwerk.
• Internationale conferentie Police 2.0. De internationale conferentie
heeft tot doel het innovatief vermogen van de Nederlandse politie
internationaal voor het voetlicht te brengen en is tevens bedoeld voor
verbreding en verdieping van het internationale netwerk.De resultaten
van de proefprojecten worden gepresenteerd en er zullen enkele
internationale gastsprekers worden uitgenodigd.
Het volgende hoofdstuk is een voorzet voor het werk dat de denktank gaat verrichten. Het
beschrijft een aantal stappen die genomen dienen te worden bij het in kaart brengen van
kansen en bedreigingen voor Politie Web 2.0 proefprojecten.
-8-
9. 4. Raamwerk Proefprojecten Politie 2.0
Om te komen tot secure en evenwichtige besluitvorming over Web 2.0 toepassingen
binnen de politieorganisatie is een vierstappenplan ontworpen dat voor elk proefproject
gevolgd kan worden:
1. Het maken van een krachtenveldanalyse;
2. Het inventariseren en analyseren van potentiële proefprojecten;
3. Het positioneren van potentiële proefprojecten;
4. Het invullen van scores binnen het beslismodel.
De eerste drie stappen worden in dit hoofdstuk toegelicht. De vierde volgt in hoofdstuk
vijf. Gezamenlijk vormen ze het raamwerk voor Politie 2.0.
Stap 1: Krachtenveld
De eerste stap in dit raamwerk is een krachtenveldanalyse. Hierbij wordt het
krachtenveld van het gehele project in kaart gebracht. Dit zijn de organisaties (of
onderdelen daarvan) die een belang hebben en betrokken moeten worden in het traject.
Het krachtenveld kent twee assen. De eerste as loopt van beleid naar uitvoering, de
tweede as loopt van lokaal naar landelijk. Dit levert vier kwadranten op waarin betrokken
organisaties (of onderdelen daarvan) te plaatsen zijn. Dat gebeurt vervolgens op drie
niveaus: operationeel, tactisch en strategisch.
In het figuur hieronder is een eerste uitwerking van het krachtenveld weergegeven.
Hieruit blijkt dat vooralsnog binnen het project Politie 2.0 vooral op beleidsniveau veel
actoren betrokken zijn. Later in het traject zullen ook uitvoerders betrokken raken.
Mocht besloten worden een volgende fase voor Politie 2.0 te starten, dan kan de
krachtenveldanalyse verder gecompleteerd te worden.
-9-
10. De wijze van betrokkenheid kan per organisatie in het krachtenveld verschillen. Dit kan
variëren van samenwerken, coördineren tot informeren. Voor elke organisatie in het
krachtenveld zal bepaald moeten worden hoe zij betrokken zijn en/of worden.
Stap 2: Beschrijving mogelijke proefprojecten
Als onderdeel van dit advies is een kleine inventarisatie gemaakt van bestaande projecten
of werkwijzen binnen de politieorganisatie die mogelijk gebruik kunnen maken van Web
2.0 instrumenten. De inventarisatie is aangevuld met potentiële proefprojecten met Web
2.0 die nu nog niet bestaan. Voor deze inventarisatie is een projectformat ontworpen dat
naast een algemene omschrijving ook de kansen en bedreigingen in kaart brengt. In het
kader van het onderzoek is een lijst van ongeveer twintig opgesteld waarvan uiteindelijk
twaalf potentiële proefprojecten zijn geanalyseerd (zie Bijlage 2).
Het projectformat
Om een project te kunnen definiëren, is voor elk van de geïnventariseerde projecten een
antwoord gezocht op de volgende vragen:
1. Waarom?
• Doel
• Doelgroep
2. Wat?
• Welke informatiestromen worden gebruikt?
• Wie produceert en modereert?
3. Hoe?
• Welke techniek en instrumenten worden gebruikt: weblogs, rss, social
bookmarking, uploading audiovisueel materiaal, uploading foto’s, open
en/of gesloten wiki’s, social networks?
4. Wie?
• Wie is de uitvoerder van het project binnen de politieorganisatie
(operationeel) en wie organiseert proces (tactisch)?
Waarom deze twaalf projecten
Dit projectformat vormt een basis om in de toekomst elk nieuw idee voor een
proefproject te toetsen. Van twaalf projecten zijn impact, kansen en bedreigingen in
kaart gebracht (zie Bijlage 2). Deze twaalf laten zien hoe communicatie- en
informatiestromen binnen de politie georganiseerd zijn. De twaalf projecten hoeven nu
nog niets met Web 2.0 instrumenten te doen. Voor Politie 2.0 is het echter van belang om
op basis van deze projecten te illustreren wat toepassing van Web 2.0 instrumenten voor
consequentie heeft voor communicatie- en informatiestromen binnen de
politieorganisatie en haar positionering in de samenleving.
In onderstaande tabel zijn de twaalf projecten kort beschreven5:
Project Toelichting
1. Persbericht Een persbericht is gesloten communicatie en wordt verstuurd aan
media die op basis daarvan publiek berichten. Met Web 2.0
technologie kunnen persberichten gerichter en in context van
andere berichten en informatie van de politie worden ontsloten.
5
In Bijlage 1 is een inventarisatie gemaakt van mogelijke Web 2.0 politie toepassingen.
- 10 -
11. 2. Meld Misdaad Anoniem Een telefoonnummer waar het publiek anoniem melding kan
doen. Verstrekte informatie wordt niet publiek gemaakt maar
gebruikt binnen onderzoek. In de toekomst kan de telefoon
aangevuld worden door ook via internet audiovisueel materiaal
anoniem te kunnen melden.
