2. 4
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
internationale verdragen. Een aantal taken van het
Rode Kruis op het terrein van het humanitair oor-
logsrecht (voorlichting en advies) en opsporing en
ondersteuning is ook internationaal vastgelegd.
Hulpverlening in het Koninkrijk der
Nederlanden
Het Nederlandse Rode Kruis is actief op het gebied
van:
• Noodhulpverlening: bij rampen en crises.
De noodhulpvrijwilligers hebben verschillende
specialismen:
- Geneeskundige hulpverlening: beter bekend als
Snel Inzetbare Groepen ter Medische Assistentie
(SIGMA-teams) ter ondersteuning van reguliere
hulpverleners;
- Verwanteninformatie bij calamiteiten: mensen
helpen hun dierbaren te traceren;
- Opvang en Verzorging: het inrichten van op-
vangcentra en het verzorgen van iedereen die
daarin verblijft;
• Evenementenhulpverlening: ondersteuning door
EHBO’ers bij grote evenementen;
• Eerste Hulp(onderwijs): verzorgen van EHBO-
en AED-cursussen;
• Sociale Hulp: het actief betrekken bij de
samenleving van geïsoleerde groepen;
• Voorlichting en bewustwording.
Voor het verlenen van sociale hulp beschikt het Rode
Kruis over enkele vakantiefaciliteiten voor ouderen,
chronisch zieken en gehandicapten. Dat zijn het
vakantieschip de J. Henry Dunant en drie hotels (hotel
IJsselvliedt in Wezep en de hotels De Valkenberg en
De Paardestal in Rheden). Onder de naam Mappa
Mondo runt het Rode Kruis in Wezep, Waalre en
Rijswijk drie gezinsvervangende huizen voor ernstig
zieke kinderen.
Het Nederlandse Rode Kruis beheert verder een
archief met persoonlijke gegevens van meer dan
anderhalf miljoen slachtoffers uit de Tweede Wereld-
oorlog.
Internationale hulpverlening
Het Nederlandse Rode Kruis levert een actieve
bijdrage aan de internationale noodhulpverlening na
rampen en conflicten. Die hulp kan bestaan uit het
beschikbaar stellen van geld, goederen of mensen
aan de Rode Kruis- of Rode Halve Maanvereniging in
het getroffen land of aan de internationale onderdelen
van de Rode Kruis Beweging.
Het Nederlandse Rode Kruis heeft een speciaal Stille
Rampenfonds voor noodsituaties die weinig publieke
aandacht krijgen. Vaak zijn dat sluimerende rampen en
structurele probleemsituaties waaraan de media, anders
dan bij acute calamiteiten, minder aandacht besteden.
Steeds meer richt het Nederlandse Rode Kruis zich
op het voorkomen van rampen of het beperken van
de gevolgen ervan. Dit doet de organisatie door
gemeenschappen te helpen zich beter op rampen
voor te bereiden en hun zelfredzaamheid te vergroten.
Om projecten op dit gebied te steunen, is in 2011 het
Rode Kruis Prinses Margriet Fonds opgericht.
Internationaal is het Nederlandse Rode Kruis niet
alleen actief in noodhulp, maar ook in het versterken
van de kwaliteit en slagkracht van zusterverenigin-
gen in andere landen. Speciale expertise heeft het
Nederlandse Rode Kruis op het gebied van tracing:
het weer in contact brengen van verwanten met hun
dierbaren na een ramp of conflict.
Financiën en samenwerking
De jaarbegroting van het Nederlandse Rode Kruis
lag de afgelopen jaren gemiddeld tussen de 70 en 80
miljoen euro. Afwijkingen worden vooral veroorzaakt
door de opbrengsten van noodhulpacties. Om alle
activiteiten financieel mogelijk te maken kan het Ne-
derlandse Rode Kruis rekenen op de steun van ruim
585.000 leden en donateurs. Daarnaast zijn jaarlijks
circa 25.000 collectanten actief tijdens de landelijke
collecte. Andere belangrijke inkomstenbronnen van
het Rode Kruis zijn nalatenschappen, giften van ver-
mogende particulieren en fondsen (zoals de Nationale
Postcodeloterij).
Elk jaar vinden tal van acties voor het Rode Kruis
plaats. Het bekendste voorbeeld is de actie 3FM
Serious Request, die jaarlijks in de week voor Kerst
plaatsvindt. Tot slot werkt het Rode Kruis ook veel
samen met het bedrijfsleven, zowel voor financiële
ondersteuning als in het kader van de hulpverlening
zelf.
Ambassadeurs van het Nederlandse Rode Kruis zijn
Irene Moors, Eric Corton, Floortje Dessing, Yfke Sturm
en Humberto Tan.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
1940
3. 5
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
Voorwoord
Een jubileum is voor het Rode Kruis altijd een mijlpaal die gemengde gevoelens
oproept. Een jubileum betekent voor onze hulporganisatie immers het terugblikken
op situaties van groot menselijk leed, tijden van verdriet en pijn. Tegelijkertijd is het
een moment waarop we trots mogen zijn wanneer wij als Rode Kruis iets hebben
kunnen betekenen voor onze medemens.
Met grote acties en kleine gebaren. Vaak zijn het juist die kleine gebaren, van onze
vrijwilligers voor anderen, waar we trots op mogen zijn. Kleine gebaren die mensen
hoop bieden, die pijn verzachten en die hen helpen de draad van hun leven weer
op te pakken.
Op 19 juli 1867 tekent Koning Willem III op Paleis Het Loo het Koninklijk Besluit
dat de oprichting van het Nederlandse Rode Kruis mogelijk maakt. Dit boekje
beschrijft 145 momenten in onze geschiedenis. Het kan niet anders zijn dan een
kleine – en willekeurige – greep uit het rijke verleden van onze vereniging. Een
interessante schets van de buitengewoon veelzijdige rol die het Rode Kruis in onze
samenleving heeft gespeeld – en speelt.
Onze doelstelling is al die 145 jaar onverminderd relevant gebleven. Het leed
verzachten van diegenen die onze hulp het meest nodig hebben, ongeacht hun
achtergrond, waar ook ter wereld. Onafhankelijk, onpartijdig en neutraal. Mensen
steunen die in een kwetsbare positie terecht zijn gekomen en met hulp van ande-
ren de kracht weten te hervinden om zelfstandig verder te gaan. Daar zetten wij
ons als Rode Kruis voor in, daarin vinden onze vrijwilligers hun voldoening.
H.K.H. Prinses Margriet der Nederlanden
Erevoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis
1938
1939
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
7. 3
Het Nederlandse Rode Kruis
Het Nederlandse Rode Kruis maakt als noodhulp-
organisatie sinds 1867 deel uit van de Internationale
Rode Kruis Beweging. Anno 2012 bestaat deze
beweging uit een drietal onderdelen:
• Het Internationaal Comité van het Rode Kruis
(ICRC), dat zich primair richt op het hoeden van
het humanitair oorlogsrecht en de hulpverlening
in conflictgebieden;
• De Internationale Federatie van Rode Kruis en
Rode Halve Maanverenigingen (IFRC), de vereni-
ging van alle Rode Kruisverenigingen in de wereld,
die zich primair richt op de coördinatie van de
hulpverlening na grootschalige natuurrampen;
• De nationale Rode Kruis- en Rode Halve Maan-
verenigingen. Momenteel is er in 188 landen een
nationale vereniging opgericht.
Overal ter wereld werkt het Rode Kruis vanuit
dezelfde zeven grondbeginselen:
• menslievendheid
• onpartijdigheid
• neutraliteit
• onafhankelijkheid
• vrijwilligheid
• eenheid
• algemeenheid
Het Rode Kruis is strikt neutraal. De missie van
het Nederlandse Rode Kruis is: het voorkomen
en verzachten van menselijk lijden waar dan ook,
het beschermen van levens en gezondheid en het
waarborgen van respect voor de mens. Bijzondere
aandacht gaat daarbij uit naar hen die het meest
kwetsbaar zijn: mensen die zonder onze hulp niet of
slecht zouden overleven of van wie de gezondheid
zonder hulpverlening in gevaar zou komen.
Het Rode Kruis hanteert drie officiële emblemen: het
Rode Kruis, de Rode Halve Maan en het Rode Kristal.
Organisatie
Het Nederlandse Rode Kruis is een vereniging die te-
genwoordig bestaat uit 585.358 leden en donateurs en
35.294 vrijwilligers. Het hoogste orgaan is de Leden-
raad. De vrijwilligers worden in hun activiteiten onder-
steund door ongeveer vijfhonderd beroepskrachten.
In totaal telt het Nederlandse Rode Kruis 262
afdelingen (waaronder zes Caribische afdelingen)
en 56 districten. In noodsituaties kunnen in korte tijd
duizenden goed getrainde vrijwilligers in actie komen
en hulp bieden. Sociale hulpvrijwilligers verstrek-
ken daarbij kennis over de buurt of wijk waar zij zich
bevinden. Het Rode Kruis betrekt deze lokale buurt-
netwerken tijdens noodsituaties bij de hulpverlening.
Auxiliaire rol
Het verlenen van noodhulp tijdens crisissituaties is
een taak die voortvloeit uit de auxiliaire rol van het
Rode Kruis. Die auxiliaire rol houdt in dat het Rode
Kruis de overheid ondersteunt, aanvult en zonodig
vervangt in de rampenhulpverlening. Deze bijzondere
opdracht is vastgelegd bij Koninklijk Besluit en in
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
8. 4
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
internationale verdragen. Een aantal taken van het
Rode Kruis op het terrein van het humanitair oor-
logsrecht (voorlichting en advies) en opsporing en
ondersteuning is ook internationaal vastgelegd.
Hulpverlening in het Koninkrijk der
Nederlanden
Het Nederlandse Rode Kruis is actief op het gebied
van:
• Noodhulpverlening: bij rampen en crises.
De noodhulpvrijwilligers hebben verschillende
specialismen:
- Geneeskundige hulpverlening: beter bekend als
Snel Inzetbare Groepen ter Medische Assistentie
(SIGMA-teams) ter ondersteuning van reguliere
hulpverleners;
- Verwanteninformatie bij calamiteiten: mensen
helpen hun dierbaren te traceren;
- Opvang en Verzorging: het inrichten van op-
vangcentra en het verzorgen van iedereen die
daarin verblijft;
• Evenementenhulpverlening: ondersteuning door
EHBO’ers bij grote evenementen;
• Eerste Hulp(onderwijs): verzorgen van EHBO-
en AED-cursussen;
• Sociale Hulp: het actief betrekken bij de
samenleving van geïsoleerde groepen;
• Voorlichting en bewustwording.
Voor het verlenen van sociale hulp beschikt het Rode
Kruis over enkele vakantiefaciliteiten voor ouderen,
chronisch zieken en gehandicapten. Dat zijn het
vakantieschip de J. Henry Dunant en drie hotels (hotel
IJsselvliedt in Wezep en de hotels De Valkenberg en
De Paardestal in Rheden). Onder de naam Mappa
Mondo runt het Rode Kruis in Wezep, Waalre en
Rijswijk drie gezinsvervangende huizen voor ernstig
zieke kinderen.
Het Nederlandse Rode Kruis beheert verder een
archief met persoonlijke gegevens van meer dan
anderhalf miljoen slachtoffers uit de Tweede Wereld-
oorlog.
Internationale hulpverlening
Het Nederlandse Rode Kruis levert een actieve
bijdrage aan de internationale noodhulpverlening na
rampen en conflicten. Die hulp kan bestaan uit het
beschikbaar stellen van geld, goederen of mensen
aan de Rode Kruis- of Rode Halve Maanvereniging in
het getroffen land of aan de internationale onderdelen
van de Rode Kruis Beweging.
Het Nederlandse Rode Kruis heeft een speciaal Stille
Rampenfonds voor noodsituaties die weinig publieke
aandacht krijgen. Vaak zijn dat sluimerende rampen en
structurele probleemsituaties waaraan de media, anders
dan bij acute calamiteiten, minder aandacht besteden.
Steeds meer richt het Nederlandse Rode Kruis zich
op het voorkomen van rampen of het beperken van
de gevolgen ervan. Dit doet de organisatie door
gemeenschappen te helpen zich beter op rampen
voor te bereiden en hun zelfredzaamheid te vergroten.
Om projecten op dit gebied te steunen, is in 2011 het
Rode Kruis Prinses Margriet Fonds opgericht.
