Bijna 50% van de beleggingsbeslissingen zijn gestoeld op psychologie. Het emotionele brein drukt zijn stempel op beslissingen meer dan het reflectief deel van de hersenen. Het blootleggen van de psychologische valkuilen waarmee de belegger geconfronteerd wordt, is cruciaal voor het behalen van een degelijk beleggingsresultaat. Het niet onder controle kunnen houden van onze emoties, het hanteren van vuistregels en zelfmisleiding leiden keer op keer tot verkeerde beslissingen.
De andere 50% van de beslissingen wordt genomen op basis van fundament en waardering. Het volgen van enkele basisregels komt het resultaat zeker ten goede. Het kiezen van de verliezers van de voorbije vijf jaar ligt in lijn met het principe van de terugkeer naar het gemiddelde. Bij het inspelen op langetermijntrends belandt men al snel bij de vergrijzing. En vergeet voor die lange termijn ook niet het belang van dividenden. En eens je door concentratie en hard labeur rijk geworden bent, diversifieer je vermogen om rijk te blijven.
Beleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoetenKBC Economics
Vooral Westerse centrale bankiers openen massaal de geldkraan om een tweede Grote Depressie te voorkomen. Na het verlagen van de rente tot bijna nul rest hen enkel nog niet-conventionele monetaire instrumenten. De aanhoudend trage groei zorgt ervoor dat de voet nog enige tijd op het monetaire gaspedaal wordt gehouden.
De kunstmatig lage rentevoeten resulteren in een uitdagend investeringsklimaat. Investeren in (Belgische) overheidsobligaties leverde de voorbije 2 à 3 decennia een toprendement op. Maar heeft dit aan de huidige rentevoeten nog zin? Aandelen zijn zonder meer relatief goedkoop. Maar is de beurs niet wat voorgelopen op het economisch herstel? En is vastgoed het enige valabele alternatief? Of riskeren we ook daar vroeg of laat een zeepbel te creëren?
Op 11 december verzorgde Hans van Stiphout, Quattro Development voor SERR een workshop rond het versterken van veiligheidsgedrag. Samen met een twintigtal bedrijfsleiders, managers, directieleden uit diverse sectoren werd gedebatteerd over het belang van veiligheid op de werkvloer. Quattro Development ontwikkelde samen met Simply Life een methode rond bewustworden rond veiligheid doorheen de ganse organisatie van management tot operationele medewerker. Wat zijn uw hindernissen om niet verder aan de slag te gaan met veiligheid? meer info : www.quattro-development.be
Beleggen in een langdurige periode van kunstmatig lage rentevoetenKBC Economics
Vooral Westerse centrale bankiers openen massaal de geldkraan om een tweede Grote Depressie te voorkomen. Na het verlagen van de rente tot bijna nul rest hen enkel nog niet-conventionele monetaire instrumenten. De aanhoudend trage groei zorgt ervoor dat de voet nog enige tijd op het monetaire gaspedaal wordt gehouden.
De kunstmatig lage rentevoeten resulteren in een uitdagend investeringsklimaat. Investeren in (Belgische) overheidsobligaties leverde de voorbije 2 à 3 decennia een toprendement op. Maar heeft dit aan de huidige rentevoeten nog zin? Aandelen zijn zonder meer relatief goedkoop. Maar is de beurs niet wat voorgelopen op het economisch herstel? En is vastgoed het enige valabele alternatief? Of riskeren we ook daar vroeg of laat een zeepbel te creëren?