3. Korpskrant Personeelsblad van de Politie voor alle korpsen. Redactie bepaalt
inhoud. Blad is gericht op interne organisatie (maar komt af en
toe bij media terecht). Binnen de politieorganisatie zou er een
intern weblog gestart kunnen worden met een wikisysteem en
door collega’s gedeelde bookmarks dat de basis vormt voor de
Korpskrant
4. Politieonderzoeken.nl Nieuwe website gericht op bewoners van provincie Utrecht die
kunnen reageren op opsporingsonderzoek binnen een specifieke
zaak. De input wordt publiek gemaakt en gemodereerd. Hier
gebruikt de politie in beperkte mate de kracht van web 2.0
instrumenten.
5. Opsporing Verzocht Televisieprogramma waarin politie informatie geeft en kijkers
kunnen reageren. Informatie die als reactie binnen komt, wordt
niet publiek gemaakt. De resultaten (deels) wel. Het is een oude
informerende methode waar web 2.0 met internet tot nieuwe
cross-overs en daarmee nieuwe doelgroepen kan leiden.
6. Burgernet Telefoon netwerk voor aangemelde inwoners van Nieuwegein die
door de politie worden ingezet bij de opsporing van personen en
voertuigen. Informatie blijft bij de politie. Ook voor deze dienst
geldt dat met locatieven GPS media in combinatie met
audiovisueel materieel nieuwe kwalitatieve impulsen kunnen
worden gegeven binnen opsporingsonderzoek.
7. Forum de Hond Open forum van Maurice de Hond waarin publiek kan
reageren/bijdragen aan discussie over de Deventer moordzaak.
Het forum laat zien hoe buiten de politie nieuwe
informatiestromen worden gecreëerd die ook binnen opsporing
voor een nieuwe dynamiek zorgt. Inzet van Web 2.0 zal die
dynamiek de komende jaren vergroten.
8. Politie.nl De website van de politie in Nederland met informatie voor brede
publiek. Duidelijke eenduidige communicatie en stijl. Nu een
platte website me uniform karakter. Kan uitgroeien tot een
interactieve en participatieve portal voor specifieke doelgroepen.
9. Korpsnet Intranet voor alle korpsen in Nederland. Medewerkers kunnen
informatie toevoegen, maar dit wordt gemodereerd voor
publicatie. Zie bij Korpskrant hoe web 2.0 kan worden gebruikt.
10. Second Life Agent Virtuele wereld waarin agent communiceert met andere
deelnemers. Zij kunnen zelf informatie toevoegen en publiceren
zonder moderatie. Dit is een nog niet bestaand project.
11. Burger Bliin Social networking met foto’s op basis van geografische locaties
(via mobiel en GPS). Kan bijvoorbeeld worden ingezet bij
plaatsen delict waarbij burgers in de omgeving van het misdrijf
foto’s uploaden. Dit is een nog niet bestaand project.
12. Misdaadkaart.nl Commerciële website die op basis van persberichten Politie
automatisch geografische kaart aanmaakt van misdrijven per
buurt.
- 11 -
12. Stap 3: Positionering proefprojecten
Stap drie binnen het raamwerk Politie 2.0 is het positioneren van potentiële
proefprojecten in een diagram dat de informatiestromen rond de projecten weergeeft. In
het diagram hieronder beschrijft de verticale as voor wie de informatie is bedoeld gezien
vanuit de politie. De horizontale as beschrijft wat gebruikers met de informatie kunnen
doen. Proefprojecten zijn vanuit het perspectief van de politie in dit diagram te
positioneren. Verder in dit hoofdstuk is dit voor de twaalf geselecteerde projecten
gedaan.
Toelichting verticale as: intern naar extern
Deze as gaat over de mate van toegang tot informatie vanuit het perspectief van de
Politie. De as kent vier lagen:
a. Politie doelgroep intern
Als een project zich aan de bovenzijde van de as bevindt, betekent het dat de
informatie bedoeld is voor een gespecificeerde gebruikersgroep binnen de
politie (bijvoorbeeld een intern memo).
b. Politie landelijk
Bevindt een project zich net boven het midden van de as, dan blijft de
informatie binnen de politie, maar wordt intern breed verspreid (bijvoorbeeld
Korpsnet).
c. Doelgroepen extern
Een project net onder het midden van de as is bedoeld voor specifieke externe
doelgroepen, zoals de pers, familieleden van een slachtoffer, buurtbewoners,
etc. (bijvoorbeeld Burgernet).
- 12 -
13. d. Brede publiek
De informatie van projecten die zich aan de onderzijde van de as bevinden, is
bedoeld voor het brede publiek (bijvoorbeeld Politie.nl).
Toelichting horizontale as: read-only/read-write
De read-only/read-write as gaat over de rechten met betrekking tot informatie die de
voor het project gespecificeerde doelgroep krijgt. Perspectief is vanuit de doelgroep van
gebruikers. De as kent vier lagen:
I. Alleen lezen
Als een project zich aan de linkerkant van de as bevindt is de informatie statisch
en niet aan te passen door de doelgroep (bijvoorbeeld een Persbericht).
II. Lezen en melden
Bevindt een project zich net links van het midden van de as, dan kunnen
gebruikers de informatie lezen en er op reageren (bijvoorbeeld Meld Misdaad
Anoniem).
III. Schrijven gemodereerd
Bij een project net rechts van het midden van de as kunnen gebruikers naast
lezen ook zelf informatie toevoegen. Een moderator (van de politie of extern)
beslist echter wat gepubliceerd wordt (bijvoorbeeld Politieonderzoeken.nl).
IV. Schrijven ongemodereerd
Een project volledig rechts op de as geeft gebruikers de meeste vrijheid.
Toegevoegde informatie wordt direct - zonder tussenkomst van een moderator –
gepubliceerd. (bijvoorbeeld de Second Life agent).
Daarmee ontstaat een diagram met 16 vlakken waar potentiële proefprojecten in te
plaatsen zijn. Per vlak is duidelijk wat de positionering is, maar ook welke kansen en
- 13 -
14. bedreigingen daarvoor gelden. Doel van deze exercitie is tweeledig. Enerzijds het
positioneren van Web 2.0 projecten binnen de politie, anderzijds het ontwikkelen van een
instrument dat eenvoudig de kansen en bedreigingen van (nieuwe) proefprojecten laat
zien.
