Albert en Paola worden vanaf het midden van de jaren tachtig (na hun verzoening) steeds religieuzer. Zo zijn ze vaak in een kerk te vinden. Ze gaan in die periode bijvoorbeeld vaak incognito naar een dienst in de Brusselse Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk. Het zal tot een merkwaardig voorval leiden. Op 14 mei 1993 overlijdt gangster Patrick Haemers. Is het zelfmoord of wordt de man in zijn gevangeniscel vermoord omdat hij te veel weet? Tot vandaag wordt hierover gespeculeerd. Fernande Motte-de Raedt, één van de advocaten van Haemers, laat die avond nog een mis opdragen voor haar beruchte cliënt in die Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk. Er zijn die vrijdagavond maar weinig mensen in de kerk: behalve Motte-de Raedt nog wat bejaarde mensen, en ook een koppel van middelbare leeftijd. De pastoor, die tot de persoonlijke vriendenkring van Motte-De Raedt behoort, maakt er speciaal voor haar een 'mooie dienst' van. Hij verwijst in de voorbeden ook naar de dood van Patrick Haemers, zij het in bedekte termen. Hij spreekt alleen diens voornaam uit, niet zijn familienaam. Als de mis gedaan is, gaat het koppel van middelbare leeftijd een praatje maken met de pastoor. Ze vertellen hem dat ze het een 'ontroerende plechtigheid' hadden gevonden. Ze weten natuurlijk niet dat de gedachten van de pastoor de hele tijd waren uitgegaan naar het onfortuinlijke lot van Patrick Haemers. Een grillige speling van het toeval heeft hen, die vrijdag 14 mei, in een herdenkingsmis voor Patrick Haemers laten terechtgekomen. Patricks vader Achille Haemers in Humo: ‘Ik vind het een mooi toeval. Zo heeft mijn zoon toch nog wat aandacht gekregen van mensen van enig formaat. Zij het zonder dat hij het wist. En zonder dat zij het beseften.’