SlideShare a Scribd company logo
Zakelijke communicatie Inleiding
Communicatiemodel Efficiënt communiceren vereist permanente reflectie op het communicatiemodel: referentiekader 2
3 referentiekader
zender  boodschap  ontvanger Gewoon gesprek: deelnemers wisselen continu rol van zender en ontvanger Massacommunicatie is vaak eenrichtingsverkeer: zender blijft zender, ontvanger blijft ontvanger 4
5 referentiekader
code Code moet zowel door zender als ontvanger begrepen kunnen worden. Voorbeelden: Nederlands, Duits, West-Vlaams, Gronings, gebarentaal, morse, brailleschrift. Soms beschikken zender en ontvanger niet over een code die ze allebei goed beheersen. Soms beschikken zender en ontvanger wel over dezelfde code, maar ontstaan communicatieproblemen doordat details van de code voor zender en ontvanger verschillende betekenis hebben of niet voor allebei bekend zijn (bv. vakjargon, sms-taal). 6
7 referentiekader
uitingsvorm Uitingsvorm = de manier, de toon waarop de boodschap overgebracht wordt: vertrouwelijk, beleefd, afstandelijk, zakelijk, verontwaardigd, opgewekt, onbeleefd, grof, vriendelijk, nederig, zelfverzekerd, aarzelend … De uitingsvorm moet steeds aangepast zijn aan alle andere elementen van het communicatiemodel: sociale en hiërarchische verhouding tussen zender en ontvanger; aard van de boodschap; de gebruikte code; het medium; de bedoeling. 8
9 referentiekader
medium Het medium is het transportkanaal van de communicatie: stem + lucht + gehoor, hand + pen + papier + gezicht, gebaren + gezicht, mimiek + gezicht, stem + technologie + gehoor (telefoon); handen + toetsenbord + technologie + beeldscherm + gezicht (e-mail, sms) … Het succes van de communicatie hangt voor een goed deel af van de keuze van het medium. De keuze van het medium moet in overeenstemming zijn met de bedoeling van de communicatie.  10
11 referentiekader
bedoeling De zender heeft altijd een reden en dus een doel om te communiceren. De zender moet de boodschap zo opbouwen dat de ontvanger de bedoeling van de communicatie begrijpt en dat de ontvanger het doel van de zender wil helpen realiseren. Een goede klachtenbrief of klachtenmail moet daarom zo geformuleerd zijn dat de klager aantoont dat hij openstaat voor een oplossing (op voorwaarde dat dat het doel is van de klager). Als het doel van de klager alleen maar is frustratie te uiten, dan hoeft de brief of mail geen openheid te vertonen. Drie mogelijke bedoelingen:  informeren; overtuigen; aansporen. 12
13 referentiekader
referentiekader Het referentiekader = het geheel van gewoonten, regels en normen waarbinnen met tijdens het communiceren functioneert. Gewoonten, regels en normen komen tot stand door opvoeding en opleiding, zijn het gevolg van een gemeenschappelijke ruimtelijke context, temporele context, culturele context, historische context, religieuze context. Als zender en ontvanger hetzelfde referentiekader hebben, is de communicatie makkelijker en succesvoller dan als dat niet het geval is. Hoe meer het referentiekader van de zender verschilt van dat van de ontvanger, hoe moeilijker de communicatie. 14
Oefening In het filmpje zijn enkele regels van het communicatiemodel overtreden. Welke? Het is precies die overtreding die de humor veroorzaakt.http://www.youtube.com/watch?gl=NL&hl=nl&v=WY09pAEsLhQ Welke onderdelen van het communicatiemodel zijn in deze brief verwaarloosd?brief_koninklijkebibliotheek.pdf Welke onderdelen van het communicatiemodel zijn in deze film verwaarloosd?Oorlogsdrama is 'spervuur van dt-fouten'.pdf Welke onderdelen van het communicatiemodel zijn in de film Loft overtreden, verondersteld dat de film alle Nederlandstaligen als doelpubliek heeft?e-mail over tussentaal in Loft.pdf 15
Oefening (vervolg) Bekijk eerst cartoon jij - u.pdfen bepaal dan hoe de regels van het communicatiemodel overtreden zijn in de volgende e-mailcorrespondentie: correspondentie met Klaas Storme (u - je).pdf. 16
Soorten communicatie(standpunt van de zender) Externe communicatie: onderhandeling met leveranciers; verkoopsbrieven; sollicitatiegesprek; bestelling. Interne communicatie: telefoonmemo; nota van de directie voor het personeel; verslag van een vergadering; reiskostendeclaratie. 17
Soorten communicatie(vorm van de boodschap) Verbale en non-verbale communicatie Verbaal: met woorden; Non-verbaal: hoofdknikken, gebaren, mimiek, lachen, huilen, stemhoogte, klemtoon, spreeksnelheid, oogcontact, papierkeuze, typografie, illustraties, schema’s, tabellen, grafieken ... 18
Soorten communicatie(vorm van de boodschap) Keuze voor mondelinge of schriftelijke communicatie hangt af van: beschikbare tijd; toegankelijkheid van de boodschap voor meerdere ontvangers tegelijk; tijdstip waarop de ontvanger de boodschap wil, kan, moet … lezen/horen; controleerbaarheid van de boodschap achteraf; wenselijkheid van (snelle, niet-dringende) reactie; communicatieve vaardigheden van de ontvanger (lezen, luisteren, begrijpen, taalkennis …). 19
Soorten communicatie(standpunt van ontvanger) Intrapersoonlijke communicatie zender = ontvanger 	bv. dagboek, (hardop) denken, lesnotities, agenda, actielijst Interpersoonlijke communicatie zender + één of meer ontvangers zender kent doorgaans ontvanger(s) bijna altijd reactie gewenst bv. zakelijke communicatie (interview, telefoongesprek, brief, e-mail, sms, dialoog, fax …) Massacommunicatie zender + groot aantal ontvangers zender kent ontvangers niet persoonlijk reactie bijna onmogelijk bereik en effect van de boodschap moeilijk te meten bv. radio, tv, internet, sms, e-mail 20
Oefening Om welke soort communicatie gaat het in de volgende gevallen? mededeling op een monitor in de hal van de KHBO Skypegesprek tussen drie mensen een memootje op de keukentafel om niet te vergeten brood uit de diepvries te halen een debat op de televisie tussen vier experts het waarschuwende fluitsignaal van de politieagent die het verkeer regelt het fluitconcert van supporters bijsluiter bordjes die de weg naar de nooduitgang aanwijzen Een boodschap op een antwoordapparaat 21