In het diagram zijn alle geanalyseerde twaalf projecten weergegeven. De plaats van
projecten in de zestien vlakken hebben de volgende kenmerken:
1. Projecten in vlak 1 tot en met 4 zijn voorbeelden van wat oude communicatie
wordt genoemd. Informatie komt eenzijdig van de politie en er is weinig sprake
van interactie.
2. In vlak 5 tot en met 8 zit het interne kennismanagement van de politie. Er is een
hogere mate van interactie maar die is gericht (op delen) van de eigen
organisatie.
3. Linksonder, vlak 9 tot en met 12 omvat projecten van de politie gericht op
communicatie met specifieke doelgroepen buiten de eigen organisatie of de
samenleving in het algemeen. Deze doelgroepen hebben beperkte mogelijkheid
voor reactie.
4. Vlak 13 tot en met 16 is het meest interactief en toegankelijk: burgers nemen
zelf het initiatief tot het geven van informatie, het bewerken of reageren op
politie informatie.
De uitdaging met betrekking tot Web 2.0 is om als Politie in de vlakken rechtsonder actief
te worden. Maar dan wel op een verstandige manier. Overigens gebeurt dit al wel, alleen
niet door de politie. Initiatieven als Misdaadkaart en de weblog van Maurice de Hond over
de Deventer moordzaak laten zien dat anderen zich op dit vlak roeren. Daar zal de politie
op moeten reageren of alternatieven moeten ontwikkelen die de politie in staat stellen
meer regie te hebben.
- 14 -
15. 5. Beslismodel
Met de projectbeschrijving en het positioneringdiagram wordt veel duidelijk over de
kansen en bedreigingen van een mogelijke proefproject. Dit levert informatie op basis
waarvan een besluit kan worden genomen. Een en ander kan in korte tijd worden
gegenereerd. Toch zijn hiermee nog niet alle aspecten in kaart gebracht die relevant zijn
voor een besluit om een bepaalde toepassing te gaan ontwikkelen. Derhalve is een
beslismodel ontworpen.
Dit beslismodel geeft op strategisch/tactisch en operationeel niveau weer welke
overwegingen moeten worden nagelopen alvorens een pilootproject te starten. Hierin
komen ook de projectbeschrijving en het positioneringschema terug. Elke overweging kan
een score krijgen zodat duidelijk wordt wat de sterktes en zwaktes zijn van het specifieke
proefproject. Maar het is ook mogelijk aan te geven dat met een bepaalde overweging
rekening moet worden gehouden in de uitvoering. Het gaat daarom in dit beslismodel ook
niet om een totaalscore per project.
Overweging Toelichting Score
Strategisch/tactisch
1 Kansen Inschatting van de kansen op basis van Negatief/Neutraal/Positief
projectformat
2 Bedreigingen Inschatting van de bedreigingen op basis Negatief/Neutraal/Positief
van projectformat
3 Positionering Inschatting van de positie op basis van Negatief/Neutraal/Positief
schema
4 Impact Bijdrage aan innovatie binnen Politie Negatief/Neutraal/Positief
5 Schaalbaarheid o.a. mogelijkheden tot opschaling / Negatief/Neutraal/Positief
adoptie door korpsen
6 Zichtbaarheid o.a. versterkt innovatief imago Politie Negatief/Neutraal/Positief
in de samenleving
7 Complexiteit o.a. vereiste van samenwerking met Negatief/Neutraal/Positief
meerdere partijen, mate van
geheimhouding informatie
8 Juridische implicaties o.a. strafrecht, auteursrecht Negatief/Neutraal/Positief
9 Ethische kwesties o.a. privacy, gebruikte Negatief/Neutraal/Positief
opsporingsmethode mbv Web 2.0
Operationeel
10 Technische o.a. technische complexiteit, passend Negatief/Neutraal/Positief
haalbaarheid bij bestaande technologie-systemen van
politie
11 Financiële Hoeveel kosten voor ontwikkelen en Negatief/Neutraal/Positief
haalbaarheid testen toepassing
12 Personele belasting Hoeveel tijd van medewerkers nodig Negatief/Neutraal/Positief
13 Planning o.a. doorlooptijd kort/lang, hoe snel Negatief/Neutraal/Positief
resultaat
14 Implementatiesnelheid o.a. lokaal, regionaal of landelijk te Negatief/Neutraal/Positief
implementeren
15 Verhouding tot andere Goed/slecht Negatief/Neutraal/Positief
lopende projecten
- 15 -
16. 6. Tien overwegingen & aanbevelingen
Het proefproject politieonderzoeken.nl startte door de ambitie van enkele
politiemedewerkers om het opsporingsonderzoek te vernieuwen. Binnen relatief korte tijd
werd het project opgetuigd en geoperationaliseerd.
In dit slothoofdstuk worden een aantal overwegingen opgesomd die betrekking hebben op
het vormen van een evenwichtige strategie voor het initiëren van proefprojecten voor
Politie 2.0. Er volgen een aantal aanbevelingen voor verdere maatregelen en of
onderzoek.
1. Positionering: Door het gebruik van Web 2.0 toepassingen verandert de positionering
van de politie in haar relatie met burger en samenleving. Immers er wordt een
participerende cultuur gestart in de communicatie over opsporing en andere politie
activiteiten met de buitenwacht. Traditioneel is veel van de communicatie van de politie
informerend geweest. Web 2.0 vraagt om een andere identiteit van communiceren. Niet
zozeer de Web 2.0 toepassing is de verandering maar de wijze waarop de politie het
nieuws brengt en participatie van de lezer anticipeert maakt een nieuw denkkader over
de positionering van de politie noodzakelijk.
