SlideShare a Scribd company logo
1 of 222
Download to read offline
S.M. 3069A
                                                                CB0H - CB0T




                      BIJZONDERHEDEN CLIO MET
                           MOTORTYPE K4M




           Raadpleeg MR 337voor de onderwerpen die hier niet beschreven worden.


77 11 202 679                                                              OCTOBER 1998                                             Edition néerlandaise

                                                                                            Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Régie Nationale des Usines
De door de konstrukteur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit                      Renault SA .
document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen gel-                    Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document eve-
dend op het tijdstip dat dit boekwerk werd samengesteld.                                    nals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van
Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de konstrukteur                        aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen
tussentijds konstruktiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft                       schriftelijke toestemming van Régie Nationale des Usines Renault SA.
aangebracht.
                                                                           C RENAULT 1998
Inhoud

                                          Blz.                                                      Blz.

07 AFSTELWAARDEN EN GEGEVENS                              13 BRANDSTOFTOEVOER

   Inhouden - Soorten                    07-1                Inspuitstukken                        13-1
   Spannen aandrijfriem hulporganen      07-3                Benzinedruk                           13-2
   Spannen distributieriem               07-5                Anti-dampbelsysteem                   13-3
   Vastzetten kopbouten                  07-13
   Bodemhoogte                           07-14
   Banden - wielen                       07-15
   Remdrukbegrenzer                      07-16
   Remmen                                07-17            14 ANTI-LUCHTVERONTREINIGING
   Controlewaarden voortreinhoeken       07-18
                                                             Benzinedampabsorptiesysteem           14-1
   Controlewaarden achtertrein-
                                                             Carterventilatie                      14-5
   hoeken                                07-19



                                                          16 STARTEN - LADEN

10 MOTOR EN ONDERZIJDE                                       Dynamo                                16-1
                                                             Startmotor                            16-3
   Identificatie                         10-1
   Oliedruk                              10-2
   Motor - Versnelingsbak                10-3
   Carterpan                             10-9             17 ONTSTEKING EN INSPUITING
   Steunplaat                            10-12
                                                             Statische ontsteking                  17-1
                                                             Algemeen                              17-2
                                                             Plaats van de onderdelen              17-3
11 CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE                                Bijzonderheden sequentiële inspui-
                                                             ting                                  17-5
   Distributieriem                       11-1                Startvergrendelingsfunctie            17-7
   Koppakking                            11-5                Wisselwerking met airconditioning     17-8
                                                             Correctie stationair toerental        17-9
                                                             Adaptieve correctie stationair toe-
                                                             rental                                17-10
12 INLAATSPRUITSTUK -                                        Mengselregeling                       17-11
   SMOORKLEPHUIS                                             Adaptieve mengselcorrectie            17-13
                                                             Lamda sondes                          17-16
   Gegevens                              12-1                Centrale regeling koelvloeistoftem-
   Demper inlaatluchtcircuit             12-4                peratuur                              17-17
   Inlaatluchttoevoer                    12-5                Aansluitingen rekeneenheid            17-20
   Smoorklephuis / actuator stationair                       Elektrisch schema                     17-21
   toerental                             12-6
   Inlaatspruitstuk                      12-7
   Beugel inspuitstukhouder              12-8
   Uitlaatspruistuk                      12-10
Inhoud

                                        Blz.                                                      Blz.

17 ONTSTEKING - INSPUITING (vervolg)                     21 VERSNELLINGSBAK

   Storing Zoeken                                           Identificatie                        21-1
   Storing Zoeken - Inleiding          17-23                Overbrengingsverhoudingen            21-2
   Storing Zoeken - Storingsvlakjes    17-27                Inhoud - smeermiddelen               21-3
   Storing Zoeken - Conformiteits-     17-88                Producten                            21-4
   controle                                                 Systematisch te vervangen onderde-
   Storing Zoeken - Toestand vlakjes   17-98                len                                  21-4
   Storing Zoeken - Parameters         17-105               Bijzonderheden                       21-5
   Storing Zoeken - Stuursignalen      17-113
   Storing Zoeken - Klachten           17-115
   Storing Zoeken - Zoekschema’s       17-116
                                                         36 STUURINRICHTING
                                                            Stuurbekrachtigingspomp              36-1



19 KOELSYSTEEM - MOTOROPHANGING
                                                         62 AIRCONDITIONING
   Vullen - ontluchten                 19-1
   Schematische voorstelling           19-2                 Algemeen                             62-1
   Waterpomp                           19-3                 Compressor                           62-2
   Pendelophanging                     19-5                 Condensor                            62-3
                                                            Ontlastventiel                       62-4
                                                            Waterafscheider                      62-5
                                                            Airco-leidingen                      62-6
20 KOPPELING
   Drukgroep - Koppelingsplaat         20-1
   Vliegwiel                           20-4
GEGEVENS EN AFSTELWAARDEN
                                Inhouden - soorten                                                              07
                        Inhoud
     Orgaan             in liters                                            Oliesoort
                    bij benadering   *

    Motorblok        Bij verversen                                      EEG & Turkije
      (olie)
                                                                             BENZINE

                                                              - 15 °C

                                                 - 30 °C - 20 °C    - 10 °C    0 °C + 10 °C + 20 °C + 30 °C


                                                                    ACEA A2/A3        15W40-15W50


                                                             ACEA A1*/A2/A3           10W30-10W40-10W50


                                                     ACEA A1*/A2/A3           0W30-5W30


                                                     ACEA A1*/A2/A3           0W40-5W40-5W50


                                                 Norm ACEA A1-98
                                                 * Olie voor zuinig rijden
                          4,25
      K4M
                        4,75 (1)
                                                                       OVERIGE LANDEN
                                         De volgende specificaties gelden indien de voor Europa voor-
                                         geschreven oliesoorten niet voorhanden zijn:


                                                                             BENZINE

                                                             - 15 °C

                                                - 30 °C - 20 °C    - 10 °C    0 °C    + 10 °C + 20 °C + 30 °C


                                                                   API SH/SJ      15W40-15W50


                                                            API SH/SJ         10W40-10W50


                                                            API SH/SJ         10W30


                                                    API SH/SJ      5W30


                                                    API SH/SJ      5W40-5W50


                                                Olie voor zuinig rijden:
                                                Norm API SJ-IL SAC GF2


*   Bijvullen m.b.v. peilstaaf
(1) bij vervangen oliefilter


                                                          07-1
GEGEVENS EN AFSTELWAARDEN
                          Inhouden - soorten                                                     07
                  Inhoud in
    Orgaan                         Oliesoort                           Bijzonderheden
                    liters

Versnellingsbak               Alle landen: TRANSELF TRX 75 W 80 W
                     3,4
      JB3                     (Norm API GL5 of MIL-L 2105 G of D)

                                                     Bescherming tot - 20 °C ± 2 °C voor gematigd en
  Koelcircuit
                                   Glacéol RX                            koud klimaat.
    K4M              6,2
                                    (type D)         Bescherming tot - 37 °C ± 2 °C voor zeer koude
                                                     landen




                                                 07-2
MET AIRCO
                       GEGEVENS EN AFSTELWAARDEN
                      Spanning aandrijfriem hulporganen                                               07
UITBOUWEN                                                     DYNAMO, STUURBEKRACHTIGINGSPOMP EN
                                                              AIRCONDITIONINGSCOMPRESSOR
Plaats de auto op een tweekoloms hefbrug.