Op 11 december verzorgde Hans van Stiphout, Quattro Development voor SERR een workshop rond het versterken van veiligheidsgedrag. Samen met een twintigtal bedrijfsleiders, managers, directieleden uit diverse sectoren werd gedebatteerd over het belang van veiligheid op de werkvloer. Quattro Development ontwikkelde samen met Simply Life een methode rond bewustworden rond veiligheid doorheen de ganse organisatie van management tot operationele medewerker. Wat zijn uw hindernissen om niet verder aan de slag te gaan met veiligheid? meer info : www.quattro-development.be
110
Bank credit expansion
100
Lender of last
resort
China
90
80
Chinese government
70
60
45
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Source: BIS
IV.2 Lessons from history
1. Crises are inevitable in a debt-based monetary system with fractional reserve banking
2. Excessive credit growth and asset bubbles will eventually burst
3. A lender of last resort is needed to prevent liquidity crises from turning into solvency crises
4. Regulation is needed to limit the build-up of excessive risks in the financial
Amerikaanse soap schuldlimiet: een terugblik naar de hete zomer van 2011KBC Economics
We bestudeerden de evolutie van de financiële markten en de impact op de economie tijdens de zomer van 2011. Ook toen talmde het Amerikaanse Congres bij het optrekken van de schuldlimiet.
De belangrijkste vaststellingen zijn:
* In juli 2011 tot begin augustus heerste er grote onzekerheid over het optrekken van de schuldlimiet.
* Impact op de financiële markten
S&P500 daalde met 17%
Volatiliteit (VIX) verdubbelde
De sterke stijging van spreads op bedrijfsobligaties & hypotheekleningen werd meer dan gecompenseerd door daling langetermijnrente
* Impact op economie
Forse daling consumenten en ondernemersvertrouwen leidde tot vertraging economische groei in 3Q11
* BELANGRIJKE OPMERKING: de hieronder beschreven reacties mogen niet zomaar doorgetrokken worden naar vandaag. De vraag is in welke mate het schuldlimietprobleem de oorzaak was van deze bewegingen dan wel uit de hand lopende crisis in de eurozone. Vandaag is de financiële crisis in de EMU onder controle.
The document discusses the shale gas and oil revolution driven by new fracking technology. It summarizes that:
1) Fracking has led to a boom in US gas and oil production, making the US a net exporter and reducing global prices.
2) Lower oil prices are benefiting net importing countries but hurting OPEC producers who face a dilemma of either losing income from restricting production or risking instability from low prices.
3) The shale revolution has increased global oil capacity and reduced risks of supply disruptions, putting downward pressure on long term oil prices.
Bulgaria: political uncertainty weighs on growth but financial stability main...KBC Economics
- Large-scale protests in Bulgaria triggered the resignation of the center-right government and new elections in which no party gained a majority. A new center-left coalition government was formed but it quickly lost legitimacy due to controversial appointments.
- Political uncertainty has weighed on Bulgaria's economic growth, with GDP declining slightly in the second quarter. Negative momentum is expected to continue into the third quarter.
- However, Bulgaria has maintained strong fiscal fundamentals with a fiscal reserve of over 10% of GDP, low government bond yields, and a declining debt-to-GDP ratio. It also has a solid external position and current account surplus.
- The document summarizes economic and political developments in Slovakia. The key points are:
1) Slovakia has a social-democratic government with a strong mandate led by the Smer party.
2) The economy is growing slowly, led by foreign demand and the automotive industry. Unemployment remains high around 14%.
3) Inflation is declining and public finances are improving, with the deficit targeted to fall below 3% of GDP. Public debt remains moderate.
This document contains graphs and charts about economic indicators in Hungary such as GDP growth, inflation rates, wages, employment, external debt, stock market performance, banking sector developments, and government expenditures. The charts show that domestic demand and industrial production have been weak in recent years, inflation has been high but stable, and wages and employment have increased modestly.
Belgian economy: on the way to a sustainable but modest recoveryKBC Economics
The document summarizes the state of the Belgian economy, which is emerging from a mild recession with modest growth. While consumer confidence and private consumption are improving, unemployment is rising, especially in Flanders. Investments remain weak due to low capacity utilization in manufacturing. Exports are stagnant but foreign orders are turning around in mid-2013. Inflation is lower than in neighboring countries. Forecasts project sustainable but modest economic recovery in Belgium over 2013-2014.
