Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens tweede adventszondag (cyclus A 2022) op Ten Bos– Sint Amanduskerk Erembodegem. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos
Roeping. Instapviering voor de Eerste Communicanten (Ten Bos 2024)
DoorLichten ♦ Tweede adventszondag (Ten Bos 2022)
1.
2. In zwarte nachten vol wanhoop
daar zoeken wij naar de bron,
zoekend naar 't levende water,
dorstend naar waar Jij begon.
Geen taal die hem vertaalt,
geen lied dat bij hem haalt,
geen god aan hem gewaagd.
Zijn handen spelen in
op ieder nieuw begin,
geen ander die ons draagt.
Die in de stilte sprak,
het noodlot onderbrak
en baande nieuwe wegen,
hij is nog niet verstomd,
hij zoekt naar ons,
hij komt in mens na mens ons tegen.
Als alles is volbracht
zal hij voor ons een stad
van brood en spelen zijn.
De stok die ons regeert
de bek die ons kleineert,
de dood zal niet meer zijn.
Doorschenen van zijn licht,
doorschijnend in ons gezicht,
voltooid in ons verleden.
Wensdromen worden waar,
wij spreken met elkaar
een taal van hoop en vrede.
3. In zwarte nachten vol wanhoop
daar zoeken wij naar de bron,
zoekend naar 't levende water,
dorstend naar waar Jij begon.
Geen taal die hem vertaalt,
geen lied dat bij hem haalt,
geen god aan hem gewaagd.
Zijn handen spelen in
op ieder nieuw begin,
geen ander die ons draagt.
Die in de stilte sprak,
het noodlot onderbrak
en baande nieuwe wegen,
hij is nog niet verstomd,
hij zoekt naar ons,
hij komt in mens na mens ons tegen.
Als alles is volbracht
zal hij voor ons een stad
van brood en spelen zijn.
De stok die ons regeert
de bek die ons kleineert,
de dood zal niet meer zijn.
Doorschenen van zijn licht,
doorschijnend in ons gezicht,
voltooid in ons verleden.
Wensdromen worden waar,
wij spreken met elkaar
een taal van hoop en vrede.
4. In zwarte nachten vol wanhoop
daar zoeken wij naar de bron,
zoekend naar 't levende water,
dorstend naar waar Jij begon.
Geen taal die hem vertaalt,
geen lied dat bij hem haalt,
geen god aan hem gewaagd.
Zijn handen spelen in
op ieder nieuw begin,
geen ander die ons draagt.
Die in de stilte sprak,
het noodlot onderbrak
en baande nieuwe wegen,
hij is nog niet verstomd,
hij zoekt naar ons,
hij komt in mens na mens ons tegen.
Als alles is volbracht
zal hij voor ons een stad
van brood en spelen zijn.
De stok die ons regeert
de bek die ons kleineert,
de dood zal niet meer zijn.
Doorschenen van zijn licht,
doorschijnend in ons gezicht,
voltooid in ons verleden.
Wensdromen worden waar,
wij spreken met elkaar
een taal van hoop en vrede.
5. In zwarte nachten vol wanhoop
daar zoeken wij naar de bron,
zoekend naar 't levende water,
dorstend naar waar Jij begon.
Geen taal die hem vertaalt,
geen lied dat bij hem haalt,
geen god aan hem gewaagd.
Zijn handen spelen in
op ieder nieuw begin,
geen ander die ons draagt.
Die in de stilte sprak,
het noodlot onderbrak
en baande nieuwe wegen,
hij is nog niet verstomd,
hij zoekt naar ons,
hij komt in mens na mens ons tegen.
Als alles is volbracht
zal hij voor ons een stad
van brood en spelen zijn.
De stok die ons regeert
de bek die ons kleineert,
de dood zal niet meer zijn.
Doorschenen van zijn licht,
doorschijnend in ons gezicht,
voltooid in ons verleden.
Wensdromen worden waar,
wij spreken met elkaar
een taal van hoop en vrede.
6.
7. Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is.
En mij toevertrouw.
En het licht niet haat.
8.
9. 1
Waarom heb je God vergeten,
doen je handen zoveel kwaad,
wil je niets meer van Hem weten
maar het is nog niet te laat.
Refrein:
Want een sprietje groen gaat groeien
uit een droge, dorre stronk.
