2. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Onderzoeksrapport
Bachelor scriptie fysiotherapie
“Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie:
nodig of overbodig?”
Opdrachtgever:
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, afdeling fysiotherapie
Jelmer Jager en Charlotte Rommens
Coach:
Colette van ’t Schip, fysiotherapeut en docent Hogeschool van
Amsterdam, domein gezondheid, afdeling fysiotherapie
Projectleden:
Sophie Blanken, HVA fysiotherapie, studentnummer: 500629460
Femke Terpstra, HVA fysiotherapie, studentnummer: 500622438
Datum:
13-06-2014
Versie 2
Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
3. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Abstract
Background: By curiosity of the department of physical therapy of the Sint Lucas Andreas Hospital the question
was raised if physical therapy is indicated on the day treatment of oncology.
Method: For this research 12 articles were used, 46 patient questionnaires were filled in and 20 hospitals were
asked to answer the below stated problem statement: ‘The physiotherapists of the Sint Lucas Andreas Hospital
are wondering whether patients feel the need for physical movement advice on the oncology day treatment,
what is the scientific basis of the added value of physical therapy during chemotherapy and what the role of the
physiotherapist is on the oncology day treatment in other hospitals.’ By answering the problem statement the
possibility was created to advice the department of physical therapy.
Results: From six articles it was concluded that the fatigue with the intervention group was significantly
improved en from five articles the quality of life. There are also significant improvements found with other
physical and mental aspects. Of the 46 patients, 20 indicated to have a need fo r physical movement advice.
In 4 of the 20 hospitals the physical therapist plays a role on the day treatment department of oncology.
Conclusion: The found articles show that moving during chemo therapy has an added value on different
aspects of the physical and mental condition. From the questionnaires it was concluded that a small minorit y
feels the need for physical therapeutic movement advice. It can also be seen that the majority of the patients
indicate to move and exercise less since the start of their chemo treatments. From the answers of the different
hospitals it appears that the physical therapist, in most cases, does not play a role on the day treatment
department of oncology.
Samenvatting
Achtergrond: Door nieuwsgierigheid van de afdeling fysiotherapie van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis is de
vraag ontstaan of fysiotherapie i s geïndiceerd op de dagbehandeling oncologie.
Methode: Voor dit onderzoek zijn er uiteindelijk 12 wetenschappelijke artikelen gebruikt, 46 patiënten
enquêtes ingevuld en 20 ziekenhuizen bevraagd om onderstaande probleemstelling te beantwoorden:
“De fysiotherapeuten van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis vragen zich af wat de behoefte is van patiënten aan
fysiotherapeutisch beweegadvies op de dagbehandeling oncologie, wat de wetenschappelijke onderbouwing is
van de meerwaarde van fysiotherapie tijdens de chemotherapie en wat de rol van de fysiotherapeut is op de
dagbehandeling oncologie in andere ziekenhuizen.”
Door de probleemstelling te beantwoorden is de mogelijkheid ontstaan een advies uit te brengen aan de
afdeling fysiotherapie.
Resultaten: Uit zes artikelen komt naar voren dat de vermoeidheid bij de interventiegroep s ignificant is
verbeterd en bij vijf artikelen de kwaliteit van leven. Er zijn ook significante verbeteringen gevonden bij andere
lichamelijke en geestelijke aspecten.
Van de 46 patiënten, geven 20 personen aan behoefte te hebben aan fysiotherapeutisch beweegadvies.
In 4 van de 20 ziekenhuizen speelt de fysiotherapeut een rol op de dagbehandeling oncologie.
Conclusie: De gevonden artikelen laten zien dat bewegen tijdens chemotherapie een meerwaarde heeft op
verschillende aspecten van de lichamelijke en geestelijke gesteldheid.
Uit de enquêtes blijkt dat een kleine minderheid behoefte heeft aan fysiotherapeutisch beweegadvies. Ook is
te zien dat het merendeel van de patiënten aangeeft minder te bewegen en te sporten sinds het starten van de
chemotherapiebehandelingen.
Uit de antwoorden van de verschillende ziekenhuizen blijkt dat de fysiotherapeut in de meeste ziekenhuizen
geen rol speelt op de dagbehandeling oncologie.
4. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Voorwoord
Het onderzoeksrapport dat voor u ligt is het resultaat van vijf maanden onderzoek voor het Sint
Lucas Andreas Ziekenhuis te Amsterdam. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de
afstudeeropdracht ter afronding van de studie Fysiotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam. Het
afronden van deze studie betekend voor ons ook het einde van een mooie studententijd.
Bij de totstandkoming van dit rapport hebben wij de nodige steun gekregen vanuit diverse hoeken.
Enkele mensen willen wij via deze weg persoonlijk bedanken.
Ongeveer een half jaar geleden heeft de eerste kennismaking met het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis
plaatsgevonden, in de personen van Charlotte Rommens en Marleen Scholtens, later vervangen door
Jelmer Jager. Vanaf de eerste oriënterende gesprekken tot het document wat er nu voor u ligt is er
van jullie kant altijd sprake geweest van vertrouwen in een goed eindresultaat. Charlotte, Jelmer,
Marleen, bedankt voor de kans die jullie ons hebben gegeven om bij het Sint Lucas Andreas
Ziekenhuis een mooi onderzoek uit te kunnen voeren.
Ook willen wij onze begeleider van de Hogeschool van Amsterdam, Colette van ’t Schip bedanken
voor haar kritische blik, goede begeleiding, maar bovenal voor de plezierige samenwerking.
Verder willen wij alle medewerkers van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis en docenten van de
Hogeschool van Amsterdam bedanken voor hun medewerking en de leuke tijd in een plezierige
omgeving tijdens het afstuderen.
Er rest ons niets anders dan u veel leesplezier te wensen.
Sophie Blanken en Femke Terpstra
Amsterdam, juni 2014
6. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Inleiding
De afdeling fysiotherapie van het Sint Lucas Andreas ziekenhuis (SLAZ) te Amsterdam is momenteel
niet betrokken op de dagbehandeling oncologie. In tegenstelling tot andere disciplines, zoals
bijvoorbeeld de afdeling diëtiek, die voedingsadviezen geeft aan deze patiëntengroep. Het SLAZ heeft
behoefte aan informatie of fysiotherapeutisch beweegadvies is geïndiceerd op de dagbehandeling
oncologie.
In Nederland leeft ongeveer 3,5% van de bevolking met kanker, of heeft in het verleden kanker
gehad1. Het is belangrijk dat deze groep mensen zo actief mogelijk blijft om de behandelingen goed
te kunnen doorstaan2 en een hoge kwaliteit van leven te houden3,4,5.
In deze beroepsopdracht komt naar voren of uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bewegen
tijdens de chemotherapie voordelen laat zien, of de patiënt hier behoefte aan heeft en hoe de
beroepsbeoefenaars in andere ziekenhuizen hier mee om gaan.
Om een advies uit te kunnen brengen naar de afdeling fysiotherapie van het Sint Lucas Andreas
Ziekenhuis zijn de volgende vraagstellingen geformuleerd:
1. “Wat is de wetenschappelijke onderbouwing van de meerwaarde van bewegen op de
lichamelijke en geestelijke gesteldheid bij patiënten die worden behandeld met
chemotherapie op de dagbehandeling oncologie?”
2. “Wat is de behoefte van de patiënt betreffende fysiotherapeutisch beweegadvies en in welke
vorm zou de patiënt geïnformeerd willen worden?”
3. “Hoe is de rol van de fysiotherapeut momenteel ingevuld op de dagbehandeling oncologie in
andere topklinische en academische ziekenhuizen?”
Aanleiding
Zoals in de inleiding kort staat beschreven is er vanuit het Sint Lucas Andreas ziekenhuis de vraag om
een adviesrapport te schrijven over de behoefte aan fysiotherapeutisch beweegadvies op de
dagbehandeling oncologie. Op deze afdeling zijn momenteel geen fysiotherapeuten werkzaam. De
vraag is ontstaan uit nieuwsgierigheid van de fysiotherapeuten omdat dit onderwerp momenteel erg
in opkomst is. De afdeling fysiotherapie van het SLAZ heeft buiten de huidige werkzaamheden om
geen mogelijkheid en tijd om hier onderzoek naar te doen.
Het Sint Lucas Andreas ziekenhuis is in deze vraag de opdracht gevende organisatie.
Zij hebben het probleem bij ons als paramedisch student neergelegd, zodat er een oplossing
gevonden kan worden.
Er is geen eerder onderzoek aan dit project vooraf gegaan. Dit betekent dat er vanaf een nulpunt
begonnen moet worden zonder een onderzoek waar verder op doorgebouwd kan worden.
Aan het eind van dit project is het de bedoeling dat de stakeholders, in deze de therapeuten en
patiënten van het Sint Lucas Andreas ziekenhuis, tevreden zijn met het geleverde eindproduct. 6
Probleemstelling
“De fysiotherapeuten van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis v ragen zich af wat de behoefte is van
patiënten aan fysiotherapeutisch beweegadvies op de dagbehandeling oncologie, wat de
wetenschappelijke onderbouwing is van de meerwaarde van fysiotherapie tijdens de chemotherapie
en wat de rol van de fysiotherapeut is op de dagbehandeling oncologie in andere ziekenhuizen.”
Vraagstellingen
Om de probleemstelling te kunnen behandelen zijn er drie vraagstellingen opgesteld met
bijbehorende deelvragen, deze zijn als volgt:
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 6
7. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
1. Heeft bewegen een positief effect op de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van
oncologische patiënten die chemotherapie krijgen op de dagbehandeling oncologie?
a) Heeft bewegen tijdens de behandeling met chemotherapie een positief effect op
lichamelijke en geestelijke factoren?
b) Op welke lichamelijke factoren heeft bewegen een positief effect?
c) Op welke geestelijke factoren heeft bewegen een positief effect?
d) Welke dosering van bewegen heeft een positief effect?
2. Wat is de behoefte van de patiënt betreffende fysiotherapeutisch beweegadvies en in welke
vorm zou de patiënt geïnformeerd willen worden?
a) Hebben de patiënten op de dagbehandeling oncologie behoefte aan fysiotherapeutisch
beweegadvies?
b) Wat is het verschil in werken, sporten en bewegen voor de diagnose kanker en nu tijdens
de chemotherapie behandeling?
c) In welke vorm willen de patiënten geïnformeerd worden betreffende fysiotherapeutisch
beweegadvies?
d) Vinden de patiënten het een taak van het ziekenhuis om te informeren over bewegen
tijdens de behandeling met chemotherapie?
3. Hoe is de rol van de fysiotherapeut momenteel ingevuld op de dagbehandeling oncologie in
andere topklinische en academische ziekenhuizen?
a) Heeft de fysiotherapeut een rol op de dagbehandeling oncologie van bij patiënten die
chemotherapie krijgen?
b) Welke rol heeft de fysiotherapeut op de dagbehandeling oncologie bij chemotherapie
patiënten?
c) Krijgen de patiënten op de dagbehandeling oncologie advies ten aanzien van bewegen?
d) Door wie worden de beweegadviezen gegeven en wat voor adviezen zijn zit?
Doelstelling
Het doel van dit onderzoek bestaat uit 3 punten:
Door het uitvoeren van een literatuurstudie wordt nagegaan of bewegen invloed heeft op de
lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de patiënt tijdens chemotherapie op de
dagbehandeling oncologie;
Uit enquêtes moet blijken of er bij de patiënt behoefte is aan fysiotherapeutisch
beweegadvies en in welke vorm;
Via contact met verschillende Nederlandse topklinische en academische ziekenhuizen wordt
onderzocht hoe de fysiotherapeutische zorg op de dagbehandeling oncologie daar is
geregeld.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 7
8. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Onderzoeksopzet
Om tot de beantwoording van bovenstaande vragen te komen, is dit onderzoek driedelig opgesteld:
(1) een literatuurstudie, (2) een kwalitatief patiënten onderzoek, (3) ervaring van deskundigen uit
verschillende Nederlandse ziekenhuizen. Deze driedeling komt overeen met het Evidence Based
Practice (EBP) model7 (figuur 1), namelijk: (1) Best Research Evidence, (2) Patiënt Values en (3) Clinical
Expertise.
Figuur 1: Evidence Based Practice model
Afbakening
Literatuuronderzoek:
Er is gebruik gemaakt van wereldwijde literatuur met de voorkeur voor artikelen afkomstig
uit Nederland;
De artikelen zijn niet ouder dan 10 jaar.
Patiënten enquête:
De patiënten zijn gediagnosticeerd met kanker en onder behandeling van chemotherapie;
De patiënten spreken en lezen de Nederlandse taal;
De patiënten zijn ouder dan 18 jaar;
Zowel mannen als vrouwen;
Alleen patiënten op de dagbehandeling oncologie, geen klinisch opgenomen patiënten.
