Contrasten in de Kamermarkt Een Quickscan naar studentenhuisvesting in twintig steden
Contrasten in de Kamermarkt
Contrasten in de Kamermarkt Doelstelling rapport: ‘ Foto’ van de huidige situatie Schets van de ontwikkelingen Prognose voor de komende jaren Lichte evaluatie van de maatregelen Actieplan Inspiratieboek voor lokale partijen
Contrasten in de Kamermarkt Bronnen en methoden: Deskresearch, interviews en internetenquête O.a. Referentieraming, IB-groep, CBS, HBO-raad, VSNU, Studentenmonitor, WoON2006, lokale onderzoeken, lokale gegevens over aanbod, plannen, wachttijden enzovoort.
Contrasten in de Kamermarkt Inhoud presentatie: Karakter van de markt De landelijke situatie in 2009 De woonwensen van studenten De lokale situatie 2009 De ontwikkeling 2002-2009 Doorkijk naar 2014
Karakter van de markt Grote verschillen tussen lokale markten Slecht zicht op particuliere en reguliere markt Markt is dynamisch en niet gesloten Piekproblematiek
Karakter van de markt Dynamische en niet gesloten markt Studenten Markt voor SHV Niet-studenten  in SHV studenten  buiten SHV
Karakter van de markt Piekproblematiek Instroom aug/sept: +25% Uitstroom maandelijks: +2%
De landelijke situatie in 2009 556.000 studenten  In het studiejaar 2009/’10 kent Nederland  556.000  (voltijd)  studenten…
De landelijke situatie in 2009 WO-studenten  329.000 HBO-studenten  Waarvan naar schatting  329.000  HBO-studenten… En  227.000  WO-studenten. 227.000
De landelijke situatie in 2009 WO-studenten  HBO-studenten  Van deze studenten zijn er circa  324.000  uitwonend. Het gaat om  157.000  HBO- en  167.000  WO-studenten 157.000 48% 167.000 74%
De landelijke situatie in 2009 Hoe wonen deze  324.000  uitwonende studenten naar  schatting? 14%  11%  23%  Onzelfstandige kamers bij SSH’s  Onzelfstandige kamers bij particulieren Reguliere woningen Zelfstandige eenheden bij SSH’s  48%  Geen van deze segmenten is  exclusief  bestemd voor  studenten. Ongeveer  driekwart  van de markt is dus  niet in handen   van de ‘sociale studentenhuisvesters’. Lokaal kan deze verhouding flink  verschillen . Ongeveer een  derde  van de uitwonende studenten woont in  zelfstandige  woonruimte.
De woonwensen van studenten Bij voldoende betaalbaar aanbod, willen studenten het  liefste in  zelfstandige woonruimte  wonen. 81%  van alle studenten geeft aan dit type woonruimte te  prefereren, met name in  reguliere woningen . 81%
De woonwensen van studenten Ook in de  huidige situatie , wenst  68%  van de studenten  die direct willen verhuizen zelfstandige woonruimte. 68%
De woonwensen van studenten Er is een sterke relatie tussen de wens naar  zelfstandige  woonruimte en het  studiejaar . Maar ook onder  eerstejaars  wil nog de helft  zelfstandige   woonruimte.
De lokale situatie in 2009 Een  indicatie  van tekorten in de markt zijn de  wachttijden   bij de sociale studentenhuisvesters. Hierbij moet worden opgemerkt dat de wachttijden  betrekking hebben op  slechts een kwart  van de markt. De wachttijden zijn gemeten aan het eind van het  studiejaar, om zo de  structurele situatie  in beeld te  brengen. En dus  niet  de situatie tijdens de  ‘piekperiode’  in  september.