Overal zal vrede bloeien;
als het recht op aarde komt!
2
Oorlog zal er niet meer wezen,
kind'ren spelen met een slang,
nergens is er kwaad te vrezen,
voor een leeuw is niemand bang.
Refrein
3
Voor de mensen die verdwalen
in een land vol donkerheid
zal een helder licht gaan stralen
want God zelf heeft ons bevrijd.
Refrein
4
De geweren zijn gebroken
en een kind brengt vrede aan.
Overal wordt recht gesproken,
Gods sjalom zal verder gaan.
Refrein
10. 1
Waarom heb je God vergeten,
doen je handen zoveel kwaad,
wil je niets meer van Hem weten
maar het is nog niet te laat.
Refrein:
Want een sprietje groen gaat groeien
uit een droge, dorre stronk.
Overal zal vrede bloeien;
als het recht op aarde komt!
2
Oorlog zal er niet meer wezen,
kind'ren spelen met een slang,
nergens is er kwaad te vrezen,
voor een leeuw is niemand bang.
Refrein
3
Voor de mensen die verdwalen
in een land vol donkerheid
zal een helder licht gaan stralen
want God zelf heeft ons bevrijd.
Refrein
4
De geweren zijn gebroken
en een kind brengt vrede aan.
Overal wordt recht gesproken,
Gods sjalom zal verder gaan.
Refrein
11. 1
Waarom heb je God vergeten,
doen je handen zoveel kwaad,
wil je niets meer van Hem weten
maar het is nog niet te laat.
Refrein:
Want een sprietje groen gaat groeien
uit een droge, dorre stronk.
Overal zal vrede bloeien;
als het recht op aarde komt!
2
Oorlog zal er niet meer wezen,
kind'ren spelen met een slang,
nergens is er kwaad te vrezen,
voor een leeuw is niemand bang.
Refrein
3
Voor de mensen die verdwalen
in een land vol donkerheid
zal een helder licht gaan stralen
want God zelf heeft ons bevrijd.
Refrein
4
De geweren zijn gebroken
en een kind brengt vrede aan.
Overal wordt recht gesproken,
Gods sjalom zal verder gaan.
Refrein
12. 1
Waarom heb je God vergeten,
doen je handen zoveel kwaad,
wil je niets meer van Hem weten
maar het is nog niet te laat.
Refrein:
Want een sprietje groen gaat groeien
uit een droge, dorre stronk.
Overal zal vrede bloeien;
als het recht op aarde komt!
2
Oorlog zal er niet meer wezen,
kind'ren spelen met een slang,
nergens is er kwaad te vrezen,
voor een leeuw is niemand bang.
Refrein
3
Voor de mensen die verdwalen
in een land vol donkerheid
zal een helder licht gaan stralen
want God zelf heeft ons bevrijd.
Refrein
4
De geweren zijn gebroken
en een kind brengt vrede aan.
Overal wordt recht gesproken,
Gods sjalom zal verder gaan.
Refrein
13. 1
Waarom heb je God vergeten,
doen je handen zoveel kwaad,
wil je niets meer van Hem weten
maar het is nog niet te laat.
Refrein:
Want een sprietje groen gaat groeien
uit een droge, dorre stronk.
Overal zal vrede bloeien;
als het recht op aarde komt!
2
Oorlog zal er niet meer wezen,
kind'ren spelen met een slang,
nergens is er kwaad te vrezen,
voor een leeuw is niemand bang.
Refrein
3
Voor de mensen die verdwalen
in een land vol donkerheid
zal een helder licht gaan stralen
want God zelf heeft ons bevrijd.
Refrein
4
De geweren zijn gebroken
en een kind brengt vrede aan.
Overal wordt recht gesproken,
Gods sjalom zal verder gaan.
Refrein
14. 1
Waarom heb je God vergeten,
doen je handen zoveel kwaad,
wil je niets meer van Hem weten
maar het is nog niet te laat.
Refrein:
Want een sprietje groen gaat groeien
uit een droge, dorre stronk.
Overal zal vrede bloeien;
als het recht op aarde komt!
2
Oorlog zal er niet meer wezen,
kind'ren spelen met een slang,
nergens is er kwaad te vrezen,
voor een leeuw is niemand bang.
Refrein
3
Voor de mensen die verdwalen
in een land vol donkerheid
zal een helder licht gaan stralen
want God zelf heeft ons bevrijd.