Internationaal is het Nederlandse Rode Kruis niet
alleen actief in noodhulp, maar ook in het versterken
van de kwaliteit en slagkracht van zusterverenigin-
gen in andere landen. Speciale expertise heeft het
Nederlandse Rode Kruis op het gebied van tracing:
het weer in contact brengen van verwanten met hun
dierbaren na een ramp of conflict.
Financiën en samenwerking
De jaarbegroting van het Nederlandse Rode Kruis
lag de afgelopen jaren gemiddeld tussen de 70 en 80
miljoen euro. Afwijkingen worden vooral veroorzaakt
door de opbrengsten van noodhulpacties. Om alle
activiteiten financieel mogelijk te maken kan het Ne-
derlandse Rode Kruis rekenen op de steun van ruim
585.000 leden en donateurs. Daarnaast zijn jaarlijks
circa 25.000 collectanten actief tijdens de landelijke
collecte. Andere belangrijke inkomstenbronnen van
het Rode Kruis zijn nalatenschappen, giften van ver-
mogende particulieren en fondsen (zoals de Nationale
Postcodeloterij).
Elk jaar vinden tal van acties voor het Rode Kruis
plaats. Het bekendste voorbeeld is de actie 3FM
Serious Request, die jaarlijks in de week voor Kerst
plaatsvindt. Tot slot werkt het Rode Kruis ook veel
samen met het bedrijfsleven, zowel voor financiële
ondersteuning als in het kader van de hulpverlening
zelf.
Ambassadeurs van het Nederlandse Rode Kruis zijn
Irene Moors, Eric Corton, Floortje Dessing, Yfke Sturm
en Humberto Tan.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
9. 5
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
Voorwoord
Een jubileum is voor het Rode Kruis altijd een mijlpaal die gemengde gevoelens
oproept. Een jubileum betekent voor onze hulporganisatie immers het terugblikken
op situaties van groot menselijk leed, tijden van verdriet en pijn. Tegelijkertijd is het
een moment waarop we trots mogen zijn wanneer wij als Rode Kruis iets hebben
kunnen betekenen voor onze medemens.
Met grote acties en kleine gebaren. Vaak zijn het juist die kleine gebaren, van onze
vrijwilligers voor anderen, waar we trots op mogen zijn. Kleine gebaren die mensen
hoop bieden, die pijn verzachten en die hen helpen de draad van hun leven weer
op te pakken.
Op 19 juli 1867 tekent Koning Willem III op Paleis Het Loo het Koninklijk Besluit
dat de oprichting van het Nederlandse Rode Kruis mogelijk maakt. Dit boekje
beschrijft 145 momenten in onze geschiedenis. Het kan niet anders zijn dan een
kleine – en willekeurige – greep uit het rijke verleden van onze vereniging. Een
interessante schets van de buitengewoon veelzijdige rol die het Rode Kruis in onze
samenleving heeft gespeeld – en speelt.
Onze doelstelling is al die 145 jaar onverminderd relevant gebleven. Het leed
verzachten van diegenen die onze hulp het meest nodig hebben, ongeacht hun
achtergrond, waar ook ter wereld. Onafhankelijk, onpartijdig en neutraal. Mensen
steunen die in een kwetsbare positie terecht zijn gekomen en met hulp van ande-
ren de kracht weten te hervinden om zelfstandig verder te gaan. Daar zetten wij
ons als Rode Kruis voor in, daarin vinden onze vrijwilligers hun voldoening.
H.K.H. Prinses Margriet der Nederlanden
Erevoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
11. 7
1.
Inleiding
Op de avond van 24 juni 1859 arriveert een
Zwitserse bankier op zakenreis in het Italiaanse
plaatsje Solferino. Eerder die dag vond bij het
plaatsje een veldslag plaats tussen Oostenrijkse en
Franse troepen. Duizenden doden en gewonden
zijn achtergebleven op het slagveld, de medische
voorzieningen zijn beperkt. De 31-jarige Jean Henry
Dunant is zeer aangedaan door het vele leed dat hij
op het slagveld ziet en besluit er iets aan te doen.
Hij begint de hulpverlening aan de gewonden te
coördineren en mobiliseert de lokale bevolking om
mee te helpen, zo goed en zo kwaad als dat gaat.
Het is in deze ellende dat een plan begint te
groeien: zou het een idee zijn om internationaal
een permanente hulporganisatie van vrijwilligers op
te richten, die zich in vredestijd goed voorbereidt
op hulpverlening in tijden van oorlog?
Vijf jaar later, op 22 augustus 1864 tekenen verte-
genwoordigers van zestien staten de Conventie van
Genève. Daarmee wordt feitelijk de basis gelegd voor
de oprichting van het Internationale Rode Kruis en
voor de oprichting van Rode Kruisverenigingen in
verschillende landen, waaronder Nederland.
1. 1863 Nederlandse hulp bij
oprichting Internationale
Rode Kruis
De Nederlandse militaire arts dr. J.H.C. Basting, is één
van de eersten die zeer enthousiast is over de plannen
van Henry Dunant. Het is Basting, die op een interna-
tionaal congres in september 1863 in Berlijn de ideeën
van Dunant onder de aandacht van de aanwezigen
brengt. Onder hen bevinden zich hoogwaardigheids-
bekleders uit een groot aantal landen. Zij stemmen
unaniem in met Dunants plannen en beloven aan
de uitvoering hiervan in hun land medewerking te
verlenen.
Op de internationale conferentie op 26 oktober 1863
in Genève wordt een aantal belangrijke besluiten
genomen met betrekking tot de organisatie van de
vrijwillige hulpverlening. Daarnaast wordt, mede
dankzij Basting, overeenstemming bereikt over drie
‘wensen’ betreffende de onschendbaarheid van
hospitalen, ambulances, verplegend personeel en
dergelijke. Het zijn deze ‘wensen’, die de kern vormen
van het Verdrag van Genève, dat op 22 augustus
1864 tot stand komt tijdens een internationale diplo-
matieke conferentie die door de Zwitserse regering
bijeen is geroepen.
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
12. 8
3.
2. 1867 Oprichting bij
Koninklijk Besluit
Begin 1863 stuurt een zekere mevrouw P. Micheli
vanuit Genève een exemplaar van ‘Un Souvenir de
Solferino’, het boek dat Henry Dunant schreef naar
aanleiding van zijn ervaringen op het slagveld van Sol-
ferino, aan dr. Basting. Basting vertaalt het boekje naar
het Nederlands en stuurt het naar een aantal Neder-
landse prominenten en de media. Deze zijn enthousi-
ast en laten weten het met de inhoud eens te zijn.
De kranten leggen vooral de nadruk op de conclusies.
Het duurt echter nog even voordat de eerste officiële
stap wordt gezet tot oprichting van een Nederlandse
hulporganisatie in de geest van Dunant. In juni 1867
stuurt het Internationaal Comité te Genève aan de 20
inmiddels opgerichte nationale verenigingen een uit-
nodiging voor de internationale conferentie, die in juli
1867 zal worden gehouden in Parijs. Koning Willem
III maakt mogelijk dat Nederland deel kan nemen
aan deze conferentie. Op 19 juli 1867, slechts enkele
dagen voor het begin van de bijeenkomst, tekent hij
Koninklijk Besluit no. 60, waarvan het eerste artikel
luidt: ‘Er zal zijn eene Nederlandsche vereeniging tot
het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgs-
lieden in tijd van oorlog, hetzij Nederland er al dan niet
in betrokken is’.
3. 1867 Henry Dunant erelid
Nog geen twee weken na de oprichting van het Rode
Kruis vindt een bijzondere benoeming plaats: Koning
Willem III tekent op 31 juli het Koninklijk Besluit waar-
mee Dunant erelid wordt. Behalve Dunant wordt ook
dr. Basting tot erelid benoemd.
4. 1868 Oprichting van de
eerste lokale afdelingen
van het Rode Kruis
Kort na de tekening van het Koninklijk Besluit, worden
de eerste Nederlandse afdelingen van de vereniging
opgericht:
Den Haag het vrouwencomité op 22 februari
en het mannencomité op
29 februari 1868
Utrecht 12 maart 1868
Nijmegen 18 april 1868
Bergen op Zoom 7 mei 1868
Schiedam 23 mei 1868
Amsterdam 13 juni 1868
Haarlem 11 juli 1868
Voorburg 11 juli 1868
Sittard 7 november 1868
IJsselmonde 26 november 1868
5. 1868 Rode Kruis ziekenhuis
in Den Haag
Niet lang na de oprichting van de Haagse afdeling van
het Rode Kruis neemt het ‘Haagsche Vrouwencomité’
het initiatief voor een verpleegstersopleiding. In 1889
betrekt de opleiding een eigen polikliniekruimte en in
de jaren daarop ontstaan binnen het Rode Kruis plan-
nen voor een chirurgische kliniek. Koningin-moeder
Emma opent deze in 1901. De organisatie groeit, krijgt
de beschikking over eigen ambulances en betrekt in
1925 een nieuw gebouw aan de Sportlaan. Daarmee
groeit de capaciteit van 40 naar 147 bedden. Ook na
de oorlog breidt het ziekenhuis verder uit, totdat het in
2004 opgaat in het Haga Ziekenhuis.
1867
tot
1890
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
13. 9
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
6.
6. 1870 Eerste inzet bij
Frans-Duitse Oorlog
Na oplopende politieke spanningen tussen beide
landen, verklaart Frankrijk op 19 juli 1870 de oorlog
aan Pruisen. De Nederlandse regering is bang dat er
veel gewonden opgevangen zullen moeten worden in
Nederland en neemt contact op met het Rode Kruis.
Tien dagen na de slag bij Weissenburg (2 augustus)
stuurt het Nederlandse Rode Kruis een ambulance
naar Luxemburg. Deze start na twee dagen haar werk
in Saarbrücken. Al snel volgt een tweede ambulance
naar Luxemburg en Trier en een derde ambulance
naar Düsseldorf en Elberfeld. Ook gaan er zeven
ambulances richting Frankrijk.
De tien ambulances blijven actief tot na de slagen van
Sedan en Metz en de uiteindelijke wapenstilstand op
28 januari 1871. Zij verzorgen honderden gewonden
en hun vrijwilligers worden beloond door zowel de
Pruisische als de Franse regering. Van Nederlandse
zijde ontvangen zij de Herinneringsmedaille 1870: de
eerste Nederlandse Rode Kruis onderscheiding is
daarmee een feit.
7. 1870 Oprichting Roode
Kruis Batavia
Het telegram dat op 2 augustus 1870 in Batavia
wordt ontvangen en het nieuws brengt dat Frankrijk
de oorlog aan Pruisen heeft verklaard, maakt in het
toenmalige Nederlands-Indië diepe indruk. Het brengt
gouverneur-generaal mr. P. Mijer ertoe ook in Batavia
een afdeling te stichten van het Rode Kruis. Twee
maanden later, op 8 oktober 1870, wordt in de hoofd-
stad een eerste algemene vergadering gehouden.
Na de soevereiniteitsoverdracht op 27 december
1949 beëindigt de afdeling Indië van het Nederlandse
Rode Kruis haar werk en wordt de Palang Merah
Indonesia door de Internationale Federatie van het
Rode Kruis in Genève erkend als de nationale Rode
Kruisvereniging van Indonesië.
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
14. 10
10.
8. 1893 Invoer draagbaar ‘de Mooy’
Eind negentiende eeuw worden patiënten op allerlei
manieren naar het ziekenhuis gebracht: kruiwagens,
stoelen, karren en draagbaren worden gebruikt. Dit
verandert als arts en uitvinder Cornelis de Mooy de
radarbrancard ontwerpt. De radarbrancard is een
draagbaar tussen twee grote wielen die voorzien is
van een zeil om de patiënt te beschermen en in 1893
wordt ingevoerd bij het Rode Kruis. De draagbaar
‘de Mooy’ kan gezien worden als voorloper van de
hedendaagse ambulance.
9. 1895 Benaming ‘Het
Nederlandsche Roode Kruis’
In 1895 krijgt de ‘Nederlandsche Vereeniging tot
het verleenen van hulp aan zieke en gewonde
krijgslieden in tijd van oorlog’ officieel de naam
‘Het Nederlandsche Roode Kruis’.
10. 1899 De Boerenoorlog
De Boerenoorlog is een oorlog tussen de repu-
blieken Oranje Vrijstaat en Transvaal (beide later
Zuid-Afrika) enerzijds, en Groot-Brittannië anderzijds.