Ziekenhuizen:
Voor het onderzoek wordt gebruik gemaakt van Nederlandse gespecialiseerde kankercentra,
academische en topklinische ziekenhuizen.
Algemeen:
De projectgroep stelt een eenmalig adviesrapport op voor de afdeling fysiotherapie van het
Sint Lucas Andreas ziekenhuis;
Als naslagwerk en verantwoording wordt er een onderzoeksrapport opgesteld.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 8
9. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Leeswijzer
In hoofdstuk 1 wordt de literatuurstudie beschreven. Hierin is te vinden welke methode is gebruikt
om het onderzoek uit te voeren en de resultaten per gebruikt artikel.
Hoofdstuk 2 bestaat uit de verwerkte patiënten enquêtes op dagbehandeling oncologie van het Sint
Lucas Andreas Ziekenhuis. Dit is het tweede deel van het Evidence Based Practice model, de
patiëntwaarden8. Als eerste wordt de onderzoeksmethode besproken, dan de onderzoeksresultaten.
In het derde hoofdstuk komt fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie in gespecialiseerde
kankercentra, academische- en topklinische ziekenhuizen in Nederland aan bod. Het laatste deel van
het EBP model, de klinische expertise9. Ook in dit hoofdstuk wordt eerste de methode van het
onderzoek beschreven en daarna de resultaten van de ziekenhuizen die mee hebben willen werken
aan dit onderzoek.
Na de drie hoofdstukken met resultaten van de beroepsopdracht komt de conclusie gevolgd door de
discussie. In de conclusie worden per alinea de conclusies genoemd uit de eerdere hoofdstukken.
In de discussie worden naast de punten uit de hoofdstukken ook de discussieonderwerpen
gepresenteerd uit deze beroepsopdracht.
Als allerlaatste zijn de bijlagen te vinden, behalve de referenties zijn daar onder andere de volledige
patiënten enquête en de lijst van ziekenhuizen te zien. In de tekst staan verwijzingen naar de
bijlagen.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 9
10. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Hoofdstuk 1: Literatuuronderzoek
Onderzoeksmethode
Voor het beantwoorden van de klinische vraagstelling, is er gezocht naar wetenschappelijke
literatuur middels onderstaande PICO-vraagstelling10.
P: Oncologische patiënten die behandeld worden met chemotherapie op de dagbehandeling.
I: Beweegtherapie bij patiënten die behandeld worden met chemotherapie op de dagbehandeling
oncologie.
C: Geen beweegtherapie bij patiënten die behandeld worden met chemotherapie op de
dagbehandeling oncologie.
O: De invloed op de geestelijke en lichamelijke gesteldheid.
In de databases Pedro11, Pubmed12 en Cochrane13 is gezocht met verschillende combinaties van
zoektermen. In de tabel hier onder zijn de zoekresultaten weergegeven.
Tabel 1: Zoektermen en resultaten
Zoektermen Pubmed Pedro Cochrane
Cancer AND exercise
(verfijnen met extra zoekterm )
83 SR, 217 RCT 33 SR, 109 RCT 10 SR, 288 RCT
Cancer AND exercise AND
chemotherapy
1 SR, 25 RCT 0 SR, 10 RCT 1 SR, 40 RCT
Physical activity AND cancer
(verfijnen met extra zoekterm )
72 SR, 91 RCT 10 SR, 22 RCT 19 SR, 91 RCT
Physical activity AND cancer AND
chemotherapy
0 SR, 1 RCT 0 SR, 2 RCT 0 SR, 3 RCT
Chemotherapy AND physical therapy 0 SR, 3 RCT 0 0
Chemotherapy AND exercise 1 SR, 27 RCT 0 SR, 13 RCT 1 SR, 49 RCT
Chemotherapy AND physiotherapy 4 SR, 3 RCT 0 0
Outpatient oncology AND exercise 0 0 0
Outpatient oncology AND physical
0 0 0
activity
Totaal 528 199 502
De gevonden artikelen zijn gefilterd en beoordeeld op titel, abstract, in- en exclusiecriteria.
De overgebleven artikelen zijn beoordeeld met Pedro14 (Randomized controlled trial, Clinical trial) of
Cochrane15 (Systhematic Review, Meta-analyse).
Inclusiecriteria:
Het betreft een gepubliceerd artikel;
Nederlands of Engels geschreven;
Zowel mannen als vrouwen;
Diagnose kanker, alle vormen;
Patiënten momenteel onder behandeling van chemotherapie;
Leeftijd 18+;
Interventie: alle vormen van beweging (tijdens chemotherapie).
Exclusiecriteria:
PEDro score <316;
Klinische patiënten.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 10
11. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Limits:
De bronnen mogen niet ouder zijn dan 10 jaar (2004-2014), met uitzondering van relevante
artikelen. Indien er keus is, zo recent mogelijk;
De bronnen zijn geselecteerd aan de hand van de titel en de samenvatting. Hierna is er
gescreend op de vastgestelde inclusie- en exclusiecriteria.
Alle geselecteerde artikelen zijn systematisch beoordeeld op mate van
methodologische kwaliteit. Ter beoordeling van de kwaliteit is gebruik gemaakt van een
aantal vooraf gestelde validiteitcriteria: randomized controlled trial PEDro lijst17.
systematic review en meta-analyse beoordelingslijst Cochrane Libary18 . Door middel van
deze criteria is een uitspraak gedaan over de methodologische kwaliteit van het artikel. Deze
beoordeling is terug te vinden in bijlage 1.
Zoekresul taten
a.d.h.v. PICO
vraagstelling + fi lter
max.10 jaar
(N= 1229)
Selectie op titel en
abs tract
(N=32)
Selectie op overige
in/exclus iecriteria
(N=21)
Ui ts luiten protocol ,
des ign, en pilot study
N=17
Bruikbare artikelen
na beoordelen met
PEDro of Cochrane
(N=13)
Geëxcludeerd voor
conclus ie, wel
noemen lopend
Figuur 2: Stroomdiagram artikel selectie
Geëxcludeerd
(N=1198)
Geëxcludeerd
(N=11)
onderzoek
N=4
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 11
12. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Onderzoeksresultaat
De belangrijkste punten uit de uiteindelijk gekozen artikelen die belangrijk zijn voor het onderzoek
zijn samengevat in een tabel. Deze is terug te vinden in bijlage 1. De positieve resultaten van
bewegen tijdens chemotherapie van de verschillende artikelen en de discussiepunten zijn hier onder
overzichtelijk per artikel weergegeven.
1. Adamsen L. et al. 2009
Effect of multimodal high intensity intervention in cancer patients undergoing
chemotherapy19
Resultaten:
Er zijn significante effecten gevonden op de primaire uitkomstmaat vermoeidheid van −6.6 punten
(95% confidence interval −12.3 tot −0.9, P=0.02; effect size=0.33, 0.04 to 0.61).
Significante effecten zijn gevonden bij vitaliteit (effect size 0.55, 95% CI 0.27 to 0.82), fysiek
functioneren (0.37, 0.09 tot 0.65), fysieke rol (0.37, 0.10 to 0.64), emotionele rol (0.32, 0.05 tot 0.59)
en geestelijke gezondheid (0.28, 0.02 tot 0.56).
Er is verbetering opgemerkt in fysieke capaciteit: geschatte gemiddelde verschil tussen de groepen
van de maximale zuurstofopname is 0.16 l/min (95% CI 0.1 tot 0.2, P<0.0001) en spierkracht (leg
press) is 29.7 kg (23.4 tot 34.9, P<0.0001)
De schalen die de symptomen van de algehele gezondheidstoestand en de kwaliteit van leven meten,
laten geen verbetering zien.
Discussie:
Bijna alle onderzochte uitkomsten zijn in de interventiegroep verbeterd, maar de kwaliteit van leven
is hier niet door omhoog gegaan.
Mogelijke reden:
Door de impact van de kanker en chemotherapie is de kwaliteit van leven in de korte tijd van de
studie misschien niet te verbeteren. Om dit te willen verbeteren in deze periode is misschien te
ambitieus.
2. Andersen C. et al. 2013
The effect of a six-week supervised multimodal exercise intervention during chemotherapy
on cancer related fatigue20
Resultaten:
In de interventiegroep is de CRF significant vermindert, wat overeenkomt met een reductie op de
vermoeidheidsscore van 3.04 (effect size of 0.44, 95% CI 0.17e0.72) (P¼.002), the FACT-An score by
5.40 (P¼.015),the FACT-An Toi score by 5.22 (P¼ .009) and the Anaemia-ANS by 3.76 (P¼ .002).
Er is geen statistisch significant effect gevonden op de algemene kwaliteit van leven score (FACT-G)
of op een van de individuele welzijn scores; Fysieke (P ¼ 0,13), Emotioneel (p = 0,87), Sociaal (p =
0,83) en functioneel (p = 0,26)
Kortom, deze zes weken begeleid oefenen in de multimodale interventie groep kan leiden tot
aanzienlijke vermindering van de zelf-gerapporteerde CRF bij kankerpatiënten die chemotherapie
ondergaan.
Discussie:
In overeenstemming met andere studies, zijn er geen significante effecten gevonden van de
interventie op kwaliteit van leven (FACT-G score(P¼.21).
Een van de zwakheden van de studie is dat een groot deel van de deelnemers erg gemotiveerd was
om aan de studie deel te nemen. Een groot deel daarvan was jong en goed op de hoogte van fysieke
activiteit, wat waarschijnlijk niet zo goed overeenkomt met de gemiddelde chemotherapie patiënt.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 12
13. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
3. Banzer W. et al. 2014
Changes in exercise capacity, quality of life and fatigue in cancer patients during an
intervention21
Resultaten:
Er zijn significante verschillen aangetoond in de uitkomstmaten van de verschillende groepen(P
<0.001). Op basis van de absolute verandering van VO2 max (1,9 ± 1,7, 1,8 ± 0,8, 5,7 ± 2,8 ml / kg /
min) zijn significante verschillen gemeten in de verbetering van de kwaliteit van leven (17,2 ± 15,1
versus 4,8 ± 22,0 punten, P <0.05) en vermindering van kanker gerelateerde vermoeidheid (-6,1 ±
30,7; -11,5 ± 20,9; -21,2 ± 21,4 punten) tussen de hoogste en laagste groep . De bevindingen wijzen
op een relatie tussen verbetering van inspanningscapaciteit, kwaliteit van leven en reductie van
vermoeidheid tijdens en kort na de behandeling van kanker.
Discussie:
Patiënten met verschillende soorten kanker lieten een verbetering zien van de inspanningscapaciteit
en kwaliteit van leven in de 16 weken durende conditie training interventie.
Vergeleken met andere studies zijn de resultaten overeenkomstig.
Het onderzoek wijst erop dat er een onderlinge afhankelijkheid is tussen de oefening van
capaciteitsvergroting, QoL verbeteringen en vermindering van de vermoeidheidssymptomen tijdens
de behandeling van kanker.
Er was een lichte stijging van de kwaliteit van leven en het reduceren van vermoeidheidsklachten bij
de deelnemers met weinig of geen veranderingen in VO2max (lagere groep). Bij de deelnemers met
een grote verandering in VO2max (hoogste groep) en het reduceren van vermoeidheidsklachten was
ook een grotere stijging van de kwaliteit van leven. Het lijkt dus dat als de VO2max verbeterd, ook de
kwaliteit van leven verbeterd. Toch blijft het onduidelijk of de kwaliteit van leven wordt verbeterd
door het vergroten van de inspanningscapaciteit of door de fysische activiteiten zelf.
4. Carayol M. et al. 2012
Psychological effect of exercise in women with breast cancer receiving adjuvant therapy:
what is de optimal dose needed?22
Resultaten:
Bewegingsinterventie verbetert vermoeidheid , depressie en kwaliteit van leven bij patiënten met
borstkanker die adjuvante chemotherapie ontvangen . Het voorschrijven van een relatief lage doses
oefeningen ( < 12 MET’s uur/week) , bestaande n ~ 90-120 min wekelijkse matige lichaamsbeweging
lijkt effectiever in het verbeteren van vermoeidheid en kwaliteit van leven dan een hogere doses.
Er zijn relaties naar voren gekomen van een gerichte dosis oefeningen met psychologische factoren.
Als er rekening wordt gehouden met het patroon van vermoeidheid, waargenomen tijdens
chemotherapie, is het mogelijk een goede aangepaste dosis oefeningen aan te meten tijdens deze
periode.
Deze resultaten wekken de hypothese dat het voorschrijven van een programma van 20 weken
gericht op interventies van 8-10 MET’s uur/week, goed gebruikt kan worden voor patiënten tijdens
adjuvante chemotherapie.
