Volgens het BAS is de transferovereenkomst is duidelijk geformuleerd en kan op geen enkele andere wijze worden geïnterpreteerd dan dat de relevante datum waarop moet worden onderzocht of de speler nog ononderbroken in dienst was bij verweerster tevens de datum is waarop er tijdens het voetbalseizoen wordt gepromoveerd naar hogere klasse.
Antwerpenaar betaalt nieuwe preekstoelen moskee HuzurThierry Debels
In 2022 wil de Antwerpse moskee Huzur (Innerlijke vrede) twee nieuwe preekstoelen en gebedsnis kopen. De aankoop wordt gesubsidieerd door de provincie en bedraagt 8.000 euro.
Antwerpenaar betaalt nieuwe geluidsinstallatie moskee Mehmet Akif Thierry Debels
De Turkse moskee Mehmet Akif (Antwerpen) krijgt in 2020 een subsidie van 39.338,16 euro. De forse stijging in 2020 is te verklaren door de éénmalige investeringsaankoop van een geluidsinstallatie (10.000,00 EUR), een terugbetaling van 10.000,00 EUR voor de afrekening van elektriciteit in de jaren 2018/2019, een éénmalige aankoop van een laptop en een kopieermachine voor 2.000,00 EUR en een éénmalige uitgave van 5.000,00 EUR voor de inrichting van een bureau en archiefruimte.
Stad Antwerpen erft explosief dossier met miljoenenclaim Thierry Debels
De stad Antwerpen werd in de loop van 2018 door de provincie op de hoogte gebracht van een lopende gerechtelijke procedure tegen het APB Arenberg met een aanzienlijke schadeclaim van meer dan 5 miljoen euro (zonder intresten). In het najaar 2017 werden op deze claim enkel toespelingen gemaakt, en dit op een zeer beknopte, mondelinge en eerder minimaliserende wijze, ook qua bedrag. Na 2018 verzocht het APB de stad/vzw Kunstenstad om deze procedure verder te zetten, en werd de ware omvang van de claim duidelijk. Op dat moment werden pas schriftelijke informatie en bijhorende stukken overgemaakt
Antwerpenaar betaalt nieuwe preekstoelen moskee HuzurThierry Debels
In 2022 wil de Antwerpse moskee Huzur (Innerlijke vrede) twee nieuwe preekstoelen en gebedsnis kopen. De aankoop wordt gesubsidieerd door de provincie en bedraagt 8.000 euro.
Antwerpenaar betaalt nieuwe geluidsinstallatie moskee Mehmet Akif Thierry Debels
De Turkse moskee Mehmet Akif (Antwerpen) krijgt in 2020 een subsidie van 39.338,16 euro. De forse stijging in 2020 is te verklaren door de éénmalige investeringsaankoop van een geluidsinstallatie (10.000,00 EUR), een terugbetaling van 10.000,00 EUR voor de afrekening van elektriciteit in de jaren 2018/2019, een éénmalige aankoop van een laptop en een kopieermachine voor 2.000,00 EUR en een éénmalige uitgave van 5.000,00 EUR voor de inrichting van een bureau en archiefruimte.
Stad Antwerpen erft explosief dossier met miljoenenclaim Thierry Debels
De stad Antwerpen werd in de loop van 2018 door de provincie op de hoogte gebracht van een lopende gerechtelijke procedure tegen het APB Arenberg met een aanzienlijke schadeclaim van meer dan 5 miljoen euro (zonder intresten). In het najaar 2017 werden op deze claim enkel toespelingen gemaakt, en dit op een zeer beknopte, mondelinge en eerder minimaliserende wijze, ook qua bedrag. Na 2018 verzocht het APB de stad/vzw Kunstenstad om deze procedure verder te zetten, en werd de ware omvang van de claim duidelijk. Op dat moment werden pas schriftelijke informatie en bijhorende stukken overgemaakt
TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...Ottilie Laan
Mochten kopers van appartementen verwachten dat de geluidsisolatie van de verbouwde verdiepingsvloeren voldeed aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit 2003, terwijl de tekening bij de bouwvergunning niet aan deze eisen voldeed en aanneemster de verdiepingsvloeren conform de bouwvergunning had verbouwd?