De lokale situatie in 2009 Op basis van de  wachttijden  en  interviews  met  sleutelpersonen levert dit het volgende beeld op: Ernstige kwantitatieve tekorten (+++) Amsterdam, Leiden en Delft Kwantitatieve tekorten (++) Utrecht, Den Haag, Wageningen, Eindhoven,  Tilburg en Nijmegen Kwalitatieve tekorten (+)  Arnhem, Breda, ‘s-Hertogenbosch, Leeuwarden,  Groningen, Maastricht en Rotterdam Geen tekorten (0)  Haarlem, Zwolle, Enschede en Almere
De ontwikkelingen 2002-2009 2002 2009
De ontwikkelingen 2002-2009 WO-studenten  HBO-studenten  In  2002/’03  was de verhouding ongeveer gelijk, maar  nu studeren er  120.000  studenten  meer  in Nederland 157.000 48% 167.000 74% 172.000 60.000 2002/’03 2009/’10 WO-studenten  HBO-studenten  118.000 46% 139.000 74% 131.000 48.000 Waarvan naar schatting  75.000  extra  uitwonende   studenten.  We zagen reeds de verhouding  uitwonend/thuiswonend in 2009.
De ontwikkelingen 2002-2009 Deze  75.000  extra  uitwonende  studenten zijn dus ergens  opgevangen.
De ontwikkelingen 2002-2009 De SSH’s aangesloten bij Kences hebben  19.000  extra  eenheden gerealiseerd 19.000 Kences De overige  56.000  uitwonende studenten zijn opgevangen  door de particuliere sector, reguliere woningmarkt en  overige SSH’s 56.000 Particulier en regulier 25% 75%
Doorkijk naar 2014 Ontwikkeling van het  aantal studenten  volgens de Referentieraming 2009:
Doorkijk naar 2014 WO-studenten  HBO-studenten  157.000 48% 167.000 74% 172.000 60.000 2009/’10 Volgens de Referentieraming neemt het aantal studenten  de komende jaren met  60.000  minder hard toe. WO-studenten  HBO-studenten  170.000 48% 192.000 74% 186.000 68.000 2014/’15 Naar verwachting zullen er tot 2014 zo’n  37.000  extra  uitwonende  studenten bijkomen.
Doorkijk naar 2014 Komende jaren  37.000  extra uitwonende studenten Groei van studenten lijkt daarmee  af te vlakken De verzamelde plannen in 13 van de 20 steden komen uit op  21.000  eenheden. Theoretisch gezien zouden deze plannen in veel steden verreweg het grootste deel van de extra vraag op kunnen vangen.
Tot slot Over de periode 2002-2009 is de situatie ondanks de enorme groei van de studentenaantallen  niet verslechterd Maar in 2002 waren er  tekorten  en die zijn er  nog steeds   Er zijn hierbij wel grote  lokale verschillen   Voor 2009-2014 wordt een  verdere groei  van de studentenaantallen verwacht Met de lokale  plannen  wordt theoretisch in 55% van de nieuwe behoefte voorzien  Studenten wensen met name  zelfstandige  woonruimte
Tot slot Andere oplossingen dan nieuwbouw: Bevorderen doorstroom Campuscontracten Transformatie kantoren Wonen boven winkels Tijdelijke huisvesting Tijdelijke verhuur slooppanden Labeling Aandacht particuliere sector

Contrasten in de kamermarkt 16 juni 2010

  • 1.
    Contrasten in deKamermarkt Een Quickscan naar studentenhuisvesting in twintig steden
  • 2.
    Contrasten in deKamermarkt
  • 3.
    Contrasten in deKamermarkt Doelstelling rapport: ‘ Foto’ van de huidige situatie Schets van de ontwikkelingen Prognose voor de komende jaren Lichte evaluatie van de maatregelen Actieplan Inspiratieboek voor lokale partijen
  • 4.
    Contrasten in deKamermarkt Bronnen en methoden: Deskresearch, interviews en internetenquête O.a. Referentieraming, IB-groep, CBS, HBO-raad, VSNU, Studentenmonitor, WoON2006, lokale onderzoeken, lokale gegevens over aanbod, plannen, wachttijden enzovoort.
  • 5.
    Contrasten in deKamermarkt Inhoud presentatie: Karakter van de markt De landelijke situatie in 2009 De woonwensen van studenten De lokale situatie 2009 De ontwikkeling 2002-2009 Doorkijk naar 2014
  • 6.
