In het politieke dagboek van Achiel Van Acker wordt uiteraard melding gemaakt van de wekelijkse audiënties van de premier en de koning. Tijdens audiënties met premier Van Acker in de jaren vijftig verdedigt Boudewijn steevast zijn stiefmoeder. In een vertrouwelijk gesprek vertelt de koning dat het leven van de prinses ‘onhoudbaar geworden’ is door alles wat over haar verteld wordt. ‘Men houdt haar verantwoordelijk voor alles. Alles wat ze doet is verdacht. Het is voor haar een hel geworden. Het is zo erg dat sommige personen in deze omstandigheden zelfmoord zouden plegen.’ Van Acker, premier van 1954 tot 1958, is stomverbaasd. De verhouding tussen Boudewijn en zijn stiefmoeder zal vanaf 1960 afkoelen, mede door de tussenkomst van Fabiola.