>> Bij communicatie moet getoetst worden hoe de politie zich met de informatie wil
positioneren: informerend, participerend, intern, extern, lokaal, landelijk.
2. Privacy van persoonsgegevens: Met burgerinitiatieven als het forum van Maurice de
Hond en de website van de vriendenclub van Louis Seveke is vast komen te staan dat
gevoelige informatie tegenwoordig breed beschikbaar is. Het betreft vaak privacy
gevoelige gegevens van zowel personen binnen de politieorganisatie als gegevens van
burgers. De huidige wetgeving maar vooral de structuur van het internet geeft weinig
mogelijkheden om dit te voorkomen.
>> Elk initiatief dat de politie start moet een duidelijke disclaimer kennen hoe met
persoonsgevoelige gegevens wordt omgegaan. Dat houdt onder andere in dat duidelijk is
welke informatie beschikbaar komt vanuit de politieorganisatie en hoe verstrekte
gegevens uit de samenleving worden verwerkt, kunnen worden bewerkt en hoe de
informatie wordt gemodereerd. Daarnaast is het noodzakelijk dat de politie een ‘code of
conduct’ opstelt hoe zij zelf opereert binnen externe initiatieven waar ze geen controle
over uitoefent.
3. Beleidsraamwerk en beheersstructuur: Het opzetten van Politie 2.0 experimenten
leidt tot nieuwe structuren op strategisch, operationeel en tactisch niveau. Lokale,
regionale en landelijke overlegorganen, organisaties, instituties en ministeries zijn
(zijdelings) betrokken.
>> Bij de inrichting van elk proefproject wordt een krachtenveldanalyse gemaakt die
uiteenzet welke partijen bij de proef betrokken zijn en hoe die worden geconsulteerd en
geïnformeerd. Het strekt tot aanbeveling om een overkoepelende denktank op te richten
die op strategisch niveau invulling geeft aan de opzet, de uitvoering en de evaluatie van
proefprojecten. Daarnaast zal de Board Opsporing bij het daadwerkelijk starten van
meerdere proefprojecten een projectorganisatie dienen in te richten waarin de KLPD en
de G5 vertegenwoordigd zijn.
4. Retoriek: In elke innovatiecyclus breekt een periode van overmaat aan. Teveel
initiatieven storten zich op het nieuwe fenomeen. Dat gold bijvoorbeeld voor de aanleg
- 16 -
17. van spoorwegen tijdens de industriële revolutie en dat geldt voor Web 2.0 nu. Web 2.0
toepassingen zijn niet bij voorbaat nuttig. Nieuwe toepassingen leiden soms tot grotere
en complexere informatiestromen. Dat kan voor een organisatie als de politie leiden tot
extra werk om de betrouwbaarheid en het nut van de informatie te onderzoeken.
>> Bij elk project dat wordt geschaard in de categorie Web 2.0 moet een afgewogen
beslissing worden genomen in hoeverre het een functionele dan wel disfunctionele
vernieuwing van activiteiten betreft. Dat kan bijvoorbeeld door proefprojecten te
starten en de uitkomsten uitgebreid te evalueren.
5. Vernieuwbouw of nieuwbouw: De afgelopen tien jaar hebben veel gemeenten in
Nederland zich op het Web begeven. De grote fout die de meesten in die jaren maakten
was dat de loketdiensten die bestonden een-op-een werden vertaald naar een
webomgeving. Innovatie werd gestart vanuit de bestaande dienst. Consequentie daarvan
was dat de doelgroep geen of weinig gebruik maakte van de dienst omdat de
webomgeving eerder meer handelingen noodzakelijk maakte dan minder.
>> Web 2.0 toepassingen voor de politie vragen om een grondige ketenanalyse van de
nieuwe dienst. Hierbij moet in eerste instantie worden voorbij gegaan aan hoe die dienst
nu georganiseerd is binnen de politieorganisatie.
6. Vormgeving en stijl: De huidige politie website voldoet niet aan de wensen van de
gemiddelde internetbezoeker. De vormgeving, de interface en de toepassingen die het
biedt zijn een veilige omgeving voor algemene communicatie. Er is een landelijke stijl en
een landelijke identiteit. De website nodigt niet uit tot participatie. Bij het starten van
Politie 2.0 activiteiten zullen decentrale websites ontstaan die verschillen van het
uniforme karakter van de huidige politie website (zie politieonderzoeken.nl en
burgernet.nl).
>> Politie 2.0 vraagt om een andere stijl van schrijven van de geboden informatie, een
per project gedefinieerde vormgeving en een per project gedefinieerde doelgroep en
identiteit (de look & feel). Samenwerking met verschillende externe bureaus is hiervoor
noodzakelijk evenals een trainingstraject voor communicatie medewerkers.
7. Normen waarden achter nieuwe methodiek/technologie: Het behoeft weinig betoog
dat zelfs een kleinschalig proefproject als politieonderzoeken.nl grote mogelijkheden
biedt voor nieuwe opsporingsmethodieken. Er kan informatie worden gemanipuleerd,
namen achter anonieme IP adressen kunnen worden achterhaald en surfgedrag van
bezoekers kan verder worden onderzocht.
>> Bij het starten van een proef moet in een protocol worden vastgesteld welke
methodieken en opsporingstechnieken (mogen) worden gebruikt. Bij de evaluatie wordt
getoetst in hoeverre het protocol voldoet.
8. Wie is de maker/zender/ontvanger: De hoge mate van interactie die Web 2.0
toepassingen met zich mee dragen, zorgen voor nieuwe vormen van informatie. Bestaande
informatie (bijvoorbeeld foto’s of videomateriaal) kan eenvoudig geremixed worden.
Foto’s kunnen worden toegevoegd aan een dossier zonder dat duidelijk is wie de maker is
en zonder dat de authenticiteit van het materiaal kan worden vastgesteld.