More Related Content

Similar to 1 communicatiemodel

Theoretische uitgangspunten bij jongerencommunicatie door Eric Goubin
Theoretische uitgangspunten bij jongerencommunicatie door Eric GoubinTheoretische uitgangspunten bij jongerencommunicatie door Eric Goubin
Theoretische uitgangspunten bij jongerencommunicatie door Eric Goubinvipjeugd_kathleen
 
Communicatie En Feedback
Communicatie En FeedbackCommunicatie En Feedback
Communicatie En Feedback
henknijenkamp
 
e-mails en brieven schrijven
e-mails en brieven schrijvene-mails en brieven schrijven
e-mails en brieven schrijven
Manon Roelandt
 
Samenvatting Trends en issues in massacommunicatie
Samenvatting Trends en issues in massacommunicatieSamenvatting Trends en issues in massacommunicatie
Samenvatting Trends en issues in massacommunicatie
lisa_123
 
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AObEffectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Frederik Smit
 
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AObEffectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Frederik Smit
 

Similar to 1 communicatiemodel (6)

Theoretische uitgangspunten bij jongerencommunicatie door Eric Goubin
Theoretische uitgangspunten bij jongerencommunicatie door Eric GoubinTheoretische uitgangspunten bij jongerencommunicatie door Eric Goubin
Theoretische uitgangspunten bij jongerencommunicatie door Eric Goubin
 
Communicatie En Feedback
Communicatie En FeedbackCommunicatie En Feedback
Communicatie En Feedback
 
e-mails en brieven schrijven
e-mails en brieven schrijvene-mails en brieven schrijven
e-mails en brieven schrijven
 
Samenvatting Trends en issues in massacommunicatie
Samenvatting Trends en issues in massacommunicatieSamenvatting Trends en issues in massacommunicatie
Samenvatting Trends en issues in massacommunicatie
 
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AObEffectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
 
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AObEffectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
Effectief onderhandelen. Medezeggenschapscursus AOb
 

