1. We moeten in de opsporing
veel meer gebruik maken
van de nieuwe ontwikke-
lingen.” Martin van Bochove, hoofd van
het CentrumVersterking Opsporing
(CVO) is er eerlijk over.“We kunnen
effectiever zijn in de opsporing. Daarom
gaan we nu proberen met behulp van
sociale media burgers nog meer te laten
meedenken bij het oplossen van een
moordzaak. Daarbij is het zoeken naar
grenzen, in de interactieve omgang met
burgers en met privacy.”
Daarom startte het CVO in september
2011 met het project Cocreatie, een
intensieve vorm van burgerparticipatie
binnen de opsporing. Burgers, bedrijven
en de politie delen samen een probleem
en werken samen aan een oplossing.
Een van de deelprojecten daarvan is het
actieonderzoek TGO.nl. Dat gaat bin-
nenkort van start in samenwerking met
vier regio-eenheden en het programma
Politie.nl. Doel is om via het nieuwe
Politie.nl en social media de burger in
een vroeg stadium te laten meedenken
over de oplossing van een actueel TGO.
Burgers kunnen tips geven over de zaak,
maar ook meedenken over hypothesen
en scenario’s.
Meerwaarde
Het lectoraat Criminaliteitsbeheersing
& Recherchekunde van de
Politieacademie heeft de opdracht van
het CVO gekregen om een bijdrage te
leveren aan het opzetten en monitoren
■ Sociale media
Cluedo op internet
Burgerparticipatie in de opsporing ontwikkelt zich steeds verder. Via een nieuwe
site met een actueel moordonderzoek worden burgers actief betrokken bij de
oplossing. ‘Maar ze nemen ons alleen serieus als we veel en gedetailleerde
informatie geven.’
Tekst: Marielle den Breejen
Foto’s: Politie Groningen
“
24 Blauw – Opsporing 3 maart 2012 – nummer 5
2. >>
van de site. Daarnaast is gevraagd te onderzoeken wat nu
echt de meerwaarde is van het vroegtijdig betrekken van
burgers, als informant maar ook als mede vormgever van het
onderzoek. Nicolien Kop, lector Criminaliteitsbeheersing en
recherchekunde aan de politieacademie.“Het moet een
meerwaarde voor het opsporingsonderzoek hebben.Als
blijkt dat de opvolging niet goed gerealiseerd kan worden
en een terugkoppeling niet goed lukt en als blijkt dat het
geen extra informatie oplevert, dan heeft het weinig meer-
waarde.” Zo heeft eerder politieonderzoeken.nl vooral werk
gekost en weinig opgeleverd.Waarom zou TGO.nl dan wel
een succes zijn? Volgens Martin van Bochove gaat het bij
politieonderzoeken.nl meer om eenrichtingsverkeer, en om
zaken van enige tijd geleden, of om cold cases.“Je krijgt
daardoor niet veel informatie meer en de interesse bij het
publiek is ook minder.”Volgens Kop is de tijd er nu ook
meer rijp voor dan voorheen.“In eerste instantie stond de
politie wat afwachtend over het gebruik van sociale media,
maar ook zij gaat steeds meer beseffen dat ze wel moet. Dat
omslagpunt is bereikt en dat vergroot de kans op succes. Je
bereikt zoveel mensen meer en ik denk dat de grootste
kracht van TGO.nl de interactieve component daarvan is.”
Van Bochove voegt daaraan toe:“Bij TGO.nl is het de uitda-
ging om een recente zaak te nemen, waar mensen door
geraakt zijn. Misschien gaat het helpen binnen een opspo-
ringsonderzoek. Zo niet, dan stoppen we. Maar we zien het
als een kans. Daarom heet het een actieonderzoek en heb-
ben we de Politieacademie erbij betrokken. Zodat je kunt
bijsturen en leerpunten inbrengen. Maar ik hoop dat met
een aantal slim gestelde vragen op internet snel antwoorden
komen in het onderzoek die anders duizend uren recher-
cheren kosten.”
Als de resultaten ernaar zijn, zal TGO.nl zijn weg vinden
binnen de Nederlandse politie.Van Bochove is overtuigd.
“Het gaat uiteindelijk om twee dingen: resultaat boeken
door boeven te vangen en daarmee het vertrouwen van de
burger vergroten.”
Zuiderdiep
TGO.nl maakt dankbaar gebruik van de ervaringen die zijn
opgedaan met het onderzoek Zuiderdiep, dat de politie
Groningen draaide in het najaar van 2011. Burgers konden
via een website meedenken en tips en scenario’s aanleveren
ten behoeve van het onderzoek. Dat deden ze op grote
schaal, ook al heeft dat vooralsnog niet tot een oplossing van
de zaak geleid. Frans Greve, chef recherche in de stad
Groningen, kwam op het idee naar aanleiding van een
moordzaak in korps IJsselland, nu bijna twee jaar geleden.