Discussie:
Er zijn veel verschillende artikelen gebruikt voor deze meta analyse. Sommige artikelen zijn niet
gecontroleerde onderzoeken. De interventie moet ook langer duren dan 16 weken om een significant
verschil te zien in kwaliteit van leven.
5. Courneya K.S. Et al. 2007
Effect of aerobic and resistance exercise in breast cancer patients receiving adjuvant
chemotherapy23
Resultaat:
Ongecorrigeerde en gecorrigeerde model analyse gaf aan dat aerobe/conditie oefeningen(AET)
superieur zijn aan de gebruikelijke zorg(UC) voor het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde (P =
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 13
14. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
0,015), aerobe conditie (p = .006), en het percentage lichaamsvet (aangepast P = 0,076).
Krachtoefeningen (RET) zijn superieur aan de gebruikelijke zorg (UC) voor het verbeteren van het
gevoel van eigenwaarde (p = .018), spierkracht (P <.001), vetvrijemassa (P = 0,015), en
chemotherapie voltooiing (P = 0,033).
Kanker-specifieke QoL, vermoeidheid, depressie en angst laten wel verbetering zien in de
interventiegroepen, maar niet significant.
Discussie:
In tegenstelling tot onze hypothese, laat zowel de AET als de RET groep geen significante verbetering
zien bij kwaliteit van leven, vermoeidheid, depressie of angst.
Onverwachts is in de RET groep significante verbetering te zien in het voltooien van de
chemotherapie zonder bijwerkingen of ontwikkeling van lymfoedeem.
Reden van negatieve uitkomst hypothese:
Het falen van de interventie groepen ten opzichte van het significant verbeteren van de kwaliteit van
leven kan, ten dele, te wijten zijn aan de grote variabiliteit in de QoL scores die er gevonden zijn
tijdens de chemotherapie (standaarddeviatie= 25).
6. Courneya K.S. et al. 2007
Six- month follow-up of patient-rated outcomes in randomized controlled trial of exercise
training during breast cancer chemotherapy24
Resultaten:
Na 6 maanden follow-up, rapporteert de RET groep een hoger gevoel van eigenwaarden
/zelfvertrouwen[ 0.1-3.2; P = 0.032] en de AET groep rapporteert minder angst ( −0.0 tot −9.3; P =
0.049) in vergelijking met de usual care groep.
Vergeleken met de deelnemers die niet aan regelmatige lichaamsbeweging hebben gedaan tijdens
de follow-up periode, rapporteerde degenen die wel conditie en kracht oefeningen hebben gedaan
betere resultaten, inclusief kwaliteit van leven ( 9.5, 95% BI 1,2-17,8, P = 0,025).
Discussie:
Mensen die zelf zijn blijven oefenen na het onderzoek in de afgelopen 6 maanden hebben een betere
uitkomst.
7. Courneya K.S. et al. 2012
Aerobic exercise and sleep quality in lymphoma patients receiving chemotherapy or no
treatments25
Resultaten:
De AET groep laat significante verbetering zien in hun conditie met >20%.
AET is op globale kwaliteit van slapen bij mensen die chemotherapie krijgen verbetert met
−1.71 punten (P = 0.013; d = −0.50) maar niet bij patiënten zonder behandeling (P = 0.72).
Er was een kleine (d = −0.27), op de grens van significantie (P = 0.086), vermindering te zien in het
percentage van de slechte slapers in de AET groep, in vergelijking met de UC groep (−14.2; 95% CI,
−30.5 tot +2.1).
Discussie:
Er is suggestief bewijs dat AET de slaapkwaliteit bij patiënten met lymfklierkanker met een slechte
slaapkwaliteit of klinische risicofactoren die een slechte slaap kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld
zwaarlijvigheid, chemotherapie, diagnose indolente NHL, of binnen 2 jaar na de diagnose )
verbeterd. Gelet op de mogelijkheid van vals-positieve bevindingen uit meerdere subgroep analyses,
zijn definitieve studies gericht op patiënten met lymfklierkanker en een slechte slaapkwaliteit of
klinische risicofactoren nodig om deze bevindingen te bevestigen
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 14
15. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
8. Courneya K.S. et al. 2013
Effects of exercise dose and type during breast cancer chemotherapy26
Resultaat:
Uit de analyses komen een aantal uitkomsten naar voren bij de verschillende interventiegroepen:
Zwaarte fysieke component: HIGH significant hoger dan STAN(P=.04)
Lichamelijk pijn: HIGH significant hoger dan STAN(P=.02)
Endocriene symptomen: Zowel HIGH als COMB significant hoger dan STAN (p=.009)
Vermoeidheidssymptomen: HIGH op de grens significant hoger dan STAN
VO2 max: HIGH op de grens significant hoger dan STAN, significant hoger dan COMB
Een hoger volume van aerobe of gecombineerde oefening is haalbaar en veilig tijdens borstkanker
chemotherapie en kunnen dalingen in fysiek functioneren en verergerende symptomen beter dan de
standaard volumes te beheren.
Discussie:
In dit onderzoek is de gemiddelde leeftijd laag. Dit komt waarschijnlijk doordat er alleen borstkanker
patiënten gebruikt zijn. Dit zijn vaak jongere mensen.
Het meetinstrument dat is gebruikt, “De physical functioning subscale of the Medical Outcomes
Survey Short Form (SF)–36” is een schaal waarin veel laag belastende dagelijkse activiteiten staan
die voor wat jongere mensen vaak nog goed te doen zijn. De lijst zou waarschijnlijk meer sensitief zijn
als er een lage gemiddelde leeftijd zou zijn en de patiënten lager belastbaar zouden zijn.
Het optimale meetinstrument voor fysieke activiteit bij kanker patiënten is nog steeds onduidelijk.
9. Courneya K.S. et al. 2014
Effects of exercise dose and type on sleep quality in breast cancer patients receiving
chemotherapy27
Resultaat:
Uit herhaalde metingen blijkt dat de HIGH groep met een hoge dosis oefenen statistisch superieur is
aan de STAN groep voor zowel globale slaapkwaliteit (gemiddeld groep verschil=-0.90; 95 % CI-0.05
to-1.76;p= 0.039) als subjectieve slaapkwaliteit (p= 0.028) en slaaplatentie (p= 0.049). De COMB
groep is statistisch superieur ten opzichte van de STAN groep voor zowel globale slaapkwaliteit
(gemiddeld groep verschil=-0.76; 95 % CI?0.11 tot -1.62; p= 0.085) als slaapduur (p= 0.051); en
statistisch superieur voor slaap efficiency (p= 0.040), en het percentage slechte slapers (p= 0.045).
Beweeginterventies kunnen een aantrekkelijke optie zijn om slaapstoornissen beter te beheren bij
kankerpatiënten die chemotherapie ondergaan.
Vooral mensen die al slecht sliepen zijn vooruit gegaan in slaapkwaliteit en slaapduur.
Discussie:
Verschillende factoren kunnen het positieve effect van de hogere trainingsdosis op de slaapkwaliteit
verklaren. Als eerst zijn er positieve effecten gemeten op de endocriene symptomen. Uit eerdere
studies blijkt dat endocriene symptomen, inclusief opvliegers en vasomotorische symptomen, zijn
gerelateerd aan slaapproblemen. Als tweede zijn er met een hogere dosis oefenen verbeteringen te
zien in pijn. Wat ook een aangetoonde voorspeller is van slaapproblemen.
10. Geleijn E. et al. 2011
CytoFys, behoud van kracht en uithoudingsvermogen tijdens chemotherapie28
Resultaten:
Voor de meeste variabelen blijven de patiënten gelijk of de schalen of gaan licht vooruit.
Het programma heeft laten zien dat het voor borst- en darmkanker patiënten die binnen het traject
adjuvant worden behandelt met cytotoxische middelen, mogelijk is om zonder nadelige bijwerkingen
deel te nemen aan een intensief oefenprogramma, bestaande uit conditie en krachttraining.
Patiënten die hebben deelgenomen aan het trainingsprogramma bleken op groepsniveau in staat te
zijn zowel het conditioneel vermogen als kracht op niveau te houden of te verbeteren (onderste
extremiteit).
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 15
16. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Discussie:
Hoewel op groepsniveau de resultaten positief zijn, was er wel sprake van grote interindividuele
verschillen. Sommige patiënten verbeterden sterk gedurende de trainingsperiode, anderen gingen
ondanks de training toch achteruit.
Gezien de experimentele opzet van het zorgvernieuwings- project is het zinvol om deze interventie
door middel van een gerandomiseerd klinisch onderzoek te onderbouwen.
11. Ling Yun Zou et al. 2004
Effect of aerobic exercise on cancer-related fatigue in breast cancer patients receiving
chemotherapy29
Resultaten:
Uit de resultaten blijkt dat de RPFS score van borstkanker patiënten in de interventie groep zijn
significant lager dan de scores van de controle groep. Het verschil tussen de interventie en controle
groep was op de FACIT-F score niet significant.
Uit de subgroep analyse blijkt dat bij etniciteit er wel een significant verschil is bij zowel de RPFS als
bij de FACIT-F score tussen de interventie en controle groep, dit was bij Aziatische mensen.
Uit een andere subgroep analyse, gebaseerd op bewegen, komt naar voren dat er een significant
verschil is tussen de interventie en controle groep op de RPFS score in de ≤8-week subgroep.
Deze meta-analyse geeft sterk bewijs dat conditietraining CRF kan verbeteren bij borstkanker
patiënten die chemotherapie krijgen, vooral bij Aziaten.
Discussie:
Op de RPFS schaal flinke verbetering te zien, op de FACIT-F schaal niet.
Reden: Een mogelijke rede voor de resultaten kunnen zijn dat het lastig is om te bepalen welke
frequentie, intensiteit en duur, het meest effectief en veilig is voor het verbeteren van CRF voor
borstkanker patiënten. Dit verklaart mogelijk de interindividuele verschillen in het verbeteren van de
CRF. Aziaten laten als enige op beide meetinstrumenten verbetering zien.
Reden: Een mogelijke reden voor het verschil in etnische groepen zou kunnen zijn dat grote
verschillen in conditietraining die CRF verbeteren, meestal te wijten zijn aan culturele factoren en
natuurlijke selectie.
12. Mishra S.I. et al. 2010
Exercise interventions on health-related quality of life for people with cancer during active
treatment(Review)30
Resultaat:
De resultaten suggereren dat de interventie groepen in vergelijking met de controle groepen een
positief effect hebben op de HRQoL schaal en zeker een positief effect hebben op de individuele
domeinen van de HRQoL (vermoeidheid, rolvervulling en lichamelijk functioneren)
Kwaliteit van leven: Verandering in de HRQoL ten opzichte van het begin, bij het volgen van een
oefeninterventie, laten een significante verbetering zien in vergelijking met de 806 controlegroep
patiënten na 12 weken (SMD 0.47; 95% CI 0.16 to 0.79).
Vermoeidheid: Er is een significant effect gevonden bij de follow-up metingen na 12 weken (SMD -
0.73; 95% CI -1.14 tot -0.31)
Lichamelijk functioneren: Er is een significant verschil bij de interventiegroepen in fysiek
functioneren. Dit verschijnt bij de meeste metingen relatief consequent bij de 12 weken. Er is een
significant verschil gezien in vergelijking met het begin bij de 12 weken (SMD 0.69; 95% CI 0.16 tot
1.22) en de 6 maanden follow-up (SMD 0.28; 95% CI -0.00 tot 0.55)
Rol vervulling: De resultaten voor rolvervulling hebben een significant verschil aangetoond bij de
follow up.
Discussie:
De resultaten moeten voorzichtig worden gezien omdat de gebruikte studies verschillende vormen
van interventies en meetinstrumenten voor de kwalitei t van leven hebben gebruikt
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 16
17. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
In onderstaande tabel staat beschreven op welke lichamelijke en geestelijke items bewegen een
positief effect heeft in de gebruikte literatuur. De cijfers in de tabel komen overeen met de
nummering van de artikelen hierboven.
Tabel 2: Positieve uitkomsten van de artikelen
Positieve uitkomsten Items Artikelen
Lichamelijk Conditie 5,7
Fysieke rol/lichamelijk
functioneren
1,12
Lichaamsvet 5
Spierkracht 5,10
VO2max 3
Geestelijk Angst 6
Depressie 4
Eigenwaarde 5,6
Emotionele rol 1
Geestelijke gesteldheid 1
Inslapen 9
Kwaliteit van leven 3,4,6,12
Rolvervulling 12
Slaapduur 9
Slaap kwaliteit 7,9
Vermoeidheid 1,2,3,4,11,12
Vitaliteit 1
Overig Chemotherapie voltooiing 5
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 17
18. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Hoofdstuk 2: Patiënten enquête dagbehandeling oncologie van het SLAZ
Er is gekozen voor het afnemen van een enquête31 (zie bijlage 2) om een beeld te krijgen van de
“patiënt values” uit het EBP model32. Er zijn drie weken achter elkaar enquêtes uitgedeeld aan
chemotherapie patiënten op de dagbehandeling oncologie.
