SlideShare a Scribd company logo
1 of 15
1
Hoofdstuk 15
Discussiëren
1
 Tips voor de voorbereiding van een discussie
of debat:
◦ Verdiep je in het onderwerp.
◦ Stel je standpunt vast.
◦ Stel je argumenten vast.
◦ Bedenk wat mogelijke tegenargumenten zijn.
◦ Bedenk hoe je deze tegenargumenten kunt
ontkrachten.
◦ Oefen hardop.
2
 Soorten argumenten:
◦ feitelijk argument
◦ autoriteitsargument
◦ persoonlijk argument
◦ emotioneel argument
3
 Een feit als argument.
 Voorbeeld:
◦ Rokers moeten meer zorgpremie betalen, want uit
onderzoek blijkt dat rokers meer zorg nodig
hebben.
4
 Een argument op basis van deskundigheid.
 Voorbeeld:
◦ De BTW moet omlaag, want prof. dr. Jan de Wal zegt
dat dat nodig is om de economie een impuls te
geven.
5
 Een persoonlijke overweging als argument.
 Voorbeeld:
◦ Ik vind dat de alcoholaccijns niet omhoog moet,
want ik ben niet bereid om meer te betalen voor
een biertje.
6
 Een argument om emoties mee op te roepen.
 Voorbeeld:
◦ Doneer nu op Giro 555, want daarmee redt u de
levens van kinderen in Oost-Afrika.
7
 Drogreden = vals argument.
 Voorbeelden:
◦ opschepperij
◦ emotionele chantage
◦ veronderstelling
◦ generalisatie
◦ cirkelredenering
◦ persoonlijke aanval
◦ vals dilemma
8
 Als iemand zich belangrijk voordoet.
 Voorbeeld:
◦ De btw moet omlaag, want ik als econoom ben
ervan overtuigd dat dat beter is.
9
 Als iemand zegt dat hij lijdt onder een
standpunt of situatie.
 Voorbeeld:
◦ U mag de huurprijs niet omhoog doen, want ik lig
nu al wakker van mijn woonkosten.
10
 Iets wat niet bewezen is.
 Voorbeeld:
◦ We moeten boetes gaan uitdelen, want iedereen
weet dat je hier je auto niet mag parkeren.
 Reageren met:
◦ Hoe kom je aan die informatie?
11
 Een mening die op één ervaring gebaseerd is.
 Voorbeeld:
◦ Er is geen personeelstekort in de zorg, want bij het
verzorgingstehuis van mijn oma werken genoeg
mensen.
12
 Als iemand het standpunt als argument
gebruikt.
 Voorbeeld:
◦ De bio-industrie moet ophouden, want het is tijd
dat het stopt.
13
 Als iemand de persoon aanvalt in plaats van
zijn standpunt.
 Voorbeeld:
◦ U heeft een onzinnige wet bedacht, omdat u
waarschijnlijk niet weet waar u het over heeft.
14
 Als iemand doet alsof er geen keuze is, terwijl
er meer oplossingen zijn.
 Voorbeeld:
◦ Dus u kiest liever voor hongerlijden, dan voor flink
bezuinigen?
15

More Related Content

Viewers also liked

Advanced Sales & Acquisitie - Klantcontact @ Pieterman
Advanced Sales & Acquisitie - Klantcontact @ PietermanAdvanced Sales & Acquisitie - Klantcontact @ Pieterman
Advanced Sales & Acquisitie - Klantcontact @ PietermanNigel Stephania
 
Presentatie Elver 22-3-2016 Anke Siegers
Presentatie Elver 22-3-2016 Anke SiegersPresentatie Elver 22-3-2016 Anke Siegers
Presentatie Elver 22-3-2016 Anke SiegersAnke Siegers
 
dt-regels in een notendop
dt-regels in een notendopdt-regels in een notendop
dt-regels in een notendopFreya Roosens
 
Retail Trends & Technology Evolution
Retail Trends & Technology EvolutionRetail Trends & Technology Evolution
Retail Trends & Technology EvolutionRetail Trends
 
Advance organizer lesson plan
Advance organizer lesson planAdvance organizer lesson plan
Advance organizer lesson planDevi Armita
 
Spelling woordpakketten 6de leerjaar Tijd voor Taal
Spelling woordpakketten 6de leerjaar Tijd voor TaalSpelling woordpakketten 6de leerjaar Tijd voor Taal
Spelling woordpakketten 6de leerjaar Tijd voor Taalag25102002
 
Een powerpointpresentatie
Een powerpointpresentatieEen powerpointpresentatie
Een powerpointpresentatieConrad Berghoef
 

Viewers also liked (8)

Advanced Sales & Acquisitie - Klantcontact @ Pieterman
Advanced Sales & Acquisitie - Klantcontact @ PietermanAdvanced Sales & Acquisitie - Klantcontact @ Pieterman
Advanced Sales & Acquisitie - Klantcontact @ Pieterman
 
Presentatie Elver 22-3-2016 Anke Siegers
Presentatie Elver 22-3-2016 Anke SiegersPresentatie Elver 22-3-2016 Anke Siegers
Presentatie Elver 22-3-2016 Anke Siegers
 
dt-regels in een notendop
dt-regels in een notendopdt-regels in een notendop
dt-regels in een notendop
 
Werkwoorden: de stam
Werkwoorden: de stamWerkwoorden: de stam
Werkwoorden: de stam
 