>> Nader onderzoek is noodzakelijk hoe de huidige wetgeving voorziet in het gebruik van
niet verifieerbare externe bronnen binnen Web 2.0 toepassingen voor
opsporingsonderzoek.
9. Auteursrecht: Bijna dagelijks verandert de interpretatie van auteursrecht op internet.
De maker van elke foto verkrijgt automatisch auteursrecht op zijn werk. Tegelijkertijd
- 17 -
18. zorgt internet ervoor dat dit werk makkelijk kan worden gedeeld met vele anderen zonder
dat restrictieve maatregelen worden genomen om dat werk auteursrechtelijk te
beschermen via bijvoorbeeld Digital Rights Management systemen.
>> Politie 2.0 draagt bij aan actieve participatie vanuit de samenleving bij
opsporingsonderzoek. De politie vraagt om toevoeging van bijvoorbeeld audio en
videomateriaal. Hier zijn auteursrechtelijke consequenties aan verbonden. Binnen
proefprojecten moet aan gebruikers duidelijk worden gemaakt hoe de politie met het
auteursrecht omgaat.
10. Ter afsluiting: In dit advies is een stappenplan ontwikkeld dat de politieorganisatie
in staat stelt proefprojecten binnen Politie 2.0 te duiden:
1. Het maken van een krachtenveldanalyse;
2. Het inventariseren en analyseren van potentiële proefprojecten;
3. Het positioneren van potentiële proefprojecten;
4. Het invullen van scores binnen het beslismodel.
Het onderzoek dat voor dit advies is verricht, is beperkt in omvang en tijd geweest. Het
strekt tot aanbeveling om binnen de eventueel op te richten denktank Politie 2.0 te
starten met de verdere invulling en concretisering van dit stappenplan.
- 18 -
19. Bijlage 1. Instrumenten web 2.0
Instrument Beschrijving Kansen Bedreigingen Voorbeelden
Forum Online prikbord met - Laagdrempelig - Moderatie kost - Geenstijl:
reactiemogelijkheid - Jongeren posten tijd www.geenstijl.nl
snel - Kans op spam - Fok: www.fok.nl
- AD: www.ad.nl/forum
Mailinglist Mailing naar beperkte - Snelle vorm van - Te veel extra - Nettime:
groep communicatie werk www.nettime.org
- Goedkoop, geen - Fouten maken - A2K lijst
dure software door snelheid
nodig medium
P2P Bestanden delen met - Snel bestanden - Geen controle - Bittorrent:
anderen via p2p- verspreiden over materiaal www.bittorrent.com
technologie - Gesloten politie - Auteursrecht, - Kazaa: www.kazaa.com
p2p-community privacy
Photo Sharing Het uploaden, raten en - Groot bereik - Geen controle op - Flickr: www.flickr.com
commentaar geven op - Snelle reacties commentaar - Picassa:
foto’s op een centrale - Waardevolle tekst - Betrouwbaarheid www.picassa.com
plek aanvulling op gegevens
visueel materiaal
RSS Doorplaatsen van - Snel content - Informatieoverlo - Alle weblogs hebben rss-
content op andere doorplaatsen ad feeds
plekken met behulp van - Extra publiciteit - Doorplaatsen - Online rss-reader
rss-feeds - Hergebruik informatie op Bloglines:
content sites waar je www.bloglines.com
geen controle
over hebt
Social Delen van bookmarks - Verbanden kunnen - Anderen kunnen - Del.icio.us:
Bookmarking met anderen en taggen leggen tussen gegevens ook http://del.icio.u
van eigen bookmarks bookmarks zien en (mis) - Furl: www.furl.com
- Kennis delen gebruiken
Social Mapping Kaartinformatie - Nieuwe verbanden - Mobiel met GPS - Misdaadkaart.nl
koppelen aan data zien nog niet wijd - Google Maps:
(zoals misdrijven) - Snel organiseren verspreid maps.google.com
rondom plek - Hoge - Google Earth:
instapdrempel earth.google.com
- Bliin: www.bliin.com
Social Communiceren en - Aanspreken van - Open medium - Hyves: www.hyves.nl
Networking interacteren op een jongeren - Geen controle - Friendster:
bepaalde website met - Onderzoeksinform - Misleiding www.friendster.com
vooraf gekozen groep atie (nicknames) - Facebook:
www.facebook.com
- 19 -
20. Video Sharing Het uploaden van - Groot bereik - Hoe val je op - Youtube:
video’s, beoordelen en - Nieuwe tips tussen veel www.youtube.com
commentaar geven - Opsporing- rotzooi? - Revver:
successen - Juridische www.revver.com
- Voorlichting bruikbaarheid
- Auteursrecht
- Commerciële
partij
Virtuele Wereld Online communiceren - Experimenteren - Geen controle - Second Life:
en interacteren met met 3D simulaties over gedrag www.secondlife.com
een online virtuele - Brainstormen anderen - Home:
identiteit in een 3D - Interactie, - imago (virtuele www.playstation.com
wereld pionieren kinderporno)
- Wat voegt het
werkelijk toe?
Weblog Het vaak posten van - Eenvoudig op te - Bij open - www.politieonderzoeken
berichten waarop zetten commentaar .nl
gereageerd kan worden - Laagdrempelige geen regie - Weblog Maurice De
informatie - Schrijfstijl Hond: www.maurice.nl
- Nieuwe informatie - Vereist
regelmatige
redactie (veel
werk
Wiki Eenvoudig samen - Kennis beter - Geen controle - Wikipedia:
werken aan benutten over kwaliteit www.wikipedia.nl
webpagina’s - Sneller samen - Instap drempel -
werken redelijk hoog
- Verkleinen
afstand burger-
politie
- 20 -
21. Bijlage 2. Analyse projecten
1. Persbericht
1.Waarom?
- Doel: informeren media en brede publiek
- Doelgroep: media en brede publiek
2.Wat?