Poland: macro economics review and preview 2014KBC Economics
Poland's GDP growth slowed in recent quarters due to weak consumption and declining investment. Consumption has been impacted by a deteriorating labor market and postponed spending on durable goods. Investments have dragged due to the aftermath of Euro 2012 infrastructure spending and public finance tensions. However, net exports have provided a countercyclical boost due to weak domestic demand and an import decline. Inflation pressure remains low due to the labor market situation and regulated price controls. The central bank forecasts GDP growth of 0.5-1.7% in 2013 and 1.2-3.5% in 2014, with inflation at 0.6-1.1% and 0.4-2% respectively. Interest rates are expected
Monetary policy: breaking down 10-year US$ Treasury YieldsKBC Economics
This document discusses monetary policy approaches taken by central banks after reaching the zero lower bound on interest rates. It focuses on quantitative easing (QE) policies implemented by the US Federal Reserve and European Central Bank, as well as the use of forward guidance to influence longer-term interest rates. The document analyzes the objectives, costs and challenges of QE and forward guidance, and examines market expectations for the tapering of Fed asset purchases and future interest rate increases in the US and Europe.
Czech Economy: looking back and forward to 2014KBC Economics
The document is an economic report on the Czech Republic from the third quarter of 2013. It analyzes key indicators of the Czech economy such as GDP, industrial output, construction, retail sales, unemployment, trade, inflation, interest rates, and currency exchange rates. The report finds that while the Czech economy recovered in 2013 after declining previously, growth remained modest and inflation was still elevated compared to the central bank's target. Unemployment levels differed across regions of the country.
Depuis les années 60, la croissance économique wallonne était constamment inférieure à celle
de la Flandre. Mais ce retard de croissance a pris fin au cours de la dernière décennie. Cette
évolution reflète une dynamique de croissance industrielle un peu plus soutenue en Wallonie,
et est également liée au ralentissement de la croissance de l’économie flamande. Le tout est
de savoir si la Wallonie a amorcé un mouvement de réajustement par rapport à la Flandre. Un
signe encourageant est le changement de cap de la politique industrielle wallonne, surtout via
le plan Marshall qui soutient le développement de nouveaux pôles de croissance industrielle.
Les statistiques des investissements et des exportations donnent également à penser que cette
réorientation porte progressivement ses fruits. Mais malgré cette embellie, la Wallonie est toujours
plus faible dans divers domaines par rapport à la Flandre. Ainsi, les exportations (surtout
à l’extérieur de l’UE) et l’esprit d’entreprise y sont moins développés, la productivité dans
les secteurs des services y est plus faible, l’enseignement est moins performant et le chômage
structurel reste obstinément élevé. Si la Wallonie parvient à corriger ces relatives faiblesses, le
rythme de croissance restera légèrement supérieur à celui de la Flandre, notamment grâce à
une démographie moins défavorable. Cela suppose toutefois que la Wallonie, outre la réorientation
de sa politique industrielle, s’attelle à mettre en oeuvre des réformes du marché du travail
qui seront d’ailleurs nécessaires dans toutes les régions pour élever le taux d’emploi.
Sinds de jaren 60 lag de economische groei in Wallonië stelselmatig lager dan in Vlaanderen.