Op 28 oktober 1899 vertrekt de eerste Nederlandse
ambulance, onder leiding van dr. G.W.S. Lingbeek en
onder de vlag van het Nederlandse Rode Kruis, naar
Lourenço-Marques om vandaaruit door te gaan naar
Pretoria. Het personeel in deze ambulance verpleegt
zowel gewonden aan de kant van de Boeren als aan
de kant van de Britten. De ambulances keren in 1900
terug naar Nederland.
Een tweede ambulance is minder gelukkig. Deze valt
bij de val van de stad Ladysmith in handen van de
Britten en de inzittenden worden, geheel tegen de
regels van de Conventie van Genève in, drie weken
lang gevangen gehouden. Bij hun vrijlating nemen
sommigen van hen brieven van gevangen genomen
boeren mee om bij hun familieleden af te leveren.
De Britten vinden dat aanleiding om de mannelijke
leden opnieuw gevangen te zetten en op 8 juli 1900
naar Ceylon (het huidige Sri Lanka) te brengen. Pas bij
het tekenen van de vrede op 31 mei 1902 worden zij
weer vrijgelaten.
11. 1899 Humanitair Oorlogsrecht
In 1899 en 1907 worden in Den Haag twee belangrijke
internationale vredesconferenties gehouden. Beide
conferenties worden, na de Conventie van Genève
van 1864, gezien als de eerste grote stappen voor
het humanitair oorlogsrecht. Het oorlogsrecht is het
geheel van regels dat de humanitaire gevolgen van
gewapende conflicten probeert te beperken. Het
beschermt iedereen die niet (langer) deelneemt aan
de strijd, zoals burgers, krijgsgevangenen, gewonde
of zieke soldaten en medisch personeel. Ook verbiedt
het het gebruik van wapens die geen onderscheid
kunnen maken tussen burgers en strijders en wapens
die onnodig leed veroorzaken. Verder beperkt het
oorlogsrecht de methoden van oorlogsvoering; zo
mogen bijvoorbeeld alleen militaire doelen worden
aangevallen.
Het humanitair oorlogsrecht en het Rode Kruis zijn
onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het Rode
Kruis speelt een grote rol in de ontwikkeling van het
hedendaagse oorlogsrecht. Veel taken van het Rode
Kruis zijn opgenomen in de Verdragen van Genève en
de Aanvullende Protocollen. Ook nu nog speelt het
Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) een
belangrijke rol in conflictgebieden. In Nederland geeft
het Nederlandse Rode Kruis voorlichting en advies
over het oorlogsrecht.
1890
tot
1900
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
15. 11
13.
12. 1906 Ziekentransportcolonnes
Op 4 augustus 1906 stuurt het bestuur van het
Rode Kruis een nieuwsbrief rond, waarin het idee
van ziekentransportcolonnes wordt geopperd. In dit
initiële plan is ruimte voor vijf colonnes met elk 100
man personeel. Het doel van de colonne is het opzet-
ten en in gebruik nemen van een evacuatiehospitaal
en daarnaast het transporteren van gewonden en
zieken naar dat hospitaal. In 1908 beginnen de eerste
14 personen met een oefencursus, waarbij de Haagse
colonne wordt opgericht. Niet veel later worden ook
colonnes in Rotterdam en Utrecht opgestart.
13. 1909 Prins Hendrik voorzitter
Op 21 februari 1907 vergaat de veerboot S.S. Berlin,
nadat het schip bij Hoek van Holland tijdens een
storm de pier ramt en in tweeën breekt. 128 van
de 144 passagiers komen hierbij om het leven.
Er gaat veel lof uit naar Prins Hendrik, echtgenoot
van Koningin Wilhelmina, voor zijn inzet tijdens en
na de ramp. Mede naar aanleiding hiervan, wordt
hij op 7 januari 1909 benoemd tot voorzitter van het
Nederlandse Rode Kruis, een functie die hij met grote
toewijding vervult. Ook is de ramp aanleiding tot het
oprichten van de Koninklijke Bond voor Redding
wezen en Eerste Hulp bij Ongelukken, het Oranje
Kruis. Tijdens het voorzitterschap van Prins Hendrik
wordt onder andere maatschappelijke hulp toege-
voegd aan het takenpakket. Op 3 juli 1934 overlijdt
de prins, enkele dagen nadat hij een hartaanval heeft
gekregen op zijn kantoor bij het Rode Kruis aan de
Prinsessegracht in Den Haag.
14. 1909 Rode Kruis Honden
Op 28 januari 1909 wordt de ‘Nederlandse Vereeni-
ging voor Roode Kruis-honden’ opgericht. Het doel
van deze vereniging is het africhten van honden voor
het opsporen van gewonden op het slagveld en voor
de dienst van het Rode Kruis in het algemeen.
Hoewel deze vereniging belangrijk werk verricht en de
elkaar opvolgende koninklijke voorzitters van het Rode
Kruis, Prins Hendrik en Prinses Juliana, als bescherm-
heer en -vrouwe optreden, blijkt na de Tweede
Koningin Wilhelmina schrijft het volgende over de rol van Prins Hendrik
tijdens de ramp:
“In 1907 gebeurde er iets, wat mijn man in een geheel andere verhouding bracht tot ons volk. Het was de
stranding en het in tweeën breken bij zwaar stormweer van de lijnboot op Harwich, de ‘Berlin’, op de pier
bij Hoek van Holland. Hendrik begaf zich er onmiddellijk heen om te zien of hij helpen kon en vond daar een
eigen taak. Aan het technische reddingswerk nam hij niet deel, maar hij was een morele kracht en steun
voor de anderen. Tot toen was zijn ware aard en inborst nog weinig bekend, hij was zo bescheiden en drong
zich nooit op de voorgrond. Maar toen wist het volk ineens welk karakter hij had en bij zijn terugkeer van
de redding viel hem een geestdriftige ontvangst ten deel. Hij werd een warme vriend van de redders en het
reddingwezen in het algemeen en is dit tot zijn dood gebleven.”
(Bron: Eenzaam maar niet alleen (1959))
1900tot
1910
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
16. 12
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
16.16.
Wereldoorlog dat haar doelstelling niet meer past in
de moderne maatschappij. De vereniging wordt op
27 januari 1967 officieel ontbonden.
15. 1909 Maatschappelijk werk
In het nieuwe Koninklijk Besluit voor het Rode Kruis
van 2 april 1909 wordt de doelstelling van het Rode
Kruis uitgebreid. De organisatie mag zich gaan wijden
aan maatschappelijk werk, met het argument dat ook
in vredestijd de belangstelling voor de oorspronkelijke
doelstelling levend gehouden moet worden. Het zal
echter nog tot na de Tweede Wereldoorlog duren
voordat het maatschappelijke werk tot ontplooiing
komt.
16. 1909 Informatiebureau
Als gevolg van de Internationale Vredesconferenties
van 1899 en 1907 in Den Haag, krijgt het Nederlandse
Rode Kruis in 1909 bij Koninklijk Besluit de opdracht
een Informatiebureau in het leven te roepen, dat in ac-
tie komt in tijden van oorlog. De taak van het bureau is
informatieverstrekking over Nederlandse militairen en
krijgsgevangenen, en over in Nederland verblijvende
buitenlandse militairen en krijgsgevangenen. Na de
Duitse inval, in mei 1940, heeft het bureau onder meer
tot taak informatie te voorzien over militairen, krijgs-
gevangenen en ook burgers. Familieleden van de ge-
sneuvelden en gewonden van de meidagen van 1940
worden door het Informatiebureau geïnformeerd.
Na de bevrijding in 1945 gaat het bureau ook
onderzoek doen naar het lot van honderdduizenden
vermisten en vragen beantwoorden van hun verwan-
ten. Van 1945 tot 1953 klaart het Informatiebureau
een enorme administratieve en humanitaire klus:
de honderden medewerkers verwerken 733.069
inkomende en 880.532 uitgaande poststukken en
verstrekken 162.597 keer mondelinge inlichtingen.
In totaal worden 561.000 ‘aanvragen naar het lot
van personen’ behandeld.
In de jaren negentig van de vorige eeuw wordt het
Informatiebureau opgeheven en worden de taken
verdeeld over drie afdelingen van het Nederlandse
Rode Kruis: Tracing (het huidige Opsporing en On-
dersteuning), Verwanteninformatie en Oorlogsnazorg.
Door de werkzaamheden van het Informatiebureau is
een belangrijk archief over de Tweede Wereldoorlog
ontstaan, dat de medewerkers van Oorlogsnazorg
nog dagelijks gebruiken voor het verstrekken van
informatie over de lotgevallen van getroffenen aan de
overlevenden zelf, aan familieleden, en aan belang-
hebbenden in bredere zin.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
17. 13
20.
17. 1910 eerste Rode Kruis Medaille
Vanaf 1910 worden medewerkers en vrijwilligers
voor het eerst structureel onderscheiden voor hun
werk bij het Rode Kruis. Per Koninklijk Besluit wordt
in 1910 de Medaille van het Rode Kruis (ook wel
Regeringsmedaille) ingesteld. Deze medaille wordt
door de regering verleend en is daarmee niet puur
een Rode Kruismedaille. Het Rode Kruis komt zelf
vier jaar later met een eigen Kruis of Medaille van
Verdienste.
18. 1912 Balkanoorlogen
De Balkanoorlogen zijn twee op elkaar volgende
militaire conflicten tussen Servië, Montenegro,
Griekenland, Bulgarije en het Ottomaanse Rijk. Als
in 1912 de oorlog op de Balkan uitbreekt, wil het
Nederlandse Rode Kruis in eerste instantie geen
ambulances leveren, maar na een anonieme gift van
40.000 gulden wordt besloten toch hulp te bieden.
19. 1913 Hulpverlening
Internationaal
In 1913 worden bij het herzien van de statuten de
taken van het Rode Kruis verder uitgebreid. De
organisatie mag zich ook gaan wijden aan het
verlenen van hulp bij rampen in zowel binnen- als
buitenland; een taak die het Rode Kruis nog altijd met
veel inzet vervult. Hierbij staan het redden van levens
en het beperken van de humanitaire gevolgen van
een ramp centraal. Daarnaast biedt het Rode Kruis
ook hulp op de lange termijn door middel van goede
basisgezondheid, schoon drinkwater en kennis over
hygiëne.
Persoonlijk verhaal
“Veel ontwikkelingslanden zijn gevoelig voor
natuurfenomenen zoals extreem weer of aard-
bevingen. Vaak komt zo´n ramp regelmatig voor:
denk bijvoorbeeld aan overstromingen die jaarlijks
terugkeren. Daar kun je je op voorbereiden, zoals
ze doen in Vietnam.
Daar worden huizen gebouwd die beter bestand
zijn tegen orkanen. Ook schaft men rubberen
reddingsboten aan. In enkele kustgebieden wordt
mangrovebos langs de kust aangeplant. Dat bos
breekt de kracht van het water. Vrijwilligers van
het Vietnamese Rode Kruis krijgen training in
Eerste Hulp. Er komen evacuatie- en noodplannen
om ten uitvoer te brengen tijdens een mogelijke
ramp. Je geeft de inwoners zo middelen in handen
om de ramp aan te kunnen. Hun capaciteiten zijn
cruciaal in de hele keten van hulpverlening. Want
uiteindelijk zijn het de inwoners van de gebieden
zélf, die de meeste levens redden.”
Raimond Duijsens, beleidsmedewerker
Internationale Hulpverlening
1910
tot
1920
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
18. 14
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
22.21.
20. 1913 Samenwerking
Ridderlijke Orden
Een Koninklijk Besluit van 19 maart 1913 is het
officiële begin van de samenwerking van het
Nederlandse Rode Kruis met de rooms-katholieke
Maltezer Orde en de protestantse Johanniter
Orde. Beide organisaties zijn actief op het gebied
van ziekenverzorging en hulpverlening en werken
nauw samen met het Rode Kruis. Een hoogtepunt
in de samenwerking is er op 30 november 1965,
wanneer Prins Bernard als Commandeur van de
Johanniter Orde een speciaal gebouwde bus aan het
Nederlandse Rode Kruis schenkt. Deze bus biedt
plaats aan 46 mensen en kan in tijden van nood
gebruikt worden voor ziekenvervoer.