- Politie stelt een bericht op met specifieke informatie over een bepaald onderwerp om de pers
en – via de media – het brede publiek te informeren. De pers en het brede publiek krijgen
informatie, maar kunnen niet direct daarop reageren.
3.Hoe?
- Fax, email en website Politie.nl
4.Wie
- Afdeling Voorlichting van Politiekorpsen
- Coördineren informatie richting media en publiek
Analyse Persbericht
Impact
- Bereik: Groot als persbericht wordt overgenomen door media, anders veel minder (alleen
eigen website)
- Opsporing: is niet gericht op specifieke doelgroep maar samenleving. Betekent diffuse
informatiestroom
- Relatie met samenleving: informerend
- Communicatie: Eenrichtingsverkeer vanuit politie, evt. met vermelding telefoonnummer.
Kansen & bedreigingen
- Kans: Informeren grote groepen mensen in een keer.
- Kans: Maakt werk Politie transparant en ze legt hiermee verantwoording af.
- Kans: Onverwachte informatie door brede verspreiding informatie (bv. tip van krantenlezer)
- Bedreiging: Geeft meestal beperkte informatie en geen mogelijkheid interactie. Hierdoor kan
bericht eigen leven gaan leiden en levert verhoudingsgewijs weinig op voor politie (= schot
hagel)
- Bedreiging: Bij overnemen persbericht door media minder controle over kwaliteit
berichtgeving (bv. media leggen eigen accent of maken fouten)
2. Meld Misdaad Anoniem
1. Waarom?
- Doel : verkrijgen van informatie over misdrijven/overtredingen
- Doelgroep : brede publiek
2. Wat?
- Politie heeft een meldpunt opgesteld waarop burgers anoniem misdaden of overtredingen
kunnen melden. Melders worden – vanwege de anonimiteit – niet op de hoogte gesteld van
wat de politie met de informatie doet.
- www.meldmisdaadanoniem.nl
3. Hoe?
- Website om meldpunt bekend te maken, melden gebeurt telefonisch
Analyse Meld Misdaad Anoniem
Impact
- Bereik: breed, meldpunt redelijk bekend;
- Opsporing: doel van het meldpunt is niet direct opsporing;
- Relatie met de samenleving: nauwe band, burgers willen graag iets melden en doen dat
bewust anoniem;
- Communicatie: politie geeft burgers mogelijkheid om anoniem te melden, daardoor kunnen
zij ook niet reageren.
Kansen & bedreigingen
- Kans: Misdrijven/overtredingen kunnen aanpakken die anders uit zicht waren gebleven.
- Bedreiging: Anoniem melden kan ‘vreemde’ meldingen opleveren, die toch serieus genomen
moeten worden.
- 21 -
22. - Bedreiging: Anoniem melden levert niet genoeg informatie op om misdrijf uiteindelijk aan te
kunnen pakken.
3. Korpskrant
1. Waarom?
- Doel: Verspreiden van (personeels)informatie binnen de politie
- Doelgroep: politie breed
2. Wat?
- De korpskrant is een stuk met nieuwsberichten van een bepaald korps, dat binnen de politie
landelijk wordt verspreid. Hoewel sommige korpsen inmiddels de krant ook aan lokale media
sturen, is dat in eerste instantie niet de doelgroep van de Korpskrant.
Analyse Korpskrant
Impact
- Bereik: dit project heeft geen bereik buiten de politie
- Opsporing: dit instrument draagt niet bij aan de opsporing
- Relatie met samenleving: geen
- Communicatie: eenzijdig, intern
4. Politieonderzoeken.nl
1. Waarom?
- Doel: De site politieonderzoeken.nl is opgezet als proef om te kijken of burgers ook op
andere manieren bij de opsporing betrokken kunnen worden dan alleen via
opsporingsberichten of televisieprogramma’s als Opsporing Verzocht of Hart van Nederland.
- Doelgroep: brede publiek (geïnteresseerden)
2. Wat?
- Politieonderzoeken.nl is een bestaand proefproject van de Politie om te kijken of burgers
online ingeschakeld kunnen worden voor het oplossen van een misdrijf.
Politieonderzoeken.nl wordt op dit moment gebruikt voor een cold case die enkele maanden
geleden heropend is. Op de site wordt door de politie informatie gegeven over het verloop
van de avond waarop Sjaak Gerwig verdween, de plaats delict, het onderzoek, wat er over
de zaak in de media is verschenen, etc. Het publiek kan online of telefonisch op deze
informatie reageren. Bovendien heeft de politie 15.000 euro uitgeloofd voor de ‘gouden
tip’.
- De website is gericht op inwoners van de gemeente Utrecht, maar in principe kan iedereen
reageren.
- www.politieonderzoeken.nl
- Politie beheert en modereert de informatie.
3. Hoe?
- website
4. Wie?
- Politie Utrecht
Analyse Politieonderzoeken.nl
Impact
- In principe heeft iedereen toegang tot de website politieonderzoeken.nl. Het bereik van dit
project zou in principe groot kunnen zijn. Vanwege de onbekendheid van de site is dat op
dit moment nog niet het geval.
- Opsporing: politieonderzoeken.nl is juist bedoeld om burgers in te zetten bij de opsporing.
- Relatie met samenleving: Politie vraagt burgers om hulp en wekt interesse met uitgebreide
informatie over een zaak op internet.
- De informatie wordt gegenereerd, beheerd en gemodereerd door Politie en loopt in één
richting.
Kansen & bedreigingen
- Kans: met politieonderzoeken.nl kan wellicht een zaak opgelost worden, die eerder
onoplosbaar leek;
- Kans: burgers kunnen door politieonderzoeken.nl geïnteresseerd raken in het werk van de
politie en opsporing. Wellicht zijn zij daardoor in de toekomst (nog) meer bereid te
participeren.