Het voorbije decennium kwam aan deze groeiachterstand echter een einde. Dat reflecteert
deels een wat snellere Waalse industriële groeidynamiek, maar meer nog een achteruitgang
van het groeitempo van de Vlaamse economie. De vraag is nu of Wallonië daarmee aan een
inhaalbeweging tegenover Vlaanderen is begonnen. Bemoedigend is alvast de kentering in
het Waalse industriële beleid, vooral via het Marshallplan dat de ontwikkeling van nieuwe
industriële groeipolen ondersteunt. Ook investerings- en uitvoerstatistieken suggereren dat
deze beleidsheroriëntatie stilaan vruchten afwerpt. Toch presteert Wallonië op diverse vlakken
nog altijd zwakker dan Vlaanderen. De uitvoer (vooral buiten de EU) en het ondernemerschap
zijn er minder ontwikkeld, de productiviteit in de dienstensectoren is er lager, het onderwijs
scoort minder en de structurele werkloosheid blijft hoog. Als Wallonië deze relatieve zwaktes
kan bijsturen, kan het groeitempo er mede dankzij een minder ongunstige demografie in de
komende jaren hoger blijven dan in Vlaanderen. Dat veronderstelt dan wel dat Wallonië naast
de kentering van het industriële beleid ook maximaal de vruchten plukt van arbeidsmarkthervormingen,
die in alle gewesten nodig zijn om de werkzaamheidsgraad naar een hoger niveau
te tillen.
Economische vooruitzichten kbc juni 2013KBC Economics
De economische divergentie zet zich door in 2H13 en 2014. De groei in de VS is matig, geremd door besparingen. De Eurozone krabbelt zeer langzaam op. De herbalancering, duidelijk zichtbaar op de lopende rekening, zet zich wel door dankzij de periferie en ondanks Duitsland. Het najaar en begin volgend jaar wordt de strijd tegen de zombiebanken aangevangen.
China schakelt een versnelling lager om haar economie meer richting consumptie en minder afhankelijk te maken van investeringen. De piek van de industrialisatie ligt achter ons. Dat luidt mogelijk het einde in vande supercyclus van de grondstoffen met een geleidelijke daling van de prijzen tijdens de komende jaren.
Inzake monetaire politiek blijven de rentevoeten, zeker in de Westerse landen, aanhoudend laag. Alleen zo kan de enorme schuldenberg afgebouwd worden. De soms negatieve reële rente zorgt voor een geruisloze transfer van de spaarder naar de debiteur. Keynes had het voorspeld: het tijdperk van 'de euthanasie van de rentenier' is aangebroken.
110
Bank credit expansion
100
Lender of last
resort
China
90
80
Chinese government
70
60
45
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Source: BIS
IV.2 Lessons from history
1. Crises are inevitable in a debt-based monetary system with fractional reserve banking
2. Excessive credit growth and asset bubbles will eventually burst
3. A lender of last resort is needed to prevent liquidity crises from turning into solvency crises
4. Regulation is needed to limit the build-up of excessive risks in the financial
Amerikaanse soap schuldlimiet: een terugblik naar de hete zomer van 2011KBC Economics
We bestudeerden de evolutie van de financiële markten en de impact op de economie tijdens de zomer van 2011. Ook toen talmde het Amerikaanse Congres bij het optrekken van de schuldlimiet.
De belangrijkste vaststellingen zijn:
* In juli 2011 tot begin augustus heerste er grote onzekerheid over het optrekken van de schuldlimiet.
* Impact op de financiële markten
S&P500 daalde met 17%
Volatiliteit (VIX) verdubbelde
De sterke stijging van spreads op bedrijfsobligaties & hypotheekleningen werd meer dan gecompenseerd door daling langetermijnrente
* Impact op economie
Forse daling consumenten en ondernemersvertrouwen leidde tot vertraging economische groei in 3Q11
* BELANGRIJKE OPMERKING: de hieronder beschreven reacties mogen niet zomaar doorgetrokken worden naar vandaag. De vraag is in welke mate het schuldlimietprobleem de oorzaak was van deze bewegingen dan wel uit de hand lopende crisis in de eurozone. Vandaag is de financiële crisis in de EMU onder controle.
The document discusses the shale gas and oil revolution driven by new fracking technology. It summarizes that:
1) Fracking has led to a boom in US gas and oil production, making the US a net exporter and reducing global prices.
2) Lower oil prices are benefiting net importing countries but hurting OPEC producers who face a dilemma of either losing income from restricting production or risking instability from low prices.
3) The shale revolution has increased global oil capacity and reduced risks of supply disruptions, putting downward pressure on long term oil prices.
