3. Vraag en aanbod van geld
aanbod bank vraag Leners
• spaarders
4. Rente of interest
Rentepercentage geldt altijd voor een heel jaar
Joep zet op 1 januari € 500 op zijn spaarrekening
Het rente percentage is 5 %
Hoeveel rente krijgt Joep na 1 jaar?
€ 500 : 100 = € 5 x 5 = € 25
5. • Joost heeft lang gespaard. Er staat al € 11.000 op
zijn spaarrekening.
• Het afgelopen jaar was de rente 4 %
• Hoeveel staat er aan het eind van het jaar op zijn
rekening inclusief rente?
• € 11.000 : 100 = € 110 x 4 = € 440 + € 11.000 = € 11.440
6. • Theo zet op 1 januari € 750 op zijn
spaarrekening. De rente is 3 %
• Op 1 augustus neemt hij het geld op inclusief
rente.
• Hoeveel geld heeft Theo nu?
€ 750 : 100 =€ 22,50 : 12 =€ 1,875 x 7 =€ 13,13 + € 750 =€ 763,13
7. spaarmanieren
• Gewone spaarrekening
• Voordeel: je kan er altijd over beschikken
• Nadeel: rente is laag
• Spaardeposito
• Voordeel: hogere rente
• Nadeel: staat voor een tijd vast
• Beleggen
• Voordeel: kan je veel winst mee maken
• Nadeel: je kan alles kwijtraken, groot risico
8. inflatie
• = algemene stijging van de prijzen
• Wat heeft dat met de rente te maken?
• Rente in een jaar is 3 %
• Inflatie in dat jaar is 2 %
• Wat is er gebeurd met de koopkracht?
9. • Als je € 1000 hebt gespaard heb je aan het
eind van het jaar € 1030
• De prijzen stegen van € 1000 naar € 1020
• Je koopkracht is gestegen met € 10
• Of: 3 % - 2 % = 1 %