1. Hoe leer ik voor een wiskundetoets?
1.
Het leren voor een toets begint bij het maken van de eerste opdracht in je
boek. Aandachtig de opdrachten uit het boek maken en na elk opdracht even
afvragen wat je vanaf nu moet weten en kunnen scheelt enorm in je
leerwerk.
2.
Leer de theorie uit de paragrafen zelf en kijk daarbij goed naar de
voorbeelden. Dus niet alleen de samenvatting, dit is meestal korter
opgeschreven en met minder voorbeelden. Soms staan er echter andere
voorbeelden dan bij de theorie in de paragrafen zelf. Dit is dus meer om in
de pauze nog even over te kijken.
3.
Kijk in je schrift naar aantekeningen die je gemaakt hebt en naar opdrachten
van het huiswerk die je fout had. Omdat je met een andere kleur hebt
nagekeken kan je deze opgaven snel vinden.
4a. Maak de Test jezelf (zit direct na de samenvatting), kijk ze na afloop na met
de antwoorden achter in je boek.
4b. Maak de Oefenopdrachten van het hoofdstuk. Deze staan achterin je
werkboek.
5.
Wat je fout had bij het maken van puntje 4, daar moet je je vooral op
concentreren bij het verder leren.
Wat kan je verder nog doen om een hoger cijfer te halen (tijdens de toets):
Zorg dat je je potlood, geodriehoek, gum, twee kleurpotloden en, indien nodig,
je rekenmachine en je passer bij je hebt.
- Schrijf met potlood, blauwe of zwarte balpen (dus geen gelpen of stift).
- Teken altijd met potlood.
Lees de vragen van de toets rustig en nauwkeurig en geef (alleen) antwoord op
wat er gevraagd wordt!
- Vergeet je berekening en je eenheden (cm, m2, kg, km/u, €) niet!
- Controleer als je klaar bent of je elke vraag beantwoord hebt.