1 communicatiemodel

  • 2. Communicatiemodel Efficiënt communiceren vereist permanente reflectie op het communicatiemodel: referentiekader 2
  • 4. zender  boodschap  ontvanger Gewoon gesprek: deelnemers wisselen continu rol van zender en ontvanger Massacommunicatie is vaak eenrichtingsverkeer: zender blijft zender, ontvanger blijft ontvanger 4
  • 6. code Code moet zowel door zender als ontvanger begrepen kunnen worden. Voorbeelden: Nederlands, Duits, West-Vlaams, Gronings, gebarentaal, morse, brailleschrift. Soms beschikken zender en ontvanger niet over een code die ze allebei goed beheersen. Soms beschikken zender en ontvanger wel over dezelfde code, maar ontstaan communicatieproblemen doordat details van de code voor zender en ontvanger verschillende betekenis hebben of niet voor allebei bekend zijn (bv. vakjargon, sms-taal). 6
  • 8. uitingsvorm Uitingsvorm = de manier, de toon waarop de boodschap overgebracht wordt: vertrouwelijk, beleefd, afstandelijk, zakelijk, verontwaardigd, opgewekt, onbeleefd, grof, vriendelijk, nederig, zelfverzekerd, aarzelend … De uitingsvorm moet steeds aangepast zijn aan alle andere elementen van het communicatiemodel: sociale en hiërarchische verhouding tussen zender en ontvanger; aard van de boodschap; de gebruikte code; het medium; de bedoeling. 8
  • 10. medium Het medium is het transportkanaal van de communicatie: stem + lucht + gehoor, hand + pen + papier + gezicht, gebaren + gezicht, mimiek + gezicht, stem + technologie + gehoor (telefoon); handen + toetsenbord + technologie + beeldscherm + gezicht (e-mail, sms) … Het succes van de communicatie hangt voor een goed deel af van de keuze van het medium. De keuze van het medium moet in overeenstemming zijn met de bedoeling van de communicatie. 10
  • 12. bedoeling De zender heeft altijd een reden en dus een doel om te communiceren. De zender moet de boodschap zo opbouwen dat de ontvanger de bedoeling van de communicatie begrijpt en dat de ontvanger het doel van de zender wil helpen realiseren. Een goede klachtenbrief of klachtenmail moet daarom zo geformuleerd zijn dat de klager aantoont dat hij openstaat voor een oplossing (op voorwaarde dat dat het doel is van de klager). Als het doel van de klager alleen maar is frustratie te uiten, dan hoeft de brief of mail geen openheid te vertonen. Drie mogelijke bedoelingen: informeren; overtuigen; aansporen. 12
  • 14. referentiekader Het referentiekader = het geheel van gewoonten, regels en normen waarbinnen met tijdens het communiceren functioneert. Gewoonten, regels en normen komen tot stand door opvoeding en opleiding, zijn het gevolg van een gemeenschappelijke ruimtelijke context, temporele context, culturele context, historische context, religieuze context. Als zender en ontvanger hetzelfde referentiekader hebben, is de communicatie makkelijker en succesvoller dan als dat niet het geval is. Hoe meer het referentiekader van de zender verschilt van dat van de ontvanger, hoe moeilijker de communicatie. 14
  • 15. Oefening In het filmpje zijn enkele regels van het communicatiemodel overtreden. Welke? Het is precies die overtreding die de humor veroorzaakt.http://www.youtube.com/watch?gl=NL&hl=nl&v=WY09pAEsLhQ Welke onderdelen van het communicatiemodel zijn in deze brief verwaarloosd?brief_koninklijkebibliotheek.pdf Welke onderdelen van het communicatiemodel zijn in deze film verwaarloosd?Oorlogsdrama is 'spervuur van dt-fouten'.pdf Welke onderdelen van het communicatiemodel zijn in de film Loft overtreden, verondersteld dat de film alle Nederlandstaligen als doelpubliek heeft?e-mail over tussentaal in Loft.pdf 15
  • 16. Oefening (vervolg) Bekijk eerst cartoon jij - u.pdfen bepaal dan hoe de regels van het communicatiemodel overtreden zijn in de volgende e-mailcorrespondentie: correspondentie met Klaas Storme (u - je).pdf. 16
  • 17. Soorten communicatie(standpunt van de zender) Externe communicatie: onderhandeling met leveranciers; verkoopsbrieven; sollicitatiegesprek; bestelling. Interne communicatie: telefoonmemo; nota van de directie voor het personeel; verslag van een vergadering; reiskostendeclaratie. 17
  • 18. Soorten communicatie(vorm van de boodschap) Verbale en non-verbale communicatie Verbaal: met woorden; Non-verbaal: hoofdknikken, gebaren, mimiek, lachen, huilen, stemhoogte, klemtoon, spreeksnelheid, oogcontact, papierkeuze, typografie, illustraties, schema’s, tabellen, grafieken ... 18
  • 19. Soorten communicatie(vorm van de boodschap) Keuze voor mondelinge of schriftelijke communicatie hangt af van: beschikbare tijd; toegankelijkheid van de boodschap voor meerdere ontvangers tegelijk; tijdstip waarop de ontvanger de boodschap wil, kan, moet … lezen/horen; controleerbaarheid van de boodschap achteraf; wenselijkheid van (snelle, niet-dringende) reactie; communicatieve vaardigheden van de ontvanger (lezen, luisteren, begrijpen, taalkennis …). 19
  • 20. Soorten communicatie(standpunt van ontvanger) Intrapersoonlijke communicatie zender = ontvanger bv. dagboek, (hardop) denken, lesnotities, agenda, actielijst Interpersoonlijke communicatie zender + één of meer ontvangers zender kent doorgaans ontvanger(s) bijna altijd reactie gewenst bv. zakelijke communicatie (interview, telefoongesprek, brief, e-mail, sms, dialoog, fax …) Massacommunicatie zender + groot aantal ontvangers zender kent ontvangers niet persoonlijk reactie bijna onmogelijk bereik en effect van de boodschap moeilijk te meten bv. radio, tv, internet, sms, e-mail 20
  • 21. Oefening Om welke soort communicatie gaat het in de volgende gevallen? mededeling op een monitor in de hal van de KHBO Skypegesprek tussen drie mensen een memootje op de keukentafel om niet te vergeten brood uit de diepvries te halen een debat op de televisie tussen vier experts het waarschuwende fluitsignaal van de politieagent die het verkeer regelt het fluitconcert van supporters bijsluiter bordjes die de weg naar de nooduitgang aanwijzen Een boodschap op een antwoordapparaat 21