SlideShare a Scribd company logo
   De present simple is 1 van 2 vormen van de
    tegenwoordige tijd die gebruikt wordt in het
    Engels.
   Je gebruikt deze tijd in de volgende situaties:
    ◦   Als   iets   vaak gebeurt
    ◦   Als   iets   altijd gebeurt
    ◦   Als   iets   nooit gebeurt
    ◦   Als   iets   een feit is
   De present simple is de simpelste tijd. Je
    gebruikt bij alle personen altijd het hele
    werkwoord (ww. zonder to)
    ◦ to sing     sing
    ◦ to write    write
   Bij he, she en it komt er een –s achter het
    werkwoord (SHIT-regel)
   Let op: Peter, Linda, my dentist, her
    grandmother, this computer, etc. vallen ook
    onder he, she en it!
   We gebruiken het w.w. to say
    ◦   I           say
    ◦   you         say
    ◦   he/she/it   says (let hier dus op de -s!)
    ◦   we          say
    ◦   you         say
    ◦   they        say

    ◦ Veel mensen zeggen: we saying. Waarom maken
      mensen deze fout en waarom is dit niet goed?
   Als een woord eindigt met een s klank (to
    watch of to kiss), dan komt er een –es achter
    het w.w. i.p.v. een –s.
    ◦ I watch - he watches
    ◦ you kiss - she kisses.
   Dit geldt ook voor de w.w. to do en to go.
    ◦ I do - it does
    ◦ I go - he goes
   Probeer het nu eens zelf te doen met de
    volgende werkwoorden:
    ◦   to   talk
    ◦   to   work
    ◦   to   box
    ◦   to   present
   Het werkwoord zijn is in het Engels to be. Dit
    is een onregelmatig werkwoord.
   Het werkwoord is onregelmatig omdat de
    vorige regel hierop niet van toepassing is.
    ◦   I            am     (I’m)               am not
    ◦   you          are    (you’re)            aren’t
    ◦   he/she/it    is     (he’s/she’s/it’s)   isn’t
    ◦   we           are    (we’re)             aren’t
    ◦   you          are    (you’re)            aren’t
    ◦   they         are    (they’re)           aren’t
    ◦   ain’t/gonna/wanna: is spreektaal, dus gebruiken we
        niet!
   Het werkwoord hebben is in het Engels to
    have. Dit is ook een onregelmatig werkwoord.
   Het werkwoord is onregelmatig omdat de
    vorige regel hierop niet van toepassing is.
    ◦   I           have
    ◦   you         have
    ◦   he/she/it   has (niet haves!)
    ◦   we          have
    ◦   you         have
    ◦   they        have

More Related Content

What's hot

Futur simple
Futur simpleFutur simple
Futur simple
Ihsane Beyd
 
Powerpoint pres s of pres c
Powerpoint pres s of pres cPowerpoint pres s of pres c
Powerpoint pres s of pres cwboenglish
 
Bijwoorden
BijwoordenBijwoorden
Bijwoorden
English Grmmr
 
5h tenses
5h tenses5h tenses
5h tenses
MariscaBeekman
 
Past simple vs present perfect (2)
Past simple vs present perfect (2)Past simple vs present perfect (2)
Past simple vs present perfect (2)rocvt
 
Sterke en zwakke werkwoorden
Sterke en zwakke werkwoordenSterke en zwakke werkwoorden
Sterke en zwakke werkwoorden
Maaike Zijm
 
Present tenses
Present tensesPresent tenses
Present tenses
sbek94
 

What's hot (11)

Futur simple
Futur simpleFutur simple
Futur simple
 
Gr 5
Gr 5Gr 5
Gr 5
 
Powerpoint pres s of pres c
Powerpoint pres s of pres cPowerpoint pres s of pres c
Powerpoint pres s of pres c
 
Bijwoorden
BijwoordenBijwoorden
Bijwoorden
 
Gr 5
Gr 5Gr 5
Gr 5
 
5h tenses
5h tenses5h tenses
5h tenses
 
Past simple vs present perfect (2)
Past simple vs present perfect (2)Past simple vs present perfect (2)
Past simple vs present perfect (2)
 
Sterke en zwakke werkwoorden
Sterke en zwakke werkwoordenSterke en zwakke werkwoorden
Sterke en zwakke werkwoorden
 
Chapter 5 grammar
Chapter 5 grammarChapter 5 grammar
Chapter 5 grammar
 
Gr 4
Gr 4Gr 4
Gr 4
 
Present tenses
Present tensesPresent tenses
Present tenses
 

Viewers also liked

Present Simple Tense for Dutch students
Present Simple Tense for Dutch studentsPresent Simple Tense for Dutch students
Present Simple Tense for Dutch studentsarend57
 