Volgens de Raad van Arbitrage voor de Bouw mochten de kopers dat verwachten.
Slachtoffer van misbruik vangt bot bij Raad van StateThierry Debels
Verzoekster dient op 6 juli 2015 een aanvraag in voor financiële
hulp bij de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders. In die
aanvraag zet verzoekster uiteen dat zij op jonge leeftijd het slachtoffer werd van misbruik.
Gemeente leverde onterecht vreemdelingenkaart afThierry Debels
Uit een arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen blijkt dat een gemeente onterecht een F-kaart heeft afgeleverd aan een Turkse onderdaan in België.
Op 28 januari 2019 werd bij de Raad van State een vordering ingesteld tot de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de beslissing van 3 december 2018 van het college van burgemeester en schepenen
van de stad Oostende om de concessie voor de exclusieve uitbating van een kansspelinrichting klasse I of casino in het Kursaalgebouw te Oostende te gunnen aan de nv Infiniti Gaming Knokke.
Albanees gebruikt vals Grieks paspoort om verblijf te vragen Thierry Debels
Op 8 februari 2015 dient verzoeker van Albanese nationaliteit een aanvraag in voor een verklaring van inschrijving. Hij vermeldt dat hij de Griekse nationaliteit heeft en legt een Grieks paspoort voor. Op 19 januari 2016 stelt de Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie, Centrale Dienst ter Bestrijding van valsheden, Documenten, vast dat het Grieks paspoort van verzoeker vals is.
Het kabinet spreekt alsnog grote waardering uit voor leden en nabestaanden van de Stay Behind-organisatie, een ultrageheime verzetsgroep die tijdens de Koude Oorlog klaarstond om het gewapend verzet te gaan vormen. Het is voor het eerst dat de Nederlandse regering publiekelijk de organisatie prijst.
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...Thierry Debels
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners, Members of their Cabinet or
Director-Generals since 01/12/2014 under its current ID number in the Transparency Register:
371567915480-41.
TBR 2017/33 gastnoot over gebrekkige geluidsisolatie, de bouwvergunning, het ...Ottilie Laan
Mochten kopers van appartementen verwachten dat de geluidsisolatie van de verbouwde verdiepingsvloeren voldeed aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit 2003, terwijl de tekening bij de bouwvergunning niet aan deze eisen voldeed en aanneemster de verdiepingsvloeren conform de bouwvergunning had verbouwd?
Volgens de Raad van Arbitrage voor de Bouw mochten de kopers dat verwachten.
Slachtoffer van misbruik vangt bot bij Raad van StateThierry Debels
Verzoekster dient op 6 juli 2015 een aanvraag in voor financiële
hulp bij de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders. In die
aanvraag zet verzoekster uiteen dat zij op jonge leeftijd het slachtoffer werd van misbruik.
Gemeente leverde onterecht vreemdelingenkaart afThierry Debels
Uit een arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen blijkt dat een gemeente onterecht een F-kaart heeft afgeleverd aan een Turkse onderdaan in België.
Op 28 januari 2019 werd bij de Raad van State een vordering ingesteld tot de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de beslissing van 3 december 2018 van het college van burgemeester en schepenen
van de stad Oostende om de concessie voor de exclusieve uitbating van een kansspelinrichting klasse I of casino in het Kursaalgebouw te Oostende te gunnen aan de nv Infiniti Gaming Knokke.
Albanees gebruikt vals Grieks paspoort om verblijf te vragen Thierry Debels
Op 8 februari 2015 dient verzoeker van Albanese nationaliteit een aanvraag in voor een verklaring van inschrijving. Hij vermeldt dat hij de Griekse nationaliteit heeft en legt een Grieks paspoort voor. Op 19 januari 2016 stelt de Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie, Centrale Dienst ter Bestrijding van valsheden, Documenten, vast dat het Grieks paspoort van verzoeker vals is.