Onderzoeksmethode
Kwalitatief onderzoek
Een deel van de resultaten uit deze scriptie zijn verkregen uit een kwalitatief onderzoek 33.
Om de behoefte van de patiënt, aan beweegadvies van een fysiotherapeut, te peilen is er gekozen
voor het afnemen van een enquête.
Om de behoefte aan beweegadvies te achterhalen zijn er behalve gesloten vragen ook open
vervolgvragen en gewone open vragen gesteld. Dit is gedaan om meer diepgang in de vragen te
krijgen en de patiënt de gelegenheid te geven een persoonlijk antwoord te geven. Hierdoor wordt er
een beter beeld verkregen van de behoefte dan bij alleen gesloten vragen.
Contact
Door de opdrachtgever is er contact gezocht met de hoofdverpleegkundige op de dagbehandeling
oncologie. Hierna is er via een e-mail aan de hoofdverpleegkundige een datum afgesproken om de
enquêtes af te komen nemen.
Tijdens de periode van afnemen is er elke ochtend contact geweest om door te nemen welke
patiënten er die dag zouden komen en welke voor de enquête geschikt zouden zijn.
Afnemen
Gedurende de drie weken zijn de enquêtes elke ochtend en middag persoonlijk uitgedeeld aan de
patiënten. Hierbij is in het kort uitgelegd wat het onderzoek en de enquête inhouden.
Iedere patiënt heeft een Informed Consent (zie bijlage 2) getekend vóór het invullen van de
vragenlijst.
De enquêtes zijn na afloop ingeleverd bij de balie, bij de verpleegkundige of zijn weer persoonlijk
opgehaald.
Verwerking34
Als eerste zijn de ingevulde enquêtes genummerd. Hierna zijn alle antwoorden, per vraag, ingevuld in
Excel. Aan de hand van deze tabel met gegevens zijn alle percentage uitgerekend per vraag en zijn er
cirkeldiagrammen van gemaakt (zie bijlage 3).
Deze percentages worden besproken in de onderzoeksresultaten.
Onderzoeksresultaat
In totaal zijn er 46 enquêtes afgenomen in drie weken tijd. Van de ingevulde enquêtes zijn per vraag
een tabel en cirkeldiagram opgesteld, deze zijn terug te vinden in bijlage 2.
Van de patiënten die de enquête hebben ingevuld zijn 35% man en 65% vrouw, de gemiddelde
leeftijd is 64 jaar (spreiding 24-85).
Uit de vragen over de thuissituatie blijkt dat 49,9% van de patiënten is getrouwd, 43,4% alleenstaand
is en 6,5% samen woont. Van de patiënten heeft 26,1% thuiswonende kinderen van uiteenlopende
leeftijden. De zorg van de kinderen wordt op verschillende manieren verzorgt; 16,7% geeft aan zelf
de zorg op zich te nemen, in 25% van de gevallen neemt de echtgenoot de zorg over en in 16,7% van
de gevallen andere familieleden. Van één patiënt is het kind zelfstandig en van een andere patiënt
zorgt het kind voor de patiënt (moeder).
Uit de vragen over werk blijkt dat 19,6% momenteel werk heeft waarvan de werkuren sterk uiteen
lopen, van 24 tot 60 uur per week. 32,6% van deze patiënten geeft aan minder te zijn gaan werken
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 18
19. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
sinds de diagnose kanker, sinds de chemotherapie of andere redenen, waarvan er één niet
gerelateerd is aan de kanker.
Ruim driekwart van de geënquêteerde is vaker dan drie keer op de dagbehandeling oncologie
geweest, twee patiënten zijn er voor de derde keer, zeven voor de tweede keer en twee voor de
eerste keer.
De verschillende soorten kanker waarvoor de patiënten onder behandeling zijn, zijn zeer
uiteenlopend. De grootste groep zijn met 28,2% de borstkanker patiënten.
De Nederlandse norm gezond bewegen is bij 77,6% van de ondervraagden bekend, bij 22,4% niet.
Van alle patiënten voldeed 82,6% aan deze norm voor de diagnose kanker (zie figuur 3 ) door het
uitvoeren van breed uiteenlopende activiteiten. Sinds het starten van de chemotherapie geeft bijna
driekwart (71,7%) aan minder te zijn bewegen (zie figuur 4) door vermoeidheid (45,5%) en nu niet
meer te voldoen aan de Nederlandse norm gezond bewegen (zie figuur 5).
0.0%
82.6%
17.4%
Ja
Nee
Geen respons
0.0%
24.0%
76.0%
Ja
Nee
Geen respons
Figuur 4: Bent u na beginnen met chemotherapie
minder gaan bewegen?
Voor de diagnose deed ruim de helft (52,1%) van de patiënten aan sport (zie figuur 6). De grootste
groep (73,9%) deed dit één tot anderhalf uur per keer in verschillende vormen. Sinds er is gestart
met de chemotherapie geeft 80,4% (zie figuur 7) nooit aan sport te doen, tegenover 47,8% (zie figuur
6) voor de diagnose kanker.
4.4% 2.2% 2.2%
80.4%
8.7%
2.2%
Nooit
1 keer per week
2-3 keer per week
4-5 keer per week
Dagelijks
Geen respons
Figuur 3: Voldoet u aan de Nederlandse norm gezond
bewegen voor diagnose kanker
Figuur 5: Voldoet u aan de Nederlandse norm gezond
Bewegen na het beginnen met chemotherapie?
6.5% 2.2%
47.8%
21.7%
15.2%
6.5%
Nooit
1 keer per week
2-3 keer per week
4-5 keer per week
Dagelijks
Geen respons
Figuur 6: Sport voor diagnose kanker
Figuur 7: Sport na starten chemotherapie
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 19
20. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Van de patiënten die antwoord hebben gegeven op de vraag of zij minder zijn gaan sporten na het
beginnen van de chemotherapie, geeft bijna de helft (47,8%) aan minder te zijn gaan sporten zie
figuur 8) en geven vermoeidheid als belangrijkste reden aan (zie figuur 9).
47.8%
13.1%
39.1%
Ja
Nee
Geen respons
13.6% Vermoeidheid
39.4%
19.6%
11.8%
3.9%
3.9% 3.9% 3.9%
Chemotherapie
Fractuur wervels
Pijn
Ziek
Fiets niet meer naar werk
Operatie
Geen respons
Figuur 8: Minder sporten na starten
chemotherapie
Figuur 9: Reden van minder sporten na starten
chemotherapie
Ongeveer de helft van de patiënten is de afgelopen vijf jaar in contact geweest met een
fysiotherapeut. Op het moment van het afnemen van de enquête was slechts 13% onder
behandeling van een fysiotherapeut in relatie tot de kanker. Deze patiënten krijgen zeer
uiteenlopende behandelingen.
Een kleine meerderheid van de patiënten wil informatie ontvangen over wat de fysiotherapeut kan
betekenen, de redenen hiervoor zijn zeer divers.
Op de vraag of er behoefte is om op de dagbehandeling oncologie advies te krijgen met betrekking
tot bewegen, geeft 43,5% aan dit te willen. Zij zouden graag informatie willen over verschillende
onderwerpen (zie figuur 10). De meeste patiënten geven aan informatie te willen over bewegen of
hebben geen respons gegeven. Verder zijn er veel specifieke vragen over klachten, zoals
schouderklachten en rugklachten. Er was één patiënt die invulde informatie te krijgen van de eigen
fysiotherapeut en één patiënt die zich af vroeg wat beter zou kunnen wat betreft bewegen.
0.0% 0.0%
19.2%
53.8%
15.5%
11.5%
Folder
Persoonlijk advies
Website
E-mail
Poster
Geen respons
24.7%
12.4%
30.0%
20.6%
4.1%
4.1%
4.1%
Bewegen
Betere conditie
Klachten specifiek
Eigen fysiotherapeut
Fysiotherapie in SLAZ
Wat kan ik beter doen
Geen respons
Figuur 10: Onderwerpen fysiotherapeutisch advies
Figuur 11: Vorm van informatie
De patiënten die advies willen ontvangen, willen dit in verschillende vormen. De meesten (53,8%)
zouden dit het liefst willen in de vorm van een persoonlijk advies gesprek (zie figuur 11).
Op de laatste vraag van de enquête, ‘Vindt u het een taak van het ziekenhuis dat u voorlichting
ontvangt over bewegen tijdens uw chemotherapie.’ Beantwoord t 76,1% deze vraag met, ‘ja’.
Er zijn een aantal opmerkingen gegeven op de enquête, zie hieronder:
“Er zullen mensen zijn die wel behoefte hieraan hebben, dan is het wel fijn dat het er is.”
“Ik wil na de chemo zo snel mogelijk weer aan het sporten.”
“Ik vind dat bewegen heel belangrijk is en ik heb er ook baat bij.”
“Momenteel te slechte gezondheid, geen behoefte aan fysiotherapie.”
“Ik word hier goed behandeld.”
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 20
21. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Hoofdstuk 3: Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie in
gespecialiseerde kankercentra, academische- en topklinische ziekenhuizen
Om tot het eindadvies te komen is er ook onderzoek gedaan door middel van de “clinical expertise”35
op het gebied van fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie. Er is contact geweest met
meerdere gespecialiseerde kankercentra, topklinische- en academische ziekenhuizen in Nederland,
om een beeld te krijgen wat de rol van de fysiotherapeut is op deze afdeling.
Onderzoeksmethode
Vorm
Om te peilen wat de rol van de fysiotherapeut is op de dagbehandeling oncologie van ziekenhuizen in
Nederland, is er een e-mail opgesteld met vier vragen.
De vier vragen die zijn gesteld zijn:
1. Heeft de fysiotherapeut een rol op de dagbehandeling oncologie van (ziekenhuis) bij
patiënten die chemotherapie krijgen?
2. Zo ja, wat houdt deze rol in?
3. Krijgen de patiënten op de dagbehandeling oncologie advies ten aanzien van bewegen?
4. Zo ja, door wie wordt dit gegeven en welke adviezen zijn dit?
Contact
Als eerst is er een lijst opgesteld met alle kanker gespecialiseerde centra, topklinische en
academische ziekenhuizen36. Deze lijst is terug te vinden in bijlage 4.
Om contact te leggen met de verschillende ziekenhuizen is er telefonisch contact opgenomen via het
algemene nummer. Hierbij is kort uitgelegd wat de bedoeling is van dit onderzoek en gevraagd naar
een contactpersoon die de vragen gericht zou kunnen beantwoorden.
Naar al deze verzamelde adressen is een opgestelde email 37 verstuurd met daarin de bovenstaande
vragen. De standaard verstuurde e-mail is terug te vinden in bijlage 5.
Na twee weken is er een herinnering gestuurd naar de contactpersonen waarvan nog geen antwoord
was verkregen.
Verwerking
De ontvangen reacties zijn in een Word bestand per ziekenhuis geordend en per vraag verwerkt in
een Excel tabel.
Er zijn in totaal 37 ziekenhuizen benadert. In de onderstaande tabellen is de respons weergegeven.
Tabel 3: Respons na telefonisch contact
Contact Aantal Percentage
Telefonisch kunnen bereiken 33 89 %
Niet telefonisch kunnen bereiken 4 11 %
De response na het telefonisch contact is 33.
Tabel 4: Respons na e-mail contact
Contact Aantal Percentage
Wel antwoord op e-mail 20 61 %
Geen antwoord op email 13 39 %
In totaal zijn er 20 respondenten.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 21
22. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Onderzoeksresultaat
Uit de reacties van de verschillende ziekenhuizen blijkt dat de fysiotherapeut niet vaak betrokken is
op de dagbehandeling oncologie. Wel wordt er in de meeste ziekenhuizen advies gegeven te aanzien
van bewegen. In onderstaand diagram zijn alle uitkomsten procentueel weergegeven.
Speelt de fysiotherapeut een rol
op de dagbehandeling
oncologie?
20 % ja
(N=4)
80 % nee
(N=16)
Worden er wel adviezen gegeven
t.a.v. bewegen?
15 % nee
(N=3)
85 % ja
(N=17)
Door wie worden deze adviezen
gegeven?
In welke vorm worden deze
adviezen gegeven?
In 4 ziekenhuizen speelt
de fysiotherapeut een rol
op de dagbehandeling
oncologie. De inhoud van
deze rol leest u op de
volgende pagina.