    Karakter van demarkt Grote verschillen tussen lokale markten Slecht zicht op particuliere en reguliere markt Markt is dynamisch en niet gesloten Piekproblematiek
  • 7.
    Karakter van demarkt Dynamische en niet gesloten markt Studenten Markt voor SHV Niet-studenten in SHV studenten buiten SHV
  • 8.
    Karakter van demarkt Piekproblematiek Instroom aug/sept: +25% Uitstroom maandelijks: +2%
  • 9.
    De landelijke situatiein 2009 556.000 studenten In het studiejaar 2009/’10 kent Nederland 556.000 (voltijd) studenten…
  • 10.
    De landelijke situatiein 2009 WO-studenten 329.000 HBO-studenten Waarvan naar schatting 329.000 HBO-studenten… En 227.000 WO-studenten. 227.000
  • 11.
    De landelijke situatiein 2009 WO-studenten HBO-studenten Van deze studenten zijn er circa 324.000 uitwonend. Het gaat om 157.000 HBO- en 167.000 WO-studenten 157.000 48% 167.000 74%
  • 12.
    De landelijke situatiein 2009 Hoe wonen deze 324.000 uitwonende studenten naar schatting? 14% 11% 23% Onzelfstandige kamers bij SSH’s Onzelfstandige kamers bij particulieren Reguliere woningen Zelfstandige eenheden bij SSH’s 48% Geen van deze segmenten is exclusief bestemd voor studenten. Ongeveer driekwart van de markt is dus niet in handen van de ‘sociale studentenhuisvesters’. Lokaal kan deze verhouding flink verschillen . Ongeveer een derde van de uitwonende studenten woont in zelfstandige woonruimte.
  • 13.
    De woonwensen vanstudenten Bij voldoende betaalbaar aanbod, willen studenten het liefste in zelfstandige woonruimte wonen. 81% van alle studenten geeft aan dit type woonruimte te prefereren, met name in reguliere woningen . 81%
  • 14.
    De woonwensen vanstudenten Ook in de huidige situatie , wenst 68% van de studenten die direct willen verhuizen zelfstandige woonruimte. 68%
  • 15.
    De woonwensen vanstudenten Er is een sterke relatie tussen de wens naar zelfstandige woonruimte en het studiejaar . Maar ook onder eerstejaars wil nog de helft zelfstandige woonruimte.
  • 16.
    De lokale situatiein 2009 Een indicatie van tekorten in de markt zijn de wachttijden bij de sociale studentenhuisvesters. Hierbij moet worden opgemerkt dat de wachttijden betrekking hebben op slechts een kwart van de markt. De wachttijden zijn gemeten aan het eind van het studiejaar, om zo de structurele situatie in beeld te brengen. En dus niet de situatie tijdens de ‘piekperiode’ in september.
  • 17.
    De lokale situatiein 2009 Op basis van de wachttijden en interviews met sleutelpersonen levert dit het volgende beeld op: Ernstige kwantitatieve tekorten (+++) Amsterdam, Leiden en Delft Kwantitatieve tekorten (++) Utrecht, Den Haag, Wageningen, Eindhoven, Tilburg en Nijmegen Kwalitatieve tekorten (+) Arnhem, Breda, ‘s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Groningen, Maastricht en Rotterdam Geen tekorten (0) Haarlem, Zwolle, Enschede en Almere
  • 18.
  • 19.
    De ontwikkelingen 2002-2009WO-studenten HBO-studenten In 2002/’03 was de verhouding ongeveer gelijk, maar nu studeren er 120.000 studenten meer in Nederland 157.000 48% 167.000 74% 172.000 60.000 2002/’03 2009/’10 WO-studenten HBO-studenten 118.000 46% 139.000 74% 131.000 48.000 Waarvan naar schatting 75.000 extra uitwonende studenten. We zagen reeds de verhouding uitwonend/thuiswonend in 2009.
  • 20.
    De ontwikkelingen 2002-2009Deze 75.000 extra uitwonende studenten zijn dus ergens opgevangen.
  • 21.