Het kabinet spreekt alsnog grote waardering uit voor leden en nabestaanden van de Stay Behind-organisatie, een ultrageheime verzetsgroep die tijdens de Koude Oorlog klaarstond om het gewapend verzet te gaan vormen. Het is voor het eerst dat de Nederlandse regering publiekelijk de organisatie prijst.
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...Thierry Debels
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners, Members of their Cabinet or
Director-Generals since 01/12/2014 under its current ID number in the Transparency Register:
371567915480-41.
Laeken - Château Royal - Accessibilité tunnel souterrain
BAS stelt voetballer in het gelijk
1. 07.12.2018
BELGISCH ARBITRAGEHOF VOOR DE SPORT
ARBITRALE UITSPRAAK
Zaak ARB. 134/18
Het scheidsgerecht is samengesteld uit Mr Philippe Billiet (alleenzetelende arbiter).
De arbiter doet, met betrekking tot onderhavig dossier, woonstkeuze op het adres van het
Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) VZW, Boechoutlaan 9, 1020 Brussel
Pleitzitting: 3 december 2018
Inzake :
X
Eiseres
Vertegenwoordigd door Meester Hans Vanheusden, advocaat met kantoor te
Postelarenweg 2/2 te 2400 Mol.
tegen:
Y
Verweerster
Vertegenwoordigd door meester Gerald Goedhart, advocaat met kantoor te
Altebijstraat 21, 8310 Brugge.
I. DE PROCEDURE:
Eiseres heeft haar verzoek tot arbitrage ingediend op 22 oktober 2018.
De partijen tekenden op 18 respectievelijk 22 oktober 2018 een arbitrageovereenkomst,
waarbij ze overeenkwamen hun geschil voor te leggen aan het Belgische Arbitragehof voor
de Sport. Zij verklaarden zich akkoord om het geschil te laten beslechten door één arbiter,
die diende aangesteld te worden door de Voorzitter van de de Arbiters van het BAS.
De Voorzitter van de arbiters van het Belgisch Arbitragehof voor de Sport stelde vervolgens
Mr Philippe BILLIET aan als alleenzetelende arbiter die uitspraak dient te doen in
onderhavige zaak.
2. BAS-Arbitrage 134/18 - X t. Y
2
Partijen hebben, conform de toegekende termijnen en vormvereisten, elk hun stukken en
besluiten overgemaakt, waarna de zaak in staat was om te worden gepleit op 3 december
2018.
Partijen hebben hun besluiten en middelen uitvoerig toegelicht op de zitting van 3 december
2018 die plaats vond op het adres van het Belgisch Arbitragehof voor de Sport VZW,
Boechoutlaan 9, 1020 Brussel.
Op deze zitting waren aanwezig:
Voor Eiseres: Meester Hans VANHEUSDEN
Voor Verweerster: Meester Gerald GOEDHART
Partijen verklaren akkoord met de publicatie van onderhavige arbitrale uitspraak op de
website van het BAS (www.bas-cbas.be), weze het dat de identiteit van partijen en de
identiteit van de speler waarnaar wordt verwezen moeten worden geanonimiseerd.
II. HET VOORWERP VAN DE VORDERING
Eiseres vraagt Verweerster te veroordelen om aan haar een som te betalen van 30.250
EUR, vermeerderd met conventionele interesten aan 10% overeenkomstig haar algemene
factuurvoorwaarden vanaf 16 april 2018, zijnde de vervaldag vermeld in haar factuur,
minstens vanaf 19 april 2018, zijnde de datum van ingebrekestelling tot datum van algehele
betaling. Eiseres vraagt tevens om Verweerster te veroordelen om aan haar 3.025 EUR
schadevergoeding te betalen, te weten 10% van het gevorderde bedrag overeenkomstig
haar algemene factuurvoorwaarden, vermeerderd met de kosten van het geding en een
rechtsplegingsvergoeding ten belope van 2400 EUR.
