Fouten en stilstanden tot een minimum teruggebracht
1. Fouten en stilstand tot een
minimum teruggebracht
Z
ij staan namelijk allemaal
klaar in één centraal sys-
teem. Daarmee is een ein-
de gekomen aan een ratjetoe van
coderingen en markeringen op
de transportdozen van Aviko.
Dat geldt ook voor het printer-
park.
Om eenheid te creëren in haar
uitstraling naar buiten toe en
fouten en stilstand in de produc-
tie tegen te gaan, heeft Aviko
naast overkoepelende etiketteer-
software al haar verpakkingslij-
nen uitgerust met folie,
wax en etiketteermachi-
nes van Markem-Imaje.
In totaal gaat het om ze-
ven vestigingen in Ne-
derland, België en
Duitsland. Als ontwerp-
en databeheersoftware
schafte Aviko het Co-
LOS pakket aan van de-
zelfde fabrikant. Via die
software kunnen nu alle
coderingen vanaf één
centraal punt worden
‘doorgeschoten’ naar de
individuele printers.
De enige fabriek in Bel-
gië, in het Westvlaamse Proven,
was het laatst aan de beurt in de
2016. Het gaat hier ook om een
bijzondere productiesite. In alle
fabrieken van Aviko worden de
producten namelijk zonder uit-
zondering in kunststof zakken
verpakt, die vervolgens weer in
golfkartonnen transportdozen
worden gestopt. In Proven wor-
den dan ook als enige vestiging
specialiteiten als gratins, garna-
len en kaaskroketten geprodu-
ceerd die in vouwdoosjes wor-
den verpakt. Om die te coderen
staan hier de enige klein karak-
ter inkjetprinters van het con-
cern. Uiteindelijk werden in
Proven 14 nieuwe markeer- en
codeermachines in gebruik ge-
nomen. Naast de kleinkarakter-
printers zijn dat folie- en
waxprinters en etikette-
napplicatoren die ook in
de andere vestigingen
staan.
Mengelmoes
Manager Supply Chain
Support Robbert Op-
steegh vertelt dat Aviko
voorheen te maken had
met diverse manieren
van coderen. “Zo bracht
de ene productielocatie
twee etiketten aan, de
andere één etiket op de
korte zijde met een ink-
jetprint op de lange zijde en
wéér een andere vestiging alleen
maar een inkjetprint op weer
een andere zijde. Klanten ont-
vingen daarmee een bonte men-
geling aan dozen. Voor de afde-
ling Packaging Development be-
tekende dit dat voor het hetzelf-
de artikel meerdere dozen ont-
wikkeld en beheerd dienden te
worden.”
Daarom werd in 2013 de beslis-
sing genomen om alle markeer-
en codeerprocedures te stan-
daardiseren. In 2014 werden alle
printers en de lokale servers in
de fabrieken geïmplementeerd
waar vanuit het Nederlandse
Steenderen alle coderingen naar
toe worden geschoten. In België
werden de coderingen ter plekke
vervolgens nog tot 2016 aan de
lijn door de operator verstuurd,
maar daar gaan ze nu ook recht-
streeks via de server naar de
printers aan de lijn.
De bekende producent van friet, aardappel-
variëteiten en specialiteiten Aviko, heeft de afge-
lopen jaren al haar markerings- en coderingspro-
cedures gestandaardiseerd. De operator hoeft al-
leen nog maar een opdrachtbon te scannen, waar-
na de te printen etiketten en coderingen automa-
tisch naar de diverse printers worden gestuurd.
Aviko stroomlijnt alle coderingsprocessen
V E R P A K K I N G & L A B E L M A G A Z I N E 0 116
In Proven worden als enige
vestiging specialiteiten gepro-
duceerd die in vouwdoosjes
worden verpakt.
Volgens internationale voorschriften moet er tenminste op twee
zijden van de transportdoos een codering zijn aangebracht.
VPL01-016_Reportage 01/03/17 13:26 Pagina 16
2. te 60XD folieprinter (63 stuks)
voor de kunststof zakken die als
primaire verpakking dienst-
doen, werd gekozen om de eti-
ketten te printen en tot slot wer-
den ook nog vier klein karakter
inkjetprinters type 9232 aange-
schaft voor de vestiging in Pro-
ven voor het bedrukken van
vouwdoosjes.
Scala aan
consumables
In het verleden was het ook zo
dat de verschillende markerin-
gen en coderingen voor de ver-
schillende machines op verschil-
lende manieren moesten worden
doorgegeven. “Bij de een moest
dat via een USB-stick, bij de an-
der via de mail, en bij weer een
ander via een modemverbin-
ding. Alle coderingen worden
nu met de CoLOS software naar
de CoLOS servers in de verschil-
lende vestigingen gestuurd.