Toen dat onderzoek na een jaar nog steeds muurvast zat,
plaatste het TGO een website met zaakinformatie op inter-
net en vroeg het publiek om hulp. Een internetversie van
Opsporing verzocht, waarbij meer informatie wordt vrijge-
geven.“Ik vond de website ook een goed idee voor
Groningen. Maar dan vanaf dag één na de moord. Dan is de
spanning nog hoog en heeft
iedereen het er nog over.”
Dus ging hij op zoek naar
een zaak die tot de verbeel-
ding sprak en het publiek
raakte. In september 2011
deed zo’n zaak zich voor.
Nico Leeuwe, boodschap-
penjongen van prostituees en
een bekend gezicht in de stad, werd levenloos aangetroffen
in zijn appartementencomplex. De politie vermoedde een
misdrijf.“Het betrof een ogenschijnlijk brave burger met
een apart beroep.We startten onderzoek Zuiderdiep.Vanaf
de eerste dag heb ik aangegeven dat ik een website wilde
bouwen voor het publiek met daarop maximale startinfor-
matie. Natuurlijk moet je daderinformatie achterhouden. Ik
wilde met de website twee dingen bereiken: tips genereren
en mensen laten meedenken over scenario’s om zo de
onderzoeksrichting te kunnen bepalen. Na groen licht van-
uit korpsleiding, het openbaar ministerie en - via familiere-
chercheurs –van de nabestaanden was de website binnen een
week online.”
De website werd geplaatst onder de algemene politiesite
www.politie.nl en kreeg via de plaatselijke media publiciteit.
Tegelijkertijd maakte het team een twitteraccount aan en
een e-mailalert. Bij elke twitter of e-mailactiviteit werd het
adres van de betreffende website meegestuurd. Bovendien
besteedde Opsporing verzocht op de dag van de lancering
van de website aandacht aan het onderzoek. Daarbij ver-
scheen ook het websiteadres steeds onder in beeld. Greve:
“Zo bereik je enorm veel mensen.”
Scenario’s
Het TGO-team kreeg via internet veel reacties: in totaal
honderd scenario’s en veertig tips. De afzenders waren
divers, van de plaatselijke bakker tot een recherchekundige
uit een ander korps.Tachtig procent gaf personalia en
e-mailadres op. Daaruit blijkt volgens Greve duidelijk de
betrokkenheid van mensen.“We kregen veel tips over het
Blauw – Opsporing 3 maart 2012 – nummer 5 25
3. >>
■ Sociale media
leven van Leeuwe, over zijn vrienden en de plekken waar hij
vaak kwam. Doordat we zelf eerst serieuze informatie vrij-
gaven over zijn leven, werk en de stand van het onderzoek,
kregen we ook veel bredere en serieuze tips terug. Dat was
mooi om te zien.”
Het TGO en de
officier van justitie
bekeken elke dag
de tips en de sce-
nario’s.“De tips
gingen de tipbox
in.Van de scena-
rio’s bekeken we
welke het onder-
zoeken waard
waren en welke
teruggeplaatst wer-
den op de website.
Dat was bijna 90
procent. Sommige
hebben we achter-
gehouden vanwege
de kwetsende aard
voor de nabestaanden, zoals mails waarin mensen suggereer-
den dat deze man hoogst waarschijnlijk een pedoseksueel
was. Maar we hebben bijvoorbeeld wel geplaatst dat hij
homoseksueel was. Overigens is de familie na een week
gestopt met kijken op de site. Het was te confronterend en
deed hen toch veel verdriet. Ze bleven ons echter wel steu-
nen.” Hij noemt
draagvlak bij de
nabestaanden een
voorwaarde bij de
selectie van een
zaak.
Veel ingestuurde
scenario’s kwamen
overeen met die
van het recherche-
team.Andere
leverden nieuwe
denkrichtingen en
daarbij horende
nieuwe getuigen
op.“Enkele scena-
rio’s benaderen
naar mijn mening
de waarheid
omtrent het delict
en het motief. Maar dat is nog een inschatting, want we
hebben de zaak nog niet opgelost.”
Informatie
Het is volgens Greve van essentieel belang om de denk-
kracht en hulp van het publiek op waarde te schatten.“ Zij
willen helpen en meedenken. Maar ze nemen ons alleen
serieus als we hen serieuze en geen oppervlakkige informa-
tie geven.” Hij gaat het liefst daarin zo ver mogelijk, zoals
26 Blauw – Opsporing 3 maart 2012 – nummer 5
4. bijvoorbeeld een foto van de plaats delict op de site plaatsen
en het publiek vragen wat er gebeurd is. Overigens is dat bij
Zuiderdiep niet gedaan.“Maar zover moet je durven gaan.