21. 1914 Pestambulance Java
In 1914 wordt Java geteisterd door een uitbraak van
de pest. Door financiële bijdragen kan het Neder-
landse Rode Kruis vier zogeheten ‘pestambulances’
naar Java sturen. Elke ambulance is uitgerust met een
mobiele ‘ontsmettingsoven’ en wordt bemand door
drie verpleegsters. Gezien het grote risico worden er
dit keer vacatures voor betaalde krachten opengezet.
Niet minder dan 76 verpleegsters solliciteren op de
twaalf functies. De hoofdverpleegsters krijgen 300
gulden per maand, de verpleegsters 250. Dat dit
werk niet zonder gevaar is, blijkt uit het feit dat zuster
H. Karssen op 7 juli 1915 plotseling aan de ziekte
overlijdt.
22. 1914 De Eerste Wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog start op 28 juli 1914 als de
Duitse troepen bij Visé over de Belgische grens trek-
ken. De Nederlandse regering vindt het niet goed dat
het Nederlandse Rode Kruis ambulances naar het
buitenland stuurt; daarbovenop verbiedt de regering
de export van genees- en verbandmiddelen. Er is
namelijk een grote kans dat het geweld overslaat naar
ons land en daarom moet worden voorkomen dat
onze eigen voorraden niet toereikend zijn.
Samen met onder andere de Johanniter Orde, de
Maltezer Orde, het Oranje Kruis en het Groene Kruis
begint het Nederlandse Rode Kruis met het inrichten
van noodziekenhuizen. Hoewel het in Nederland
nooit tot oorlog komt, ziet het zuiden wel de directe
gevolgen van de oorlog. In Zuid-Limburg worden
verschillende gewonden en zieken opgevangen. In
totaal worden 180 patiënten verpleegd. Daarnaast
worden rond 250.000 vluchtelingen uit België en
Frankrijk opgevangen in Zuid-Nederland.
23. 1918 Spaanse griepepidemie
Tussen 1918 en 1920 wordt de wereld getroffen door
een epidemie die naar schatting tussen de 50 en 130
miljoen levens eist. Nederland kent twee griepgolven:
een eerste milde in de zomer van 1918, gevolgd door
een zware in de herfst. Eén op de 250 Nederlanders
sterft aan de epidemie. Vooral in de provincies
Groningen, Drenthe en Overijssel overlijden veel
mensen. Het Rode Kruis is goed voorbereid en kan
gelukkig voldoen aan veel aanvragen om hulp, zowel
op lokaal als op landelijk niveau.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
19. 15
25.
24. 1922 Eerste jaarlijkse collecte
In 1922 voert het Rode Kruis zijn eerste jaarlijkse
collecte uit, zonder groot succes. Ook de tweede
en derde collecte mislukken. Pas in 1925 begint
de collecte een succes te worden en wordt er een
bedrag van 34.000 gulden opgehaald. Tegenwoordig
gaan er tijdens de Nationale Collecteweek van het
Rode Kruis maar liefst 25.000 collectanten de straat
op. In 2012 was dat goed voor ruim € 1.867.000,-.
25. 1923 Het Jeugd Rode Kruis
In 1923 besluit de vereniging het Jeugd Rode Kruis
in Nederland op te richten; dat gaat in het verzuilde
Nederland van die tijd echter niet vanzelf. De ver-
schillende vormen van opvoeding en godsdienstige
levensbeschouwing roepen spanningen op die de
ontwikkeling van het Jeugd Rode Kruis in de weg
staan. Het duurt dan ook tot 1946 voor er opnieuw
een poging wordt gedaan om de jeugd met een eigen
organisatie bij het Rode Kruiswerk te betrekken.
De doelstelling van het Jeugd Rode Kruis is om te
helpen bij onder meer de hulpverlening aan zieken en
gehandicapten, contacten uit te wisselen met Jeugd
Rode Kruisverenigingen in het buitenland en jongeren
kennis te laten maken met eenvoudige EHBO, zieken-
verzorging en hygiëne. Vanaf 1993 wordt het jeugd-
en jongerenwerk op integrale wijze ondergebracht in
de activiteiten van het Nederlandse Rode Kruis.
26. 1925 Cycloon Borculo
Op 10 augustus 1925 wordt het oosten van Nederland
getroffen door een cycloon. Er vallen vier doden en 80
gewonden. De cycloon, die in Borculo zijn hoogtepunt
bereikt, veroorzaakt enorme schade waarbij verschil-
lende gebouwen zelfs compleet instorten. Met grote
energie wordt door de transportcolonnes gewerkt,
vele afdelingen organiseren eigen collectes en vanuit
het magazijn van zowel het verenigingsbestuur als
van afdelingen wordt materiaal verstrekt aan dakloze
gezinnen. De ramp wordt uiteindelijk aanleiding om
het Nationaal Rampenfonds op te richten.
27. 1925 Oprichting Vereniging
Zonnestraal
In 1925 wordt de ‘Nederlandse vereniging tot het
oprichten van arbeidskolonies voor tuberculoselijders
in Nederland’ opgericht en deze krijgt in 1926 het
protectoraat van het Nederlandse Rode Kruis. Deze
vereniging, beter bekend als Vereniging Zonnestraal,
laat dichtbij Hilversum een sanatorium bouwen voor
100 mensen. In die tijd zijn rust, schone lucht en
goede voeding de belangrijkste geneesmiddelen
tegen tuberculose.
1920
tot
1930
24.
25.
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
20. 16
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
30.28.28.
28. 1927 Uitgave eerste Rode
Kruis postzegels
De PTT (nu PostNL) brengt al sinds 1927 speciale
Rode Kruispostzegels uit. De koper van deze post
zegels steunt het Rode Kruis met een klein bedrag per
zegel. Met postzegels wordt een jubileum herdacht of
aandacht geschonken aan bepaalde activiteiten van
het Rode Kruis. In januari 2012 geeft PostNL de in-
middels 14e serie uit, ditmaal ter gelegenheid van het
145-jarige bestaan van het Nederlandse Rode Kruis.
29. 1927 Rode Kruis
Ziekenhuis Beverwijk
In 1920 krijgt de vrouw van de Beverwijkse aan-
nemer Stoutenbeek ernstige complicaties bij haar
zwangerschap. Zij moet ‘s nachts naar het ziekenhuis
in Haarlem vervoerd worden. Stoutenbeek belooft dat
hij, als vrouw en kind gezond thuiskomen, een zieken-
huis zal bouwen. Twee jaar later ziet de Vereeniging
Ziekenhuis voor Beverwijk en Omstreken het licht.
De fondsen voor de bouw en eerste exploitatie van
het ziekenhuis worden geworven onder de inwoners
van Beverwijk, Wijk aan Zee en Velsen-Noord. Omdat
het nieuwe ziekenhuis patiënten van alle gezindten
wil behandelen, wordt in 1924 contact gezocht met
het Nederlandse Rode Kruis. De gesprekken met het
Rode Kruis verlopen zeer positief en de Vereeniging
wordt omgezet in een afdeling van het Rode Kruis.
In september 1927 opent Prins Hendrik het zieken-
huis, met 27 bedden. In 1965 wordt het ziekenhuis
formeel losgemaakt van het Nederlandse Rode Kruis.
Het blijft echter wel de naam Rode Kruis Ziekenhuis
dragen.
30. 1929 Hulp langs de wegen
Doordat het steeds drukker wordt op de wegen en
er daardoor ook steeds meer ongelukken gebeuren,
besluit het Rode Kruis om speciale Rode Kruishulp-
posten in te richten langs de belangrijkste wegen.
De eerste Eerste Hulppost wordt ingericht in 1929.
Sindsdien zijn in totaal een kleine 900 hulpposten
langs de wegen gevestigd. Rond 200 motorvoer-
tuigen van de ANWB Wegenwacht doen bovendien
dienst als mobiele Rode Kruishulpposten. Per jaar
wordt bij zo’n 5000 ongevallen gratis hulp verleend.
De behoefte aan deze vorm van hulpverlening wordt
echter in de loop van de jaren minder, waardoor
geleidelijk aan de hulpposten uit ons straatbeeld
verdwijnen.
Persoonlijk verhaal
“In mijn vele herinneringen aan 25 jaar Rode
Kruiscolonne Rhenen komt spontaan naar boven:
Wij, de colonne Rhenen, werkten ook mee aan
het Rode Kruissnelwegproject met standplaats
Driebergen bij de politiepost Alex (post 5120). Bij
mooi weer hadden we een rustplaats, A12 zuid-
zijde, waar een parkeerplaats was die onzichtbaar
was voor het voorbijrijdende verkeer. Een bakje in
de zon, de luidspreker van de (oproep)radio aan
het portierraam en…. wachten op zaken die naar
we hoopten niet zouden gebeuren, namelijk on-
gevallen op het traject van de snelweg waarvoor
wij verantwoordelijk waren. Op een dag komt een
goed geklede heer naar onze ambulance lopen en
hij begroet ons met de woorden: “Zo, ik kom eens
kijken waar mijn bijdrage aan het Rode Kruis aan
besteed wordt.” Ik sta op en open het rechterpor-
tier. Klap de bijrijderstoel naar voren, waarachter
het reservewiel ligt. Met de woorden: ‘Onzichtbaar
maar onmisbaar’.”
Piet Onink, oud-colonnelid Rhenen.
30.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
21. 17
34.
31. 1930 Bloedtransfusiedienst
Dr. H.C.M.J. van Dijk, internist in het St. Franciscus
Gasthuis te Rotterdam, vat omstreeks 1925 het plan
op om een lokale bloedtransfusiedienst op te richten.
Hij stelt aan het bestuur van het Rode Kruis voor om
de centrale organisatie van bloedtransfusiediensten
als een vredestaak op zich te nemen. Het bestuur
stemt hiermee in. De officiële opening van de nieuwe
dienst van de afdeling Rotterdam vindt plaats op 24
april 1930. Op 30 april wordt de eerste bloedtransfu-
sie verricht. In 1998 fuseert de bloedtransfusiedienst
met de Nederlandse bloedbanken tot de stichting
Sanquin.
32. 1931 Rode Kruis Strandpost
Op 20 juni 1931 opent op het Wassenaarse strand de
Rode Kruis Strandpost. Deze is voorzien van verschil-
lende hulpmiddelen, waaronder vijf brancards en een
zuurstofkamer. Het Rode Kruis bemant de post elk
jaar in de zomermaanden voor de ‘droge’ hulp op
het strand. Denk hierbij aan kwallenbeten, snijwon-
den, schaafwonden, bloedneuzen, botbreuken en
verdwaalde kinderen. In 1982 draagt het Nederlandse
Rode Kruis de post over aan de reddingsbrigade.
33. 1931 Afdeling Curaçao
Het Curaçaose Rode Kruis wordt in 1931
opgericht. Tot 1940 houdt deze organisatie zich
op Curaçao hoofdzakelijk bezig met de zorg voor
consultatiebureaus, de tuberculosebestrijding en de
bloedtransfusiedienst. Als in 1939 het gevaar voor het
uitbreken van een oorlog in Europa ernstige vormen
aanneemt, richt het Centrale Comité van het Rode
Kruis op Curaçao een transportcolonne op die naar
Nieuw Guinea gaat. Een deel vliegt vervolgens door
naar de Molukken om vandaaruit deel te nemen aan
landingen in de door Japanners bezette gebieden in
Nederlands-Indië. Daarnaast spelen zij een belangrijke
rol in de wederopbouw van de medische dienst van
Nederlands-Indië direct na de Japanse capitulatie.
Het Curaçaose Rode Kruis is de eerste afdeling in het
Caribisch gebied, later volgen ook andere eilanden.
1930
tot
1940
31.
31.
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
22. 18
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
38.36.35.
34. 1931 De Radio Medische Dienst
Op 10 augustus 1931 wordt de Radio Medische
Dienst in het leven geroepen ten behoeve van de
hulpverlening aan zieken en gewonden die zich op
schepen bevinden waar geen dokter aan boord is.
Via Radio Scheveningen kunnen de schepen zich in
verbinding stellen met de wachtdokter in het Rode
Kruis Ziekenhuis in Den Haag, die gratis medisch
advies geeft. Jaarlijks worden op deze wijze enkele
honderden radiografische of telefonische adviezen
verstrekt. In 1999 neemt de Koninklijke Nederlandse
Redding Maatschappij (KNRM) deze taak over.