Naast de printers zijn ook de
consumables in alle vestigingen
dezelfde. Voorheen moest een
groot scala aan verbruiksmateri-
alen worden ingekocht, varië-
rend van diverse soorten en ma-
ten etiketten en waxblokjes tot
inktvaten van 30 liter.”
Back-up
Via CoLOS is ook nog een vei-
ligheid ingebouwd als de server-
verbinding tussen de hoofdvesti-
ging in Steenderen en die van de
andere fabrieken uitvalt. Aviko
beschikt nu over een back-up
mogelijkheid die iedere 15 mi-
nuten wordt ververst en waar-
mee de operator ook de coderin-
gen kan printen als de server is
uitgevallen. CoLOS zorgt name-
lijk niet alleen voor het ontwerp
en de controle van de etiketten
maar ook voor de doorvoer naar
de verschillende lokale servers en
printers. Op iedere locatie is een
key-user benoemd die eventueel
ter plekke nog kan ingrijpen in
het geval van noodgevallen.
GS1-standaard
Iedere doos heeft nu een etiket
op een vaste korte zijde. Op de
lange zijde van de doos bevindt
zich een waxprint. Alle product-
coderingen voldoen nu ook aan
het voorschrift van de Guidance
notes for labelling van de British
Frozen Food Federation (BFFF)
dat voorschrijft dat er tenminste
op twee zijden van de doos een
codering moet zijn aangebracht.
Binnen Aviko is de keuze ge-
maakt om in de diepvries pro-
ductcodering de volgende stan-
daard toe te gaan passen op om-
dozen: één directe waxprint op
de lange zijde en één doosetiket
op de korte zijde. In de directe
waxprint zijn weergegeven: arti-
kelnummer, omschrijving, ver-
pakkingseenheid, variabele data.
En op het doosetiket: artikel-
nummer, omschrijving, verpak-
kingseenheid, barcode, overige
informatie.
Dat doosetiket is verplicht, om-
dat de zwarte print van de wax-
code op een bruine doos niet al-
tijd even goed leesbaar is. Iets
wat volgens de wereldwijde GS1
standaard voor de kwaliteit en
de leesbaarheid van de coderin-
gen verplicht is.
Opsteegh: “Wat er exact op de
doos moet, verschilt per land en
per klant. Maar er komen in ie-
der geval de productiedatum, de
tht-datum en een lotcode op.
Maar per land zit er wel verschil
tussen wat die opdruk moet zijn.
Bovendien is een lotcode ver-
plicht voor de tracking en tra-
cing van het product. Daarnaast
is ook de EAN-codering ge-
meengoed.” Een Europees Arti-
kel Nummer, is de cijferreeks die
onder de streepjescode op een
product te vinden is. Deze code
heeft er voor gezorgd dat de
voorraad -en kassasysteem van
een bedrijf een stuk makkelijker
te beheren zijn. Daarom staan
deze nummers op vrijwel alle
producten die in de schappen
van de winkels te vinden zijn.
EAN codes zijn uniek en wor-
den maar éen keer uitgegeven,
zodat elk product een unieke
barcode nummer heeft. ■
Tekst: Erik Kruisselbrink,
Foto’s: Aviko en Erik Kruisselbrink
Aviko stroomlijnt alle coderingsprocessen
Het grote doel was om het code-
ren van foliezakken en dozen in
alle vestigingen te standaardise-
ren. Die standaardisering had
betrekking op zowel de codering
zelf, de controle op de juistheid
van de coderingen als de hard-
ware zodat alle machines en soft-
ware met elkaar kunnen praten.
Maar het geldt ook voor de con-
sumables als inkjetinkt, wax-
blokjes, printerlinten en etiket-
ten, de lay-out en positionering
van de etiketten en coderingen.
Dat laatste is van belang zodat
de grafische ontwerpers van een
nieuw soort verpakking precies
weten waarmee ze rekening
moeten houden in hun ontwerp.
Naast een eenduidig beeld naar
haar klanten toe, wilde Aviko
ook intern een standaardisering
doorvoeren om zo een zo effi-
ciënt mogelijk productie- en
verpakkingsproces te genereren.
Projectteam
Om een zo gefundeerd mogelij-
ke keuze voor hard- en software
te kunnen maken, stelde Aviko
een projectteam samen waarin
alle betrokken disciplines van het
bedrijf vertegenwoordigd waren:
Operations, Technische Dienst,
Supply Chain Management, In-
dustriële Automatisering, In-
koop en ICT. Zij stelden samen
een programma van eisen op.
