Het operationeel beheer van de editie 2016 van het Offerfeest in Brussel door het bedrijf ITC BVBA heeft geen voldoening gegeven. Vooral de grote vertragingen bij de overhandiging van de karkassen aan de betrokken personen leidden tot een ernstige verstoring – soms zelfs tot afzegging – van de voorziene familiefeesten. Hierop volgden juridische onderhandelingen tussen ITC en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. In plaats van een proces werd uiteindelijk een dading tussen de partijen gesloten. Volgens de overeenkomst van die dading gesloten op 29 november 2016 heeft de BVBA ITC erkend dat de falende uitvoering van de dienstenopdracht nr. MP/2016/01/offerfeest volledig aan haar kan worden toegeschreven. Dientengevolge heeft de BVBA ITC aanvaard de factuur nr. 2016.38 te verminderen tot het bedrag van 150.000 euro. Deze vermindering met 50.000 euro ten opzichte van oorspronkelijk bedrag verbonden aan de opdracht stelt Brussels Hoofdstedelijk Gewest in staat de particulieren schade hebben geleden ingevolge de uitvoering van voormelde opdracht te vergoeden ten belope van een forfaitair bedrag van 75 euro per persoon. Volgens de overeenkomst van dading gesloten op 29 november 2016 heeft de BVBA ITC er zich bovendien toe verbonden het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te vrijwaren van enige toekomstige of huidige terugvordering van derden die kan ontstaan uit de falende uitvoering van de voormelde opdracht en die hoger is dan het forfaitair bedrag van 75 euro. Terugvorderingen van derden ingevolge de falende uitvoering van de voormelde opdracht die hoger zijn dan het forfaitair bedrag van 75 euro dienen dus volledig gedragen te worden door de BVBA ITC.