45 % Oncologieverpleegkundige
30 % Verpleegkundige
10 % Arts
10 % Specialist
5 % Arts assistent
5 % Diëtist
5% Regieverpleegkundige
5 % Arts assistent
5 % Diëtist
5% Regieverpleegkundige
35 % Gesprek
15 % Intake gesprek
15 % Voorlichtingsgesprek
15 % Folder
10 % Gesprek op polikliniek
5 % Eenmalig gesprek
5 % Eindgesprek
5 % Iedere chemotherapie
5 % Tijdens tussentijdse controle
Figuur 12: Stroomdiagram uitslag ziekenhuizen.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 22
23. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Rol van de fysiotherapeut.
In vier ziekenhuizen speelt de fysiotherapeut een rol op de dagbehandeling oncologie. De inhoudt
van deze rol is per ziekenhuis zeer verschillend.
Martini ziekenhuis te Groningen
Rol: Het Martini ziekenhuis is vanaf november 2013 bezig met het geven van voorlichting over het
nut van bewegen tijdens de chemokuren. De voorlichting wordt geven tijdens de tweede
chemotherapie behandeling aan vrouwen met borstkanker.
Er wordt informatie geven over bewegen en geholpen bij de bewustwording van de mate van actief
zijn. Ook wordt er gezocht naar een manier van bewegen die bij de individuele patiënt past:
zelf trainen (Oncomove), trainen met een fysio, groepstraining oncologie of individueel op de
sportschool.
Ervaringen: De reacties zijn positief en de therapeuten merken dat de patiënten baad hebben bij de
voorlichting. Deze voorlichting willen zij daarom ook gaan uitbreiden.
VU Medisch Centrum te Amsterdam
Rol: Het VU heeft een lifestyle poli waar de fysiotherapeut deel van uitmaakt.
De lifestyle poli is verbonden is aan de polikliniek en dagbehandeling en heeft tot doel om
ondersteuning te bieden aan ‘heel de mens’ (medisch maatschappelijk werk, diëtiste, fysiotherapie,
Look Good-Feel Better, dienst geestelijke verzorging).
Patiënten kunnen zichzelf aanmelden via het informatiecentrum op de lifestyle poli of ze worden
verwezen door de arts of verpleegkundige.
Bij de deelnemende patiënten neemt de fysiotherapeut een conditie -intake af, heeft waar nodig
overleg met de oncoloog/hematoloog en regelt dat de patiënt in zijn/haar eigen omgeving een
trainingsprogramma kan volgen tijdens de behandeling. De fysiotherapeut legt het doel van
conditiebehoud uit en kijkt samen met de patiënt naar een haalbaar programma.
Ook worden er adviezen gegeven aan de fysiotherapeut in de omgeving van de patiënt.
De patiënten die zich niet aanmelden voor fysiotherapie via de lifestyle poli krijgen van de
oncologie/hematologieverpleegkundigen bij de intake en vervolgbehandelingen advies om te blijven
bewegen en te proberen de conditie waar het kan op peil te houden.
Ervaringen:
Advies: Hier wordt gemerkt dat motivatie en het laten inzien van belang van bewegen een grote rol
speelt. Immers als je je ellendig voelt door de chemotherapie, is het niet je eerste impuls om
bijvoorbeeld een wandeling te gaan maken. Terwijl patiënten merken dat, wanneer ze dat wel doen,
het hen wel goed doet. Wanneer een patiënt weet waarom hij moet blijven bewegen, is de motivatie
groter.
Fysiotherapie in de buurt: Doordat de fysiotherapie dicht in de buurt gevolgd kan worden, is de
drempel een stuk lager, wordt er gemerkt.
Maasstad ziekenhuis te Beugen
Rol: In het Maasstad ziekenhuis zien de fysiotherapeuten de patiënten niet op de dagbehandeling
zelf, maar wel tijdens deze behandelingen. Door de arts of verpleegkundig specialist wordt als
basiszorg fysiotherapie aangeboden tijdens de chemotherapie.
Dit houdt in dat ze voor de eerste chemotherapie behandeling bij de fysiotherapie een intake krijgen
en hun conditie en kracht wordt getest. Daarna starten ze met fysieke training (warming up/cardio
en krachttraining en ontspanningsoefeningen) in de groep.
Halverwege worden ze opnieuw getest en aan het eind hebben ze een eind test.
Het streven is om stabiel te blijven tijdens de duur van de chemotherapie.
Ervaringen: Door de testen kan er goed in de gaten gehouden worden hoe het met de patiënten
gaat.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 23
24. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Academisch ziekenhuis Utrecht
Rol: In het Academisch ziekenhuis Utrecht wordt er op verschillende manieren beweegadvies
gegeven. De fysiotherapeut geeft advies en consult gericht op behoud van conditie, revalidatie of
bewegen bij mobiliteitsbeperking zoals pijn. Ook wordt er zowel door artsen, verpleegkundigen als
fysiotherapeuten geadviseerd minimaal een half uur per dag actief te zijn.
Moeheid en bewegen wordt bij iedere chemotherapie besproken.
De patiënten krijgen een folder “Revalidatie bij kanker” en “Help ik ben zo moe”.
Ook zitten zij in een revalidatie programma en is er een poli voor dagbehandeling patiënten.
Ervaringen: Het bewegen helpt mee tegen vermoeidheid.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 24
25. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Conclusie
In de conclusie wordt het antwoord gegeven op de onderstaande probleemstelling:
“De fysiotherapeuten van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis vragen zich af wat de behoefte is van
patiënten aan fysiotherapeutisch beweegadvies op de dagbehandeling oncologie, wat de
wetenschappelijke onderbouwing is van de meerwaarde van fysiotherapie tijdens de chemotherapie
en wat de rol van de fysiotherapeut is op de dagbehandeling oncologie in andere ziekenhuizen.”
Onderzoeksbewijs
Het literatuuronderzoek laat zien dat bewegen tijdens chemotherapie een positief effect heeft op het
reduceren van kanker gerelateerde vermoeidheid38,39,40,41,42,43 .
Daarnaast komt naar voren dat iets meer dan de helft van de artikelen waarin de kwaliteit van
leven44,45,46,47 wordt gemeten, bewegen een positieve invloed heeft op deze waarden. Echter valt op
dat in de andere helft van de artikelen de individuele domeinen, van de geestelijke en lichamelijke
gesteldheid, wel een gunstige uitkomst hebben, maar de kwaliteit van leven in zijn algemeenheid
niet verbeterd48,49,50.
Ook wordt er bij de interventiegroepen voordeel behaald op de conditie en VO2max 51,52,53. Als de
VO2max verbeterd, dan stijgt de kwaliteit van leven54.
Als laatste wordt een significant verschil gemeten dat door bewegen de slaapkwaliteit beter wordt,
dit heeft vooral een goede uitwerking bij patiënten die al slechte slapers waren55,56.
Patiënten waarde
Uit de resultaten van de enquêtes blijkt dat een kleine minderheid behoefte heeft aan
fysiotherapeutisch beweegadvies op de dagbehandeling oncologie. Zij willen dit het liefst ontvangen
in de vorm van een persoonlijk advies gesprek (zie bijlage 3). Daarnaast blijkt dat de helft van de
patiënten minder is gaan sporten en bijna driekwart van de patiënten is minder gaan bewegen.
Klinische expertise ziekenhuizen Nederland
De resultaten tonen aan dat de fysiotherapeut weinig betrokken is op de dagbehandeling oncologie
(zie bijlage 6).
In de ziekenhuizen waar de fysiotherapeut wel betrokken is, is de rol zeer uiteenlopend.
In bijna alle ziekenhuizen wordt er op de dagbehandeling oncologie wel beweegadvies gegeven, dit
gebeurd in de meeste gevallen door de (oncologie)verpleegkundige. De vorm waarin dit wordt
gedaan is bij ruim de helft in gespreksvorm.
Het merendeel geeft adviezen tijdens chemotherapie of is er mee bezig dit op te zetten of uit de
breiden. Dit wordt echter nog niet gedaan in een duidelijke lijn en door een vaste discipline.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 25
26. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Discussie
Dit onderzoek is met het evidence based practice model57 als uitgangspunt gebaseerd op het huidige
best beschikbare bewijsmateriaal.
Literatuuronderzoek
Vanuit de literatuur blijkt dat beweeginterventies een positieve uitwerking hebben op de geestelijke
en lichamelijke gesteldheid. Een aantal opmerkelijke punten uit de gebruikte artikelen zijn:
Artikelen waarin de dosis van bewegen wordt onderzocht zijn erg tegenstrijdig. Uit het eerste
artikel komt naar voren dat een lage dosis oefenen, vergeleken met een hoge dosis, een
beter effect heeft op vermoeidheid en kwaliteit van leven58. Het tweede artikel laat zien dat
de interventiegroep met de hoogste dosis oefeningen het beste vooruit is gegaan59;
Patiënten die zelf zijn blijven oefenen na het eindigen van het onderzoek blijken in de follow-up
na zes maanden een betere uitkomst te hebben dan patiënten die niet zelf hebben
geoefend60;
Uit één van de artikelen komt naar voren dat de beweeginterventie een beter resultaat geeft
bij Aziaten dan bij patiënten met een andere etniciteit61.
De artikelen die geen verbetering laten zien op de kwaliteit van leven hebben hier twee belangrijke
kanttekeningen bij. De eerste is dat er een grote spreiding is waargenomen in de antwoorden62. De
tweede is dat de auteurs als mogelijke reden geven dat door dat de impact van de kanker en
chemotherapie, de kwaliteit van leven in de korte tijd van de studie, niet te verbeteren is 63.
In veel gebruikte artikelen bestaat de onderzoekspopulatie uit borstkankerpatiënten waarbij de
gemiddelde leeftijd relatief laag is. Dit heeft als mogelijk nadeel dat in de gebruikte
meetinstrumenten vaak laag belastende ADL activiteiten staan, die voor jonge mensen over het
algemeen nog goed te doen zijn64. Dit komt niet geheel overeen met de gemiddelde kankerpatiënt en
kan hierdoor van invloed zijn op de resultaten.
Patiënten enquête
De resultaten uit de enquêtes laten zien dat een kleine meerderheid aangeeft geen behoefte te
hebben aan fysiotherapeutisch beweegadvies. Daar tegen over staat heel duidelijk dat de meeste
patiënten minder zijn gaan werken, bewegen en sporten. Bijna driekwart van de patiënten is minder
gaan bewegen en de helft is minder gaan sporten, door voornamelijk vermoeidheid, maar ook door
andere kanker gerelateerde symptomen. Dit kan erop wijzen dat de patiënten niet op de hoogte zijn
van wat goed voor hen is en wat een fysiotherapeut kan betekenen tijdens de chemotherapie
behandelingen. Ook geeft driekwart van de patiënten aan het een taak van het ziekenhuis te vinden
om voor te lichten over bewegen tijdens chemotherapie (zie bijlage 3).
Ziekenhuizen
Uit de antwoorden van de ziekenhuizen blijkt dat de fysiotherapeut bij een grote meerderheid geen
actieve rol heeft op de dagbehandeling oncologie. Wel worden in bijna alle gevallen beweegadviezen
gegeven door andere deskundigen.
Reflectie van de beroepsopdracht
De literatuur die is gebruikt is recent, er zijn geen recentere artikelen gepubliceerd.
Wel zijn er een aantal interessante pilot/design studies waarvan de onderzoeken momenteel nog
lopen65,66. Eén hiervan is een groot Nederlands onderzoek van het Antoni van Leeuwenhoek
ziekenhuis67, dat hoogstwaarschijnlijk eind van dit jaar wordt gepubliceerd. In dit onderzoek wordt
de effectiviteit en meerwaarde van lichaamsbeweging tijdens chemotherapie onderzocht..
Er wordt in de zorg steeds meer bekent over deze meerwaarde en dat is ook te rug te zien in de
ziekenhuizen. Helaas is het niet mogelijk geweest gebruik te maken van deze studies in de
beroepsopdracht omdat het artikel nog niet is gepubliceerd.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 26
27. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Over de betrouwbaarheid van de reacties van de ziekenhuizen kan getwijfeld worden. De reacties
zijn gegeven door een persoon die het meest geschikt zou zijn deze vragen te beantwoorden. Dit is
echter niet met zekerheid aan te tonen. Ook zijn de antwoorden gegeven door één persoon. Dit
antwoord blijft een observatie die niet te vergelijken is met meerdere personen.
Om de antwoorden zuiverder te maken zouden de vragen beantwoord moeten worden door
meerdere personen bij hetzelfde ziekenhuis.