Aanvankelijk mochten drie leve-
ranciers pitchen waarvan Mar-
kem-Imaje uiteindelijk werd
verkozen. “Zij hebben als enige
het voordeel dat zij zowel de
hardware, de software als de sup-
plies leveren. Daardoor heb je
nooit problemen in de afstem-
ming. Vaak zie je als je de hard-
ware en de software van verschil-
lende partijen hebt, ze elkaar de
zwarte piet toespelen als er zich
een probleem voordoet. Dat kan
nu niet meer want alles komt
van één partij. Als pilot voor de
invoering werd de fabriek in
Lomm gekozen, in Nederlands
Limburg. In Lomm worden de
retailproducten voor de hele Be-
nelux geproduceerd. “Het is een
kleinere fabriek met een over-
zichtelijk proces met maar drie
verpakkingslijnen. Bovendien
was de apparatuur daar het
meest aan vervanging toe.” Van
de nieuwe operatie in Lomm
werd een promotiefilmpje ge-
maakt, zodat er alvast draagvlak
werd gecreëerd voor invoering in
de andere vestigingen.
Verouderd
De investering in nieuwe hard-
ware was ook geen luxe, erkent
Opsteegh. “Veel van de printers
waren verouderd en hadden
geen back-up oplossing. Een
storing leverde vaak direct een
stilstand op en bij een aantal
printers moesten gegevens zoals
de houdbaarheidsdatum zelf
met de hand worden ingevoerd.
Printers konden niet centraal
worden aangestuurd, maar
moesten door de operators aan
de printer zelf worden ingesteld.
Al met al waren de directe kos-
ten ten gevolge van fouten in de
coderingen zeer hoog. Ook de
indirecte kosten voor het ont-
werp en het beheer van de code-
ringen waren hoog. Verschillen-
de merken printers betekent im-
mers ook verschillende pakket-
ten ontwerpsoftware. Alleen al
binnen de afdeling Supply
Chain Support waren vier ver-
schillende pakketten in gebruik.
Eén wijziging in de codering
moest in verschillende pakket-
ten worden doorgevoerd.”
Standaard
Voor het ontwerp en beheer van
de etiketten wordt de CoLOS
software van Markem-Imaje ge-
bruikt. Daarbij is ook gekozen
voor de standaard met een wax-
codering aan de zijkant van de
doos en een etiket op de achter-
kant. Die kunnen er dan nog op
verschillende manieren op de
doos worden geappliceerd, af-
hankelijk van de voorkeur van
een bepaalde vestiging ter plaat-
se. De lay-out en plaats op de
doos is standaard en is centraal
opgeslagen op de centrale server
in de hoofdvestiging in het Ne-
derlandse Steenderen. In totaal
zijn maar liefst 3.000 nieuwe co-
deringen met bijbehorende pdf’s
gemaakt. Op dit moment is al-
leen nog aan de lotcode te zien
waar een product verpakt is.
De desbetreffende informatie
die op het etiket komt, komt via
een interface met SAP in Co-
LOS terecht. De coderingen
gaan via lokale servers in de ver-
schillende fabrieken rechtstreeks
naar de verpakkingslijnen, waar
de operator ze alleen maar hoeft
te scannen. Vandaar uit gaan de
coderingen automatisch naar zo-
wel de folieprinter, waxcodeer-
der, etikettenapplicator als in het
geval van Proven naar de klein-
karakter inkjetprinter. Er staan
verder geen orderregels op het
document dat de operator krijgt.
Coderingen kunnen gecontro-
leerd worden aan de hand van de
PDF die op het intranet be-
schikbaar is.
Markem-Imaje
Voor het aanbrengen van het
etiket koos Aviko voor het Mar-
kem-Imaje 2200 print- en ap-
ply-systeem. Van dat apparaat
zijn er maar liefst 44 in gebruik
genomen. Evenzoveel als van de
waxprinter waarbij werd geko-
zen voor de 5800. De SmartDa-
V E R P A K K I N G & L A B E L M A G A Z I N E 0 118
Aviko stroomlijnt alle coderingsprocessen
V E R P A K K I N G & L A B E L M A G A Z I N E 0 119
Een omdoos is voorzien van een etiket en passeert vervolgens het ink-
jetstation.
Manager Supply Chain Support Robbert Opsteegh.
Een Aviko-specialiteit die in
Proven wordt geproduceerd.
Gallus, de Zwitserse dochter van Heidelberg, is wereld-
wijd toonaangevend in productie-oplossingen voor
labels. De Gallus Labelmaster tilt conventioneel label-
printen naar een nieuw niveau met een ongekend hoge
kosteneffectiviteit. Voor de groeimarkt van het digitaal
drukken is er de Gallus Labelfire, die de allernieuwste
digitale printtechnologie combineert met de voordelen
van conventioneel printen.
Slimme label-
producenten
kiezen voor Gallus
heidelberg.com/bnl
VPL01-016_Reportage 01/03/17 13:26 Pagina 18