Maak de accukabels los.

Verwijder :
- de spatplaat in de rechter wielkuip,
- de grille,
- de koplamp rechts voor.

Draai met een verzette ringsleutel van 13 mm de
automatische riemspanner in de hieronder aange-
geven richting. Zet de spanrol vast met een in-
bussleutel (1) van 6 mm.




                                                                                                         14976R


                                                              A   Krukas
                                                              B   Airco-compressor
                                                              C   Dynamo
                                                              D   Stuurbekrachtigingspomp
                                                              E   Geleiderol
                                                              T   Automatische spanrol


                                                              INBOUWEN

                                                              Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou-
                                                              wen.
                                            14494-3R




                                                       07-3
ZONDER AIRCO
                           WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                        Spanning aandrijfriem hulporganen                                               07
                                       ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP

                               Mot.      1273     Riemspannningsmeter



DYNAMO EN STUURBEKRACHTIGING




                                                14977R          14888R


Het spannen van de riem gebeurt met behulp van                  N.B.: De hulporganen-aandrijfriem heeft vier
de bout (1) (met de twee bevestigingsbouten van                 groeven, terwijl de poelies op de krukas en de
de spanrol losgedraaid). Vervolgens zet u de moer               stuurbekrachtigingspomp er vijf hebben; let er
(2) vast.                                                       bij het monteren op dat de BUITENSTE groef op
                                                                beide poelies vrij blijft (E) .

                                Aandrijfriem
    Riemspanning
                               stuurbekrachti-
 (US = SEEM-eenheid)
                                 gingspomp

       Bij montage                    108 ± 6

    Min. werkspanning                   60


A    Krukas
B    Stuurbekrachtigingspomp
C    Dynamo
T    Spanrol

→ Controlepunt riemspanning




                                                         07-4
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                                Spanning distributieriem                                                  07
                                    ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP

                 Mot.     799 -01   Blokkeergereedschap distributiepoelies
                 Mot.    1368       Aantrekgereedschap geleiderol distributie
                 Mot.    1489       BDP-stift
                 Mot.    1490       Blokkeergereedschap nokkenaspoelies
                 Mot.    1496       Blokkeergereedschap nokkenassen


                                        ONMISBAAR GEREEDSCHAP

                                            Hoekverdraaisleutel



Er zijn twee methodes voor het afstellen van de               Plaats Mot. 1496 en zet het vast over de einden
distributie.                                                  van de nokkenas.

De eerste methode gebruikt u na het vervangen
van enig onderdeel aan de voorzijde van de distri-
butie waarvoor het niet nodig is geweest een of
twee nokkenaspoelie(s) los te draaien.


Afstellen van de distributie

LET OP: het is van groot belang dat u het einde
van de krukas, de boring in de poelie en de raak-
vlakken tussen krukas en poelie grondig ontvet
om motorschade te voorkomen als gevolg van
het slippen van de poelie op de krukas.

Plaats de inkepingen op de nokkenassen met be-
hulp van Mot. 799-01 zoals hieronder is getekend.



                                                                                                                14928R




                                              14490S


                                                       07-5
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                              Spannen distributieriem                                                   07
Controleer of de krukas goed tegen de BDP-stift                Aanbrengen van de riem
Mot. 1489 aanligt (groef (5) van de krukas wijst
omhoog).                                                       Bij het vervangen van de distributieriem moeten
                                                               de spanrollen en de distributierol worden vervan-
                                                               gen.

                                                               Controleer bij montage van de spanrol of de nok
                                                               goed in de groef (A) valt.




                                               14489R




                                                                                                         14505-1R2




                                            14487-1R1




                                                        07-6
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                              Spannen distributieriem                                                      07
Monteer:                                                      Spannen van de riem
- de distributieriem,
- de spanrol en zet de bevestigingsbout vast met              Verdraai de draaibare wijzer (A’) van de spanrol 7
  Mot. 1368 met een koppel van 4,5 daN.m),                    tot 8 mm ten opzichte van de vaste wijzer (7) met
                                                              behulp van een inbussleutel van 6 mm (in B).

                                                              N.B.: stand (A) is de ruststand van de draaibare
                                                              wijzer.




                                            14487-2R




N.B.:
                                                                                                           14505-4R1
- de bout van de krukaspoelie van de aandrijf-
  riem hulporganen is opnieuw te gebruiken als                Span de moer van de spanrol voor met 0,7 daN.m.
  de lengte onder de kop gemeten niet groter is
  dan 49,1 mm, anders moet u hem vervangen,                   Zet de bout van de krukaspoelie vast met 2 daN.m
- smeer een nieuwe poeliebout niet met olie.                  en daarna over een hoek van 135° ± 15° (krukas
  Een gebruikte bout moet echter beslist met olie             steunt op BDP-stift).
  worden gesmeerd.
                                                              Verwijder het nokkenas-afstelgereedschap Mot.
                                                              1496 en BDP-stift Mot. 1489 .

                                                              Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom
                                                              (distributiezijde), en schroef voor het einde van de
                                                              tweede omwenteling de BDP-stift Mot. 1489 in
                                                              het motorblok en draai de krukas langzaam en
                                                              zonder schokken tegen de stift.

                                                              Verwijder de BDP-stift.

                                                              Houd de spanrol met een 6 mm inbussleutel tegen
                                                              en draai de moer van de spanrol maximaal een
                                                              omwenteling los

                                                              Breng de draaibare wijzer in lijn met de vaste wij-
                                                              zer en zet de moer definitief vast met 2,7 daN.m.




                                                       07-7
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                                  Spannen distributieriem     07
Controle van de spanning en van de afstelling

Controle van de spanning

Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom
(distributiezijde), en schroef voor het einde van de
tweede omwenteling de BDP-stift Mot. 1489 in
het motorblok en draai de krukas langzaam en
zonder schokken tegen de stift.

Verwijder de BDP-stift.

Controleer of de wijzers van de spanrol in lijn lig-
gen, herhaal anders de spanprocedure.


Controle van de afstelling

Controleer, voordat u de afstelling van de distri-            14490S
butie controleert, of de wijzers van de spanrol in
lijn liggen.

Schroef de BDP-stift Mot. 1489 in het motorblok
en draai de krukas langzaam en zonder schokken
tegen de stift.