Voor het beste en meest betrouwbare resultaat zou het misschien beter zijn geweest de e -mail met
vragen zowel aan een fysiotherapeut te stellen, als aan een oncologieverpleegkundige (in hetzelfde
ziekenhuis). Dit omdat uit deze beroepsopdracht blijkt dat de fysiotherapeut in veel gevallen nog
geen rol speelt op de dagbehandeling oncologie, maar er wel vaak beweeg adviezen worden gegeven
op de dagbehandeling door de verpleegkundige. Zo krijg je van allebei de kanten een antwoord.
Betrouwbaarheid in een kwalitatief onderzoek is moeilijk te bepalen. Dit geld dus ook voor de
afgenomen enquêtes. Een persoon kan een vragenlijst héél anders invullen wanneer hij een vrolijke
gemoedstoestand heeft dan wanneer hij een verdrietige gemoedstoestand heeft. Dit hang van
allerlei omstandigheden af.
Bij een kwalitatief onderzoek is het de bedoeling om het onderzoek door te laten gaan tot dat er
geen nieuwe antwoorden van patiënten meer verkregen worden. Wegens de tijd die staat voor de
beroepsopdracht is het niet mogelijke om langer dan drie weken patiënten enquêtes af te nemen.
Het nadeel hiervan kan zijn dat niet alle mogelijke antwoorden zijn verworven.
In het vervolg zou het, voor de beste peiling van de behoefte, misschien verstandig zijn het
onderzoek geheel kwalitatief uit te voeren. Door middel van het afnemen van interviews in plaats
van enquêtes en indien mogelijk tot er geen nieuwe antwoorden meer worden verkregen.
Aanbeveling voor vervolgonderzoek
Om het onderwerp van deze beroepsopdracht verder uit te diepen is er aan de hand van de
resultaten verder onderzoek nodig op het gebied van beweegadvies tijdens chemotherapie. Dit kan
bijvoorbeeld gedaan worden door te onderzoeken hoe patiënten tijdens chemotherapie omgaan met
werken, bewegen en sporten na fysiotherapeutisch beweegadvies. Dit in vergelijking met patiënten
die geen beweegadvies krijgen, maar alleen standaard zorg. Eventueel zou in het vervolg onderzoek
de kwaliteit van leven meegenomen kunnen worden. Ook kan er verder onderzoek gedaan worden
naar welke vorm van bewegen het meest effectief is tijdens chemotherapie.
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina 27
28. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Bijlage 1: Beoordeling artikelen
Artikel Type studie Score +
classificatie
Doel van de studie Deelnemers Interventie Uitkomsten
Adamsen, Lis 2009
Effect of a
multimodal high
intensity exercise int
ervention
in cancer patients
undergoing chemoth
erapy
randomised
controlled
trial
Pedro 7/10
B
Het vaststellen van het effect
van een multimodale
bewegingsgroep interventie,
als toevoeging van normale
zorg op vermoeidheid, fysieke
capaciteit, algemene welzijn,
fysieke activiteit en kwaliteit
van leven
269 patiënten
met kanker;
73 man,
196 vrouw,
gemiddelde
leeftijd 47 jaar
21 verschillende
diagnoses.
235 patiënten
voltooiden de
follow-up.
3 dagen per week 90
minuten lichamelijke
training + 30
minontspanningstherapie.
1 x per week 90 min
lichaamscontrole+ 30 min
ontspanning. 2x per week
30 min massage
EORTC QLQ-C30,
MOS SF-36,
Leisure Time
Physical
Activity
Questionnaire
, muscular
strength,
Vo2max
Andersen, Christina
2013
The effects of a six-week
supervised
multimodal exercise
intervention during
chemotherapy on
cancer-related
fatigue
randomized
controlled
trial
Pedro 5/10
B
Evalueren of een 6 weekse
multimodale
oefeningsinterventie onder
supervisie in toevoeging bij
chemotherapie en standaard
zorg het CRF level kan
reduceren
213 patiënten
met kanker,
52 man,
161 vrouw,
gemiddelde
leeftijd 47,5
20 verschillende
diagnoses
6 weken lang 9 uur per
week hoge en lage
intensiteit training: Hoge
intensiteitstraining: 3x per
week 1,5 uur (warming-up,
kracht en cardio). Lage
intensiteitstraining: 4x per
week van 0,5 tot 1,5 uur
massage, ontspanning of
lichaamscontrole.
CRF,
(FACT-An-)
(FACT-G score
& FACT-An
Banzer, W. 2014
Changes in exercise
capacity, quality of
life and fatigue in
cancer patients
during an
intervention
Randomized
controlled
trial
Pedro 5/10
B
Nagaan van de verschillen in
zuurstof opname, kwaliteit
van leven, en kanker
gerelateerde vermoeidheid
tijdens een 4 maanden
durende beweeginterventie
onder supervisie
101 kanker
patiënten
41 man,
60 vrouw
Bewegingsinteventie voor
thuis of onder supervisie.
Testen werden her
afgenomen 16-20 weken
na het einde van de
interventie
VO2max,
EORTC QLQ-C30
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina i
29. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Carayol, M. 2012
Psychological effect
of exercise in women
with breast cancer
receiving adjuvant
therapy: what is the
optimal dose
needed?
Meta
analyse
Cochrane
A1
Onderzoek naar de impact
van beweeginterventie op
vermoeidheid, angst,
depressie en kwaliteit van
leven. Ook de relatie tussen
het volume van de interventie
en psychische uitkomsten.
Borstkanker
patiënten
17
Geïncludeerde
studies
Bij de verschillende
studies is gekeken naar de
duur, lengte, sessie’s en
MET’s van de gegeven
interventies om zo te
kijken of er een optimale
dosis is van oefenen.
QoL
Relatie tussen
voorgeschreve
n beweging en
psychologisch
e uitkomsten.
Courneya, Kerry S.
2007
Effects of aerobic
and resistance
exercise in breast
cancer patients
receiving adjuvant
chemotherapy
Multicenter
randomized
controlled
trial
Pedro 7/10
B
Het effect van aerobics,
weerstandtraining of geen
interventie
242 Borstkanker
patiënten
Aerobic exercise raining
AET: 3x per week,
opbouwend van 15 min in
week 1 tot 45 min in week
18. Resistance exercise
training RET: 3x per week
2 setjes van 8-12 herh. bij
9 krachtoefeningen.
Kanker
specifieke QoL
Courneya, Kerry S.
2007
Six-Month Follow-up
of Patient-Rated
Outcomes in a
Randomized
Controlled Trial of
Exercise Training
during Breast Cancer
Chemotherapy
Randomized
Controlled
Trial
Pedro 6/10
B
Een follow up op langer
termijn, namelijk 6 maanden
201 borstkanker
patiënten
Follow up 6 maanden na
de interventie
Kwaliteit van
leven,
Zelfvertrouwe
n,
vermoeidheid,
angst,
depressive,
beweeggedrag
Courneya, Kerry S.
2012
Aerobic Exercise and
Sleep Quality in
Lymphoma Patients
Receiving
Chemotherapy or No
Treatments
Randomized
Trial
Pedro 7/10
B
?? 122 patients
met lymphoma
12-weken durend
beweegprogramma onder
supervisie bestaande uit 3
sessies per week
Pittsburgh
Sleep Quality
Index (PSQI).
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina ii
30. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Courneya, Kerry S.
2013
Effects of Exercise
Dose and Type
During Breast Cancer
Chemotherapy
Multicenter
Randomized
Trial
Pedro 7/10
B
Beweging verbeterd fysiek
functioneren en het reguleren
van symptomen tijdens
borstkanker chemotherapie,
maar de effecten van
verschillende dosis en typen
van bewegen zijn onbekend
301 borstkanker
patiënten
Deelnemers oefenden
volgens de Physical
Activity Guidelines for
Americans tijdens de duur
van de chemotherapie.
Start binnen 1-2 weken na
starten chemotherapie en
eindigden 3-4 weken na de
chemotherapie.
Medical
Outcomes
Survey-Short
Form (SF)–36,
other physical
functioning
scales,
symptoms,
fitness, and
chemotherapy
completion.
Courneya, Kerry S.
2014
Effects of exercise
dose and type on
sleep quality in
breast cancer
patients receiving
chemotherapy
Multicenter
randomized
trial
Pedro 7/10
B
Onderzoek naar de effecten
van verschillende dosis en
typen van beweging op
kwaliteit van slapen
301borstkanker
patiënten
Volgens de Physical
Activity Guidelines for
Americans
Pittsburgh
Sleep Quality
Index (PSQI)
Geleijn, E. 2011
CytoFys, behoud van
kracht en
uithoudingsvermoge
n tijdens
chemotherapie
Klinische
trial
Pedro 3/10
C
Het voorkomen van,
patiënten met een
oncologische aandoening, die
in
aanmerking komen voor
adjuvante chemotherapie,
ervaren vaak een
achteruitgang in kracht en
conditie
tijdens en na de behandeling
43 Borst- en
darmkanker
patiënten,
5man, 38 vrouw
Gemiddelde
leeftijd 49 jaar
Vanaf het begin van
chemotherapie tot 3
weken na de laatste kuur,
1 uur in de week onder
begeleiding trainen.
Ondersteuning bij het
uitvoeren van de
Nederlandse norm gezond
bewegen.
‘body mass
index’
Progressive
Workload
Capacity’-test:
progressieve,
‘symptom-limited’
fietstest,
hand-knijpkracht
HADS
EORTC QLQ-
30
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina iii
31. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Ling-Yun Zou 2004
Effects of aerobic
exercise on cancer-related
fatigue in
breast cancer
patients receiving
chemotherapy
Meta
analyse
Cochrane
A1
Gericht op het ontlenen van
een meer precieze schatting
van het effect van aerobics op
kanker gerelateerde
vermoeidheid
Borstkanker
patiënten
tijdens
chemotherapie.
12 studie met in
totaal 1014
patiënten in
interventie en
controlegroepe
n.
Kanker gerelateerde
vermoeidheid. Gekeken
naar uitkomsten van
verschillende
meetinstrumenten voor
vermoeidheid.
Revised
Piper Fatigue
Scale (RPFS)
Functional
Assessment of
Chronic Illness
Treatment-
Fatigue scale
(FACIT-F)
Mishra, Shiraz I.
2012
Exercise
interventions on
health-related
quality of life for
people with cancer
during active
treatment
Systematic
review
Cochrane
review
A1
Evalueren van het effect van
bewegen op de HRQol
uitkomsten
56 RCT’s en
CCT’s met in
totaal 4826
deelnemers.
Meten van de kwaliteit
van leven middels de
HRQoL
HRQoL
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina iv
32. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Bijlage 2: Patiënten enquête68, 69
PATIËNTEN ENQUÊTE
FYSIOTHERAPIE OP DE DAGBEHANDELING ONCOLOGIE:
NODIG OF OVERBODIG?
In samenwerking met het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis en de Hogeschool van Amsterdam
Wij doen onderzoek naar de behoefte aan beweegadvies, gegeven door een fysiotherapeut, op
de dagbehandeling oncologie.
Middels deze enquête hopen wij hier een beeld van te krijgen. Wij stellen uw medewerking
dan ook zeer op prijs.
De enquête is anoniem en de gegevens worden strikt vertrouwelijk verwerkt.
De gegevens zullen worden gebruikt voor het opstellen van een adviesrapport voor de afdeling
fysiotherapie van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis.
De enquête bestaat uit 22 meerkeuzen vragen en 5 open vragen.
Het invullen van de enquête neemt ongeveer 10 minuten in beslag.
Wij waarderen het zeer wanneer u de ingevulde enquête, voordat u de afdeling verlaat,
inlevert bij de balie van de afdeling.
Alvast onze hartelijke dank,
Sophie Blanken, student fysiotherapie Hogeschool van Amsterdam
Femke Terpstra, student fysiotherapie Hogeschool van Amsterdam
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina v
33. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Toestemmingsverklaring (informed consent)
Titel onderzoek:
Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie: ‘nodig of overbodig?’
In te vullen door de deelnemer
Ik verklaar op een voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard, methode, doel
van het onderzoek. Ik weet dat de gegevens en resultaten van het onderzoek alleen
anoniem en vertrouwelijk aan derden bekend gemaakt zullen worden. Mijn vragen zijn
naar tevredenheid beantwoord.
Ik stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik behoud me daarbij het
recht voor om op elk moment zonder opgaaf van redenen mijn deelname aan dit
onderzoek te beëindigen.
Naam deelnemer: …………………………………………………………………………..
Datum: …………… Handtekening deelnemer: …...………………………………….
In te vullen door de uitvoerende onderzoeker
Ik heb een mondelinge en schriftelijke toelichting gegeven op het onderzoek. Ik zal
resterende vragen over het onderzoek naar vermogen beantwoorden. De deelnemer zal
van een eventuele voortijdige beëindiging van deelname aan dit onderzoek geen
nadelige gevolgen ondervinden.