Verweerster vraagt de vordering van Eiseres ontvankelijk, doch ongegrond te verklaren en
dienvolgens Eiseres daarvan af te wijzen en Eiseres vervolgens te veroordelen tot alle
kosten van het geding, waarbij de rechtsplegingsvergoeding wordt begroot op 2400 EUR.
Partijen verduidelijken ter zitting dat de rechtsplegingsvergoeding, waarvan zij het
gevorderde bedrag elk bepalen op 2400 EUR, moet worden onderscheiden van de kosten
van het geding, waaromtrent elke partij eveneens vraagt dat de andere partij daartoe zou
worden veroordeeld.
III. DE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN
Partijen hebben op 1 februari 2016 een transferovereenkomst (hierna de
Transferovereenkomst) gesloten waarbij de speler A door Verweerster werd overgenomen
van Eiseres.
Dienvolgens werd tussen Verweerster en dhr A een contract van voetbalspeler ondertekend
op 1 februari 2016, blijkens hetwelk deze speler vanaf 1 februari 2016 in dienst kwam van
Verweerster en zulks voor de periode van 1 februari 2016 tot 30 juni 2018.
Op 31 augustus 2016 werd voorts een driepartijenovereenkomst voor terbeschikkingstelling
afgesloten tussen Verweerster, Eiseres en de voetbalclub Z waarbij dezelfde speler door
Verweerster ter beschikking werd gesteld van Z voor een periode vanaf 1 september 2016
tot en met 30 juni 2017.
3. BAS-Arbitrage 134/18 - X t. Y
3
In de Transferovereenkomst van 1 februari 2016 was een transfervergoeding bedongen
(artikel 3) welke twee onderdelen bevat. Het eerste onderdeel (artikel 3.a) voorzag in een
onvoorwaardelijke vergoeding van 25.000 EUR (excl BTW). Het tweede onderdeel (artikel
3.b) voorziet in een voorwaardelijke bijkomende vergoeding van 25.000 EUR (excl BTW)
indien Verweerster “tijdens enig voetbalseizoen dat de speler nog ononderbroken onder
contract ligt bij Y, promoveert naar Klasse K”. De Transferovereenkomst bepaalt tevens dat
de correlerende factuur moet worden betaald “binnen de 15 dagen na ontvangst van de
factuur”.
In het voetbalseizoen 2017-2018 behaalde Verweerster de kampioenstitel in de Klasse L.
Gelet op de promovering, waarbij partijen het niet eens zijn over de exacte datum van
promovering, ontstaat discussie omtrent de verschuldigdheid van het tweede deel van de
transfervergoeding. Eiseres meent dat het tweede deel van de vergoeding betaalbaar is
geworden en heeft daarvoor een factuur (factuur 640 dd 1 april 2018) overgemaakt aan
Verweerster. Verweerster stelt dat zij deze factuur voor het eerst ontving op 19 april 2018 en
dat zij deze niet moet betalen.
De factuur werd tot op heden niet voldaan door Verweerster en Eiseres heeft Verweerster
daarvoor aangemaand op 8 mei 2018.
