school, taal

2. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Heb jij dat ook? Ze hebben kappers en laten zich opereren om mooi te zijn. Ik ben zoals ik ben. Ik wil profvoetballer worden

3. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Heb jij dat ook? Ze hebben kappers en laten zich opereren om mooi te zijn. Ik ben zoals ik ben. Ik wil profvoetballer worden Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen?

4. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Heb jij dat ook? Ze hebben kappers en laten zich opereren om mooi te zijn. Ik ben zoals ik ben. Ik wil profvoetballer worden Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen?

5. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Heb jij dat ook? Ze hebben kappers en laten zich opereren om mooi te zijn. Ik ben zoals ik ben. Ik wil profvoetballer worden Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen? In deze zinnen staan woorden uit het schema

6. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Heb jij dat ook? Ze hebben kappers en laten zich opereren om mooi te zijn. Ik ben zoals ik ben. Ik wil profvoetballer worden Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen? In deze zinnen staan woorden uit het schema We noemen deze woorden: persoonlijke voornaam- woorden

7. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar personen. Ze staan in de plaats van een naam of een naamwoord .

8. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar personen. Ze staan in de plaats van een naam of een naamwoord . Heb jij dat ook? Ze hebben kappers en laten zich opereren om mooi te zijn. Ik ben zoals ik ben. Ik wil profvoetballer worden

9. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar personen. Ze staan in de plaats van een naam of een naamwoord . Heb jij dat ook? Ze hebben kappers en laten zich opereren om mooi te zijn. Ik ben zoals ik ben. Ik wil profvoetballer worden Welk woord kun je zetten in plaats van de persoonlijke voornaamwoorden?

10. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Maak nu zelf zinnen met elk van de woorden uit het schema Waarnaar verwijst het steeds?

11. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Maak nu zelf zinnen met elk van de woorden uit het schema Waarnaar verwijst het steeds? Wat is het verschil tussen de eerste en tweede rij bij enkelvoud en meervoud?

12. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Maak nu zelf zinnen met elk van de woorden uit het schema Waarnaar verwijst het steeds? Wat is het verschil tussen de eerste en tweede rij bij enkelvoud en meervoud? De woorden uit de eerste rij komen als onderwerp in de zin voor, de woorden in de tweede rij niet.

13. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Maak nu zelf zinnen met elk van de woorden uit het schema Waarnaar verwijst het steeds? Wat is het verschil tussen de eerste en tweede rij bij enkelvoud en meervoud? De woorden uit de eerste rij komen als onderwerp in de zin voor, de woorden in de tweede rij niet. Voorbeelden: Ik vertel een mop. Kun je mij een mop vertellen? Zij was in de stad. Ik heb haar gezien. Wij wachten al lang. Ben je ons vergeten?

14. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Wat is het nut van persoonlijke voornaamwoorden?

15. enkelvoud meervoud ik mij me wij, we ons jij, je, u je, jou, u jullie jullie hij, zij, ze hem, haar zij, ze hen, hun, ze Les 7.3 Plateauzolen Wat is het nut van persoonlijke voornaamwoorden? Je hoeft niet steeds een hele naam te noemen.