Bulgaria: political uncertainty weighs on growth but financial stability main...KBC Economics
- Large-scale protests in Bulgaria triggered the resignation of the center-right government and new elections in which no party gained a majority. A new center-left coalition government was formed but it quickly lost legitimacy due to controversial appointments.
- Political uncertainty has weighed on Bulgaria's economic growth, with GDP declining slightly in the second quarter. Negative momentum is expected to continue into the third quarter.
- However, Bulgaria has maintained strong fiscal fundamentals with a fiscal reserve of over 10% of GDP, low government bond yields, and a declining debt-to-GDP ratio. It also has a solid external position and current account surplus.
- The document summarizes economic and political developments in Slovakia. The key points are:
1) Slovakia has a social-democratic government with a strong mandate led by the Smer party.
2) The economy is growing slowly, led by foreign demand and the automotive industry. Unemployment remains high around 14%.
3) Inflation is declining and public finances are improving, with the deficit targeted to fall below 3% of GDP. Public debt remains moderate.
This document contains graphs and charts about economic indicators in Hungary such as GDP growth, inflation rates, wages, employment, external debt, stock market performance, banking sector developments, and government expenditures. The charts show that domestic demand and industrial production have been weak in recent years, inflation has been high but stable, and wages and employment have increased modestly.
Belgian economy: on the way to a sustainable but modest recoveryKBC Economics
The document summarizes the state of the Belgian economy, which is emerging from a mild recession with modest growth. While consumer confidence and private consumption are improving, unemployment is rising, especially in Flanders. Investments remain weak due to low capacity utilization in manufacturing. Exports are stagnant but foreign orders are turning around in mid-2013. Inflation is lower than in neighboring countries. Forecasts project sustainable but modest economic recovery in Belgium over 2013-2014.
Poland: macro economics review and preview 2014KBC Economics
Poland's GDP growth slowed in recent quarters due to weak consumption and declining investment. Consumption has been impacted by a deteriorating labor market and postponed spending on durable goods. Investments have dragged due to the aftermath of Euro 2012 infrastructure spending and public finance tensions. However, net exports have provided a countercyclical boost due to weak domestic demand and an import decline. Inflation pressure remains low due to the labor market situation and regulated price controls. The central bank forecasts GDP growth of 0.5-1.7% in 2013 and 1.2-3.5% in 2014, with inflation at 0.6-1.1% and 0.4-2% respectively. Interest rates are expected
Monetary policy: breaking down 10-year US$ Treasury YieldsKBC Economics
This document discusses monetary policy approaches taken by central banks after reaching the zero lower bound on interest rates. It focuses on quantitative easing (QE) policies implemented by the US Federal Reserve and European Central Bank, as well as the use of forward guidance to influence longer-term interest rates. The document analyzes the objectives, costs and challenges of QE and forward guidance, and examines market expectations for the tapering of Fed asset purchases and future interest rate increases in the US and Europe.
Czech Economy: looking back and forward to 2014KBC Economics
The document is an economic report on the Czech Republic from the third quarter of 2013. It analyzes key indicators of the Czech economy such as GDP, industrial output, construction, retail sales, unemployment, trade, inflation, interest rates, and currency exchange rates. The report finds that while the Czech economy recovered in 2013 after declining previously, growth remained modest and inflation was still elevated compared to the central bank's target. Unemployment levels differed across regions of the country.
Depuis les années 60, la croissance économique wallonne était constamment inférieure à celle
de la Flandre. Mais ce retard de croissance a pris fin au cours de la dernière décennie. Cette
évolution reflète une dynamique de croissance industrielle un peu plus soutenue en Wallonie,
et est également liée au ralentissement de la croissance de l’économie flamande. Le tout est
de savoir si la Wallonie a amorcé un mouvement de réajustement par rapport à la Flandre. Un
signe encourageant est le changement de cap de la politique industrielle wallonne, surtout via
le plan Marshall qui soutient le développement de nouveaux pôles de croissance industrielle.