35. 1934 Prinses Juliana voorzitter
Na het overlijden van haar vader Prins Hendrik,
neemt Prinses Juliana het voorzitterschap over
tot haar inhuldiging in 1948. Ook zij voelt zich zeer
betrokken bij het Rode Kruis en vervult haar taak met
veel enthousiasme en inzet. Na 1948 wordt Juliana
beschermvrouwe van de organisatie, een functie die
zij tot haar overlijden in 2004 uitvoert.
36. 1934 Blindengeleidehonden
Op 19 maart 1934 richt het Rode Kruis samen met
Het Nederlandse Blindenwezen het Nederlandsche
Geleidehonden Fonds op. Oud-politieman Van der
Most wordt gevraagd om de eerste geleidehonden te
trainen. Van der Most twijfelt of een blinde zich, ook
in het drukke verkeer van de grote stad, compleet zal
overgeven aan een hond. Ondanks zijn twijfels leidt
hij een hond op en noemt die hond Sunny. Na drie
maanden heeft Sunny het onder de knie en mag zich
de eerste Nederlandse geleidehond noemen. Op
30 september 1935 opent Prinses Juliana officieel
de geleidehondenschool in Amsterdam. Een goed
gekozen locatie, want het ligt midden in de stad en
in de buurt van het asiel, de grootste leverancier van
aspirant-geleidehonden in die tijd.
37. 1935 Alike Westerhof
Alike Westerhof, Rode Kruisverpleegster, krijgt op
20 juni 1935 uit handen van Prinses Juliana als eerste
Nederlandse Rode Kruismedewerker de Florence
Nightingale medaille uitgereikt, wegens “opofferings-
gezindheid en moed.” Westerhof is ambulancever-
pleegkundige tijdens de Balkanoorlog en de Eerste
Wereldoorlog. Ook is zij docent bij het Rode Kruis in
Amsterdam en hoofdverpleegster bij de Vrijwillige Bur-
gerwacht. In de Balkanoorlog raakt Westerhof zwaar
gewond, maar desondanks blijft zij na haar herstel
soldaten en andere slachtoffers verzorgen.
In Leens, in de provincie Groningen, is een straat naar
haar vernoemd.
38. 1935 Oorlog Italië – Abessinië
Als in oktober 1935 de vijandelijkheden tussen Italië
en Abessinië (het huidige Ethiopië) beginnen, zendt
het Nederlandse Rode Kruis een ambulance uit naar
het gebied. Dat die uitzending niet zonder gevaar is,
blijkt als een ambulancearts levensgevaarlijk gewond
raakt door twee kogels in de borst.
39. 1938 Opvang vluchtelingen
Eind 1938 probeert een stroom vluchtelingen de
westelijke grens van het Duitse rijk over te steken.
Het Rode Kruis stelt hulpmiddelen ter beschikking
voor de geneeskundige verzorging van diegenen
die in Nederland asiel krijgen. Onder andere in Den
Haag, Deventer en Leeuwarden worden maatregelen
getroffen om de opvang van vluchtelingen mogelijk
te maken.
40. 1939 Fins-Russische Oorlog
Op 30 november 1939 valt de Sovjet-Unie Finland
binnen; een hevige strijd met veel slachtoffers barst
los. Het Nederlandse Rode Kruis start een hulpactie
en stuurt in maart een ambulance naar Finland. In de
zomer van 1940 wil de ambulance terugkeren naar
Nederland, maar door de Duitse bezetting duurt het
tot september voordat de ambulancemedewerkers
terug kunnen keren.
Het Internationale Rode Kruis stelt in 1912 de
Florence Nightingale medaille in. De eremedaille
wordt om de twee jaar uitgereikt aan verpleeg-
kundigen, helpers en actieve Rode Kruisvrijwil-
ligers die zich in tijden van oorlog en bij rampen
door dapper gedrag onderscheiden. Sinds 1935
hebben 14 Nederlandse verpleegkundigen en
helpsters de medaille gekregen wegens getoonde
moed. Marianne Tenthof van Noorden ontvangt
in 1991 de medaille voor haar werk voor HIV/Aids
patiënten. In 2009 reikt Prinses Margriet de me-
daille uit aan vrijwilliger Marieta Wanapa-Luydens
op Aruba, vanwege haar jarenlange, bijzondere
en volhardende inzet voor het Rode Kruis op het
eiland.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
23. 19
41.
41. 1940 Het Surinaamsche
Roode Kruis
Op 20 juni 1940 wordt in Paramaribo de vereniging
‘Het Surinaamsche Roode Kruis’ opgericht. De vrouw
van de gouverneur wordt de eerste voorzitter. De ver-
eniging groeit in de eerste jaren snel. Activiteiten zijn
onder meer het oprichten van een transportcolonne,
EHBO cursussen, het opzetten van een bloedtransfu-
siedienst en het doorsturen van berichten aan familie
leden in de bezette gebieden via het Internationale
Rode Kruis in Genève.
Na de onafhankelijkheid van Suriname wordt het
Surinaamse Rode Kruis in 1983 een zelfstandige
nationale vereniging.
42. 1940 Slag om Nederland
Op 10 mei 1940 raakt Nederland betrokken in de
Tweede Wereldoorlog door de Duitse aanval op
Nederlands grondgebied. Nederland wordt aangeval-
len op verschillende fronten. Rode Kruismedewerkers
en vrijwilligers werken onder gevaarlijke omstandig
heden. In Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Den
Haag en Leiden richt het Rode Kruis noodhospitalen
in. De centrale magazijnen in Amsterdam en Leiden
sturen materiaal naar Rotterdam, Delft, Den Haag
en Heemstede. Na de zware bombardementen op
Rotterdam treft Den Haag maatregelen voor het op-
vangen van de vluchtelingen. Mede door deze bom-
bardementen legt het Nederlandse leger op 14 mei de
wapens neer en op 15 mei tekent opperbevelhebber
Henri Winkelman het document van overgave. De
koninklijke familie vertrekt op 12 mei naar Engeland.
Daardoor kan Prinses Juliana haar werkzaamheden
als voorzitter van het Rode Kruis niet meer uitvoeren
en krijgt mr. W.J. Baron van Lynden de leiding.
43. 1940 London Committee of the
Netherlands Red Cross Society
Terwijl de activiteiten van het Rode Kruis in bezet
Nederland vrijwel beperkt blijven tot het binnen-
land, wordt in Londen het London Committee of the
Netherlands Red Cross Society samengesteld, mede
op aandringen van Prinses Juliana. Nadat het Inter-
nationale Rode Kruis toezegt dit London Committee
te zullen erkennen, vindt op 3 juni 1940 de officiële
oprichting plaats. Het London Committee begint later
dat jaar met werkzaamheden voor het Netherlands
Emergency Committee, dat de hulpverlening aan in
Engeland gestrande Nederlanders wil coördineren.
Als na de bevrijding van Nederland het bestaansrecht
van het Londen Committee vervalt, draagt het comité
op 17 april 1946 zijn kapitaal en fondsen over aan het
Nederlandse Rode Kruis in Den Haag, waarmee offici-
eel een einde komt aan de wereldwijde werkzaamhe-
den van het Nederlandse Rode Kruis in ballingschap.
44. 1940 Bezetting
Het Nederlandse Rode Kruis is kritisch over haar
eigen rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Al direct
na de oorlog wordt een onderzoek ingesteld naar de
houding van het Rode Kruis; een commissie onder
leiding van verzetsman en oud-concentratiekamp-
gevangene Koos Vorrink publiceert een rapport,
waaruit blijkt dat het Nederlandse Rode Kruis zich te
formalistisch heeft opgesteld. Officieel bekommert het
Rode Kruis zich voornamelijk om krijgsgevangenen en
militairen en neemt het geen stelling tegen de Duitse
bezetter. Het verleent medewerking aan een
1940
tot
1950
41.
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
24. 20
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
45.44.
anti-joodse bloedtransfusiemaatregel, waarbij joden
aanvankelijk alleen bloed mogen afstaan aan joden
maar uiteindelijk als donor worden geschrapt.
Daarnaast moeten 106 joodse transportcolonnisten
het Rode Kruis verlaten; twee maatregelen waarbij
het grondbeginsel van onpartijdigheid met voeten
wordt getreden. Ook ontvangen Nederlandse
burgergevangenen in de concentratiekampen
geen pakketten.
Dit in tegenstelling tot hun Franse, Noorse of
Belgische medegevangenen, wat het allemaal extra
pijnlijk maakt.
Plaatselijke afdelingen en individuele vrijwilligers zetten
zich tegelijkertijd wel degelijk voor de burgerslachtof-
fers in, maar verschillende medewerkers vinden het
Rode Kruis te zwak en te meegaand met de bezetter
en stappen op.
Toch verricht het Rode Kruis in zijn moeilijkste jaren
ook positief werk. Zo voorziet de Dienst voor Speciale
Hulpverlening de kampen Vught en Amersfoort wel
regelmatig van voedsel en wordt er veel zorg verleend
aan oorlogsgewonden. Daarnaast treden het Infor-
matiebureau en Correspondentiebureau in werking.
Ook verleent het Rode Kruis voor zover mogelijk hulp
aan politieke gevangenen in Nederland. Wanneer
Nederland vanaf september 1944 frontgebied wordt,
verlenen plaatselijke afdelingen en vrijwilligers hulp
waar dit maar kan: ze redden en verzorgen gewonde
soldaten – meer dan eens tijdens de gevechten.
Enkele tientallen vrijwilligers komen om terwijl zij hun
Rode Kruistaak uitvoeren.
In november 1944 legt het bestuur haar taak neer
nadat de bezetter de ‘deutschfreundliche’ heer Piek
tot secretaris- generaal benoemt. Vanaf dat moment
ligt het Rode Kruiswerk (de afdelingen sluiten zich bij
het bestuur aan) in het bezette deel van Nederland
formeel stil. Intussen gaat het grootste deel van het
Nederlandse Rode Kruis echter ondergronds verder
en zet zijn taken als het ‘Zwarte Rode Kruis’ voort tot
de bevrijding in mei 1945.
45. 1941 Kamp Amersfoort
In de geschiedenis van het Rode Kruis neemt het
‘Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort’ bij Laan
1914 een bijzondere plaats in. Dit kamp wordt door
de Duitse bezetter in augustus 1941 geopend om er
gevangenen tijdelijk in onder te brengen. Tot aan de
bevrijding zitten in totaal ruim 35.000 mensen korte of
langere tijd vast onder erbarmelijke omstandigheden.
Persoonlijk verhaal
“Op donderdag 30 maart om 5.45 uur vond weer een
transport plaats van 400 gevangenen. Deze trein zou
11 minuten oponthoud hebben te Eindhoven. In deze
korte tijd wilden wij de gevangenen erwtensoep en
koffie geven, beide afgestaan door de Philips gaar-
keuken. De transportcolonne hielp mee de gamellen,
die op wagentjes geplaatst waren, zo vlug mogelijk
voor elke wagon te rijden. Eén dame van het bestuur,
drie helpsters en één lid van de transportcolonne
waren nodig om één wagon te bedienen. De leden
van de transportcolonne zorgden tevens voor het
uitdelen van sigaretten, die beschikbaar waren ge-
steld door familie Mignot. De stationschef forceerde
door een technische storing het oponthoud tot 15
minuten. (…) Op dinsdagavond 4 april kregen wij
pas het sein dat de volgende ochtend om 5.45 uur
weer een transport met 375 gevangenen voorbij zou
komen. Door buitengewoon snelle medewerking van
de melkinrichting en gaarkeuken stond het Rode
Kruispersoneel de volgende ochtend klaar met pap
en koffie. Doordat het de vorige keer gevangenen
gelukt was uit de trein te ontsnappen, was de Duitse
bezetting van de trein razend van woede toen zij
daar in het donker het Rode Kruis klaar zag staan
met het doel weer in de trein te stappen. Mevrouw
Van Anrooy werd haast uit de trein geslingerd. In één
woord, het was vreselijk, en wij dachten niets aan
de gevangenen te kunnen geven. Na enige minuten
probeerden wij het echter toch en het lukte aardig,
maar wij kwamen in het geheel niet klaar. Terwijl
de trein zich in beweging zette riep iemand van het
Hollands treinpersoneel: “Ga mee in de goede-
renwagon”, met als gevolg dat 15 leden personeel
en gamellen de goederenwagon in rolden. De
stationschef te Eindhoven had zijn collega te Venlo
opgebeld om hem op de hoogte te brengen van het
gevolg, dat het hele spoorwegpersoneel te Venlo
met wagentjes klaarstond om ons zo snel mogelijk
met de uitdeling te helpen. (…) Allen, die aan dit
echte Rode Kruiswerk hebben meegeholpen zullen
dit niet licht vergeten, deze herinnering aan donkere
perrons, wanhopige familieleden die de nummers
van de gevangenen langs de trein lopen te gillen, de
loerende blikken van de verkeerde marechaussees
en de ongebroken pit van de gevangenen.”