Present simple, brugklas unit 2
Present simple, brugklas unit 2Present simple, brugklas unit 2
Present simple, brugklas unit 2
Heleen Vlasblom
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simple
MaiteSaenz
 
Present tenses ps_pc
Present tenses ps_pcPresent tenses ps_pc
Present tenses ps_pcenglishbol4
 
Present tense
Present tensePresent tense
Present tense
Rocio2010Freire
 
Present simple
Present simplePresent simple
Do does
Do   doesDo   does
Present tense power point
Present tense power pointPresent tense power point
Present tense power point
Nandra Simina
 
Powerpoint Present Simple
Powerpoint Present SimplePowerpoint Present Simple
Powerpoint Present Simple
elenaparragalcantara
 
Simple present tense
Simple present tenseSimple present tense
Simple present tense
milyrichi
 
Simple present tense
Simple present tenseSimple present tense
Simple present tense
iraidahj
 
Lesson plan present simple tense
Lesson plan present simple tense Lesson plan present simple tense
Lesson plan present simple tense
Xenni Dil Muhammad
 
Present simple explanation + exercises
Present simple explanation + exercisesPresent simple explanation + exercises
Present simple explanation + exercises
Teba Hernández
 

Viewers also liked (13)

Present Simple Tense for Dutch students
Present Simple Tense for Dutch studentsPresent Simple Tense for Dutch students
Present Simple Tense for Dutch students
 
Present simple, brugklas unit 2
Present simple, brugklas unit 2Present simple, brugklas unit 2
Present simple, brugklas unit 2
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simple
 
Present tenses ps_pc
Present tenses ps_pcPresent tenses ps_pc
Present tenses ps_pc
 
Present tense
Present tensePresent tense
Present tense
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simple
 
Do does
Do   doesDo   does
Do does
 
Present tense power point
Present tense power pointPresent tense power point
Present tense power point
 
Powerpoint Present Simple
Powerpoint Present SimplePowerpoint Present Simple
Powerpoint Present Simple
 
Simple present tense
Simple present tenseSimple present tense
Simple present tense
 
Simple present tense
Simple present tenseSimple present tense
Simple present tense
 
Lesson plan present simple tense
Lesson plan present simple tense Lesson plan present simple tense
Lesson plan present simple tense
 
Present simple explanation + exercises
Present simple explanation + exercisesPresent simple explanation + exercises
Present simple explanation + exercises
 

2011P1L2 - Present Simple

  • 1.
  • 2. De present simple is 1 van 2 vormen van de tegenwoordige tijd die gebruikt wordt in het Engels.  Je gebruikt deze tijd in de volgende situaties: ◦ Als iets vaak gebeurt ◦ Als iets altijd gebeurt ◦ Als iets nooit gebeurt ◦ Als iets een feit is
  • 3. De present simple is de simpelste tijd. Je gebruikt bij alle personen altijd het hele werkwoord (ww. zonder to) ◦ to sing sing ◦ to write write  Bij he, she en it komt er een –s achter het werkwoord (SHIT-regel)  Let op: Peter, Linda, my dentist, her grandmother, this computer, etc. vallen ook onder he, she en it!
  • 4. We gebruiken het w.w. to say ◦ I say ◦ you say ◦ he/she/it says (let hier dus op de -s!) ◦ we say ◦ you say ◦ they say ◦ Veel mensen zeggen: we saying. Waarom maken mensen deze fout en waarom is dit niet goed?
  • 5. Als een woord eindigt met een s klank (to watch of to kiss), dan komt er een –es achter het w.w. i.p.v. een –s. ◦ I watch - he watches ◦ you kiss - she kisses.  Dit geldt ook voor de w.w. to do en to go. ◦ I do - it does ◦ I go - he goes
  • 6. Probeer het nu eens zelf te doen met de volgende werkwoorden: ◦ to talk ◦ to work ◦ to box ◦ to present
  • 7. Het werkwoord zijn is in het Engels to be. Dit is een onregelmatig werkwoord.  Het werkwoord is onregelmatig omdat de vorige regel hierop niet van toepassing is. ◦ I am (I’m) am not ◦ you are (you’re) aren’t ◦ he/she/it is (he’s/she’s/it’s) isn’t ◦ we are (we’re) aren’t ◦ you are (you’re) aren’t ◦ they are (they’re) aren’t ◦ ain’t/gonna/wanna: is spreektaal, dus gebruiken we niet!
  • 8. Het werkwoord hebben is in het Engels to have. Dit is ook een onregelmatig werkwoord.  Het werkwoord is onregelmatig omdat de vorige regel hierop niet van toepassing is. ◦ I have ◦ you have ◦ he/she/it has (niet haves!) ◦ we have ◦ you have ◦ they have