Plaats (zonder forceren) het nokkenas-afstelge-
reedschap Mot. 1496: de inkepingen in de nok-
kenassen moeten horizontaal liggen. Als het ge-
reedschap niet goed past, moet u de distributie
en de riemspanning opnieuw afstellen.




                                                              14928R




                                                       07-8
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                                 Spannen distributieriem                                                07
De tweede methode gebruikt u na het vervangen               Plaats Mot. 1496 en zet het vast over de einden
van enig onderdeel aan de voorzijde van de dis-             van de nokkenas.
tributie waarvoor het nodig is geweest een of
beide nokkenaspoelie(s) los te draaien.


Afstellen van de distributie

LET OP: het is van groot belang dat u het einde
van de krukas en de nokkenas(sen), de boring in
de poelies en de raakvlakken tussen krukas en
poelie en nokkenas en poelie grondig ontvet om
motorschade te voorkomen als gevolg van het
slippen van de poelie op de krukas of de nokken-
as.

Draai de inkepingen van de nokkenassen zoals
hieronder is getekend, door de nokkenassen te
verdraaien met behulp van de oude poeliemoeren
op de schroefdraad op de nokkenassen.


                                                                                                              14928R



                                                            Plaats de nokkenaspoelies en draai de (verplicht
                                                            nieuwe) moeren vast tot op 0,5 tot 1 mm van de
                                                            poelie.

                                                            Controleer of de krukas goed tegen de BDP-stift
                                                            Mot. 1489 aanligt (groef (5) van de krukas wijst
                                                            omhoog).




                                            14490S




                                                                                                              14489R




                                                     07-9
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                              Spannen distributieriem                                                    07
                                                               Controleer bij montage of de nok van de spanrol
Bij het vervangen van de distributieriem moeten                goed in de groef (A) valt.
de spanrollen en de distributierol worden vervan-
gen.

Draai de nokkenaspoelies zo dat de spaken met
het Renault-logo vertikaal omhoog wijzen (A), leg
distributieriem over de nokkenaspoelies en mon-
teer het poelieblokkeergereedschap Mot. 1490
(zet Mot. 1490 vast in de bevestigingsgaten voor
het distributiedeksel).




                                                                                                         14505-1R2


                                                               Monteer:
                                                               - de distributieriem,
                                                               - de spanrol en zet de bevestigingsbout vast met
                                                                 Mot. 1368 met een koppel van 4,5 daN.m),

                                           14487-1R2




                                                                                                           14487-3S



14839R




                                                       07-10
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                               Spannen distributieriem                                                        07
Monteer de krukaspoelie van de aandrijfriem                        Verwijder het poelieblokkeergereedschap Mot.
hulporganen en draai de bout ervan niet tegen                      1490.
de poelie vast (ruimte tussen bout en poelie 2 tot
3 mm).                                                             Verdraai de distributie zes omwentelingen met de
                                                                   uitlaatnokkenaspoelie met behulp van Mot. 799-
N.B.:                                                              01.
- de bout van de krukaspoelie van de aandrijf-
  riem hulporganen is opnieuw te gebruiken als                     Houd de spanrol met een 6 mm inbussleutel tegen
  de lengte onder de kop gemeten niet groter is                    en draai de moer van de spanrol maximaal een
  dan 49,1 mm, anders moet u hem vervangen,                        omwenteling los
- smeer een nieuwe poeliebout niet met olie.
  Een gebruikte bout moet echter beslist met olie                  Breng de draaibare wijzer (A’) in lijn met de vaste
  worden gesmeerd.                                                 wijzer (7) en zet de moer definitief vast met
                                                                   2,7 daN.m.
Spannen van de riem
                                                                   Plaats het poelieblokkeergereedschap Mot. 1490.
Controleer of er nog steeds 0,5 tot 1 mm ruimte is
tussen de nokkenaspoelies en hun moeren.

Verdraai de draaibare wijzer (A) van de spanrol 7
tot 8 mm ten opzichte van de vaste wijzer (7) met
behulp van een inbussleutel van 6 mm (in B).

N.B.: stand (A) is de ruststand van de draaibare
wijzer.




                                                                 14839R




                                             14505-4R1

Span de moer van de spanrol voor met 0,7 daN.m.




                                                         07-11
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                              Spannen distributieriem                                                           07
Controleer of de poelie goed tegen de BDP-stift                    Controle van de spanning en van de afstelling
rust Mot. 1489.
                                                                   Controle van de spanning

                                                                   Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom
                                                                   (distributiezijde), en schroef voor het einde van de
                                                                   tweede omwenteling de BDP-stift Mot. 1489 in
                                                                   het motorblok en draai de krukas langzaam en
                                                                   zonder schokken tegen de stift.

                                                                   Verwijder de BDP-stift.

                                                                   Controleer of de wijzers van de spanrol in lijn lig-
                                                                   gen, herhaal anders de spanprocedure. Houd de
                                                                   spanrol met een 6 mm inbussleutel tegen en draai
                                                                   de moer van de spanrol maximaal een omwente-
                                                                   ling los

                                                                   Breng de draaibare wijzer in lijn met de vaste wij-
                                                                   zer en zet de moer definitief vast met 2,7 daN.m.

                                                                   Controle van de afstelling
                                                  14489S
                                                                   Controleer, voordat u de afstelling van de distri-
Zet de bout van de krukaspoelie van de aandrijf-                   butie controleert, of de wijzers van de spanrol in
riem hulporganen vast met 2 daN.m en daarna                        lijn liggen.
over een hoek van 135° ± 15° (krukas steunt op
BDP-stift).                                                        Schroef de BDP-stift Mot. 1489 in het motorblok
                                                                   en draai de krukas langzaam en zonder schokken
Zet de moer van de inlaatnokkenaspoelie vast met                   tegen de stift.
3 daN.m en daarna over een hoek 84°.
                                                                   Plaats (zonder forceren) het nokkenas-afstelge-
Zet de moer van de uitlaatnokkenaspoelie vast                      reedschap Mot. 1496: de inkepingen in de nok-
met 3 daN.m en daarna over een hoek 84°.                           kenassen moeten horizontaal liggen. Als het ge-
                                                                   reedschap niet goed past, moet u de distributie
Verwijder het afstelgereedschap Mot. 1496, het                     en de riemspanning opnieuw afstellen.
blokkeergereedschap Mot. 1490 en de BDP-stift
Mot. 1489.




                                                                                                                    14490S



                                                           07-12
MOTOR EN ONDERZIJDE
                           Vastzetten cilinderkopbouten                                                07
VASTZETTEN KOPBOUTEN

De kopbouten kunt u hergebruiken als de lengte onder de kop niet meer bedraagt dan 117,7 mm (anders
dient u alle bouten te vervangen).

Aantrekmethode

Om de bouten met het juiste koppel te kunnen vastzetten moet u de eventueel in de boutgaten achtergeble-
ven olie eerst met een spuitje opzuigen.