Les statistiques des investissements et des exportations donnent également à penser que cette
réorientation porte progressivement ses fruits. Mais malgré cette embellie, la Wallonie est toujours
plus faible dans divers domaines par rapport à la Flandre. Ainsi, les exportations (surtout
à l’extérieur de l’UE) et l’esprit d’entreprise y sont moins développés, la productivité dans
les secteurs des services y est plus faible, l’enseignement est moins performant et le chômage
structurel reste obstinément élevé. Si la Wallonie parvient à corriger ces relatives faiblesses, le
rythme de croissance restera légèrement supérieur à celui de la Flandre, notamment grâce à
une démographie moins défavorable. Cela suppose toutefois que la Wallonie, outre la réorientation
de sa politique industrielle, s’attelle à mettre en oeuvre des réformes du marché du travail
qui seront d’ailleurs nécessaires dans toutes les régions pour élever le taux d’emploi.
Sinds de jaren 60 lag de economische groei in Wallonië stelselmatig lager dan in Vlaanderen.
Het voorbije decennium kwam aan deze groeiachterstand echter een einde. Dat reflecteert
deels een wat snellere Waalse industriële groeidynamiek, maar meer nog een achteruitgang
van het groeitempo van de Vlaamse economie. De vraag is nu of Wallonië daarmee aan een
inhaalbeweging tegenover Vlaanderen is begonnen. Bemoedigend is alvast de kentering in
het Waalse industriële beleid, vooral via het Marshallplan dat de ontwikkeling van nieuwe
industriële groeipolen ondersteunt. Ook investerings- en uitvoerstatistieken suggereren dat
deze beleidsheroriëntatie stilaan vruchten afwerpt. Toch presteert Wallonië op diverse vlakken
nog altijd zwakker dan Vlaanderen. De uitvoer (vooral buiten de EU) en het ondernemerschap
zijn er minder ontwikkeld, de productiviteit in de dienstensectoren is er lager, het onderwijs
scoort minder en de structurele werkloosheid blijft hoog. Als Wallonië deze relatieve zwaktes
kan bijsturen, kan het groeitempo er mede dankzij een minder ongunstige demografie in de
komende jaren hoger blijven dan in Vlaanderen. Dat veronderstelt dan wel dat Wallonië naast
de kentering van het industriële beleid ook maximaal de vruchten plukt van arbeidsmarkthervormingen,
die in alle gewesten nodig zijn om de werkzaamheidsgraad naar een hoger niveau
te tillen.
Economische vooruitzichten kbc juni 2013KBC Economics
De economische divergentie zet zich door in 2H13 en 2014. De groei in de VS is matig, geremd door besparingen. De Eurozone krabbelt zeer langzaam op. De herbalancering, duidelijk zichtbaar op de lopende rekening, zet zich wel door dankzij de periferie en ondanks Duitsland. Het najaar en begin volgend jaar wordt de strijd tegen de zombiebanken aangevangen.
China schakelt een versnelling lager om haar economie meer richting consumptie en minder afhankelijk te maken van investeringen. De piek van de industrialisatie ligt achter ons. Dat luidt mogelijk het einde in vande supercyclus van de grondstoffen met een geleidelijke daling van de prijzen tijdens de komende jaren.
Inzake monetaire politiek blijven de rentevoeten, zeker in de Westerse landen, aanhoudend laag. Alleen zo kan de enorme schuldenberg afgebouwd worden. De soms negatieve reële rente zorgt voor een geruisloze transfer van de spaarder naar de debiteur. Keynes had het voorspeld: het tijdperk van 'de euthanasie van de rentenier' is aangebroken.
8. 27 mei 2013 8
EMOTIES – VUISTREGELS -
ZELFMISLEIDING
Vragen
Vraag 5: Een baseball en een baseball-knuppel kosten
samen 110 euro. De knuppel kost 100 euro meer dan
de bal. Hoeveel kost de bal?
