Teksten in musea en tentoonstellingen. Niets nieuws onder de zon. Toch? Maar … hoe bewust gaat u als curator, communicatiemedewerker of publiekswerker met zaalteksten om? Hoe kunnen we meer halen uit het (educatieve en zelfs ontspannende) potentieel van tekstbordjes en algemene, oriënterende teksten? Zit de toon juist? En hoe zorgt u voor vlotte teksten die de lezer uitnodigen om (beter) te kijken en die ook de (kunst)historische inhoud correct weergeven?
Deze studiedag wil de staat opmaken van het tekstgebruik in musea en bij tentoonstellingen. Wie doet wat, en waarom? FARO nodigt een aantal ervaringsdeskundigen uit, uit binnen- en buitenland.
Ik ben Natalie Gielen, coordinator van de organisatie Manyone –een artist-run organisatie die vier kunstenaars uit de podiumkunsten ondersteunt, maar tot december medewerker communicatie, pers, publiekswerking etc voor Contour.
Belangrijkste activiteit Contour:
Biënnale voor Bewegend Beeld in Mechelen: in de oneven jaren toont Contour gedurende twee maanden video, film, installaties en performances op bijzondere plekken in Mechelen, meestal in de vorm van een kunstparcours. Belangrijk detail ivm visie Contour op tekst/taal: opgericht in 2003 door voormalig journalist en (toen nog BRT) coryfee Etienne Van den Bergh.
HET PUBLIEK VAN CONTOUR (gemiddeld 12.0000 bezoekers)
Tweeledig, dus in tekst/communicatie wordt er een spreidstand gemaakt tussen enerzijds:
Breed cultuurminnend publiek dat ook wordt aangetrokken door de wandeling, ontdekkingstocht doorheen Mechelen: zowel individuele bezoekers als groepen, scholen en verenigingen – lokaal, maar ook nat en internat
- gespecaliseerd kunstpubliek dat thuis is in de niche ‘bewegend beeld’, zowel nationaal als internationaal, kunststudenten- en professionals
Gevolg voor teksten: inhoudelijk kwalitatief maar ook helder begrijpelijk voor breed publiek
Gezien de internationale context is meertaligheid uiteraard belangrijk. Daarom werd er steeds in Nl, Fr en Eng gecommuniceerd.
In het verleden sommige dragers zoals bv bezoekersgids print on demand, maar met de jaren nog meer ingezet op de drie talen. Tijdens biënnale quasi alle dragers in de drie talen. Dat gaat van tekstmateriaal tot signalisatie (tot bv ‘toilets downstairs).
Voor elke editie van Contour wordt een andere curator uitgenodigd om het thema, de locaties en de kunstenaars van zijn biënnale te selecteren in samenspraak met het team. De curator krijgt de volledige artistieke vrijheid en drukt uiteraard ook zijn of haar stempel op de teksten. Vooral naar internationale geloofwaardigheid naar een gespecialiseert publiek toe is de rol van de curator erg belangrijk. Wij als team maken dan de vertaalslag in de communicatie naar een breed publiek toe.
Wat voor soort teksten komen er kijken bij een biënnale voor bewegend beeld?
Heel wat, is het antwoord. Breed scala aan teksten. Van veel tekst bij kijken, in allerelei vormen, via allerelei dragers en media.
Een greep hieruit: tentoonstellingslabels, gesproken woord – denk maar aan gidsbeurten, mediatoren en introductiefilmpjes, bannertorens, trailers, vlaggen, bezoekersgidsen, catalogi, zaalteksten, nieuwsbrieven, teksten op de website, teksten op sociale media, persteksten, flyers, affiches, bijlages in dag- of weekbladen, uitleg via apps, …
Ik heb zelf niet meegewerkt aan de eerste edities (2003, 2005 en 2007), maar herken in de teksten wel duidelijk de signatuur van oprichter Etienne Van den Bergh. Zoals gezegd is hij een voormalig journalist en zijn voorkeur voor een helder en kwalitatief taalgebruik blijkt duidelijk uit de teksten die toen werden geschreven. Toen gebeurde dat door Etienne zelf – die jarenlang voorzitter was van Contour – en door het team. Er werd dus vanuit de organisatie zelf tekstmateriaal gegenereerd.
In 2009, toen ik bij Contour begon in het midden van de voorbereidingen voor de biënnale, werd er met een extern communicatiebureau met copywriters gewerkt.
Qua teksten ontwikkelden zij in samenspraak met curator Katerina Gregos – die zich vooral over de Engelstalige teksten ontfermde – werd een catalogus,bezoekersgidsen in NL/FR/EN , eenvoudige tentoonstellingslabels ontwikeld. Daarnaast waren er rondleidingen met gidsen in de drie talen op aanvraag.
Je sterkte is dan net dat de content van binnenuit kan komen. Die betrokkenheid en inhoudelijke en artistieke kennis van zaken zijn wat mij betreft een groot voordeel, ze verkleinen de afstand tot de publiek (een meer directe mediatie) en voeden de teksten. Ik ben dus een groot voorstander van tekstschrijvers die deel uitmaken van het organiserende team en in nauw contact staan met de artistieke kern.
Hoe gaat dat te werk bij Contour, het schrijf- en redactieproces?
Eerst en vooraal schreef ik als communicatiemedewerker een voorzet voor teksten voor de site en de bezoekersgidsen etc op basis van het tekstmateriaal en de info die de kunstenaars of hun galerie me bezorgden. Ik vertaalde die teksten en kreeg vervolgens feedback van de curator, die we dan bespraken. De tekst werk herschreven als dat nodig was. Vervolgens kregen de kunstenaars de teksten nog te zien en werd hun eventuele feedback er ook in verwerkt. We besteden ook altijd de nodige aandacht aan de redactie van de vertalingen door externe vertalers (En/Fr), zodat er geen belangrijke nuances verloren gaan.
