5. DUS WAT IS HET VERSCHIL?
PUBLIEKE OMROEP
COMMERCIËLE OMROEP
Overheid: Mediawet
Winst maken
Omroepen met leden
Bestaat door reclames
Geen reclames
tussendoor
Dus veel amusement
Functiemix (informatie,
nieuws en cultuur)
Mediabedrijven als
SBS en RTL
8. DUS WAT IS HET VERSCHIL?
KWALITEITSKRANTEN
POPULAIRE KRANTEN
‘Serieuzere toon’
‘Sensatie toon’
Meer artikelen over
sport, criminaliteit
en shownieuws
Drukke lay-out
Meer ruimte voor foto’s
en grote koppen en
minder voor tekst
Meer artikelen over
economie, buitenland
en politiek.
Rustige lay-out
Meer ruimte voor tekst
en minder voor
afbeeldingen
9. TIJDSCHRIFTEN
Gaan vaak over één onderwerp, dat komt omdat ze zich richten op
één doelgroep. Zo hebben ze dus hun eigen identiteit.
Voorbeeld ‘Voetbal
Internatinal’
Identiteit: Voetbal
Doelgroep: Mannen die
houden van voetbal.
10. TIJDSCHRIFTEN
Gaan vaak over één onderwerp, dat komt omdat ze zich richten op
één doelgroep. Zo hebben ze dus hun eigen identiteit.
Voorbeeld ‘vt wonen’
Identiteit: Inrichten van
je huis
Doelgroep: Mensen die
graag creatief bezig
zijn met hun huis.
11. TIJDSCHRIFTEN
Gaan vaak over één onderwerp, dat komt omdat ze zich richten op
één doelgroep. Zo hebben ze dus hun eigen identiteit.
Voorbeeld ‘libelle’
Identiteit: Het leven
van vrouwen die al
‘gesettled’ zijn.
Doelgroep: Vrouwen
30+
12. TIJDSCHRIFTEN
Gaan vaak over één onderwerp, dat komt omdat ze zich richten op
één doelgroep. Zo hebben ze dus hun eigen identiteit.
Voorbeeld ‘Donald Duck’
Identiteit: Strips van
Disney
Doelgroep: Alle
leeftijden, jonge
kinderen
13. DUS
TIJDSCHRIFTEN
Hebben een eigen identiteit en spreken één doelgroep
aan. Met als doel om winst te maken, dit doen ze uit
reclames.
Waarom is het makkelijk reclames binnen te halen als
er een vaste doelgroep is?
14. MEDIA
Maar alle media hebben een identiteit en een doelgroep.
Voorbeeld ‘BNN’
Identiteit: Dwars,
eigenzinnig,
vernieuwen
Doelgroep: Jongeren
15. MEDIA
Maar alle media hebben een identiteit en een doelgroep.
Voorbeeld
‘Reformatorisch
Dagblad’
Identiteit: Christelijke
normen en waarden
Doelgroep: Christenen
16. MEDIA
Maar alle media hebben een identiteit en een doelgroep.
Voorbeeld ‘RTL 5’
Identiteit: Populair,
vernieuwend
Doelgroep: Jongeren
20. WAAR KOMT NIEUWS VANDAAN?
1. Persbureau’s
ANP
Reuters
AP
2. Zelf op zoek gaan
• Journalisten die onderzoek doen
• ‘Scoops’
3. Berichten van anderen
Persberichten
Sociale media
Andere media
21. WAT IS NIEUWS?
1. Is het actueel?
• Oud nieuws is niet meer interessant.
2. Is het bijzonder?
• Gebeurt het vaak? Is het ernstig?
3. Is het interessant?
• Kijken er veel mensen naar? Is het voor iedereen?
4. Gaat het over een belangrijk of bekend persoon?
• Bekende mensen scoren!
22. WANNEER IS NIEUWS BETROUWBAAR?
1. Waar komt de informatie precies vandaan?
• Feiten checken! Is het te controleren?
2. Gaat het om feiten of om de mening van iemand?
• Ik vind dat de minister fouten maakt is anders dan, De minister heeft fouten
gemaakt
3. Wa zeggen andere media over hetzelfde onderwerp?
• Vertellen ze niets? Of vertellen ze een ander verhaal?
23. EEN GOEDE JOURNALIST?
1. Controleren van feiten
2. Hoor en wederhoor
3. Feiten en meningen scheiden
4. Bronvermelding