Mevr. H.A. van Riemsdijk-Philips in het
jaarverslag van 1944
44.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
25. 21
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
46.
Het regiem is er ongekend wreed. Ziekte en uitput-
ting maken veel slachtoffers, terwijl grote aantallen
mensen ook het leven verliezen door executies en
ander geweld. Veel gevangenen worden doorgestuurd
naar concentratiekampen in het oosten.
In het begin kunnen burgers af en toe wat hulp
bieden, totdat het Rode Kruis er rond 1943 in slaagt
dit in de diverse kampen in ons land min of meer
structureel te doen. Rode Kruis Amersfoort verzorgt
bijvoorbeeld voedselpakketten die via zijn dienst hun
bestemming kunnen bereiken. Medio april weet het
Rode Kruis (in de persoon van Loes van Overeem-
Ziegenhardt) letterlijk de leiding van Kamp Amersfoort
over te nemen. De geallieerden zijn in aantocht en
daarom bedingt ze een overdracht, waardoor ze de
levens van de aanwezige gevangenen veilig stelt.
46. 1944-1945 Bevrijding
Op 15 september 1944 wordt officieel gemeld dat de
eerste Nederlandse gemeenten Eijsden en Maastricht
bevrijd zijn. De Duitse troepen bieden felle tegen-
stand. Nijmegen wordt op 21 september bevrijd, maar
door het mislukken van Operation Market Garden bij
Oosterbeek en Arnhem wordt de rest van Nederland
pas in mei 1945 bevrijd.
47. 1944-1945 Hulp aan de
bevrijde gebieden
In 1944 ziet in bevrijd Zuid-Nederland een tijdelijk
‘comité van het Nederlandsche Roode Kruis’ het
licht. Onder leiding van dit comité wordt direct op
grote schaal hulp verleend aan de slachtoffers van de
bezetting. Ook ontstaat de Hulp Actie Roode Kruis
(HARK), een organisatie verantwoordelijk voor de
verdeling van hulpgoederen. Aan de distributie van
het zogenaamde Zweedse witte brood, enkele dagen
vóór de algehele bevrijding van Nederland, wordt een
grote ledenwerfactie verbonden waardoor het ledental
stijgt van 39.000 naar 500.000.
De gezondheid van de bevolking is door onder-
voeding en ziekten sterk ondermijnd. Talloze zieke
landgenoten wachten in concentratiekampen en
gevangenissen op vervoer naar Nederland. Ook
in Nederlands-Indië is veel medische hulp nodig.
Daar worden ook 250.000 Nederlanders vermist.
In zeer korte tijd beschikt het Rode Kruis over
mensen en materiaal om op al deze terreinen hulp
te verlenen.
48. 1946 Repatriëring
Gevangenen in de concentratiekampen verwachten
na de bevrijding door het Rode Kruis te worden
geholpen, maar in de eerste weken na de bevrijding
van de kampen schittert het Nederlandse Rode Kruis
door afwezigheid. Veel overlevenden worden door
Belgische en Franse hulpverleners gerepatrieerd.
Ook de transportcolonnes van het Nederlandse
Rode Kruis ontbreken. Belangrijkste reden lijkt dat
Nederlandse autoriteiten inschatten dat zij de grote
stroom repatrianten niet aankunnen en mensen
daarom aan de grens tegenhouden.
Geleidelijk aan echter verbetert het Nederlandse Rode
Kruis de hulpverlening. Behalve medische teams zet
het ook tracing teams in om mensen te helpen hun
familieleden en naasten op te sporen.
49. 1946 Hulpverlening
ex-krijgsgevangen in Thailand
In het voorjaar van 1946 zendt het Nederlandse Rode
Kruis vrijwilligers uit naar Thailand om daar hulp te
bieden aan 11.000 Nederlandse ex-krijgsgevangenen.
Deze militairen zijn tijdens de oorlog gevangen
genomen en wachten in het oerwoud van Thailand
op hun bevrijding.
Persoonlijk verhaal
“Ik overleefde het jappenkamp en eind 1946 werd
ik met mijn ouders met de Nieuw Amsterdam
naar Nederland gebracht. Die reis duurde weken
en toen we in het Suezkanaal kwamen, waren er
in de plaats Al Ballah aan de wal grote loodsen
met kleding en dekens. Daar kreeg ik van het
Rode Kruis een winterjas, dekens en witte wollen
wanten, dat weet ik nog goed. Later tijdens de
overtocht gleed ik uit op het bevroren en gladde
dek. Ik had nog nooit een echte winter met ijs en
sneeuw meegemaakt. Toen ik na mijn val aan mijn
gezicht voelde, waren mijn wanten ineens rood.
De wond viel gelukkig mee, maar ik was wel heel
erg geschrokken. Zoiets vergeet je nooit meer.
Overigens, een van de dekens die ik kreeg heb ik
pas in 2005 weggedaan, zo goed waren die.”
Mevrouw Raadsen uit Wijk bij Duurstede
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
26. 22
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
52.51.51.
50. 1946 Rode Kruis Korps
De Tweede Wereldoorlog toont onder meer de
noodzaak aan van een nauwe samenwerking tussen
alle colonnes in het land. Deze samenwerking is
nergens vastgelegd, zodat de (transport)colonnes
vrijwel overal als zelfstandige eenheden, zonder enige
coördinatie, optreden. De lokale afdelingen besluiten
daarom direct na de bevrijding tot nauwere samen-
werking: op 1 mei 1946 wordt een centraal geleid
Rode Kruis Korps opgericht.
51. 1946 Lectuurdienst
Het Nederlandse Rode Kruis richt in 1946 een lande-
lijke lectuurdienst op. De doelstelling ervan is boeken
en tijdschriften in te zamelen voor verspreiding onder
chronisch zieken, bejaarden en gehandicapten, en
levering aan medische en sociale instellingen. Het
hoofddepot van de lectuurdienst is in Den Haag.
Men kan de boeken en tijdschriften deponeren in
plaatselijke lectuurhuisjes. Deze worden eenmaal
in de drie weken geleegd. In 1966 zijn er ongeveer
vijfhonderd inzamelpunten. Vrijwilligers op het depot
sorteren en verzenden de lectuur.
Het Rode Kruis stopt vanwege de toenemende kosten
op 1 januari 1983 met de landelijke lectuurdienst.
52. 1946 Welfare
Naar het voorbeeld van het Britse Rode Kruis,
dat tijdens de Tweede Wereldoorlog een bezig-
heidstherapie ontwikkelt voor gewonde en zieke
militairen, introduceert het Nederlandse Rode Kruis
deze therapie in 1946 in Nederland onder de naam
‘welfare-werk’. Deze bezigheid – in de ruimste zin
van het woord – wordt aangepast aan de fysieke
en psychische mogelijkheden van langdurig zieken.
Aanvankelijk worden deze activiteiten alleen aange-
boden in militaire hospitalen. In enkele jaren groeit
deze Rode Kruistaak echter zo, dat ook patiënten in
bijvoorbeeld ziekenhuizen, sanatoria, psychiatrische
inrichtingen en revalidatiecentra betrokken worden.
Al snel groeit ook het besef dat veel patiënten die
naar huis worden gestuurd terwijl ze nog niet geheel
hersteld zijn, toch graag bezig willen blijven. Voor
deze thuisliggende zieken die graag door willen gaan
met de bezigheidstherapie, start in 1948 een nieuw
vrijwilligerskorps; de afdeling Welfare. Deze blijft tot
1988 bestaan.
53. 1946 Uitzendingen
Nederlands-Indië
Vele woorden kunnen gewijd worden aan het werk
van het Nederlandse Rode Kruis vlak na de Tweede
Wereldoorlog in Nederlands-Indië. Meer dan 800
Rode Kruismensen vertrekken per schip of per
vliegtuig richting het oosten om de bevolking te
Persoonlijk verhaal
“Beste en lieve medewerksters van de boekenvoor-
ziening! Wat een zalige verrassing heeft u mij be-
zorgd met het pakket! Mijn gezinsverzorgster stond
ermee om me heen te springen en toen ik het uitpak-
te was ik dolenthousiast. Drie cadeaus: een agenda,
een bouwpakket van een Mercedes 1902 (waar ik
in mijn vroege jeugd nog een keertje vol angst in
gereden heb) en een heerlijke puzzel. Ik woon erg
afgelegen en kan alleen één of twee keer per jaar
met de koopavond boodschappen doen, dan komt
er niet veel van eens echt iets voor je hobby uit te
zoeken in je karretje. Dankzij u verveel ik me zelden,
hoewel ik wel zenuwtabletten en oppeppers moet
slikken. Ze bewonderen me wel eens, maar dan geef
ik eerlijk alle eer aan de medicijnen en aan u. Als ik
u allen niet had, de boekenzendingen, zou ik het niet
erg zien zitten…”
Mevrouw Corry Mooy uit Diemen
53.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
27. 23
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
54.53.
helpen bij de wederopbouw. In de drukste periode
vliegen zelfs viermaal per week vliegtuigen van
Nederland naar Indië (het huidige Indonesië).
Gedurende de Japanse bezetting is het onmogelijk
om in georganiseerd verband te werken; hierdoor
gaat de hulpverlening in die periode moeizaam. Maar
zodra de val van Japan een feit is, ontstaan er in
Batavia (het huidige Jakarta), Bandoeng en Soerabaja
kernen van hulpverlening. Diverse medische teams
vanuit de ‘Oost-Indische kamer van het Nederlandse
Rode Kruis’ bemannen deze kernen. Van hieruit
kunnen zij zich verspreiden over de rest van het land.
54. 1947 Nijmeegse Vierdaagse
In 1947 helpt het Nederlandse Rode Kruis voor het
eerst mee bij de Vierdaagse van Nijmegen. Dan lopen
er 6.776 deelnemers mee. Nu, 65 jaar later, is dat aan-
tal vele malen groter: ieder jaar werken honderden
EHBO-vrijwilligers een week lang met man en macht
om ruim 42.000 wandelaars over de eindstreep te
helpen. Ze kunnen bij het Rode Kruis terecht voor
spierkramp, blaren en insectenbeten, maar ook voor
zwaardere ongevallen als flauwtes of een hartaanval.
In 2012 worden ruim 5.700 mensen behandeld.
Hiervoor gebruikt het Rode Kruis 2.500 wattenstaaf-
jes, 13 liter jodium, 10,8 liter kamferspiritus, 10 km aan
pleisters, bijna 10.000 gaasjes en maar liefst 20.000
handschoenen.
55. 1948 Moedermelkcentrale
De Moedermelkcentrale, die het Rode Kruis op
1 januari 1948 opricht, heeft als voornaamste taak
het “lyofiel drogen” van ingezamelde moedermelk.
Er zijn verschillende inzamelcentra, waar moeders hun
moedermelk gratis afstaan. Vanuit deze centra wordt
de melk verzonden naar het Centrale Laboratorium
van de Bloedtransfusiedienst in Amsterdam. Hier
wordt de melk eerst gepasteuriseerd om eventueel
aanwezige ziektekiemen te doden. Vervolgens wordt
de melk ingevroren en ten slotte gedroogd. Het
ontstane melkpoeder is zo jaren houdbaar.
De melk is bestemd voor zuigelingen die bij de eigen
moeder niet de hoeveelheid melk krijgen die zij nodig
hebben. In 1973 wordt de Moedermelkcentrale
opgeheven door de grote opmars van vervangings-
middelen.
56. 1949 Rode Kruis als
ziekenvervoerder
Tot 1945 wordt het vervoer van liggende patiënten
nagenoeg uitsluitend verzorgd door beroepsver-
voerders, gemeentelijke geneeskundige diensten
en slechts enkele plaatselijke Rode Kruisafdelingen
(Hengelo, Arnhem en Weesp). Na de bevrijding is het
ambulancematerieel in Nederland aanzienlijk minder,
maar dankzij schenkingen is het landelijk bestuur in
staat aan een aantal plaatselijke afdelingen één of
meer ambulances toe te wijzen. Dag en nacht staan
deze paraat om te voldoen aan de talrijke hulpvragen.
54.
55.
