2. Wat is licht?
Lichtbronnen:
− Als atomen veel energie bevatten
− Zon, gloeilamp, vuur
Wat is licht?
− Golf (electromagnetische golf)
− Deeltje (foton)
3. Golven
Golflengte: λ
Frekwentie (Hertz): f
Snelheid: c
Amplitude
c=λ×f
λ= c/f
4. Electromagnetische golven
Geen medium nodig (geluid wél)
Snelheid c = λ × f λ= c/f
= 299.792.458 m/s (ongeveer 300.000 km/s )
5. Hoe zien wij?
Zonder licht kunnen we niet zien
Licht wordt weerkaatst op verschillende
voorwerpen
Ofwel: licht wordt geresorbeerd (zwart)
Kleuren
7. Kleuren- kleurspectrum
Warnemen: onze ogen hebben het vermogen van
om licht in verschillende golflengtes waar te
nemen
8. Golflengte van het licht
1 nm= 10-9m = 0.000000001m of een miliardste
m
In 1 nm passen +/- 5 atomen
9.
10. Afbuiging licht
Afbuiging bij het passeren door een medium
Hoe kleiner de golflengte hoe meer de afbuiging
(veel verstrooiing)
11. Verstrooiing
Korte golven (bauw) worden meest verstrooid)
Het licht met de langste golflengte kan gemakkelijk door
Overdag: blauwe hemel
Blauw licht word het meest verstrooid en lijkt van alle kanten te komen
12. zonsondergang
De luchtlaag is dikker (stofdeeltjes, vocht...)=>
meer verstrooiing)
Ook verstooiing van langere golven
Rood licht is dan meest zichtbaar