    De ontwikkelingen 2002-2009De SSH’s aangesloten bij Kences hebben 19.000 extra eenheden gerealiseerd 19.000 Kences De overige 56.000 uitwonende studenten zijn opgevangen door de particuliere sector, reguliere woningmarkt en overige SSH’s 56.000 Particulier en regulier 25% 75%
  • 22.
    Doorkijk naar 2014Ontwikkeling van het aantal studenten volgens de Referentieraming 2009:
  • 23.
    Doorkijk naar 2014WO-studenten HBO-studenten 157.000 48% 167.000 74% 172.000 60.000 2009/’10 Volgens de Referentieraming neemt het aantal studenten de komende jaren met 60.000 minder hard toe. WO-studenten HBO-studenten 170.000 48% 192.000 74% 186.000 68.000 2014/’15 Naar verwachting zullen er tot 2014 zo’n 37.000 extra uitwonende studenten bijkomen.
  • 24.
    Doorkijk naar 2014Komende jaren 37.000 extra uitwonende studenten Groei van studenten lijkt daarmee af te vlakken De verzamelde plannen in 13 van de 20 steden komen uit op 21.000 eenheden. Theoretisch gezien zouden deze plannen in veel steden verreweg het grootste deel van de extra vraag op kunnen vangen.
  • 25.
    Tot slot Overde periode 2002-2009 is de situatie ondanks de enorme groei van de studentenaantallen niet verslechterd Maar in 2002 waren er tekorten en die zijn er nog steeds Er zijn hierbij wel grote lokale verschillen Voor 2009-2014 wordt een verdere groei van de studentenaantallen verwacht Met de lokale plannen wordt theoretisch in 55% van de nieuwe behoefte voorzien Studenten wensen met name zelfstandige woonruimte
  • 26.
    Tot slot Andereoplossingen dan nieuwbouw: Bevorderen doorstroom Campuscontracten Transformatie kantoren Wonen boven winkels Tijdelijke huisvesting Tijdelijke verhuur slooppanden Labeling Aandacht particuliere sector

Editor's Notes

  • #2 Mijn naam is Joost Wegstapel van Laagland’advies en ik zal de resultaten van het onderzoek presenteren. het onderzoek diende meerdere doelen: - inzicht in vraag/aanbod met aandacht voor lokale situatie in 20 steden - inzicht in de kwalitatieve woonwensen van studenten - wat zijn de ontwikkelingen sinds 2002 (Actieplan) - wat zijn de verwachte ontwikkelingen tot 2014
  • #4 Bij gebrek aan eenduidige statistische bronnen is gekozen voor een aanpak waarbij meerdere bronnen en methoden zijn gecombineerd: - Referentieraming OCW, IB-groep, CBS, HBO-raad, VSNU, studentenmonitor, WoON2006, lokale gegevens over aanbod, plannen en wachttijden en lokale onderzoeken - deskresearch, interviews met sleutelfiguren, internetenquête onder 3.500 studenten.
  • #5 Bij gebrek aan eenduidige statistische bronnen is gekozen voor een aanpak waarbij meerdere bronnen en methoden zijn gecombineerd: - Referentieraming OCW, IB-groep, CBS, HBO-raad, VSNU, studentenmonitor, WoON2006, lokale gegevens over aanbod, plannen en wachttijden en lokale onderzoeken - deskresearch, interviews met sleutelfiguren, internetenquête onder 3.500 studenten.
  • #6 Bij gebrek aan eenduidige statistische bronnen is gekozen voor een aanpak waarbij meerdere bronnen en methoden zijn gecombineerd: - Referentieraming OCW, IB-groep, CBS, HBO-raad, VSNU, studentenmonitor, WoON2006, lokale gegevens over aanbod, plannen en wachttijden en lokale onderzoeken - deskresearch, interviews met sleutelfiguren, internetenquête onder 3.500 studenten.