Vraag 2: Een hoek van een vijver wordt bedekt met
waterlelies. Elke dag verdubbelen de lelies in omvang.
Als het 48 dagen in beslag neemt om heel de vijver te
bedekken, hoe lang duurt het dan vooraleer de helft
van de vijver bedekt is?
9. 27 mei 2013 9
EMOTIES – VUISTREGELS -
ZELFMISLEIDING
Cognitieve reflectie
Vraag 5: knuppel
Knuppel kost 105 euro, baseball kost 5 euro, NIET 100 en 10
Vraag 2: waterlelies:
48 dagen voor heel de vijver, 47 dagen voor helft vijver
X-systeem reageert eerst, later eventueel
gecorrigeerd door C-systeem
Reactie soms te oppervlakkig / emotioneel
10. 27 mei 2013 10
EMOTIES – VUISTREGELS -
ZELFMISLEIDING
Vraag
Vraag 4: Stel u wordt gevraagd voor een partijtje kop of
munt. Als u verliest, moet u 100 € betalen. Hoe groot is
het bedrag dat u minimaal moet winnen alvorens deze
weddenschap aantrekkelijk wordt voor u?
12. 27 mei 2013 12
EMOTIES – VUISTREGELS -
ZELFMISLEIDING
Vraag
Vraag 3: Linda is 31, alleenstaande, ronduit en zeer
intelligent. Ze behaalde een universiteitsdiploma in
filosofie en was tijdens haar studentenleven zeer
begaan met zaken zoals gelijkheid en discriminatie. Is
het meer waarschijnlijk dat Linda:
in een bank werkt?
in een bank werkt en actief is in een vrouwenorganisatie?
13. 27 mei 2013 13
EMOTIES – VUISTREGELS -
ZELFMISLEIDING
Representativiteit
Vraag 3: Linda
Waarschijnlijkheid optie 1 > optie 2
Mensen beoordelen de zaken zoals ze eruit zien in
plaats van hoe waarschijnlijk ze zijn.
14. 27 mei 2013 14
EMOTIES – VUISTREGELS -
ZELFMISLEIDING
50
28.8
16.9
10.2
6.3
4 2.7 1.8 1.3 0.9
50
24.9
12.2
6
3 1.6 0.9 0.5 0.3 0.2
0
10
20
30
40
50
60
Jaar 1 Jaar 2 3 4 5 6 7 8 9 Jaar 10
Verkopen
Inkomen vóór uitzonderlijke
resultaten
% BEDRIJVEN WAARVAN GROEI > MEDIAAN VOOR ELK JAAR GEDURENDE X # JAREN
(Bedrijven: alle genoteerd op NY, Amerikaanse markt en Nasdaq, periode: 1951-1995)
%bedrijvenmetgroei>mediaan
# opeenvolgende jaren dat groei bedrijf >
Bron: Louis K. C. Chan, Jason Karceski and Josef Lakonishok. Februari 2002 “The Level and Persistence of Growth Rates”
Representativiteit in de financiële markten
Goede bedrijven = goede investering
Hoe hoger historische, hoe hoger geschatte winstgroei
15. 27 mei 2013 15
EMOTIES – VUISTREGELS -
ZELFMISLEIDING
Vraag
Vraag 1: Had u de financiële crisis zien aankomen?
Ja
Nee
16. 27 mei 2013 16
EMOTIES – VUISTREGELS -
ZELFMISLEIDING
Hindsight bias
Vraag 1: Financiële crisis
Overschatting kennis ná de feiten.
http://www.youtube.com/watch?v=ujg0Penfups
17. 27 mei 2013 17
EMOTIES – VUISTREGELS -
ZELFMISLEIDING
Hindsight bias
HET INDAMMEN VAN ZELFOVERSCHATTING
Positieve uitkomst Negatieve uitkomst
Juiste reden Vaardigheid Slecht geluk
Foute reden Goed geluk Fout
Bron: Dresdner Kleinwort Watterstein Research
Overschatting kennis ná de feiten. Daardoor is fout er
nooit geweest en is bijleren uit fouten niet mogelijk.