56.
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
28. 24
61.
57. 1950 Hoornvliestransplantaties
Eind jaren ’40 wordt duidelijk dat gehele of gedeelte-
lijke blindheid in een aantal gevallen tegengegaan kan
worden door hoornvliestransplantaties. Op verzoek
van de minister van Sociale Zaken en Volksgezond-
heid neemt het Nederlandse Rode Kruis in 1950
de taak op zich om de bevolking te wijzen op de
mogelijkheid van hoornvliestransplantaties en om
donors te werven. De oprichting van de Centrale
Commissie voor de Hoornvliesinstanties van het
Nederlandse Rode Kruis is daarmee een feit.
58. 1951 Eerste Rode
Kruis boottocht
Het is de Hengelose huisarts Franz Delhez die het
idee heeft om mensen die door ernstige ziekte of
invaliditeit thuis aan bed gekluisterd zijn, een boot-
tocht aan te bieden. Het Rode Kruis ondersteunt dit
plan van harte en zo kan in 1951 de eerste vaart ge-
maakt worden met het gehuurde schip ‘Gelderland’.
Later wordt dat tot 1958 de ‘Kasteel Staverden’. Dit
schip blijkt echter niet gedurende de zomer ingezet
te kunnen worden. Dat maakt de behoefte aan een
eigen schip met speciale voorzieningen urgenter.
In 1959 wordt daarom de J. Henry Dunant in de vaart
genomen, die tot op de dag van vandaag vaart.
59. 1951 Beentransplantatiedienst
Op verzoek van de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid besluit het Nederlandse Rode Kruis
op 6 juli 1951 te gaan meewerken aan het aanmaken
en distribueren van zogenaamde beentransplantaten.
De ‘bevrorenbeencentrale’ wordt gevestigd in het
gemeentelijke slachthuis van Amsterdam, waar van
geconserveerd kalfsbot de spanen en snippers wor-
den bereid die chirurgen bij verschillende operaties
nodig hebben.
60. 1952 Trombosedienst
Op initiatief van het Rode Kruis Ziekenhuis in
Den Haag wordt in 1952 de Stichting Rode Kruis
Trombosedienst ’s-Gravenhage opgericht. Later
volgen er diensten in onder meer Delft, Leeuwarden
en Almelo. Deze dienst heeft als doel thuisliggende
patiënten met trombose of dreigende trombose te
bezoeken, waarbij bloed wordt afgenomen voor
onderzoek. Met de uitslagen van dit onderzoek kan
de samenstelling en dosering van medicatie worden
vastgesteld. Een van de voordelen van deze methode
is dat patiënten eerder uit het ziekenhuis ontslagen
kunnen worden of zelfs helemaal thuis mogen blijven.
61. 1953 Watersnoodramp
Op 31 januari 1953 voorspelt het KNMI in de namid-
dag “guur weer en gevaarlijk hoog water”. Dat het
water hoog staat, is op zich niet verontrustend; dat
komt wel vaker voor. Maar in de vroege morgen van
1 februari belt de nachtredactie van het ANP met het
Rode Kruis. Zuidwest-Nederland is getroffen door de
grootste natuurramp van de twintigste eeuw. Dijken
zijn doorgebroken en 20.000 hectare land is over-
spoeld; veel slachtoffers zijn verrast in hun slaap.
Het Rode Kruis komt meteen in actie. Diezelfde dag
vertrekken Rode Kruiscolonnes met hulpgoederen
naar het rampgebied. Er komt een ‘bureau Waters-
nood’ in Den Haag voor de coördinatie van de hulp.
1950
tot
1960
61.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
29. 25
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
65.63.61.
Inzamelingsacties leveren al snel veel geld en
goederen op. Er is werk te verzetten: geëvacueerden
opvangen, voeden en verzorgen, kleding sorteren en
verstrekken, medicijnen en andere noodhulpgoederen
distribueren, noodziekenhuizen inrichten enz. Talrijke
vrijwilligers melden zich om te helpen. Het Internatio-
nale Rode Kruis draagt bij met onder meer noodwo-
ningen en landbouwwerktuigen.
1.835 Nederlanders verliezen het leven in die
verwoestende februarinacht.
62. 1953 Vakantieweek
invalide jongeren
In 1953 organiseert het Rode Kruis de eerste
vakantieweek voor jongeren met lichamelijke of
sociale beperkingen. Al bijna zestig jaar dus!
Gedurende deze vakantieweek genieten jongeren
samen met leeftijdsgenoten van tal van activiteiten en
uitstapjes op een van de vier bijzondere locaties.
63. 1955 Parachutistencommando
In overleg met de Koninklijke Nederlandse Vereniging
voor Luchtvaart wordt in mei 1955 het ‘parachutisten-
commando Rode Kruis Korps” als nieuw onderdeel
aan het Rode Kruis toegevoegd. Een twaalftal reeds
gebrevetteerde leden van de Eerste Nederlandse
Parachutistenclub begint in oktober 1955 in Leiden
met een opleiding tot Eerste Hulpverlener van het
Rode Kruis Korps. Het parachutistenkorps wordt eind
1966 opgeheven.
64. 1956 Hongaarse Opstand
Een door studenten georganiseerde betoging leidt
op 23 oktober 1956 tot een opstand tegen het
communistische regime in Hongarije. Deze massale
volksopstand duurt tot 4 november, wanneer Sovjet-
troepen het land bezetten en de opstand neerslaan.
De opstand kost duizenden het leven en meer
dan 150.000 mensen vluchten naar onder andere
Oostenrijk. Het Nederlandse Rode Kruis opent een
speciaal gironummer waarop ruim vijf miljoen gulden
binnenkomt. Hiermee worden onder meer 2160 sets
bloedplasma naar Hongarije gevlogen. Verder worden
er verband- en geneesmiddelen, voedsel en dekens
naar Oostenrijk gestuurd. Vanwege de grote stroom
vluchtelingen neemt het Nederlandse Rode Kruis,
op verzoek van onder meer de Oostenrijkse regering
en de VN, de leiding van twee vluchtelingenkampen
in Oostenrijk op zich. Vanaf november ontvangt
Nederland zelf ook een grote groep Hongaarse
vluchtelingen. Zij zijn onderweg naar Canada en
krijgen tijdelijk onderdak in Nederland.
65. 1956 Drumband Rode Kruis Korps
De heer Meulman, Rode Kruis commandant van het
Rode Kruis Korps, merkt tijdens de Nijmeegse Vier-
daagse op dat veel binnenkomende detachementen
begeleid worden door muziekkorpsen. Maar als zijn
eigen Rode Kruismensen voorbij trekken, blijft het stil.
Hierom wordt op 21 augustus 1956 de Drumband van
het Rode Kruis Korps opgericht.
De beginperiode is voor de band erg druk. Alle
plaatselijke afdelingen proberen het korps voor
een optreden te strikken. In die tijd wordt er van en
naar een optreden gereisd per open vrachtwagen,
uiteraard met een huif en met rampendekens over de
knieën tegen de kou. In 2003 worden alle afdelingen
afgestoten die geen directe medische hulpverlening
geven; dit betekent helaas ook het einde van de Rode
Kruis Drumband.
Persoonlijk verhaal
“… In het klooster waren intussen de broeders
met onze helpsters bezig met het opzetten van de
ledikanten uit het Rode Kruisrampendepot. Ook
werden er ledikanten en beddengoed aange-
sleept uit de omliggende boerderijen. De dames
hadden daar de handen vol aan; zeker toen daar
de opvang van de geëvacueerden nog bijkwam.”
Frans IJsselstijn, Rode Kruishelper
persoonlijk verhaal
Evelien Eekhoorn nam deel aan een vakantieweek voor jongeren. “In het begin was het nogal onwennig en
onbekend, maar dat gevoel verdween heel gauw. Al snel was het alsof we samen één grote familie waren.
Nu kijk ik terug op één van mijn mooiste weken van mijn leven. Ik hoop het zeker nog eens mee te maken!”
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
30. 26
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
67.66.
66. 1956 Zwemmen voor
minder validen
In verschillende zwembaden in het land verzorgt het
Rode Kruis zwemmen voor gehandicapten. Al sinds
1956 helpen vrijwilligers mensen met een verstande-
lijke en/of lichamelijke handicap bij hun activiteiten in
en rond het zwembad. Voor sommigen om lekker in
beweging te blijven, voor anderen om diploma’s te
behalen.
67. 1959 J. Henry Dunant te water
De eerste ‘J. Henry Dunant’ vaart op 1 juni 1959
vanuit Deventer uit voor een weektocht. Zieken,
gehandicapten en ouderen liggen op grote zalen waar
ook de verzorging plaatsvindt en eten ook in bed.
Sinds 1996 vaart de derde ‘J. Henry Dunant’, een
ongekend populair vakantieschip. Door alle faciliteiten
aan boord is het tegenwoordig een stuk aangenamer
reizen. Verblijven met brede gangen, ruime liften,
tweepersoonskamers, verstelbare bedden en
aangepaste badkamers zijn daarvan het bewijs. De
koks houden rekening met het dieet van de gasten en
de verpleegkundigen en vrijwilligers geven zorg, hulp
en begeleiding. Daarnaast worden er verschillende
uitstapjes buiten het schip aangeboden. Een weekje
weg wordt zo een weekje genieten zonder zorgen
voor mensen die anders niet of nauwelijks zelfstandig
buiten komen.
68. 1959 Nationale Rode Kruis Rally
Het idee voor een autorally voor het Rode Kruis is
niet iets van de laatste jaren. Al in 1959 organiseert
Motorclub ‘De Wegkruisers’ een Rode Kruis Rally.
Inschrijven kan dan voor 10 gulden. Tegenwoordig
is de rally een stuk exclusiever; zo rijdt alleen de
‘crème-de-la-crème uit de autobranche’ mee en is het
inschrijfgeld ook ‘iets’ verhoogd. “Combineer dit met
de mooiste landschappen van Nederland, racesport-,
verzets- en filmhelden, de minister-president, leden
van de koninklijke familie en u krijgt de huidige Rode
Kruis Rally zoals die sinds 2000 gereden wordt.
Zo’n evenement is wellicht niet helemaal te rijmen
met mensen in nood, maar het substantiële bedrag
dat dankzij de Rally elk jaar wordt geschonken aan
het Rode Kruis is dat wel. We halen met de Rally
ongeveer € 100.000 per jaar op,” aldus de organisatie.
Persoonlijk verhaal
Jacomien (27): “Ik help mee bij het zwemmen
voor minder validen. Wij zwemmen met een groep
van vijftien tot twintig personen. Onder onze
zwemmers zitten mensen van twintig tot tachtig
jaar oud. De rolstoelers hebben veel hulp nodig;
degenen die slecht ter been zijn, ondersteunen
we als ze naar het zwembad lopen. Het klikt erg
goed onderling. Naast een leuke, ontspannende
activiteit is het voor de deelnemers ook een so-
ciaal gebeuren. Ze leggen contacten en zijn even
uit hun dagelijkse omgeving. Lopen en zwemmen
is voor niet-gehandicapten iets vanzelfsprekends.
Door dit werk te doen, zorgen wij dat het voor ge-
handicapten ook vanzelfsprekend wordt. Het kost
weinig tijd, maar je krijgt er zoveel enthousiasme
voor terug van de deelnemers.”
Persoonlijk verhaal
“Ik denk dat het 1962 was. In die tijd lagen ‘de
patiënten’, want zo noem ik ze nu maar, met een
achteruitkijkspiegeltje in bed en kwamen er van
zaterdag tot zaterdag niet uit. Als deze mensen
dan thuis kwamen, waren ze zó stijf. Fysiotherapie
kregen ze ook niet op het schip.
De Henry Dunant had een schoorsteen die uit elkaar
gedraaid moest worden als we onder een brug door
moesten varen. Dit uit elkaar draaien moest soms
voor straf gedaan worden, als je bijvoorbeeld maar
half in uniform van boord ging. Destijds ging
dr. Stumphius mee als arts. Hij heeft dit voor straf
een keer moeten doen. Ook moest één van de Rode
Kruisers eens op het topdek verschijnen met een
zwemvest aan en een zuidwester op zijn hoofd. Hij
dacht dat hij overboord gegooid zou worden en had
voor de zekerheid een zwembroek aangetrokken.
Hij werd op het topdek met de brandslang bewerkt,
waar niet alleen hij nat van werd, maar ook de
omstanders. Ik denk nog steeds met veel plezier
aan dit schip terug.”