Nieuwe bouten worden niet met olie gesmeerd, maar bij hergebruik van oude kopbouten smeert u de kop-
pen en de schroefdraad met olie.

Zet alle bouten in onderstaande volgorde vast met 2 daN.m.




                                                                                              14500R


Controleer of alle bouten goed zijn aangetrokken met 2 daN.m en voer dan per bout een hoekverdraaiïng uit
van 240° ± 6°.

De kopbouten worden vervolgens niet meer nagetrokken.




                                                    07-13
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                                 Bodemhoogte                                                            07
                                       Voor                        Achter                  maat X (in mm)
        Type auto
                                 H1 - H2 = ... mm             H4 - H5 = ... mm                 L en R

          CB0H
                                    92,2 ± 7,5                     8±5                            -
          CB0T

L’Het verschil tussen links en rechts mag bij eenzelfde as niet meer bedragen dan 5 mm, waarbij de bestuur-
derszijde altijd het hoogst moet liggen.

Na correctie van de bodemhoogte moeten altijd de remdrukbegrenzer en de koplampen worden afgesteld.



MEETPUNTEN




                                                                                                          13491R4

N.B. : De maat H5 wordt gemeten vanaf het hart van het verende scharnierpunt.

H2 = Gemeten vanaf de onderkant van het subframe en de grond, ter hoogte van de vooras.




                                                     07-14
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                                 Wielen en banden                                  07
                                                                        Bandenspanning
                                                                           (in bar) (1)
        Type auto                       Velg            Bandenmaat

                                                                        Voor      Achter

          CB0H
                                       6 J 14           185/60 R 14 H   2,3         2,1
          CB0T


(1) Bij volle belasting en snelweggebruik.

Aantrekkoppel wielbouten: 9 daN.m
Slingering velg: Max. 1,2 mm




                                                07-15
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                             Remdrukbegrenzer                                                  07
Remdruk


                                                                      Controledruk (1) (in bar)
                                          Inhoud tank
          Type auto
                                   (en bestuurder in de auto)
                                                                      Voor                Achter




            CB0H                                                                                  0
                                                                      100                 56 - 18
            CB0T


                                                           90966S

(1) Controle door middel van twee diagonaal gemonteerde manometers.




                                                  07-16
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
                                   Remmen                                                                07
                                Diameter trommels of dikte schijven(in mm)
                                                                                         Max slingering velg
                                                                                              (in mm)
       Type auto                       Voor                             Achter


                             Normaal          Mini           Normaal         Maxi (1)    Voor           Achter

         CB0H
                               20,6           17,6            203,2              204,5    0,07               -
         CB0T

(1) remtrommel: maximaal toegestane diameter bij slijtage.




                           Dikte remblokken/-voering (in mm) (met grondplaat)


       Type auto                       Voor                             Achter               Remvloeistof


                              Nieuw           Mini           Nieuw               Mini

         CB0H                                                 4,6 (1)                            SAE J1703
                               18,2             6                                  2
         CB0T                                                 3,3 (2)                              DOT 4

(1) oplopende remschoen.
(2) aflopende remschoen.




                                                     07-17
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
               Controlewaarden van de voortreinhoeken                                07
               HOEKEN                   WAARDEN                 STAND          AFSTELLING
                                                              VOORTREIN

LANGSHELLING

                                       4°                   H5-H2   =   32 mm
                                       3°30’        ±30’    H5-H2   =   51 mm
                                       3°                   H5-H2   =   70 mm
                                       2°30’                H5-H2   =   89 mm NIET

                                                                               AFSTELBAAR
                                       Max. verschil
                                     links/rechts = 1°

                          93012-1S

WIELVLUCHT

                                       0°54’                H1-H2   = 17 mm
                                     - 0°25’        ±30’    H1-H2   = 89 mm
                                     - 0°34’                H1-H2   = 115 mm
                                       0°05’                H1-H2   = 179 mm NIET
                                                                               AFSTELBAAR
                                       Max. verschil
                                     links/rechts = 1°
                          93013-1S

DWARSHELLING

                                        8°30’               H1-H2   = 17 mm
                                      10°50’                H1-H2   = 89 mm
                                                     ±30’
                                      11°20’                H1-H2   = 115 mm
                                      12°00’                H1-H2   = 179 mm NIET

                                                                               AFSTELBAAR
                                       Max. verschil
                                     links/rechts = 1°
                          93014-1S

                SPORING
                                                                              Afstellen door
                                      (Voor 2 wielen)
                                                                              de stelhuls van
                                                                                 de spoor-
                                         (uitspoor)
                                                               ONBELAST         stangen te
                                                                                verdraaien
                                       + 0°16’ ± 20’
                                                                               1 slag = 30’
                                                                                  (3 mm)
                                     + 1,6 mm ± 2 mm

                          93011-1S

   VASTZETTEN RUBBER LAGERBUSSEN



                                                -              ONBELAST              -



                          81603S1



                                        07-18
WAARDEN EN AFSTELLINGEN
           Controlewaarden van de achtertreinhoeken                              07
                                                      STAND VAN DE
          HOEKEN                     WAARDEN                            AFSTELLING
                                                        ACHTERTREIN

        WIELVLUCHT




                                    - 0°57’ ± 20’        ONBELAST     NIET AFSTELBAAR




                        93013-2S

          SPORING


                                   (Voor 2 wielen -
                                     toespoor)
                                                         ONBELAST     NIET AFSTELBAAR
                                    - 0°41’ ± 30’
                                   - 4 mm ± 3 mm


            93011-2S

VASTZETTEN VAN RUBBER
        LAGERBUSSEN



                                          -              ONBELAST            -




                        81603S1




                                              07-19
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                                 Identification                              10
                              Versnellings-   Inhoud    Boring    Slag   Compressie-
 Type auto        Motor
                                  bak          (cm 3)   (mm)     (mm)    verhouding

    CB0H
                 K4M 748           JB3        1 598      79,5    80,5       10/1
    CB0T



Bijbehorend werkplaatshandboek: Mot. K4M.




                                               10-1
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
        Oliedruk                                      10
      ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP

Mot. 836-05    Oliedruk controleset

              ONMISBAAR MATERIAAL

               Lange dop van 22 mm




CONTROLE

De oliedruk moet bij warme motor (ongeveer
80°C) worden gecontroleerd.

Samenstelling van de controleset Mot. 836-05




                                            87363R1




U gebruikt

B+F

Sluit de manometer aan op de plek van het olie-
drukcontact.

