De Arabische opstand van 1916-1918 is een van de meest tot de verbeelding sprekende gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog. Het verhaal van "Lawrence of Arabia" is alom bekend, en zijn opvattingen over irreguliere oorlogvoering bleken ook tijdens de recente conflicten in Irak en Afghanistan weer bruikbaar. Dit college bespreekt hoe de kleinschalige opstand tegen de Ottomaanse bezettingsmacht in het gebied rond Mekka en Medina uitgroeide tot de belangrijkste steunpilaar van de geallieerden in het Midden-Oosten. Onder invloed van T.E. Lawrence en andere geallieerde adviseurs veranderde de kleine ongeorganiseerde tribale strijdmacht in een formidabel Arabisch leger. Uiteindelijk was het de samenwerking van deze Arabische strijdmacht en het reguliere Britse leger die de Ottomaanse troepen in 1918 in Syrië definitief op de knieën bracht. Aan het einde van het college zullen we ook kort stil staan bij de betekenis van deze campagne voor de totstandkoming van het moderne Midden-Oosten. Drs. Martijn Kitzen (1978) is universitair docent krijgswetenschappen aan de Nederlandse Defensie Academie. Hij doorliep de Koninklijke Militaire Academie en studeerde politicologie in Leiden. Na tien jaren als militair gediend te hebben maakte Martijn de overstap naar de academische wereld. Momenteel werkt hij aan de afronding van zijn historisch proefschrift over het co-opteren van lokale leiders door Nederlandse militairen in de koloniale Atjeh oorlog en tijdens de hedendaagse missie in Uruzgan. Medio 2014 verschijnt ook een bewerking van dit proefschrift getiteld "Oorlog onder de mensen" (Ambo) waarin Nederlandse militaire ervaringen in Atjeh en Uruzgan centraal staan.