Retail Trends & Technology Evolution
Retail Trends & Technology EvolutionRetail Trends & Technology Evolution
Retail Trends & Technology Evolution
 
Advance organizer lesson plan
Advance organizer lesson planAdvance organizer lesson plan
Advance organizer lesson plan
 
Spelling woordpakketten 6de leerjaar Tijd voor Taal
Spelling woordpakketten 6de leerjaar Tijd voor TaalSpelling woordpakketten 6de leerjaar Tijd voor Taal
Spelling woordpakketten 6de leerjaar Tijd voor Taal
 
Een powerpointpresentatie
Een powerpointpresentatieEen powerpointpresentatie
Een powerpointpresentatie
 

More from Conrad Berghoef

More from Conrad Berghoef (15)

Schildpadden (voorbeeld van foute powerpoint)
Schildpadden (voorbeeld van foute powerpoint)Schildpadden (voorbeeld van foute powerpoint)
Schildpadden (voorbeeld van foute powerpoint)
 
Via hb d6 h8 brieven en e mails
Via hb d6 h8 brieven en e mailsVia hb d6 h8 brieven en e mails
Via hb d6 h8 brieven en e mails
 
Voetbalgeweld in de media
Voetbalgeweld in de mediaVoetbalgeweld in de media
Voetbalgeweld in de media
 
Spatiefouten
SpatiefoutenSpatiefouten
Spatiefouten
 
Spellingstekens
SpellingstekensSpellingstekens
Spellingstekens
 
Journalistiek en twitter
Journalistiek en twitterJournalistiek en twitter
Journalistiek en twitter
 
Meervoudsvormen
MeervoudsvormenMeervoudsvormen
Meervoudsvormen
 
Examen nederlands
Examen nederlandsExamen nederlands
Examen nederlands
 
Voegwoorden
VoegwoordenVoegwoorden
Voegwoorden
 
't kofschip
't kofschip't kofschip
't kofschip
 
Help ik moet een cv
Help ik moet een cvHelp ik moet een cv
Help ik moet een cv
 
Social media in het onderwijs
Social media in het onderwijsSocial media in het onderwijs
Social media in het onderwijs
 
Werkwoordsspelling
WerkwoordsspellingWerkwoordsspelling
Werkwoordsspelling
 
D en t's
D en t'sD en t's
D en t's
 
Zinsontleding
ZinsontledingZinsontleding
Zinsontleding
 

Argumenteren

  • 2.  Tips voor de voorbereiding van een discussie of debat: ◦ Verdiep je in het onderwerp. ◦ Stel je standpunt vast. ◦ Stel je argumenten vast. ◦ Bedenk wat mogelijke tegenargumenten zijn. ◦ Bedenk hoe je deze tegenargumenten kunt ontkrachten. ◦ Oefen hardop. 2
  • 3.  Soorten argumenten: ◦ feitelijk argument ◦ autoriteitsargument ◦ persoonlijk argument ◦ emotioneel argument 3
  • 4.  Een feit als argument.  Voorbeeld: ◦ Rokers moeten meer zorgpremie betalen, want uit onderzoek blijkt dat rokers meer zorg nodig hebben. 4
  • 5.  Een argument op basis van deskundigheid.  Voorbeeld: ◦ De BTW moet omlaag, want prof. dr. Jan de Wal zegt dat dat nodig is om de economie een impuls te geven. 5
  • 6.  Een persoonlijke overweging als argument.  Voorbeeld: ◦ Ik vind dat de alcoholaccijns niet omhoog moet, want ik ben niet bereid om meer te betalen voor een biertje. 6
  • 7.  Een argument om emoties mee op te roepen.  Voorbeeld: ◦ Doneer nu op Giro 555, want daarmee redt u de levens van kinderen in Oost-Afrika. 7
  • 8.  Drogreden = vals argument.  Voorbeelden: ◦ opschepperij ◦ emotionele chantage ◦ veronderstelling ◦ generalisatie ◦ cirkelredenering ◦ persoonlijke aanval ◦ vals dilemma 8
  • 9.  Als iemand zich belangrijk voordoet.  Voorbeeld: ◦ De btw moet omlaag, want ik als econoom ben ervan overtuigd dat dat beter is. 9
  • 10.  Als iemand zegt dat hij lijdt onder een standpunt of situatie.  Voorbeeld: ◦ U mag de huurprijs niet omhoog doen, want ik lig nu al wakker van mijn woonkosten. 10
  • 11.  Iets wat niet bewezen is.  Voorbeeld: ◦ We moeten boetes gaan uitdelen, want iedereen weet dat je hier je auto niet mag parkeren.  Reageren met: ◦ Hoe kom je aan die informatie? 11
  • 12.  Een mening die op één ervaring gebaseerd is.  Voorbeeld: ◦ Er is geen personeelstekort in de zorg, want bij het verzorgingstehuis van mijn oma werken genoeg mensen. 12
  • 13.  Als iemand het standpunt als argument gebruikt.  Voorbeeld: ◦ De bio-industrie moet ophouden, want het is tijd dat het stopt. 13
  • 14.  Als iemand de persoon aanvalt in plaats van zijn standpunt.  Voorbeeld: ◦ U heeft een onzinnige wet bedacht, omdat u waarschijnlijk niet weet waar u het over heeft. 14
  • 15.  Als iemand doet alsof er geen keuze is, terwijl er meer oplossingen zijn.  Voorbeeld: ◦ Dus u kiest liever voor hongerlijden, dan voor flink bezuinigen? 15