Op 8 mei 2018 betwist Verweerster deze factuur met de mededeling:
“De promotie van Y van L naar K is pas een feit op 01/07/2018; op deze laatste
datum zal speler A niet meer onder contract liggen bij Y; de voorwaarde voor een
bijkomende transfervergoeding, zoals gestipuleerd in art. 3 b) van de
Transferovereenkomst dd 01/02/2016, is dus niet vervuld, nu de promotie niet heeft
plaatsgevonden “tijdens enig voetbalseizoen dat de Speler nog ononderbroken onder
contract ligt bij Y”;
De Speler A werd voor de periode van 01/09/2016 tot 30/06/2017, en vervolgens voor
de periode van 15/07/2017 tot 30/06/2018 ter beschikking gesteld aan Z; sowieso is
de Speler dus niet ‘ononderbroken’ in dienst geweest van Y, en is dus ook om die
reden de voorwaarde voor een bijkomende transfervergoeding, zoals gestipuleerd in
art. 3 b) van de Transferovereenkomst dd 01/02/2016, niet vervuld;
Volledig ondergeschikt, en voor zoveel als nodig: zelfs al zou voldaan zijn aan de
voorwaarde voor een bijkomende transfervergoeding, zoals gestipuleerd in art. 3 b)
van de Transferovereenkomst dd 01/02/2016 – quod non –, dan zou de facturatie pas
kunnen geschieden “van zodra de betreffende voorwaarde is vervuld”, hetzij dus
vanaf 01/07/2018.”
Daarop volgde een correspondentie tussen Partijen waarbij elke Partij haar standpunt heeft
blijven handhaven.
Partijen besluiten vervolgens om het geschil voor te leggen ter beslechting aan het Belgisch
Arbitragehof voor de Sport, waaromtrent zij een arbitrageovereenkomst hebben
ondertekend.
In de arbitrageprocedure houdt Verweerster niet alle argumenten aan die zij had
opgeworpen in haar initiële betwisting op 8 mei 2018 en vervangt zij sommige argumenten.
Zodoende hanteert zij in de arbitrale procedure vier middelen (zie hieronder ten gronde).
4. BAS-Arbitrage 134/18 - X t. Y
4
IV. BEOORDELING:
IV.1. ONTVANKELIJKHEID & BEVOEGDHEID
Beide Partijen vragen om de vordering van Eiseres ontvankelijk te verklaren.
De bevoegdheid van het Arbitragehof voor de Sport is evenmin betwist door enige Partij. Zij
tekenden immers specifiek voor de arbitrageprocedure een arbitrageovereenkomst op 18
respectievelijk 22 oktober 2018.
Partijen verklaren en verduidelijken voorts ter zitting dd 3 december 2018 dat hun
vorderingen enkel betrekking hebben op de grond van de zaak.
IV.2. TEN GRONDE
Eiseres is van oordeel dat haar factuur 610 moet worden betaald op basis van de
onderliggende Transferovereenkomst. Verweerster is van oordeel dat zij deze factuur niet
dient te betalen en ontwikkelt daarvoor vier middelen.
Met haar eerste middel voert Verweerster aan dat zij pas promoveerde naar de Klasse K op
1 juli 2018 (en dus niet op 11 maart 2018). Zij verwijst desbetreffend naar Art. B1402 van het
Bondsreglement dat bepaalt dat “Het voetbalseizoen begint op 1 juli en eindigt op 30 juni”.
Daaruit leidt Verweerster af dat haar promotie naar de Klasse K pas een feit werd na 30 juni
2018, datum waarop de betalingsverplichting niet langer zou gelden. Zodoende maakt
Verweerster een onderscheid tussen het “afdwingen” van een promotie en het daadwerkelijk
promoveren.
Eiseres merkt echter terecht op dat artikel 3, b) van de Transferovereenkomst in duidelijke
bewoorden verwijst naar “tijdens enig voetbalseizoen…” als relevante tijdsbepaling
(onderlijning toegevoegd). Deze woordkeuze van partijen laat niet toe om op zinvolle wijze
een onderscheid te maken tussen het afdwingen van een promotie en het daadwerkelijk
promoveren. Partijen hebben immers duidelijk bedongen dat, voor de doeleinden van de
betalingsverplichting uit art 3,b) van de Transferovereenkomst, de promotie geacht wordt
plaats te vinden tijdens een voetbalseizoen.
Voor wat betreft haar eerste middel dient Verweerster aldus in het ongelijk te worden
gesteld.
Met haar tweede middel voert Verweerster aan dat dhr A niet ononderbroken in dienst was.
