SlideShare a Scribd company logo
1 of 2
Download to read offline
1
De vorming van de stam : theorie.
A) Wat is een verbum?
Het verbum drukt de handeling in de zin uit.
In het woordenboek vind je de verba in de infinitief. Dat is de basisvorm van het
verbum. Die vorm verandert naargelang het subject (het onderwerp) in de zin.
voorbeeld: lachen (= infinitief) ↔ hij lacht (hij = subject)
B) de stam
Om de verba te kunnen vervoegen moet je weten wat 'de stam' van het verbum is.
Meestal is dat de infinitief zonder '-en'.
voorbeeld: lachen (= infinitief) ↔ lach = stam
Er zijn echter ook uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld de verba :
 gaan (=infinitief) → stam = ga
 staan (=infinitief) → stam = sta
 doen (=infinitief) → stam = doe
!!! opgelet !!! :
Verba die een lange klank hebben in de infinitief, moeten
ook een lange klank hebben in de stam.
Verba die een korte klank hebben in de infinitief, moeten
ook een korte klank hebben in de stam.
voorbeeld 1:
infinitief : lopen (lange klank)
stam : lopen (= korte klank)
→ !!! dus : de stam is niet ‘lop’ maar ‘loop’ (lange klank)
voorbeeld 2 :
infinitief : zeggen (korte klank)
stam : zeggen (= korte klank)
→ !!! maar : de stam is niet ‘zegg’ maar ‘zeg’ (geen dubbele consonant nodig, de
klank is al kort)
Bron van de afbeelding : nl.tenstickers.be
2
MAAR !
lopen : loop
nemen : neem lange a, e, o, u → lange aa, ee ,oo ,uu
halen : haal
duren : duur
liggen : lig geen dubbele consonant op het einde
kloppen : klop van een woord
bellen : bel
pakken : pak
reizen : reis z → s
leven : leef v → f
stam = infinitief -EN of -N

More Related Content

What's hot (16)

Grammaire
GrammaireGrammaire
Grammaire
 
Passive
PassivePassive
Passive
 
Formuleren
FormulerenFormuleren
Formuleren
 
Wat zijn leenwoorden?
Wat zijn leenwoorden?Wat zijn leenwoorden?
Wat zijn leenwoorden?
 
Tekstbureau T.I.M. Werkwoordspelling
Tekstbureau T.I.M. WerkwoordspellingTekstbureau T.I.M. Werkwoordspelling
Tekstbureau T.I.M. Werkwoordspelling
 
Oe eu theorie
Oe eu theorieOe eu theorie
Oe eu theorie
 
Spelling werkwoorden
Spelling werkwoordenSpelling werkwoorden
Spelling werkwoorden
 
Participia in het Grieks
Participia in het GrieksParticipia in het Grieks
Participia in het Grieks
 
Participia
ParticipiaParticipia
Participia
 
Participia
ParticipiaParticipia
Participia
 
Poëzie ppt
Poëzie pptPoëzie ppt
Poëzie ppt
 
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
 
Consonanten theorie nieuw
Consonanten theorie nieuwConsonanten theorie nieuw
Consonanten theorie nieuw
 
Werkwoordspelling
WerkwoordspellingWerkwoordspelling
Werkwoordspelling
 
Terminos gramaticales en holandes y latín muy parecidos al español
Terminos gramaticales en holandes y latín muy parecidos al españolTerminos gramaticales en holandes y latín muy parecidos al español
Terminos gramaticales en holandes y latín muy parecidos al español
 
Werkwoordspelling
WerkwoordspellingWerkwoordspelling
Werkwoordspelling
 

Vorming van de stam

  • 1. 1 De vorming van de stam : theorie. A) Wat is een verbum? Het verbum drukt de handeling in de zin uit. In het woordenboek vind je de verba in de infinitief. Dat is de basisvorm van het verbum. Die vorm verandert naargelang het subject (het onderwerp) in de zin. voorbeeld: lachen (= infinitief) ↔ hij lacht (hij = subject) B) de stam Om de verba te kunnen vervoegen moet je weten wat 'de stam' van het verbum is. Meestal is dat de infinitief zonder '-en'. voorbeeld: lachen (= infinitief) ↔ lach = stam Er zijn echter ook uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld de verba :  gaan (=infinitief) → stam = ga  staan (=infinitief) → stam = sta  doen (=infinitief) → stam = doe !!! opgelet !!! : Verba die een lange klank hebben in de infinitief, moeten ook een lange klank hebben in de stam. Verba die een korte klank hebben in de infinitief, moeten ook een korte klank hebben in de stam. voorbeeld 1: infinitief : lopen (lange klank) stam : lopen (= korte klank) → !!! dus : de stam is niet ‘lop’ maar ‘loop’ (lange klank) voorbeeld 2 : infinitief : zeggen (korte klank) stam : zeggen (= korte klank) → !!! maar : de stam is niet ‘zegg’ maar ‘zeg’ (geen dubbele consonant nodig, de klank is al kort) Bron van de afbeelding : nl.tenstickers.be
  • 2. 2 MAAR ! lopen : loop nemen : neem lange a, e, o, u → lange aa, ee ,oo ,uu halen : haal duren : duur liggen : lig geen dubbele consonant op het einde kloppen : klop van een woord bellen : bel pakken : pak reizen : reis z → s leven : leef v → f stam = infinitief -EN of -N