Controlewaarden oliedruk
Bij stationair toerental 1 bar
Bij 3 000 tr/min.        3 bar




                       10-2
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                                Aandrijfgroep                                                            10
                                   ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP

                              Mot. 1040-01   Hulpframe voor uit- en inbouwen
                                             van de aandrijfgroep
                              Mot. 1159      Steungereedschap motor op
                                             subframe
                              Mot. 1202      Slangklemtang




                                                           -   het hitteschild (A) en de schakelstang,
      AANTREKKOPPELS (in daN.m)

Voorste subframebouten                        6,2
Achterste subframebouten                     10,5
Bouten pendelkap op motor rechts voor         6,2
Moer pendelkap op motor rechts voor           4,4
Moer pendelrubber op langsbalksteun
links voor                                    6,2
Bout schokdemperpoot                         18
Bout remklauw                                 4
Bout kruisstukje stuurkolom                   3
Wielbouten                                    9
                                                                                                         15427R



UITBOUWEN                                                  -   de uitlaatklem (B) tussen katalysator en ex-
                                                               pansiepot. Maak de stekker van de lambda
Zet de auto op een tweekoloms hefbrug.                         sonde (C) los.
                                                           -   de gevlochten massastrip op de versnellings-
Bouw de accu en de beschermplaat onder de mo-                  bak,
tor uit.                                                   -   de voorste schildbumper,
                                                           -   de inlaatluchtslang,
Tap af:
- het koelsysteem (onderste radiateurslang),
- de versnellingsbakolie en de motorolie indien
   nodig,
- het aircocircuit (indien aanwezig) met een
   vulstation.

Bouw uit :
- de voorwielen,
- de grille,
- de voorbumper,
- de trekstangen subframe/carrosserie,
- de remklauwen (en de ABS opnemers indien
   aanwezig) en hang ze aan de veerpoten,
- de bouten van de schokdemperpoten,




                                                    10-3
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                                 Aandrijfgroep                                                       10
- de bevestigingen van het expansievat en duw             Verwijder:
  dit uit de weg,                                         - de steun van de rekeneenheid inspuiting. Maak
- de bevestigingen van de katalysator op het              de 90-polige stekker los alsook de stekker van de
  spruitstuk. Zet de katalysator vast aan de              crashsensor.
  voorste uitlaatbuis en duw het geheel uit de
  weg,
- de vacuïmslang op het spruitstuk,
- het luchtfilterhuis bij (4).




                                                                                                       13088R2



                                                          Maak los:
                                                          - de slang van de rembekrachtiger,
14843R5                                                   - de kachelslangen,

N.B.: Pas op voor de vacuüm-aansluiting naar de
rembekrachtiger. Als deze aansluitig breekt moet
het complete spruitstuk vervangen.




                                                                                                        13084R




                                                   10-4
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                                 Aandrijfgroep                                                            10
- de relaishouder (4), het stekkerblok (5), de                 Verwijder:
  steunplaat (6) en maak de zekeringhouder (7)                 - de bovenste radiateurbevestigingen,
  hiervan los,                                                 - de bevestigingen van de aircoleidingen (indien
                                                                 aanwezig), en de flens (8) en leg het geheel op
                                                                 de motor,

                                                               N.B : Dicht de openingen in de airco-leidingen en
                                                               in het ontlastventiel af met met pluggen om bin-
                                                               nendringen van vocht te voorkomen.




                                               15475R



- de stekker op het dampabsorptievat,
- de slang op het spruitstk voor het dampabsorp-
  tievat,
- de gas- en koppelingskabels.                                 14174R

Haak het stuurbekrachtigingsreservoir los en
plaats dit op de motor.                                        - de moer en de nokbout van het stuurkolom-
                                                                 kruisstukje. Druk hiervoor de beschermkap te-
                                                                 rug.




                                                        10-5
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                                 Aandrijfgroep                                                            10
BIJZONDERHEDEN VAN AUTO’S MET EEN AIRBAG                      Plaats een blokje hout tussen de steun van de hul-
IN HET STUURWIEL                                              porganen en het subframe.

                      LET OP:
Om iedere kans op beschadiging van de draaibare
doorvoer te voorkomen moet u de volgende
voorzorgen in acht nemen :
- voordat u de stuurkolom losmaakt van het
  rondsel, moet u ervoor zorgen dat HET STUUR-
  WIEL IN DE MIDDENSTAND GEBLOKKEERD
  STAAT met behulp van een blokkeerhulp en
  gedurende de gehele duur van de reparatie
  niet kan verdraaien,
- bij de minste of geringste twijfel over het cor-
  rect gecentreerd zijn van de draaibare door-
  voer moet u het stuurwiel uitbouwen en de
  doorvoer centreren volgens de methode die
  staat aangegeven in hoofdstuk 88 "AIRBAG".

TER HERINNERING: dit mag alleen gebeuren door
speciaal opgeleid personeel.

                                                                                                            14172S
Plaats Mot.1159 tussen subframe en motorblok.

                                                              Verwijder de kap van de pendelophanging.




                                             99024R2
                                                                                                            15424R




                                                       10-6
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                                 Aandrijfgroep                                                         10
Leg een blok hout tussen versnellingsbak en sub-             Zet het hulpframe Mot. 1040-01 vast onder het
frame.                                                       subframe.

Bouw uit :
- de moer (1), en tik met een bronzen drevel,
   zodat het bevestigingstapeind van de pendel-
   ophanging vrijkomt.




                                                             98755R1



                                                             Laat de hefbrug zakken tot het hulpframe de
                                                             grond raakt.
                                             13086R
                                                             Verwijder de subframebouten en breng de hef-
                                                             brug voorzichtig omhoog zodat de aandrijfgroep
- de trekstangen (3),                                        vrijkomt.
- de benzineaanvoer- en -retourleiingen.
                                                             N.B.: markeer de stand van Mot. 1159 op sub-
                                                             frame indien de bak en de motor worden geschei-
                                                             den.




                                            14175R1




                                                      10-7
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
      Aandrijfgroep                                10
INBOUWEN

Plaats twee draadstiften Mot.1233-01 in de gaten
van de voorste subframebouten van de carrosserie
voor het uitlijnen van het subframe.

Zet de subframebouten vast met :
-    6,2 daN.m aan de voorkant,
- 10,5 daN.m aan de achterkant.

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou-
wen.

Monteer de hitteschilden.

Monteer de remklauwbouten met Loctite
FRENBLOC en zet ze vast met het voorgeschreven
aantrekkoppel.

Druk een paar keren op het rempedaal zodat de
remzuigers aanliggen tegen de remblokken.

Vul :
- de versnellingsbak en de motor met de
    voorgeschreven oliesoorten,
- en ontlucht het koelsysteem (zie hoofdstuk
    19),
- het aircocircuit (indien aanwezig) met het
    vulstation.




                            10-8
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                                   Ondercarter                                                               10
                                       ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP


                                  Mot. 1233-01       Subframe draadstiften



          AANTREKKOPPELS (in daN.m)                              - de bout (1) en draai bout (2) los van het reac-
                                                                   tiestangetje,
Voorste subframebouten                           6,2
Achterste subframebouten                       10,5
Bouten ondercarter                               1,4
Bout van kruisstukje stuurkolom                  3
Bout reactiestangetje                            6,2
Wielbouten                                       9



 UITBOUWEN

 Zet de auto op een tweekoloms hefbrug.