Zij wijst erop dat de speler niet langer in dienst was bij Verweerster na 30 juni 2018 en er
slechts een bijkomende vergoeding kon verschuldigd zijn in geval de speler in het
voetbalseizoen 2018-19, dat een aanvang nam op 01/07/2018, nog in dienst zou zijn
geweest van Verweerster. Verweerster verwijst tevens naar Artikel 1162 BW en werpt op dat
zij dient te worden aanzien als de partij die zich verbonden heeft, reden waarom zij meent
dat de contractuele clausule van art. 3 b) van de Transferovereenkomst in haar voordeel
moet worden uitgelegd.
Artikel 1162 BW is slechts van toepassing indien er twijfel kan bestaan omtrent de uitlegging
van de overeenkomst. Artikel 3, b) van de transferovereenkomst is evenwel duidelijk
geformuleerd en kan op geen andere wijze worden geïnterpreteerd dan dat de relevante
datum waarop moet worden onderzocht of dhr A nog ononderbroken in dienst was bij
Verweerster tevens de datum is waarop er tijdens het voetbalseizoen wordt gepromoveerd
naar Klasse K. Het wordt door de Partijen niet betwist dat dhr A op die datum nog
ononderbroken in dienst was bij Verweerster.
5. BAS-Arbitrage 134/18 - X t. Y
5
Voor wat betreft haar tweede middel dient Verweerster aldus in het ongelijk te worden
gesteld.
Uit de hierboven weergegeven gemotiveerde beslissingen omtrent de eerste twee middelen
van Verweerster blijkt dat Eiseres de factuur 610 wel degelijk mocht opstellen en dat deze
factuur verschuldigd is door Verweerster. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat er tussen
partijen geen discussie bestaat omtrent het gefactureerde hoofdbedrag (30.250 EUR), dat
kennelijk in overeenstemming is met Art. 3 b) van de Transferovereenkomst.
Met haar derde middel voert Verweerster aan dat zij de factuur van Eiseres tijdig heeft
geprotesteerd. Verweerster deelt mee dat hoewel de factuur 610 van eiseres gedateerd werd
op 1 april 2018, zij deze pas heeft ontvangen “in de loop van de maand april 2018”, meer
bepaald per emailbericht van 19 april 2018. Verweerster stelt dat een betwisting op 8 mei
2018 tijdig zou zijn gebeurd. Zij verduidelijkt dat de betwisting binnen een redelijke termijn
gebeurde en er dus geen sprake kon zijn van een stilzwijgende aanvaarding.
Eiseres kan niet aantonen dat zij de kwestieuze factuur 610 reeds voor 19 april 2018 zou
hebben overgemaakt aan Verweerster. De enige aantoonbare datum waarop voor het eerst
de factuur 610 van Eiseres aan Verweerster werd overgemaakt is dus 19 april 2018. Het
protest van verweerster op 8 mei 2018 gebeurde dan binnen een redelijke termijn.
Bovendien wordt vastgesteld dat het schadebeding en de verwijlintresten waarnaar
verwezen in de factuurvoorwaarden van Eiseres geen steun vinden in de bepalingen van de
onderliggende Transferovereenkomst. Het protest van Verweerster verhindert aldus dat de
factuurvoorwaarden van Eiseres van toepassing zouden worden. (Kh. Brussel, 24 november
1967, J.C.B., 1968, 19; Arrond. Brussel, 23 september 1974, B.R.H., 1975, 213; Kh. Brussel,
21 maart 1969, B.R.H., 1971, 22; Rb. Hoei, 3 juni 1969, B.R.H., 1969, 728)
Voor wat betreft haar derde middel dient Verweerster aldus in het gelijk te worden gesteld.
Daaruit volgt dat Verweerster niet gehouden kan worden tot de algemene
factuurvoorwaarden (verwijlintresten & schadebeding) van Eiseres.