- 22 -
23. - Bedreiging: Site raakt niet bekend genoeg, waardoor het bereik niet groot genoeg is om de
cold case op te lossen;
- Bedreiging: Burgers gebruiken site voor andere doeleinden dan het oplossen van deze case.
5. Opsporing verzocht
1. Waarom?
- Doel: hulp van burgers inschakelen bij het oplossen van misdrijven
- Doelgroep: brede publiek
2. Wat?
- Opsporing Verzocht is één van de oudste methoden voor de politie om burgers in te
schakelen bij opsporing of oplossing van een misdrijf. In het televisieprogramma Opsporing
Verzocht worden verschillende zaken besproken. Kijkers wordt gevraagd te met de redactie
te bellen wanneer zij meer weten van een zaak.
- www.avro.nl/tv/programmas_a-z/opsporing_verzocht
- Politie beslist in overleg met redactie welke zaken aan de orde gesteld worden. Politie
geeft aan welke informatie vrijgegeven wordt.
3. Hoe?
- Televisie, website, reacties kunnen ook telefonisch ingediend worden
4. Wie?
- Politie ism AVRO
6. Analyse Opsporing verzocht
Impact
- Wat is de impact van het project qua
- Bereik: breed, iedereen die het programma ziet kan reageren;
- Opsporing: programma met name gericht op opsporing van personen of goederen;
- Relatie met samenleving: programma is juist op samenleving gericht;
- Communicatie: tweezijdig, politie geeft informatie en vraagt informatie van burgers.
6. Burgernet
1. Waarom?
- Doel: 1. Vergroten effectiviteit en snelheid opsporing door betrekken burgers. Burgers
worden betrokken bij de opsopring van m.n. personen en voertuigen om zo de pakkans te
vergroten; 2. Door betrokkenheid ook groter gevoel van veiligheid en leefbaarheid van eigen
leefomgeving
- Doelgroep: Bewoners en ondernemers in een bepaald gebied.
2. Wat?
- Burgernet is een middel waarmee Politie inwoners van een specifiek gebied telefonisch
benadert om bij te dragen aan de opsporing van met name personen en voertuigen. Politie
vraagt inwoners van een bepaald gebied (bijv. een wijk) of ze mee willen helpen bij de
opsporing. Mensen die mee willen doen, worden door de politie gebeld wanneer het
vermoeden bestaat dat in hun straat een zoekgeraakt kind, een gevluchte inbreker, een
gestolen auto, of….te vinden is.
- www.burgernet.nl
3. Hoe?
- Telefoon
4. Wie
- Politie Regio Utrecht. Burgernet is gestart in Nieuwegein met inmiddels 1600 deelnemers
- Politie is moderator
Analyse Burgernet
Impact
- Bereik: In specifieke gebieden kan het hoog bereik hebben. Vooral geschikt in goed
gedefinieerde omgeving (bv. buurt of wijk)
- Opsporing: zorgt voor kwalitatieve informatie ,laagdrempelig en tips die binnen
conventionele methoden (melding/buurtonderzoek) niet snel gegeven zou worden (Meldpunt
anoniem in betere vorm)
- Relatie met samenleving: band met zeer specifiek doelgroep (deelnemers netwerk) is nauw,
daarbuiten geen relatie met brede publiek.
- Communicatie: snel (versnelde opsporing), effectief (hogere pakkans) en efficiënt (tegen
zeer lage kosten vergroten observatiekracht politie)
- 23 -
24. Kansen & bedreigingen
- Kans: Hogere pakkans
- Kans: Groter gevoel van veiligheid
- Bedreiging: Meer meldingen, lang niet altijd accuraat en relevant, levert nutteloos
meerwerk
- Bedreiging: Gevaar als deelnemers niet alleen observeren maar ook zouden gaan handelen (
bv. eigenrichting en mogelijk dat daarbij evt. gewonden vallen)
7. Forum de Hond
1. Waarom?
- Doel: Maurice de Hond schrijft op zijn weblog over zaken die hem in de media op zijn
gevallen. De afgelopen maanden heeft hij zich vastgebeten in de Deventer moordzaak. Hij
blogt over alles wat hij over deze zaak te weten komt. Per blogpost ontvangt hij zo’n 50 tot
250 reacties.
- Doelgroep: brede publiek
2. Wat?
- Forum De Hond is bijzonder in deze inventarisatie. Het is het enige project dat volledig
buiten de politie staat. Opinie-onderzoeker Maurice de Hond heeft zich vastgebeten in de
Deventer Moordzaak. Hij schrijft op zijn weblog over alle gebeurtenissen rond deze zaak en
over alle informatie die hij vindt. Iedereen kan hierop reageren en dat gebeurt: elke
blogpost krijgt 50 – 250 reacties.
- www.mauricedehond.nl
3. Hoe?
- Weblog
4. Wie
- Maurice de Hond (extern)
Analyse Forum de Hond
Impact
- Bereik: breed, iedereeen die geïnteresseerd is kan meediscussiëren
- Opsporing: zou kunnen bijdragen aan de opsporing, wanneer Politie door weblog aan nieuwe
informatie komt
- Relatie met samenleving: dit project is afkomstig uit de samenleving en heeft een breed
bereik
- Communicatie: volledig extern, Politie heeft geen invloed
Kansen & bedreigingen
- Kans: nieuwe relevante informatie voor Deventer moordzaak via weblog
- Kans: informatie over publieke opinie over functioneren van politie, justitie en politiek. (En
daarvan eventueel leren voor het verbeteren van het functioneren)
- Bedreiging: de Politie heeft geen invloed op het forum. Het kan uitlopen op een algemene
klaagwebsite over politie en justitie (negatieve beeldvorming).
8. Politie.nl
1. Waarom?
- Doel: informeren van brede publiek over organisatie, activiteiten en faciliteiten van Politie.