 Maak de massakabel van de accu los.                                                                           13359R1


 Tap de motorolie af.
                                                                 - de onderste schildbumperbevestiging,
 Bouw uit:                                                       - de bevestigingen (3) van de trekstangen,
 - de voorwielen en het rechter spatscherm,                      - de subframe bouten en vervang deze één voor
 - de moer en de bout van het kruisstukje van de                   één door de draadstiften Mot. 1233-01.
   stuurkolom nadat u de beschermkap hebt weg-
   gedrukt,

                        LET OP:
 Om iedere kans op beschadiging van de draaibare
 doorvoer te voorkomen moet u de volgende
 voorzorgen in acht nemen :
 - voordat u de stuurkolom losmaakt van het
   rondsel, moet u ervoor zorgen dat HET STUUR-
     WIEL IN DE MIDDENSTAND GEBLOKKEERD
   STAAT met behulp van een blokkeerhulp en
   gedurende de gehele duur van de reparatie
   niet kan verdraaien,
 - bij de minste of geringste twijfel over het cor-
   rect gecentreerd zijn van de draaibare door-
   voer moet u het stuurwiel uitbouwen en de
   doorvoer centreren volgens de methode die
   staat aangegeven in hoofdstuk 88 "AIRBAG".

 TER HERINNERING: dit mag alleen gebeuren door
 speciaal opgeleid personeel.                                                                                    14175R



 -    de fuseekogels en de spoorstangkogels,
 -    de trekstangen subframe/carrosserie,
 -    de schakelstang bij de bak,



                                                          10-9
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                      Ondercarter                                                          10
Laat het subframe geleidelijk zakken met de draadstiften Mot. 1233-01 tot de afstan-
den X1 = 9 cm is bereikt.




                                                                                 13507R2


Verwijder:
- de bevestiging op het ondercarter van de kabelboom,
- het ondercarter.




                                         10-10
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                                  Ondercarter                                                            10
INBOUWEN

Breng een strook RHODORSEAL 5661 aan bij (A)
aan weerszijden van het lager N° 1 en bij (B) op
de afsluitplaat.




                                                                                                         10061-1R3



                                                               Monteer het ondercarter met een nieuwe pak-
                                                               king. Span de bouten voor met een aantrekkop-
                                                               pel van 0,8 daN.m, gevogd door het spiraalsgewijs
                                            14506-1R           aantrekken met een aantrekkoppel van
                                                               1,4 daN.m.




                                                       10-11
MOTORBLOK EN ONDERZIJDE
                                  Steunplaat                                                         10
UITBOUWEN                                                 INBOUWEN

Plaats de auto op een tweekoloms hefbrug.                 Monteer de steunplaat (controleer of deze bij A
                                                          goed tegen het ondercarter steunt en zet de bou-
Verwijder:                                                ten vast met het voorgeschreven aantrekkoppel,
- de linker spatplaat en de schuldbumper,                 volgens onderstaande tabel.
- de dynamo (zie hoofdstuk16 "Dynamo"),
- de bevestigingen van de airco-compressor en
  bevestig deze aan de carrosserie,                          Aantrekvolgorde             Aantrekkoppel
- de bevestigingen van de kabelbundel op de
  steunplaat en maak op de stuurbekrachtigings-                      1                      5,3 daN.m
  pomp de stekker los van het drukcontact,
                                                                     2                      2,1 daN.m
Bouw de steunplaat uit.
                                                                     3                      11 daN.m




                                                                                                       14492-2R



                                                          Vor montage vande aandrijfriem voor de hulpor-
                                                          ganen, raadpleeg hoofdstuk 07 "Spanning aan-
                                                          drijfriem hulporganen".

                                                          Ga verder te werk in omgekeerde volgorde van
                                                          uitbouwen.




                                                  10-12
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                   Distributieriem                                                    11
                                    ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP

                            Mot.      799 -01    Poelieblokkeergereedschap
                            Mot.    1273         Riemspanningsmeter
                            Mot.    1368         Spangereedschap distributieriem-
                                                 spanrol
                            Mot.    1487         Montagegereedschap afsluitdop
                                                 inlaatnokkenas
                            Mot.    1488         Montagegereedschap afsluitdop
                                                 uitlaatnokkenas
                            Mot.    1489         BDP-stift
                            Mot.    1490         Nokkenaspoelie blokkeergereed-
                                                 schap
                            Mot.    1496         Nokkenas -afstelgereedschap

                                            ONMISBAAR MATERIAAL

                                                   Motorsteun
                                                Hoekverdraaisleutel




                                                              Plaats de motorsteun over de motor.
  AANTREKKOPPELS (in daN.m of/en ° )

Wielbouten                                   10
Spanrolbout                                   4,5
Krukaspoeliebout                 2 + 135° ± 15°
Spanrolmoer                                   2,7
Bouten pendelophanging rechts voor
op de motor                                   6,2
Bouten uitslagbegrenzer pendelophanging
rechts voor                                   6,2




UITBOUWEN                                                                                                14279S


Zet de auto op een tweekoloms hefbrug.
                                                              N.B.: Zorg ervor dat de drukvlakken van de mo-
Maak de massakabel van de accu los.                           torsteun goed op de onbuigzame delen van het
                                                              voorscherm steunen.
Bouw uit :
- het rechter voorwiel,
- de spatplaat in de rechter wielkuip.




                                                       11-1
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                    Distributieriem                                                     11
Bouw uit :                                                    Maak los:
- de kap van de pendelophanging en de uitslag-                - de kabelbundel van het bovenste distributie-
  begrenzer                                                     deksel en druk deze opzij,
                                                              - de benzineleidingen op het middelste distribu-
                                                                tiedeksel.




                                              15424R


- de aandrijfriem hulporganen(zie hoofdstuk 07                15426R
  "Spanning aandrijfriem hulporganen").

Maak de stekkers (3) en de slang (4) los.                     Bouw uit:
                                                              - de inlaatluchtdemper,
                                                              - de afsluitdoppen van de nokkenassen, door-
Bouw de beugel (5) uit, evenals de bevestigings-                boor deze in het midden om ze los te maken,
bout bij (6) van de kabelbundel.                              - de plug van het BDP-controlegat.




                                                                                                         14491-1R




                                                       11-2
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                      Distributieriem                                                  11
Afstellen van de distributie                                 Controleer of de inkepingen in de nokkenassen
                                                             horizontaal liggen, zie onderstaande tekening.
Draai de inkepingen van de nokkenassen naar be-
neden, zie de onderstaande tekening.




                                                                                                          14490S


                                             14491S
                                                             Bouw uit :
                                                             - de krukaspoelie waarbij u de krukas met een
Schroef de BDP-stift Mot. 1489 in het motorblok                grote schroevendraaier tegenhoudt,
en draai de krukas een omwenteling langzaam en               - het middelste distributiedeksel (1),
zonder stoten rechtsom (distributiezijde) tot hij            - het bovenste deksel (2).
tegen de stift rust.