  • #7 Lokale verschillen worden veroorzaakt door o.a. Situatie reguliere woningmarkt Aantrekkelijkheid voor internationale studenten HBO of universiteit Unieke studierichtingen Particuliere markt Nauwelijks info over particuliere markt, terwijl belangrijk segment Commerciële verhuurders, hospita’s en ouders van studenten
  • #8 Dynamisch en niet gesloten markt Er wonen veel studenten in reguliere huisvesting Er wonen ook niet-studenten in zogenaamde studentenhuisvesting We spreken dan ook over de voorraad bewoond door studenten
  • #9 Piekproblematiek Instroom van nieuwe studenten vindt in september plaats Uitstroom is redelijk gelijk verdeeld over het jaar.
  • #10 Landelijke situatie 2009 Bron referentieraming voor totalen IB-groep voor verhouding uit- en thuiswonend
  • #13 Landelijke situatie 2009 - Bron internetenquête Laagland’advies onder 3.500 studenten in 20 steden
  • #14 Landelijke situatie 2009 Bron internetenquête Laagland’advies onder 3.500 studenten in 20 steden Resultaten enquête worden ondersteunt door WoON2006
  • #15 % dat voorkeur geeft aan zelfstandig is groter dan deel dat nu al zo woont (een derde) Studenten zijn wel pragmatisch bij hun woonwensen: 10% vd verhuisgeneigden met zelfstandig als ideaal zoekt onzelfstandig. Van onzelfstandige woonruimte is kamerverhuurpand populairder dan studentencomplex in de ideale situatie (13% om 4%). Waarschijnlijk heeft dit te maken met locatie tov centrum en sfeer in huis. Voor complex zijn motieven beschikbaarheid en betaalbaarheid belangrijk.
  • #16 Landelijke situatie 2009 - Bron internetenquête Laagland’advies onder 3.500 studenten in 20 steden
  • #17 Lokale situatie 2009 - Bron wachttijden SSH’s en interviews
  • #18 Lokale situatie 2009 4 groepen te onderscheiden Alleen wachttijd: o = max 2 maanden + = tot 5 maanden ++ = 5-10 maanden +++ = meer dan 10 maanden
  • #19 Ontwikkeling 2002-2009 - Amsterdam blijft in de kopgroep, maar Utrecht en Eindhoven zijn iets verbeterd sinds 2002 door aanbod verhogende maatregelen. Daarentegen is de situatie in Delft en Leiden verslechterd. In Delft zijn bijvoorbeeld de grenzen aan ruimtelijke groei bereikt en moeten studenten uitwijken naar omliggende gemeenten. Opvallend is ook de verschuiving van Wageningen van o naar ++ door sloop SSH flat en beperkte omvang van particuliere sector. In 2002 was er in Haarlem nog een flink tekort maar sinds verplaatsing van bepaalde opleidingen niet meer.
  • #20 Bron: referentieraming en IB-groep
  • #21 ‘ Sponseffect’ particuliere sector
  • #22 ‘ Sponseffect’ particuliere sector SSH’s hebben belangrijke bijdrage geleverd door gerealiseerde plannen SSH’s is hun marktaandeel gegroeid (SSH’s kwart markt en KENCES alleen kwart opvang) SSH’s hebben hierbij ingespeeld op wens naar zelfstandig. Ook omdat alleen dit type financieel haalbaar is.
  • #23 Doorkijk naar 2014: - Studentenaantallen nemen ook komende jaren toe met 60.000 - bron: Referentieraming OCW
  • #24 Doorkijk naar 2014 - Bron: referentieraming, bij gelijke verhouding uit/thuis ib-groep, bewerking LLA
  • #26 Aandacht nodig voor lokale situatie: zie ook brief VROM Lokale kennisuitwisseling Rol particuliere markt: Slecht zicht op particuliere markt Weinig aandacht voor particuliere markt in brief VROM Andere oplossingen dan nieuwouw: Bevorderen doorstroming Stimuleren mogelijkheden wonen boven winkels en transformatie kantoren Tijdelijke huisvesting
  • #27 Aandacht nodig voor lokale situatie: zie ook brief VROM Lokale kennisuitwisseling Rol particuliere markt: Slecht zicht op particuliere markt Weinig aandacht voor particuliere markt in brief VROM Andere oplossingen dan nieuwouw: Bevorderen doorstroming Stimuleren mogelijkheden wonen boven winkels en transformatie kantoren Tijdelijke huisvesting