Refrein
4
De geweren zijn gebroken
en een kind brengt vrede aan.
Overal wordt recht gesproken,
Gods sjalom zal verder gaan.
Refrein
15.
16. [Voorganger]
Ons vertrouwen op God,
Schepper van hemel en aarde,
vindt haar grond in de doorbraak
van het licht in de duisternis;
in zijn scheiden van chaos en land
in zijn vertrouwen, vanaf het prilste begin,
op de mens, man en vrouw,
geschapen naar zijn beeld.
17. [Allen]
Ons verstaan van de stem van God
is onder ons doorgebroken
door een Mens van Licht, Jezus van Nazareth.
Hij is onder ons gekomen
niet begrepen en niet aangenomen.
Hij schijnt in de duisternis
bij ons verwachten van een nieuwe dageraad
over hemel en aarde.
18. [Voorganger.]
Onze ademtocht
wordt ons gegeven door de Geest
die ons doet verlangen
tegen alle wanhoop in
die ons hart weer doet kloppen
als wij verflauwen.
19. [Allen]
In de gemeenschap van gelovigen
waar ter wereld ook
wordt ons gebed verdiept
en ons lied versterkt
en leren wij te gaan,
met de mens die naast ons staat
verder dan eigen onmacht en tekort.
Zo te vertrouwen doet ons leven
ja, zelfs over de grenzen
van ons eigen leven heen. Amen.
20.
21. We bidden dat we licht voor elkaar mogen zijn
en Jij God, olie in de lamp
(Peter Biesbrouck))
We bidden dat we licht voor elkaar mogen zijn
en Jij God, olie in de lamp
22.
23. De dromers gaan de mensheid voor.
Het morgenlicht breekt bij hen door
en wat zij zien zal toekomst zijn:
de smaak van brood, de geur van wijn.
24. De dichters leven van het woord
wat eens de schepping heeft gehoord,
dat nu al is wat straks zal zijn:
de smaak van brood, de geur van wijn.
25. Zo raakt uw Geest ons mensen aan
en wekt ons op, op weg te gaan,
naar wat uw toekomst eens zal zijn:
de smaak van honing, brood en wijn.
(Bronswijk
Alfred
C.
/
Biesbrouck
P.)
26.
27. [Voorganger]
Jezus Christus ging zijn weg.
Soms als een Stem die roept in de woestijn,
soms bekleed met licht en warme Woorden.
[Allen]
Oneffen paden maakte Hij recht,
zodat de lammen weer konden lopen.
Heuvels van onmacht werden geslecht,
zodat blinden weer verder konden zien.
Kronkelpaden maakte Hij recht
zodat de mensen de weg naar Jou, God,
weer vonden.
28. [Voorganger]
Op zijn Woord gedenken we,
rond Brood en Beker,
zijn leven en sterven,
maar ook dat Jij Hem hebt opgewekt
en eeuwig leven hebt geschonken.
29. [Allen]
Moge het delen van dit brood en deze beker
ons sterken in de hoop
dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood en liefde is, genoeg voor allen.
[Voorganger]
Daarom bidden we om zijn Geest:
dat Hij ons vaardig mag vinden om de weg van Jezus
te bereiden. Dat Hij ons tot bekering brengt
en in ons de goedheid mag leggen die was in Hem,
Jezus, Jouw Zoon.
30. [Allen]
Moge we mensen van gemeenschap worden
met een warm hart voor allen die ons omringen
en die met ons meegaan in geloof, hoop en liefde.
Ook onze lieve doden, die bij ons blijven
vanuit uw heerlijkheid:
we gedenken hen in de stilte van dit uur.
Moge we mensen van gemeenschap worden
die onze stem laten horen
en Jezus’ Boodschap van barmhartigheid
blijven verkondigen. Amen.
31.
32. Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw rijk kome,
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid, amen.
36. Zeg nooit: "onze wereld is gebroken
en de mens tot weinig goeds in staat."
Zeg nooit: "Niemand kan op vrede hopen,
alles gaat nu eenmaal als het gaat."
37.
38. Zeg nooit dat het godvergeten lijden
toch het noodlot is van ons bestaan.
Zeg nooit:
"Stil maar, wacht op beet're tijden."
Zeg nooit:
"Niemand kan de dood weerstaan.".