18. 27 mei 2013 18
Gouden beursleuzen
Psychologie van de belegger
Emoties
Vuistregels
Zelfmisleiding
19. 27 mei 2013 19
Gouden beursleuzen
Beursleuzen
Kies voor de verliezers
Vergrijzing
Diversifieer
Dividenden
20. 27 mei 2013 20
‘Kijk naar aandelen en
landen waar vooruitzichten
miserabel zijn, want daar
vinden we de beste prijzen
terug.’ (J.Templeton)
VERLIEZERS
21. 27 mei 2013 21
‘Kijk naar aandelen en landen waar de
vooruitzichten miserabel zijn, want daar vinden
we de beste prijzen terug.’ (J.Templeton)
VERLIEZERS
PORTEFEUILLE WINNAARS VERSUS VERLIEZERS & PRESTATIE, 1926-1982
Winnaars voorbije 5j (Rp-Rm)* Verliezers voorbije 5j (Rp-Rm)*
PERIODE ALLE MAANDEN JAN FEB-SEPT OKT-DEC ALLE MAANDEN JAN FEB-SEPT OKT-DEC
t+1,t+5 -0,2 -0,8 -0,3 0 0,6 5 0,4 -0,4
t+1,t+3 -0,3 -1,3 -0,3 0,1 0,7 6,1 0,5 -0,5
Bron: Does The Stock Market Overreact? W. De Bondt, R. Thaler, Journal of Finance, Vol.40, N°3, 1984; Rp: behaalde return portefeuille, Rm: behaalde return
markt
22. 27 mei 2013 22
Kies voor aandelen met laag verwachte groei
VERLIEZERS
HONDEN EN STERREN IN EUROPA
(gemiddelde return 1988-2007: 14.3% per jaar)
VERWACHTE GROEI KOMENDE 5 JAAR
LAAG HOOG
HISTORISCHE
GROEI
VOORBIJE 5
JAAR
LAAG Honden, return: 19.5%
Oude honden, nieuwe
truckjes, return: 14.9%
HOOG
Gevallen sterren,return:
12.2%
Sterren, return: 12.4%
Bron: SG Global Strategy Research, KBC Securities Bolero
23. 27 mei 2013 23
Kies voor aandelen met laag verwachte groei
VERLIEZERS
50
28.8
16.9
10.2
6.3
4 2.7 1.8 1.3 0.9
50
24.9
12.2
6
3 1.6 0.9 0.5 0.3 0.2
0
10
20
30
40
50
60
Jaar 1 Jaar 2 3 4 5 6 7 8 9 Jaar 10
Verkopen
Inkomen vóór uitzonderlijke
resultaten
% BEDRIJVEN WAARVAN GROEI > MEDIAAN VOOR ELK JAAR GEDURENDE X # JAREN
(Bedrijven: alle genoteerd op NY, Amerikaanse markt en Nasdaq, periode: 1951-1995)
%bedrijvenmetgroei>mediaan
# opeenvolgende jaren dat groei bedrijf >
Bron: Louis K. C. Chan, Jason Karceski and Josef Lakonishok. Februari 2002 “The Level and Persistence of Growth Rates”
24. 27 mei 2013 24
Gouden beursleuzen
Beursleuzen
Kies voor de verliezers
Trends
Diversifieer
Dividenden
25. 27 mei 2013 25
Gouden beursleuzen
Beursleuzen
Kies voor de verliezers
Trends
Diversifieer
Dividenden
26. 27 mei 2013 26
‘Wat onderscheidt grote
investeerders? Zij dachten
diep na over de trends die
zich voor hun ogen
afspeelden, maar die het
grote publiek niet opmerkte.’
(John Moody)
http://www.youtube.com/watch?v=0ukNFMeZvcc
TRENDS