- Doelgroep: brede publiek
2. Wat?
- www.politie.nl
- Website politie.nl is het portaal van de politie voor het brede publiek. Of het nu gaat om
vacatures bij de politie of melding van burenoverlast: via deze site moet je op de juiste
plaats terechtkomen. De site is landelijk, maar door het invoeren van de postcode kom je op
de site van een specifiek korps terecht.
- De informatiestroom loopt in dit geval eenzijdig van de politie naar het brede publiek. Brede
publiek kan wel vragen stellen of reageren.
- Politie produceert en modereert de website.
3. Hoe?
- Website (met contactgegevens en reactiemogelijkheden)
4. Wie?
- De natuurlijke eigenaar is de afdeling communicatie in samenwerking met profilering
- 24 -
25. Analyse Politie.nl
Impact
- Politie.nl is een drukbezochte website. Het bereik is groot. Meer functionaliteiten zullen ook
meer bezoekers trekken.
- De huidige website doet nog zo goed als niets aan het betrekken van burgers bij de opsporing
- Relatie met de samenleving: het is de eerste ingang voor brede publiek. De url is erg goed te
communiceren.
- De communicatie verloopt eenzijdig van de politie naar de burger toe.
Kansen & bedreigingen
- Kans: Een site die meer ‘web 2.0’ elementen in zich heeft, kan op meer vragen en op meer
participatie inspelen. Dit zorgt voor betere verbinding met de samenleving.
- Elk korps kan de afstand met haar doelgroep verkleinen door gepersonificeerde en
interactieve elementen op te nemen die invulling geven aan vragen uit de samenleving
(opsporing en informatie). Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een mailinglist die de politie ter
beschikking stelt voor de familie of groep rondom een slachtoffer en via welke informatie
wordt gedeeld.
- Bedreiging: De site moet een coherent en overzichtelijk beeld geven, de kans bestaat dat
teveel functionaliteiten de gebruiker afleiden.
- Bedreiging: De site is HET communicatiemiddel van de politie. Informatie moet betrouwbaar
en up-to-date zijn. Door functionaliteiten kan politie controle over kwaliteit en
betrouwbaarheid verliezen.
- Politie.nl is complex vanwege het feit dat het een landelijke applicatie is waar iedere regio
zijn eigen invulling aan geeft, of niet! Sommige regio’s hebben een paralelle website
ingericht, bijv. Politie Amsterdam.
9. Korpsnet
1. Waarom?
- Doel: informatie-uitwisseling binnen de politie;
- Doelgroep: politie breed.
2. Wat?
- Korpsnet is het intranet van de politie. Binnen een korps kan op deze manier informatie
gedeeld worden over de uiteenlopende onderwerpen. Het kan gaan om zaken, maar ook om
mededelingen over interne aangelegenheden. Redactie modereert
3. Hoe?
- INTRANET
4. Wie?
- Kennisnet politie
Analyse Korpsnet
Impact
- Wat is de impact van het project qua
- Bereik: intern, geen bereik buiten de politie;
- Opsporing: niet bedoeld voor opsporing;
- Relatie met samenleving: geen;
- Communicatie: intern, iedereen kan aanleveren, redactie modereert.
Kansen & bedreigingen
- Kans: kopsnet kan relatief eenvoudig ‘web 2.0’ elementen incorporeren en zo op meer
participatie inspelen. Het delen van bookmarks binnen politieteams en het opzetten van
team of korpswiki’s is een eerste stap. Hier zijn geen bedreigingen aan verbonden.
10. Second Life
1. Waarom?
- Doel: een proefproject in Second Life biedt de politie kennis en ervaring op om op te gaan
met virtuele identiteiten en werelden. Daarnaast is het een kwestie van PR: als de politie
Utrecht als eerste korps iets in Second Life gaat doen levert dat naar verwachting veel
publiciteit op.
- Doelgroep: gebruikers Second Life
2. Wat?
- Het openen van een virtueel recherche kantoor waar informanten voor lopende of gesloten
zaken informatie met de politie kunnen delen op uitnodiging.
- De informatiestromen zijn extern en read-write.
- 25 -
26. - Dit is één van de projecten die op dit moment nog niet bestaan. Idee is dat de Politie
Utrecht binnenkort met een agent in de virtuele wereld Second Life gaat rondlopen. Op die
manier kan ervaring worden opgedaan met virtuele werelden en identiteiten.
3. Hoe?
- De politie huurt expertise in bij een bureau gespecialiseerd in het bouwen van virtuele
huizen en het observeren van gedrag in Second Life.
4. Wie
- Vanuit de Politie Utrecht is de afdeling communicatie betrokken.
Analyse Second Life
Impact
- Een experiment in Second Life kan veel media-aandacht voor de politie opleveren dat goed
is voor de positionering van de politie als innovatieve organisatie, zowel naar de burger,
andere korpsen en ministerie toe.
- Het aanboren van nieuwe doelgroepen kan tot nieuwe inzichten en kennis leiden waardoor
belangrijke informatie in zaken naar boven kan komen.
- Relatie met samenleving: direct met Second Life bewoners, indirect via media (als
Nederland eerste land is met politiebureau in Second Life)
- Communicatie: volledig open
Kansen & bedreigingen
- Kans: de virtuele drempel is veel lager dan een fysieke drempel bij een politiekantoor. Het
is te verwachten dat gebruikers veel opener staan voor contact en communicatie.
- Kans: de gebruikers van Second Life behoren tot een hele andere groep dan diegenen die
normaal naar Opsporing Verzocht kijken. De politie kan hier een nieuw potentieel aan
informanten mee ontsluiten
- Bedreiging: de aanwezigheid van een politie-dependance in Second Life zal positieve en
negatieve emoties oproepen bij bezoekers die niet direct beheersbaar zijn voor de politie.
Denk aan het uiten van negatieve emoties, aan blokkades en virtuele graffiti. Bezoekers
kunnen in het uiterste geval het werk van de politie onmogelijk maken
- 26 -