                                                                                                        14487-7R

                                             14489R




                                                      11-3
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                   Distributieriem                                                      11
Ontspan de distributieriem door de moer van de               INBOUWEN
spanrol (1) los te draaien.
                                                             Bij het vervangen van de distributieriem moeten
N.B. : De krukas poelie is niet met en spie ge-              de spanrollen en de distributierol worden vervan-
borgd. Let erop dat hij bij het uitbouwen van de             gen.
riem niet loraakt.
                                                             Monteer:
Om de distributieriem los te maken verwijdert u              - de distributieriem strikt volgens de methode in
de spanrol (2) met Mot. 1368.                                  hoofdstuk 07 "Spannen van de distributie-
                                                               riem",
                                                             - de aandrijfriem hulporganen(zie hoofdstuk 07
                                                               "Spanning aandrijfriem hulporganen"),
                                                             - de nieuwe doppen:
                                                               • van de inlaatnokkenas (Mot. 1487),
                                                               • van de uitlaatnokkenas (Mot. 1488),




                                          14487-2R2



LET OP: het is van groot belang dat u het einde
van de krukas, de boring in de poelie en de raak-
vlakken tussen krukas en poelie grondig ontvet
om motorschade te voorkomen als gevolg van
het slippen van de poelie op de krukas.
                                                                                                          14890R



                                                             - de pendelophanging rechts en de reactiestang
                                                               en zet deze onderdelen met de voorgeschreven
                                                               aantrekkoppels vast. Raadpleeg hoofdstuk 19
                                                               "Pendelophanging"




                                                      11-4
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                 Koppakking                                                                11
                                     ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP

                              Mot.    799 -01     Blokkeergereedschap poelies
                                                  distributie
                              Mot. 1202           Tang voor klembanden
                              Mot. 1273           Riemspanningsmeter
                              Mot. 1311 -06       Uitbouwgereedschap
                                                  benzineleidingen
                              Mot. 1368           Montagegereedschap geleiderol
                                                  distributie
                              Mot. 1448           Afstandstang voor klembanden
                              Mot. 1487           Montagegereedschap plug
                                                  inlaatnokkenas
                              Mot. 1488           Montagegereedschap plug
                                                  uitlaatnokkenas
                              Mot. 1489           BDP-stift
                              Mot. 1490           Blokkeergereedschap
                                                  nokkenaspoelies
                              Mot. 1491           Montagegereedschap nokkenas
                                                  keerring
                              Mot. 1496           Afstelgereedschap nokkenas

                                           ONMISBAAR GEREEDSCHAP

                                                   Motorsteun
                                                Hoekverdraaisleutel




   AANTREKKOPPELS (in daN.m of/en ° )                          UITBOUWEN

                                                               Plaats de auto op een tweekoloms hefbrug.
Wielbouten                                       10
Bout geleiderol                                   4,5          Maak de accukabels los.
Bout poelie hulporganenriem          2 + 135° ± 15°
                                                               Verwijder de linker beschermplaat onder de mo-
Moer spanrol                                      2,7
                                                               tor.
Moer nokkenaspoelies                        3 + 84°
Bout kleppendeksel                                1,2          Tap het koelsysteem af via de onderste radiateur-
Bout olie-afscheider                              1,3          slang.




                                                        11-5
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                   Koppakking                                                          11
Bouw de distributieriem uit. Raadpleeg hoofdstuk            Bouw uit/maak los:
11 "Distributieriem".                                       - de gaskabel,
                                                            - de beschermplaat vande hoofd-inspuitbuis,
Breng het motorsteungereedschap Mot. 1159 aan               - de nokkenaspoelies met Mot. 1490 (zet Mot.
tussen het subframe en het motorblok. Verwijder               1490 vast in de bevestigingen van het distribu-
de hulpsteun (aangebracht tijdens het verwijde-               tiedeksel),
ren van de distributieriem).




                                           99024R2          14839R


                                                            - de slangen (1) en (2) voor benzineaanvoer en -
                                                              afvoer, met Mot. 1311-06, en duw deze uit de
                                                              weg.




                                                            14844R2




                                                     11-6
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
        Koppakking                                    11
Maak de stekker (3) los, evenals de stekkers van de
bobines

Verwijder/maak los:
- het luchtfilterhuis (4), (maak hiervoor het ex-
  pansievat los en druk dit uit de weg),




14843R

- de katalysatorbevestigingen. Maak de katalysa-
  tor los van het uitlaatspruitstuk en zet hem vast
  aan de uitlaat,
- het smoorklephuis (5),
- de stekker (6) van de lambda sonde,
- de beugel (7) en het hijsoog (8),




14849-1R

- de vacuümslang van de rembekrachtiger,


                         11-7
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                 Koppakking                      11
- de luchtverdeler,
- de bobines,
- de olie-afscheider,




                                      14497-3S




                        11-8
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                 Koppakking                                                    11
- de bouten van het kleppendeksel. Verwijder deze vertikaal door met
  een bronzen drevel tegen de uitsteeksels (1) te tikken. Gebruik tevens
  een schroevedraaier bij (2) voor het loswrikken (wikkel de uiteinden
  van de schroevedraaier in tape om het aluminium oppervlak te spa-
  ren.




                                                                   14497-4R2




                                   11-9
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
        Koppakking                                   11
- de nokkenassen en de kleptuimelaars,
- de uitgaande koelvloeistofslangen op de kop
  en de stekker van de koelvloeistoftemperatuur-
  zender,
- de bevestigingen van de kabelsteun bij (10),
- de hijsbeugel (11),




                                            14889R




                      11-10
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                    Koppakking                                                              11
                  Verwijder tenslotte de cilinderkop.




                                                                                            14500S



REINIGEN                                                        CONTROLE VAN HET KOPPAKKINGVLAK

De pakkingvlakken van de aluminium onderdelen                   Controleer met een rij en voelermaatjes of de
mogen beslist niet schoon worden geschraapt.                    cilinderkop vlak is.
                                                                Maximale vervorming 0,05 mm.
Los de achtergebleven pakkingresten op met
Décapjoint. Wij raden u aan om handschoenen te
                                                                De cilinderkop mag niet worden gevlakt.
dragen tijdens het reinigen.
                                                                Controleer de cilinderkop op scheurtjes.
Breng het product aan op de te reinigen delen;
laat het ongeveer 10 minuten inwerken en veeg
het metaal met een houten spatel schoon.

Het is van het grootste belang dat u zorgvuldig te
werk gaat en dat er geen vuil of pakkingresten in
de oliekanalen naar de nokkenas terecht komen:
deze oliekanalen bevinden zich zowel in het
motorblok als in de cilinderkop.