Video, film en installaties op bijzondere plekken, dat betekent dat bezoekers van de biënnale niet alleen op wandel zijn – ze bewegen zich van locatie to tlocatie verder – maar zich vaak ook in een black box of verduisterde ruimte bevinden. Dat maakt het niet evident om de teksten over de kunstwerken die in de bezoekersgids staan te lezen of om tentoonstellingslabels te lezen. Daar moet je dus creatief mee omgaan. Daarom hecht Contour – naast gedrukte tekst - veel belang aan andere manieren en dragers om info over te brengen. Dat verklaart ook de investering die we doen in goed opgeleide gidsen en mediatoren (gidsen ter plekke).
In 2011 kozen we ervoor om de tentoonstellingslabels te vervangen door interactieve info op ipads: op elke locatie hing een vaste ipad die bezoekers konden raadplegen. Ook de traditionele zaaltekst was vervangen door meer info over het thema van de biënnale, de locaties, de kunstenaars en de kunstwerken in drie talen op de ipad.
We gingen nog een stap verder, en lieten onze curator zelf aan het woord over de kunstwerken. OP de ipads kon je namelijk telkens een introductiefilmpje in het Engels (er was ook ondertiteling voorzien) bekijken waarin de curator uitleg gaf over de werken in kwestie. Die filmpjes kon je ook online terugvinden. Zo probeerden we inhoud dichterbij het publiek te brengen via een ander medium, dat ook mooi aansluit bij onze core business: bewegend beeld. Een valkuil waar we wel rekening mee proberen te houden is dit: te veel bewegend beeld en info bovenop de installaties, zodat bezoekers niet overrompeld worden door beeldmateriaal en de artistieke indrukken die ze opdoen kunnen verwerken.
We geloven sterk in een passende vorm bij de inhoud. Tekstwerk als maatwerk. En soms kan dan ook beslist worden om tekst volledig los te laten, zoals in 2011. Het thema van deze biënnale was ‘Sound and Vision: Beyond Reason’. Geluid, muziek en de zintuigelijke ervaring – voorbij de rede – stonden centraal. Samen met de curator beslisten we daarom om in plaats van een catalogus een vinylplaat te maken met daarop een – door de curator geselecteerde – reeks geluidswerken van de deelnemende kunstenaars.
Ook online kan je steeds heel wat teksten van Contour terugvinden. Alle tekstmateriaal uit de bezoekersgids staat op de site. Ook online geloven we in maatwerk: in vroeg het thema bijvoorbeeld om heel wat achtergrondinfo en was het interessant om de ‘making of’ te belichten. We ontwikkelden daarom een multimediale blog samen met een aantal jonge studenten en pas afgestuurde enthousiastelingen. Ze maakten foto’s, filmpjes, deden interviews en schreven verdiepende teksten over de biënnale. Ook op Facebook en Twitter gaan we in dialoog met ons publiek, opnieuw op een mediumspecifieke manier;
In 2013 werkten we in een voetbalstadion, een gevangenis en een kerk. Hoe informeer je buurtbewoners, kerkgangers, voetbalfans, gevangenisbezoekers, gedetineerden én gevangenispersoneel? En wat met toevallige voorbijgangers? We hebben toen grote bannertorens ontworpen die op straat voor de bewuste gebouwen stonden met daarop duidelijke teksten over het wat Contour is en wat het thema inhield,we kozen voor eenvoudige tentoonstellingslabels en bezoekersgidsen op een groter formaat omdat er minder locaties waren en bezoekers minder ‘al wandelend’ tekst moeten lezen.
Uiteraard hechten we belang aan de reacties van ons publiek op de teksten. We hebben hen hier nooit formeel over bevraagd, maar overwegend horen we positieve geluiden. Wat we wel gemerkt hebben is dat – tot mijn aanvankelijke verbazing – een te sterke focus op Engelstalige teksten (met ons internationaal publiek in het achterhoofd) – gevoelig lijkt te liggen in de stad Mechelen, dan zijn we een deel van ons lokale publiek kwijt. Net zoals te weinig ondertiteling van video’s(wat een dure kwestie is voor ons en niet altijd evident voor de kunstenaars, zo’n lap tekst in beeld. Soms wordt dit door hen geweigerd.). Dit is dus een evenwichtsoefenening.
Ik geloof in taalgebruik dat helder is maar intelligent, zonder te verkleuteren
In content die van binnenuit komt, tekst vanuit affiniteit met de inhoud. Dat is dan ook ineens de sterkte van het ontwikkelen van teksten binnen een klein team dat betrokken is bij alle aspecten van de biënnale. De input van de artistieke kern – de curator – is enorm waardevol.
Daarnaast blijven we merken dat de spreidstand internationaal – nationaal en lokaal, breed versus gespecialiseerd publiek een evenwichtsoefening blijft – zowel inhoudelijk als qua taalkeuze.
Tekst moet leven. In een ideale wereld is er een klimaat waarin er meer tijd en middelen zijn voor kunstenaars zodat zij meer betrokken kunnen zijn bij de tekstuele context die rondom hun werk wordt gecrëeerd. Daarbij droom ik ook van meer middelen voor een permanente Contourblog waarbij jong talent niet alleen een platform krijgt om hun fotografie- schrijf of film-talent te tonen en om zich te verdiepen in een hedendaagse kunsttentoonstelling, maar er ook een budget is om hen nog beter te kunnen coachen en een vergoeding te geven. In het algemeen droom ik van tekst die de ruimte krijgt om een volwaardige context te worden.