Met haar vierde middel voert Verweerster in ondergeschikte orde aan, inzake intresten, dat
Eiseres geen aanspraak kan maken op de intrestvoet waarnaar verwezen in haar algemene
factuurvoorwaarden maar slechts aanspraak kan maken op de wettelijk voorziene
vergoedingen, i.e. de WBA-rentevoet en een schadevergoeding ad 40 EUR overeenkomstig
artt. 5 en 6 van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de
betalingsachterstand bij handelstransacties.
Zoals hierboven uiteengezet kan Eiseres niet aantonen dat Verweerster met de algemene
factuurvoorwaarden zou hebben ingestemd en vinden zulke voorwaarden bovendien geen
steun in de onderliggende Transferovereenkomst. Dienvolgens is art 5 van de Wet van 2
augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties,
van toepassing. Voor wat betreft de toepassing van art. 6 van deze Wet wordt opgemerkt dat
beide partijen in het beschikkend gedeelte van hun besluiten en ter zitting de omvang van de
gevraagde rechtsplegingsvergoeding evenwel bepalen op 2.400 EUR.
Voor wat betreft haar vierde middel dient Verweerster aldus in het gelijk te worden gesteld
voor zover de verwijlintrest wordt aangepast overeenkomstig artikel 5 van de Wet van 2
augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.
6. BAS-Arbitrage 134/18 - X t. Y
6
IV.3. DE ARBITRAGEKOSTEN
De kosten van de arbitrageprocedure omvatten :
- administratiekosten: 200 €
- kosten van aanhangigmaking : 250 €
- kosten van de arbiter: 310,28 €
------------
760,28 €
Gelet op het feit dat Verweerster moet worden veroordeeld tot betaling van factuur 610 van
Eiseres, wordt zij geacht in het ongelijk te zijn gesteld en is zij de verliezende partij in dit
geschil. Zij wordt daarom veroordeeld om de kosten van de arbitrageprocedure (d.z. de
kosten van het geding) ten laste te nemen.
Beide partijen zijn het er tevens over eens dat, naast de kosten van de arbitrageprocedure,
de verliezende partij ook dient in te staan voor een rechtsplegingsvergoeding, gelet op het
feit dat partijen beroep deden op een advocaat. Beide partijen begroten zulke vergoeding op
2400 EUR.
V. BESLISSING:
OM DEZE REDENEN,
Het scheidsgerecht aangesteld volgens het Reglement van het Belgisch Arbitragehof voor de
Sport
- Verklaart de vordering van Eiseres ontvankelijk en in de volgende mate gegrond;
- Veroordeelt Verweerster tot betaling aan Eiseres van een bedrag ten belope van
30.250 EUR;
- Bepaalt dat dit bedrag wordt vermeerderd met een interest overeenkomstig artikel 5
van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de
betalingsachterstand bij handelstransacties, vanaf 19 april 2018 en tot datum van
algehele betaling;
- Veroordeelt Verweerster tot de kosten van het geding, begroot op 760,28 EUR
(administratieve kosten 200 EUR + rolrecht 250 EUR + kosten arbiter 310,28 EUR);
- Veroordeelt Verweerster voorts tot betaling van een bijkomende
rechtsplegingsvergoeding aan Eiseres ten belope van 2400 EUR.
Beveelt dat onderhavige arbitrale uitspraak per email aan de partijen en hun advocaten
wordt bekend gemaakt uiterlijk op 20 december 2018 en geeft daartoe opdracht aan het
secretariaat van het Belgisch Arbitragehof voor de Sport.
Beveelt dat bij publicatie van onderhavige arbitrale uitspraak op de website van het BAS
(www.bas-cbas.be) de gegevens van de partijen en van de speler waarnaar hierboven werd
verwezen moeten worden geanonimiseerd en geeft daartoe opdracht aan het secretariaat van
het Belgisch Arbitragehof voor de Sport.
De arbitrale uitspraak is gedaan te Brussel op de zetel van het Belgisch Arbitragehof voor de
Sport op 7 december 2018.
M. Philippe BILLIET
Alleenzetelende Arbiter