Naam onderzoeker: …………………………………………………………………………………..…………..
Datum: …………… Handtekening onderzoeker: ...………………………………….
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina vi
34. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Patiënten enquête
Algemeen
1. Wat is uw geslacht?
o Man
o Vrouw
2. Wat is uw leeftijd?
3. Hoe is uw thuissituatie?
o Thuiswonend
o Alleenstaand
o Samenwonend
o Getrouwd
4. Heeft u thuiswonende kinderen?
o Ja Zo ja, hoe oud?
o Nee ga verder bij vraag 6
5. Hoe is de zorg voor uw kinderen momenteel geregeld?
6. Heeft u momenteel werk?
o Ja Zo ja, hoeveel dagen/uur?
o Nee
7. Bent u minder gaan werken?
o Ja, sinds de diagnose kanker
o Ja, sinds de chemotherapie behandelingen
o Ja, anders:
o Nee ga verder bij vraag 9
8. Hoeveel uur bent u minder gaan werken?
9. Hoe vaak bent u voor chemotherapie op de dagbehandeling oncologie geweest?
o 1e keer
o 2e keer
o 3e keer
o Vaker dan 3 keer
10. Wat voor soort kanker heeft u?
o Huidkanker
o Borstkanker
o Darmkanker
o Longkanker
o Prostaatkanker
o Baarmoederkanker
o Blaaskanker
o Lymfklierkanker
o Anders, namelijk:
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina vii
35. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Beweging
Om een goede gezondheid te behouden, is het gewenst tenminste vijf dagen per week 30 minuten
matig intensieve lichaamsbeweging (iets hogere hartslag en ademhaling) te hebben. Dit is de
Nederlandse Norm Gezond Bewegen.
11. Was u van bovenstaande norm op de hoogte?
o Ja
o Nee
12. Voldeed u voor dat er bij u kanker is geconstateerd aan bovenstaande norm?
o Ja Zo ja, met wat voor activiteit:
o Nee
13. Bent u sinds dat u begonnen bent met chemotherapie minder gaan bewegen?
o Ja Zo ja, wat is hier van de reden?
o Nee
14. Voldoet u sinds dat u begonnen bent met de chemotherapie aan bovenstaande norm?
o Ja Zo ja, met wat voor activiteit:
o Nee
Sport
15. Hoe vaak deed u aan sport voordat kanker bij u werd geconstateerd?
o Nooit Ga verder bij vraag 18
o 1 keer in de week
o 2-3 keer in de week
o 4-5 keer in de week
o Dagelijks
16. Als u aan sport deed, hoe lang deed u dit?
o Minder dan een half uur
o Een half uur
o 1 uur
o 1,5 uur
o Langer dan 1,5 uur
17. Wat voor sport(en) beoefende u?
18. Hoe vaak sport u sinds u begonnen bent met chemotherapie?
o Nooit Ga verder bij vraag 20
o 1 keer in de week
o 2-3 keer in de week
o 4-5 keer in de week
o Dagelijks
19. Wat voor sport(en) beoefent u?
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina viii
36. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
20. Bent u sinds u begonnen bent met chemotherapie minder gaan sporten?
o Ja Zo ja, wat is hier van de reden?
o Nee
Fysiotherapie
Fysiotherapie is een vorm van paramedische zorg die zich richt op het bewegend functioneren van de
mens. Een fysiotherapeut begeleidt of behandelt bij stoornissen in houding en/of beweging.
21. Bent u in de afgelopen 5 jaar in contact geweest met een fysiotherapeut?
o Ja
o Nee
22. Bent u momenteel onder behandeling van een fysiotherapeut met betrekking tot de kanker ?
o Ja Zo ja, wat voor soort therapie krijgt u?
o Nee
23. Zou u informatie willen ontvangen over wat de fysiotherapeut voor u kan betekenen?
o Ja
o Nee Waarom niet?
24. Is er bij u behoefte om op deze afdeling (dagbehandeling oncologie) advies te krijgen van een
fysiotherapeut met betrekking tot bewegen?
o Ja
o Nee Waarom niet?
25. Waar wilt u het liefst informatie en advies over ontvangen van de fysiotherapeut?
26. In welke vorm zou u deze informatie willen ontvangen?*
o Patiëntenfolder
o Persoonlijk advies in de vorm van een gesprek
o Website
o E-mail
o Poster
o Anders, namelijk:
*Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
27. Vindt u het een taak van het ziekenhuis dat u voorlichting ontvangt over bewegen tijdens uw
chemotherapie?
o Ja
o Nee
Gelegenheid voor vragen en/of opmerkingen:
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina ix
37. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Bijlage 3: Uitkomsten patiënten enquête
Enquêtevraag 1: Wat is uw geslacht?
35%
65%
0%
Antwoorden Aantal Percentage
Man 16 35,0
Vrouw 30 65,0
Geen respons 0 0,0
Enquêtevraag 2: Wat is uw leeftijd?
4.4%
10.9%
13.0%
23.9%
2.2% 0.0%
23.9%
21.7%
Antwoorden Aantal Percentage
21-30 2 4,4
31-40 5 10,9
41-50 6 13,0
51-60 11 23,9
61-70 10 21,7
71-80 11 23,9
81-90 1 2,2
Geen respons 0 0,0
Man
Vrouw
Geen respons
21-30
31-40
41-50
51-60
61-70
71-80
81-90
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina x
38. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 3: Hoe is uw thuissituatie?
0.0%
43.4%
6.5%
49.9%
0.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Thuiswonend 0 0,0
Alleenstaand 20 43,4
Samenwonend 3 6,5
Getrouwd 23 49,9
Geen respons 0 0,0
Enquêtevraag 4: Heeft u thuiswonende kinderen?
26.1%
73.9%
0.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 12 26, 1
Nee 34 73,9
Geen respons 0 0,0
Thuiswonend
Alleenstaand
Samenwonend
Getrouwd
Geen response
Ja
Nee
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xi
39. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 4b: Zo ja, hoe oud?
0.0%
13.0% 4.3%
8.7%
13.0%
26.1% 34.8%
Antwoorden Aantal Percentage
<2 3 13,0
2-4 1 4,3
5-10 8 34,8
11-15 6 26,1
15-20 2 8,7
>20 3 13,0
Geen respons 0 0,0
<2
2-4
5-10
11-15
16-20
>20
Geen respons
Enquêtevraag 5: Hoe is de zorg voor uw kinderen momenteel geregeld?
25.0%
16.7%
0.0%
16.7%
25.0%
8.3%
8.3%
Antwoorden Aantal Percentage
Echtgenoot 3 25,0
Familie 2 16,7
Zelf 2 16,7
Goed 3 25,0
Zelfstandig 1 8,3
Zorgt voor mij 1 8,3
Geen respons 0 0,0
Echtgenoot
Familie
Zelf
Zelfstandig
Zorgt voor mij
Goed
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xii
40. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 6: Heeft u momenteel werk?
19.6%
80.4%
0.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 9 19,6
Nee 37 80,4
Geen respons 0 0,0
Enquêtevraag 6b: Zo ja, hoeveel dagen/uur?
11.1%
11.1%
11.1%
11.1%
11.1%
33.3% 11.1%
Antwoorden Aantal Percentage
60 uur 1 11,1
40 uur 1 11,1
38 uur 1 11,1
36 uur 1 11,1
32 uur 3 33,3
24 uur 1 11,1
Geen respons 1 11,1
Ja
Nee
Geen respons
60 uur
40 uur
38 uur
36 uur
32 uur
24 uur
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xiii
41. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 7: Bent u minder gaan werken?
17.4%
4.3%
10.9%
10.9%
56.5%
Ja, sinds de diagnose kanker
Ja, sinds de chemo
Ja, anders
Nee
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Ja, sinds de diagnose kanker 8 17,4
Ja, sinds de chemotherapie 2 4,3
Ja, anders 5 10,9
Nee 26 56,5
Geen respons 5 10,9
Bij Ja, anders zijn verschillende antwoorden gegeven. In de onderstaande opsomming staan deze
antwoorden beschreven:
Tijdelijk gestopt met werken;
Sinds de onderzoeken gestopt met werken;
Ik kan niet meer werken door de ziekte;
Sinds de operatie gestopt met werken;
Ik ben al 10 jaar aan het afbouwen.
Enquêtevraag 8: Hoeveel uur bent u minder gaan werken?
20.0%
6.7%
6.7%
6.7%
60.0%
Volledig gestopt
20-30 uur
Gepensioneerd
30-40 uur
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Volledig gestopt 3 20,0
20-30 uur 1 6,7
30-40 uur 1 6,7
Gepensioneerd 1 6,7
Geen respons 9 60,0
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xiv
42. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 9: Hoe vaak bent u voor chemotherapie op de dagbehandeling oncologie
geweest?
4.4%
15.2%
4.4%
76.0%
Antwoorden Aantal Percentage
1e keer 2 4,4
2e keer 7 15,2
3e keer 2 4,4
>3 keer 35 76,0
Geen respons 0 0
1
2
3
>3
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xv
43. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 10: Wat voor soort kanker heeft u?
Huid
Cryoglobuline Galweg
Borst
Darm
Long
Alvleesklier
Eierstok
Beenmerg
Acute lymfatische
leukemie
Kahler
Lever Lymfklier Chronische
lymfatische
leukemie
Blaas
Baarmoeder Prostaat
Antwoorden Aantal Percentage
Huidkanker 0 0
Borstkanker 13 28,2
Darmkanker 6 13,0
Longkanker 3 6,5
Prostaatkanker 3 6,5
Baarmoederkanker 0 0
Blaaskanker 1 2,2
Lymfeklierkanker 6 13,0
Leverkanker 2 4,4
Chronische lymfatische
1 2,2
leukemie
Acute lymfatische
leukemie
1 2,2
Beenmergkanker 2 4,4
Eierstokkanker 2 4,4
Kahler 2 4,4
Alvleesklierkanker 2 4,4
Cryoglobuline 1 2,2
Galwegkanker 1 2,2
Geen respons 0 0,0
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xvi
44. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 11: Was u van bovenstaande norm op de hoogte?
77.6%
22.4%
0.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 35 77,6
Nee 11 22,4
Geen respons 0 0,0
Ja
Nee
Geen respons
Enquêtevraag 12: Voldeed u voor dat er bij u kanker is geconstateerd aan bovenstaande
norm?
82.6%
17.4%
0.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 38 82,6
Nee 8 17,4
Geen respons 0 0,0
Ja
Nee
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xvii
45. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 12b: Zo ja, met welke activiteit?
21.1%
13.2%
10.5%
2.6% 5.3%
26.3%
5.3%
1.3%
5.3%
1.3%
2.6%
3.9%
1.3%
Wandelen
Fietsen
Dagelijkse dingen
Fitness
Voetbal
Zwemmen
Hardlopen
Ochtendgymnastiek
Sport
Fysiotherapie
Dansen
Tuinieren
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Wandelen 16 21,1
Fietsen 10 13,2
Dagelijkse dingen 8 10,5
Fitness 4 5,3
Voetbal 2 2,6
Zwemmen 4 5,3
Hardlopen 2 2,6
Ochtendgymnastiek 1 1,3
Sport 3 3,9
Fysiotherapie 1 1,3
Dansen 1 1,3
Tuinieren 4 5,3
Geen respons 10 26,3
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xviii
46. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 13: Bent u sinds dat u begonnen bent met chemotherapie minder gaan
bewegen?
71.7%
26.1%
2.2%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 33 71,7
Nee 12 26,1
Geen respons 1 2,2
Enquêtevraag 13b: Zo ja, wat is hier van de reden?
3.0% 3.0% Vermoeidheid
45.5%
6.1%
3.0%
3.0%
3.0%
3.0%
15.2%
6.1% 9.1%
Chemotherapie
Geen conditie
Net geopereerd
Fractuur wervels
Geen weerstand
Niet meer fietsen naar werk
Beperkt door ziekte
Afgeraden door arts
Gevoelloosheid voeten
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Vermoeidheid 15 45,5
Chemotherapie 2 6,1
Geen conditie 3 9,1
Net geopereerd 2 6,1
Fractuur wervels 1 3,0
Geen weerstand 1 3,0
Niet meer naar werk
1 3,0
fietsen
Beperkt door ziekte 5 15,2
Afgeraden door arts 1 3,0
Gevoelloosheid voeten 1 3,0
Geen respons 1 3,0
Ja
Nee
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xix
47. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 14: Voldoet u sinds dat u begonnen bent met de chemotherapie aan
bovenstaande norm?