Laat het publiek maar helpen.Als je zelf niets geeft, kun je
ook niet verwachten dat je iets krijgt. En wie weet zit de
gouden tip of het juiste scenario er heel snel tussen.” De
afweging welke informatie het rechercheteam vervolgens op
de website zet of niet, is volgens Greve een constant span-
ningsveld.“De een wil minder informatie prijsgeven dan de
ander. Dat komt denk ik toch voort uit de geslotenheid die
we als organisatie altijd gehad hebben.”Volgens Kop kan het
delen van zoveel mogelijk informatie in strijd zijn met het
onderzoeksbelang.“Ik merk dat er twee stromingen zijn
binnen de politie en het OM. De een vindt het veel te ver
gaan. Maar je hebt ook de stroming die zegt:‘Er zijn wel
veel risico’s, maar het biedt ook veel kansen.’Wij neigen als
lectoraat naar de tweede stroming.” Het vraagt vanuit politie
en OM een professionele afweging, vindt Van Bochove.“Wij
leveren hopelijk met TGO.nl een instrument aan de TGO-
leiders en het is aan hen om te bepalen hoever ze daarin
kunnen gaan.”
Terugkoppeling
Het is essentieel om de website te blijven voeden met nieu-
we informatie.Vier maanden na lancering van de website
Onderzoekzuiderdiep.nl, gebeurt er nog maar weinig mee.
Een gemiste kans vindt Frans Greve.“Dat hebben we niet
goed gedaan. Je moet telkens met nieuwe informatie komen,
de burger blijven prikkelen met de stand van zaken. Zo
krijg je weer nieuwe of bijgestelde scenario’s waarop je ver-
der kunt borduren.” Juist die terugkoppeling is volgens Kop
belangrijk.“Terugkoppeling is sowieso bij veel onderzoeken
belangrijk. En toch is het niet het sterkste punt van de poli-
tie en het OM tot nu toe.”Van Bochove merkt dat de
opsporing steeds meer beseft dat de maatschappij opener,
transparanter en sneller wordt. Daar hoort ook goede terug-
koppeling bij.“Misschien moet je daarom ook aan je Vaste
Kern Leidinggevenden een persoon voor de opsporings-
communicatie toevoegen.Als internet een stevig element
wordt van opsporing, moet je dat goed wegzetten in je
eigen organisatie. Zo koppelt Rotterdam-Rijnmond al stan-
daard een communicatiemedewerker aan een TGO.”
Samenvattend denkt Kop dat dat burgers gemotiveerd zijn
om mee te denken en te rechercheren.“Dat zie je aan het
feit dat Opsporing verzocht nog steeds goed bekeken wordt
en veel reacties krijgt. Maar misschien vinden sommige
mensen het juist een zwaktebod dat de politie vraagt mee te
denken in een onderzoek. Dat is een vraag die wij in ons
onderzoek meenemen:‘Wat doet het met de legitimiteit van
de politie?’” ■
Marielle.den.breejen@politieacademie.nl
Voor meer informatie:
erik.staffeleu@vtspn.nl
PKN > Gebiedsgebonden politie > Samenwerken met
burgers > Social media inzetten
■ Social game in opsporing
Een bijzonder interactief initiatief binnen opsporings-
onderzoeken speelt zich af in politiekorps Noord-Oost
Gelderland. Chef Regionale Recherche Elma Bos zette
de toon voor het ontwikkelen van een internetgame.
Het doel van het spel is dat een burger/speler een
rechercheonderzoek gaat managen en een zo goed moge-
lijke reconstructie van onopgeloste zaken maakt door
middel van gevonden en zelfgemaakt (bewijs-)materiaal.
De game speelt zich af binnen een virtuele politiewereld
met onder andere een laboratorium en een politiebureau.
De game is een generiek model, waar op een eenvoudige
manier casuïstiek van diverse misdrijven in toegevoegd
kunnen worden. De speler kan zelf kiezen welke zaak hij
wil oplossen. Daarbij wordt hij geholpen door een team
van virtuele medewerkers zoals een rechercheur. Zoveel
mogelijk feiten en materiaal over het misdrijf worden door
de politie ingebracht, zoals routes, foto’s en sporen. Het
is de bedoeling dat het politieteam steeds zelf nieuwe fei-
ten en onderzoeksvragen inbrengt en reactie geeft op de
inbreng van de gamer. Spelers kunnen zelf materiaal
uploaden en onderling commentaar leveren en dingen van
elkaar overnemen. De game is ook toegankelijk gemaakt
voor de niet-gamer, mensen kunnen alleen een tip of sce-
nario inbrengen zonder de game te spelen. Inmiddels is
een testgroep van 110 individuele politiemensen met de
game gaan werken. Daarvoor worden twee coldcases en
een hot case gebruikt. Ook het lectoraat
Criminaliteitsbeheersing en recherchekunde van de poli-
tieacademie draait mee in de pilot. Het streven is dat de
game na uitvoerig testen eind september klaar is voor
gebruik binnen de nationale politie.
Meer informatie over Cocreatie en de deelprojecten via
projectleider Erik Staffeleu van het Centrum Versterking
Opsporing (erik.staffeleu@vtspn.nl)
Blauw – Opsporing 3 maart 2012 – nummer 5 27