J. Maas
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
31. 27
70.
69. 1960 Hulpactie Congo
De overdracht van de soevereiniteit door de Belgische
regering aan de Congolese autoriteiten leidt al snel
tot een groot gebrek aan medische verzorging van
de bevolking in Congo. De Internationale Federatie
in Genève doet een beroep op de nationale Rode
Kruisverenigingen om medisch personeel ter beschik-
king te stellen. Het Nederlandse Rode Kruis stuurt
een bloedtransfusieteam naar Congo. Op 28 juli 1960
start dit team zijn werkzaamheden in Leopoldstad.
Naast de directe hulpverlening besteedt het team
vooral aandacht aan de opleiding van Congolees
personeel.
70. 1962 Treinramp Harmelen
Op 8 januari 1962 wordt Nederland getroffen door de
zwaarste spoorwegramp in zijn historie: de treinramp
van Harmelen. Twee passagierstreinen botsen op
elkaar, met 93 doden en 52 gewonden tot gevolg.
Hoewel het Rode Kruis niet in de alarmering wordt
betrokken, zenden de afdelingen Utrecht en Den
Haag ambulances naar de plaats van het onheil.
De colonnecommandant van de afdeling Utrecht,
dr. J.G. Herschel, verricht nuttig werk door een
informatiebureau te improviseren dat aan vele
honderden informatieverzoeken kan voldoen.
71. 1963 Rode Kruis
Bungalow Someren
In 1963 neemt mevrouw H.A. van Riemsdijk-Philips
het initiatief tot het bouwen van een vakantieoord
voor mensen die door hun chronische ziekte,
handicap of sociaal isolement niet zelfstandig met
vakantie kunnen. Zij is in die tijd als voorzitter van
het Eindhovense Rode Kruis nauw betrokken bij het
selecteren van gasten voor het vakantieschip, de
‘J. Henry Dunant’, en constateert een ernstig tekort
aan vakantiemogelijkheden voor deze categorie
gasten.
Zo ontstaat de ‘Rode Kruis Bungalow’ van de afde-
ling Eindhoven, die 49 jaar later nog steeds een zeer
gewilde vakantiebestemming is voor gasten uit het
hele land. Ook maken Eindhovense verpleegtehuizen
graag gebruik van de accommodatie. Inmiddels
hebben ruim 16.000 gasten er hun vakantie door-
gebracht, iedere week bijgestaan door zeven zeer
toegewijde vrijwilligers: een verpleegkundige, vier
verzorgers en een keukenploeg.
72. 1963 Kennedymars
De Kennedymars is een wandeltocht van 50 mijl
(80,467 km) die binnen 20 uur gelopen moet worden.
Deze wandeltocht is vernoemd naar de Amerikaanse
president John F. Kennedy, die zich afvroeg of
officieren van het US Marine Corps voldoende
uithoudingsvermogen hadden om binnen 20 uur 50
mijl te lopen. Nadat verschillende militairen deze tocht
maakten, voelden vele (Amerikaanse) burgers zich
uitgedaagd en gingen ook op pad.
Sinds 1963 helpt het Rode Kruis, voornamelijk de
afdeling Sittard, bij dit evenement. In het begin ging
het wel anders dan nu. Zo werden prikpennen en
injectiespuiten niet weggegooid maar ontsmet, waren
pleisters eerder uitzondering dan regel en was het niet
uitzonderlijk dat een vrijwilliger de 80 kilometer op de
fiets moest afleggen. Tegenwoordig zijn er rond de
125 vrijwilligers verdeeld over 8 posten langs de route.
In 2012 behandelen zij 421 lopers.
73. 1964 Hotel De Valkenberg
Op de heuvelrand van de Oost-Veluwezoom wordt
in 1834 een landhuis gebouwd met uitzicht over de
IJssel. Omringd door twaalf hectare bos, prachtige
tuinen en velden is het een vakantieoord bij uitstek. In
1964 schenkt de eigenaresse, mevrouw Van Hoboken
1960
tot
1970
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
32. 28
145momentenin145jaarNederlandseRodeKruis
76.71.69.
– Van Sminia, het landgoed aan het Nederlandse
Rode Kruis, ter gelegenheid van het aanstaande
100-jarige bestaan van de vereniging. Hotel De
Valkenberg ligt op een uitgestrekt landgoed en biedt
volop mogelijkheden tot ontspanning. Honderden
ouderen, chronisch zieken en gehandicapten per
jaar vieren er vakantie en krijgen professionele
begeleiding door zowel Rode Kruisberoepskrachten
als vrijwilligers. In 2012 besluit het Rode Kruis de
exploitatie van Hotel de Valkenberg over te dragen
aan een andere partij.
74. 1966 Prinses Margriet
en het Rode Kruis
Prinses Margriet is al vanaf haar studententijd actief
bij het Rode Kruis. Na haar studietijd, in 1966, doet
ze een opleiding tot Rode Kruis Helpster 1e klas en
loopt verschillende stages bij het Rode Kruis. Daarna
doet ze meerdere malen vrijwilligerswerk bij het Rode
Kruis, onder meer op het schip de J. Henry Dunant.
Na haar actieve rol als vrijwillige verpleegster, wordt
ze in 1987 benoemd tot vicevoorzitter van het Rode
Kruis. Vanuit deze functie bezoekt ze meerdere
ramp- en oorlogsgebieden. In Afrika gaat ze langs bij
aidswezen. Tijdens de Kosovo-oorlog bezoekt ze een
vluchtelingenkamp in Albanië. Haar betrokkenheid bij
de slachtoffers en vrijwilligers is groot.
In 1984 ontvangt Prinses Margriet een Kruis van
Verdienste. Dit is de hoogste onderscheiding die het
Nederlandse Rode Kruis toekent aan personen die
zich op een bijzondere wijze hebben ingezet voor het
Rode Kruis. In 1995 wordt ze gekozen als voorzitter
van de Standing Comittee. In 2000 zet Prinses
Margriet klimaatverandering op de agenda bij het
Rode Kruis en ze is nauw betrokken bij de oprichting
van het klimaatcentrum in Den Haag in 2002. Het
klimaatcentrum is een expertisecentrum van het
Internationale Rode Kruis op het gebied van klimaat-
verandering. In 2011 wordt de prinses benoemd tot
erevoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis.
75. 1966 Ambulances
langs de snelweg
In 1966 start het Rode Kruis op verzoek van de
algemene verkeersdienst en de Rijkspolitie een
ambulanceproject aan het begin en het einde van de
bouwvakantie. Het project groeit in de jaren daarna
uit tot een tiental posten (caravans) langs de
snelwegen, waar tijdens de weekenden speciaal
opgeleide vrijwilligers paraat staan voor hulpverlening.
Begin jaren ’80 stopt het project om twee redenen:
de maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor
dat professionele hulp de inzet van vrijwilligers
overbodig maakt en de wetgeving verandert. De
komst van de Wet Ambulancevervoer in 1979
dwingt het Rode Kruis min of meer te kiezen tussen
doorgaan of afstoten van het ambulancewerk. Men
voorziet dat hogere eisen gesteld zullen worden
aan personeel en materieel en dat het hierdoor nog
moeilijker wordt de dienst met vrijwilligers voort te
zetten.
76. 1967 Nigeriaanse Burgeroorlog
Wanneer in 1967 de Biafra-regio zich onafhankelijk
verklaart van Nigeria, ontstaat er een burgeroorlog
in het gebied. De Nigeriaanse overheid gebruikt het
uithongeren van de bevolking als wapen, wat leidt
tot een humanitaire ramp. Het is de eerste keer dat
Nederland met beelden van uitgehongerde kinderen
wordt geconfronteerd. Dit leidt tot grote financiële
hulp door middel van verschillende campagnes. Het
Nederlandse Rode Kruis zendt in 1968 een medisch
team naar het gebied. Ook in Nederland zelf wordt
hulp verleend. Zo komen op 3 mei 1969 op vliegbasis
Soesterberg elf Biafranen aan. Deze oorlogsslachtof-
fers worden in Nederland verpleegd.
Persoonlijk verhaal
Mevrouw Annette de Rooy (85 jaar) heeft genoten
van een zesdaags verblijf in De Valkenberg:
“Ik heb niet aan alle uitstapjes meegedaan; dat
is te vermoeiend voor mij omdat ik problemen
met mijn hart heb. Het eten en de kamers vond
ik geweldig, in het duurste hotel heb je het niet
beter! Ik heb vier ochtenden onder begeleiding
gezwommen in het heerlijke zwembad”.
74.
1867
1868
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
33. 29
79.
77. 1970 Verbindingsdienst
Rond 1970 krijgt elke provincie van het landelijk
bestuur een set verbindingsmiddelen, geschikt voor
een radiofrequentie die alleen door het Rode Kruis
gebruikt mag worden.
Ongeveer 180 vrijwilligers zijn actief in de verbindings-
dienst van het Nederlandse Rode Kruis. Zij zijn in
staat om in rampomstandigheden de communicatie
met alle ingezette vrijwilligers te verzorgen, ook als de
reguliere middelen voor telecommunicatie uitvallen.
Dit is een situatie waarmee Nederland vrijwel nooit
te maken heeft, maar door zeer regelmatige inzetten
blijft de kwaliteit van deze ploeg en de middelen ge-
waarborgd. Zo blijft het Rode Kruis goed voorbereid.
78. 1970 Eerste Hulp bij Pinkpop
In 1970 wordt de allereerste editie van Pinkpop
georganiseerd. Een eendaags festival zonder
camping, dat plaatsvindt in de Zuid-Limburgse stad
Geleen; logischerwijs zorgt de afdeling Geleen voor
de hulpverlening. Er zijn tien EHBO-vrijwilligers van het
Nederlandse Rode Kruis en een ambulance van de
afdeling Geleen actief. Daarnaast is er nog een arts
aanwezig. De meeste letsels zijn snijwonden door het
aanwezige glas op het terrein.
Tegenwoordig is Pinkpop een stuk groter: in plaats
van één dag worden de gasten drie dagen non-
stop vermaakt, is er een grote camping en zijn
er gemiddeld zo’n 4.000 zorgcontacten tijdens
deze drie dagen, die nu door meer dan 70 Rode
Kruisvrijwilligers op zich worden genomen. Zij werken
vanuit diverse kleine en grote Rode Kruisposten op
het terrein en zetten zich 24 uur per dag in (met name
op de camping).
79. 1971 Vluchten met Martinair
Als Prinses Margriet haar naam geeft aan een vlieg-
tuig van Martinair, belooft directeur Martin Schröder
dat hij eens per jaar een korte vliegvakantie zal organi-
seren voor chronisch zieke en gehandicapte mensen.
De eerste vlucht vindt in 1971 plaats en heeft als
Persoonlijk verhaal
Twaalf Nederlandse gezinnen met zieke of gehan-
dicapte kinderen vlogen in 2010 in vier dagen op en
neer naar Orlando voor een onvergetelijke vakan-
tie met hun favoriete Disneyfiguren. Luchtvaart-
maatschappij Martinair organiseerde voor het 39e
achtereenvolgende jaar een bijzondere vlucht voor
bijzondere vakantiegangers van het Nederlandse
Rode Kruis. Demi van Megen en haar familie uit het
Noord-Limburgse Maasbree waren ook van de partij.
Doel van de vierdaagse trip naar het Disney Resort
in Orlando is om zieke kinderen en hun ouders na
een zware periode een onvergetelijke ervaring te
bezorgen. Kinderen zoals Demi, die in 2009 eindelijk
klaar was met haar chemokuur tegen de leukemie,
die ze voor de tweede keer in haar korte leven had
gehad. En dat moest natuurlijk gevierd worden.
Moeder Marjo koestert met name de onderlinge
verbondenheid van de gezinnen tijdens de Orlando-
trip. “Je communiceert op een ander niveau. Je
begrijpt elkaar beter, omdat je in hetzelfde schuitje
zit. Dat schept een band.” Daarnaast doet het plezier
dat de kinderen hebben haar zichtbaar goed. “Kijk
eens naar Demi. Van haar tweede tot haar vijfde en
van haar zevende tot haar negende zat ze aan de
chemotherapie. Dat was onnoemelijk zwaar. Fijne
ervaringen hielden haar op de been. Dat konden
kleine dingen zijn, zoals een aardige verpleegster.
Maar een trip naar Disneyworld is natuurlijk uniek.”
1970
tot
1980
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012