24.0%
76.0%
0.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 11 24,0
Nee 35 76,0
Geen respons 0 0,0
Enquêtevraag 14b: Zo ja, met wat voor activiteit?
72.7%
18.2%
9.1%
Antwoorden Aantal Percentage
Wandelen 8 72,7
Fietsen 2 18,2
Geen respons 1 9,1
Ja
Nee
Geen respons
wandelen
fietsen
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xx
48. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 15: Hoe vaak deed u aan sport voordat kanker bij u werd geconstateerd?
47.8%
6.5% 2.2%
15.2%
6.5%
21.7%
Nooit
1 keer per week
2-3 keer per week
4-5 keer per week
Dagelijks
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Nooit 22 47,8
1 keer per week 7 15,2
2-3 keer per week 10 21,7
4-5 keer per week 3 6,5
Dagelijks 3 6,5
Geen respons 1 2,2
Enquêtevraag 16: Als u aan sport deed, hoe lang deed u dit?
0.0%
17.4%
43.5%
4.3%
30.4%
4.3%
Antwoorden Aantal Percentage
<0,5 uur 0 0,0
0,5 uur 4 17,4
1 uur 10 43,5
1,5 uur 7 30,4
1,5 uur 1 4,3
Geen respons 1 4,3
<0,5 uur
0,5 uur
1 uur
1,5 uur
>1,5 uur
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxi
49. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 17: Wat voor sport(en) beoefende u?
27.8%
9.2%
15.4%
3.1% 13.6%
9.2%
3.1%
3.1%
3.1%
3.1%
3.1% 6.2%
Fitness
Voetbal
Zwemmen
Wandelen
Hardlopen
Kickboxen
Fietsen
Zeilen
Tafeltennis
Fysiotherapie
Basketbal
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Fitness 9 27,8
Voetbal 3 9,2
Zwemmen 5 15,4
Wandelen 2 6,2
Hardlopen 1 3,1
Kickboxen 1 3,1
Fietsen 3 9,2
Zeilen 1 3,1
Tafeltennis 1 3,1
Fysiotherapie 1 3,1
Basketbal 1 3,1
Geen respons 3 13,6
Enquêtevraag 18: Hoe vaak sport u sinds u begonnen bent met chemotherapie?
2.2% 2.2%
80.4%
4.4%
2.2% 8.7%
Nooit
1 keer per week
2-3 keer per week
4-5 keer per week
Dagelijks
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Nooit 37 80,4
1 keer per week 1 2,2
2-3 keer per week 4 8,7
4-5 keer per week 1 2,2
Dagelijks 2 4,4
Geen respons 1 2,2
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxii
50. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 19: Wat voor sport(en) beoefent u?
17.4%
17.4%
8.8%
8.8%
8.8%
12.5%
26.3%
Fitness
Wandelen
Ochtendgymnastiek
Tennis
Fietsen
Fysiotherapie
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Fitness 2 17,4
Wandelen 2 17,4
Ochtendgymnastiek 1 8,8
Tennis 1 8,8
Fietsen 3 26,3
Fysiotherapie 1 8,8
Geen respons 1 12,5
Enquêtevraag 20: Bent u sinds u begonnen bent met chemotherapie minder gaan sporten?
47.8%
13.1%
39.1%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 22 47,8
Nee 18 39,1
Geen respons 6 13,1
Ja
Nee
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxiii
51. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 20b: Zo, ja wat is hiervan de reden?
39.4%
3.9%
13.6%
3.9% 3.9%
11.8%
19.6%
3.9%
Vermoeidheid
Chemotherapie
Fractuur wervels
Pijn
Ziek
Fiets niet meer naar werk
Operatie
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Vermoeidheid 10 39,4
Chemotherapie 1 3,9
Fractuur wervels 1 3,9
Pijn 1 3,9
Ziek 5 19,6
Fiets niet meer naar werk 1 3,9
Operatie 3 11,8
Geen respons 3 13,6
Enquêtevraag 21: Bent u in de afgelopen 5 jaar in contact geweest met een
fysiotherapeut?
52.2%
47.8%
0.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 24 52,2
Nee 22 47,8
Geen respons 0 0,0
Ja
Nee
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxiv
52. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 22: Bent u momenteel onder behandeling van een fysiotherapeut met
betrekking tot de kanker ?
0.0%
13.0%
87.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 6 13,0
Nee 40 87,0
Geen respons 0 0,0
Enquêtevraag 22b: Zo ja, wat voor therapie krijgt u?
16.7% 16.7%
Conditie opbouwen
16.7%
33.3%
16.7%
Massage
klachtenspecifiek
wandelen
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Conditie opbouwen 1 16,7
Massage 1 16,7
Klachten specifiek 2 33,3
Wandelen 1 16,7
Geen respons 1 16,7
Ja
Nee
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxv
53. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 23: Zou u informatie willen ontvangen over wat de fysiotherapeut voor u
kan betekenen?
45.6%
52.2%
2.2%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 21 45,6
Nee 24 52,2
Geen respons 1 2,2
Enquêtevraag 23b: Zo nee, waarom niet?
12.5% 4.2%
4.2%
16.6%
16.6%
37.5%
4.3%
4.3%
Geen fysiotherapie nodig
Arts geeft voorlichting
Is bekend
Eigen fysiotherapeut
Geen behoefte aan
Mag geen fysiotherapie
Te ziek
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Geen fysiotherapie nodig 3 12,5
Arts geeft voorlichting 1 4,2
Is bekend 1 4,2
Eigen fysiotherapeut 4 16,6
Geen behoefte aan 4 16,6
Mag geen fysiotherapie 1 4,2
Te ziek 1 4,2
Geen respons 9 37,5
Ja
Nee
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxvi
54. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 24: Is er bij u behoefte om op deze afdeling (dagbehandeling
oncologie) advies te krijgen van een fysiotherapeut met betrekking tot bewegen?
43.5%
56.5%
0.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 20 43,5
Nee 26 56,5
Geen respons 0 0,0
Enquêtevraag 24b: Zo nee, waarom niet?
11.6% 3.8%
7.8%
19.2%
3.8% 3.8%
50.0%
Beoordeeld zelf
Arts geeft voorlichting
Is bekend
Eigen fysiotherapeut
Te ziek
Liever massage
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Beoordeeld zelf 3 11,6
Arts geeft voorlichting 1 3,8
Is bekend 2 7,8
Eigen fysiotherapeut 5 19,2
Te ziek 1 3,8
Liever massage 1 3,8
Geen respons 13 50,0
Ja
Nee
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxvii
55. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Enquêtevraag 25: Waar wilt u het liefst informatie en advies over ontvangen van de
fysiotherapeut?
24.7%
12.4%
20.6%
4.1%
4.1%
30.0%
4.1%
Bewegen
Betere conditie
Klachten specifiek
Eigen fysiotherapeut
Fysiotherapie in SLAZ
Wat kan ik beter doen
Geen respons
Antwoorden Aantal Percentage
Bewegen 6 24,7
Betere conditie 3 12,4
Klachten specifiek 5 20,6
Eigen fysiotherapeut 1 4,1
Fysiotherapie in SLAZ 1 4,1
Wat kan ik beter doen 1 4,1
Geen respons 6 30
Een aantal patiënten hebben aangegeven bij enquêtevraag 23 en 24 geen behoefte te hebben aan
fysiotherapeutisch beweegadvies. Deze 3 patiënten hebben wel op de enquête vraag 25 ingevuld.
Deze antwoorden zijn niet meegenomen in bovenstaand cirkeldiagram en tabel. Hieronder de
antwoorden:
“Alleen indien bepaalde oefeningen in relatie tot ziekte.”
“Bewegen na chemotherapie.”
“Schouderklachten.”
Enquêtevraag 26: In welke vorm zou u deze informatie willen ontvangen?
0.0% 0.0%
19.2%
53.8%
15.5%
11.5%
Folder
Persoonlijk advies
Website
E-mail
Poster
Geen respons
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxviii
56. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Antwoorden Aantal Percentage
Folder 5 19,2
Persoonlijk advies 14 53,8
Website 3 11,5
E-mail 4 15,5
Poster 0 0,0
Geen respons 0 0,0
Een aantal patiënten hebben niet aangegeven bij enquêtevraag 25 wat voor informatie zij willen
ontvangen. Wel hebben deze zeven patiënten bij enquêtevraag 26 ingevuld in welke vorm zij
informatie willen ontvangen. Deze antwoorden zijn niet meegenomen in bovenstaand cirkeldiagram
en tabel. Hieronder de antwoorden:
Antwoord Aantal
Persoonlijk 1
Folder 5
Folder met telefoonnummer voor vragen 1
Enquêtevraag 27: Vindt u het een taak van het ziekenhuis dat u voorlichting ontvangt over
bewegen tijdens uw chemotherapie?
76.1%
23.9%
0.0%
Antwoorden Aantal Percentage
Ja 35 76,1
Nee 11 23,9
Geen respons 0 0,0
Vragen en opmerkingen
Ja
Nee
Geen respons
“Er zullen mensen zijn die wel behoefte hieraan hebben, dan is het wel fijn dat het er is.”
“Ik wil na de chemo zo snel mogelijk weer aan het sporten.”
“Ik vind dat bewegen heel belangrijk is en ik heb er ook baat bij.”
“Momenteel te slechte gezondheid, geen behoefte aan fysiotherapie.”
“Ik word hier goed behandeld.”
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxix
57. Hogeschool van Amsterdam
Domein gezondheid
Bijlage 4: Lijst benaderde ziekenhuizen
Academische ziekenhuizen
1. VU Medisch Centrum
De Boelelaan 1117
1081 HV Amsterdam
Tel algemeen: 020-4444444
Tel oncologie: 020 4444895
2. Academisch Medisch centrum (AMC)
Meibergdreef 9
1105 AZ Amsterdam Zuidoost
Tel algemeen: 020-5669111
Tel oncologie: 020-5662096
3. Academisch Ziekenhuis Groningen
Hanzeplein 1
9713 GZ Groningen
Tel algemeen: 050-3616161
Tel oncologie: 050-3612370
4. Academisch Ziekenhuis Leiden
Albinusdreef 2,
2333 ZA Leiden
Tel algemeen: 071-5269111
Tel oncologie: 071-5263523
5. Academisch Ziekenhuis Maastricht
P. Debyelaan 25 wijk 29
6229 HX Maastricht
Tel algemeen: 043-3876543
Tel oncologie: 043-387 6400
6. Academisch Ziekenhuis Nijmegen
Geert Grooteplein-Zuid 10
6525 GA Nijmegen
Tel algemeen: 024-3611111
Tel oncologie:024 361 8800
7. Academisch Ziekenhuis Rotterdam (AZR)
Dr. Molewaterplein 40/50
Rotterdam
Tel algemeen: 010-463 92 22
Tel fysiotherapie: 010-7036764
8. Academisch Ziekenhuis Utrecht
Heidelberglaan 100
3584 CX Utrecht
Tel algemeen: 0887555555
Tel oncologie: 0887556308
Kanker gespecialiseerde centra
9. Antoni van Leeuwenhoek (AVL)
Plesmanlaan 121
1066 CX Amsterdam
Tel algemeen: 020-5129111
10. Alexander Monro ziekenhuis
Professor Bronkhorstlaan 10
3723 MB Bilthoven
Tel algemeen: 030-2283053
Topklinische ziekenhuizen
11. Albert Schweitzer Ziekenhuis
Van der Steenhovenplein 1
3317 NM Dordrecht
Tel algemeen: 078-6541111
Tel oncologie: 078 6546464
12. Amphia Ziekenhuis
Molengracht 21
4818 CK Breda
Tel algemeen: 0765951000
Tel oncologie: 0765951590
13. Atrium Medisch centrum
Henri Dunantstraat 5
6419 PC Heerlen
Tel algemeen: 0455766666
14. Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis
Weg door Jonkerbos 100
6532 SZ Nijmegen
Tel algemeen: 024-3657657
15. Catharina Ziekenhuis
Michelangelostraat 2
5623 EJ Eindhoven
Tel algemeen: 0402399111
Tel fysiotherapie: 0402396622
16. Deventer Ziekenhuis
N. Bolkesteinlaan 75
7416 SE Deventer
Tel algemeen: 0570-535 353
17. Gelre Ziekenhuizen
Albert Schweitzerlaan 31
7334 DZ Apeldoorn
Tel algemeen: 055- 5818181
18. Haga Ziekenhuis
Leyweg 275
2545 CH Den Haag
Tel algemeen: 070-2102000
19. Isala
Dokter van Heesweg 2
8025 AB Zwolle
Tel algemeen: 038-4245000
Onderzoeksrapport “Fysiotherapie op de dagbehandeling oncologie, nodig of overbodig Pagina xxx