Indien de oliesproeiers verstopt raken zullen de
nokkenassen namelijk snel slijten.




                                                        11-11
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
        Koppakking                                 11
INBOUWEN

Denk goed aan het volgende bij uitbouwen-
inbouwen van de cilinderkop:

- de hydraulische klepstoters moeten opnieuw
  op druk worden gebracht als deze gedurende
  langere tijd niet werkzaam zijn geweest.
  Druk tegen het bovenste deel (A) om te
  controleren of u de klepstoters op druk moet
  brengen. Indien u het zuigertje in de stoter
  kunt wegdrukken, moet de complete
  klepstoter in dieselbrandstof onderdompelen
  alvorens hem te monteren.




                                         14499R2




                      11-12
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                    Koppakking                                                      11
- Controleer:
  • of het hitteschild van de uitlaat goed is gemonteerd tussen de lambda sonde en het spruitstuk (om te
    voorkomen dat de stekker van de achterste sonde door hitte worden beschadigd),
  • of de onderste inlaatluchtverdeler goed in lijn ligt met de cilinderkop en bij (A) tegen het
    kleppendeksel steunt, met de lipjes (B) tegen die van het kleppendeksel.




15148R




De onderste inlaatluchtverdeler wordt vastgezet
met een aantrekkoppel van 2,1 daN.m.

Plaats de zuigers haverwege hun werkslag om
contact met de kleppen te voorkomen bij
montage van de nokkenassen.

Controleer de ligging van de koppakking en
monteer de cilinderkop.

Controleer de lengte van de kopbouten en zet de
ze vast zoals voorgeschreven in hoofdstuk 07
"Vastzetten kopbouten".
                                                                                                       15154S




                                                    11-13
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                       Koppakking                                                        11
Monteer:                                                       Plaats de groeven van de nokkenas in de hieron-
- de kleptuimelaars,                                           der aangegeven stand.
- de nokkenassen.

LET OP: Er mag geen olie op het pakkingvlak van
het kleppendeksel komen.

N.B.: De nokkenassen zijn bij (A) voorzien van een
merkteken.




                                                                                                            14490S

                                              14518R
                                                               N.B. : de pakkingvlakken moeten schoon, droog
                                                               en vetvrij zijn (geen vingerafdrukken)
Verklaring merkteken:
- de tekens (B) en (C) zijn uitsluitend van belang             Breng met een verfroller Loctite 518 aan op het
  voor de leverancier,                                         pakkingvlak van het kleppendeksel, tot deze een
- het teken (D) identificeert de nokkenas:                     rode kleur krijgt.
        AM =Inlaatnokkenas
        EM =Uitlaatnokkenas




          XXX XXX XX

               B           C         D




                                                                                                            14517S




                                                       11-14
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                        Koppakking                                             11
Monteer het kleppendeksel en zet de bouten als volgt vast:


Aantrekmethode


                                                               Aantrekkoppel
     Montage           Vastzetvolgorde       Losmaakvolgorde
                                                                  (daN.m)

  Handeling n° 1          22-23-20-13                 -             0,8

                            1 t/m 12
  Handeling n° 2           14 t/m 19                  -             1,2
                           21 en 24

  Handeling n° 3               -                 22-23-20-13         -

  Handeling n° 4          22-23-20-13                 -             1,2




                                                                 14497-4R1




                                         11-15
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                Koppakking                                                   11
N.B.: de pakkingvlakken moeten schoon, droog en vetvrij zijn (geen
vingerafdrukken)

Breng met een verfroller Loctite 518 aan op het pakkingvlak van het
kleppendeksel, tot deze een rode kleur krijgt.




                                                        14516S




Monteer de olie-afscheider en zet de bouten vast met 1,3 daN.m in de
onderstaande volgorde.




                                                                  14497-3R




                                  11-16
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
                                   Koppakking                                                  11
                  Monteer:
                  - de bobines die u vastzet met 1,3 daN.m,
                  - het inlaatspruitstuk (met nieuwe pakking), zet de bouten hiervan vast
                    met 0,9 daN.m in onderstaande volgorde,




                                                                                    14497-1R




- het smoorklephuis, zet de bouten (A) vast met
  1,3 daN.m,
- het luchtfilterhuis, zet de bouten vast met
  0,9 daN.m,
- de nokkenaskeerringen, gebruik Mot. 1491 in
  combinatie met de oude moeren (B).




                                                            14892R1




                                                    11-17
CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE
        Koppakking                                      11
OP TIJD ZETTEN VAN DE DISTRIBUTIE

LET OP : Ontvet grondig de neus van de krukas,
de boring van de distributiepoelie, de raakvlak-
ken van de krukaspoelie en de uiteinden van de
nokkenassen. Dit is nodig om verschuiving van de
distributie-onderdelen (en motorschade) te voor-
komen .

Monteer de distributieriem en houd u daarbij
strict aan de voorgeschreven methode van
hoofdstuk 07 "Spannen distributieriem").

Monteer de aandrijfriem van de hulporganen, en
raadpleeg daarbij hoofdstuk 07 "aandrijfriem
hulporganen").

Monteer nieuwe afdichtpluggen:
 • voor de inlaatnokkenas (Mot. 1487),
 • voor de uitlaatnokkenas (Mot. 1488),




                                               14890R


Monteer de rechter pendelophanging en de
koppel-reactiestang. Raadpleeg hoofdstuk 19
"Pendelophanging" voor de voorgeschreven aan-
trekkoppels.

Ga verder in omgekeerde volgorde van uitbou-
wen.

Vul en ontlucht het koelsysteem, raadpleeg
hoofdstuk 19 "Vullen - Ontluchten".




                       11-18
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
                                 Gegevens                                                                          12
    Type                                                                                                           Type
            Type
    auto                                                                                                        inspuiting
            bak Type Indice Boring            Slag    Inhoud      Compressie-
                                                                              Katalysator
                                                                                          Emissie-
                             (mm)            (mm)      (cm 3)     verhouding               norm

                                                                                                                 Multipunt
    CB0H                                                                            ◊ C75                       sequentieel
             JB3   K4M    748       79,5     80,5        1598          10/1                          EU 96
    CB0T                                                                            ◊ C79                        Statische
                                                                                                                ontsteking




            Temperatuur °C                      0               20                40                80              90

   Opname-element luchttemp.
Type NTC                                   5290 à 6490     2400 à 2600        1070 à 1270           -               -
Weerstand in Ohm

        Opname-element
       koelvloeistoftemp.
                                                -          3060 à 4045        1315 à 1600       300 à 370       210 à 270
Type NTC
Weerstand in Ohm




                                Controles bij stationair toerental*
                                                                                                              Benzine***
                                                     Uitlaatgassen**                                         (octaangetal
      Toerental
      (tr/min.)        CO (%) (1)             C02 (%)                CH (ppm)            Lambda (λ)

                                                                                                            Super ongelood
      750 ± 50           0,5 max.             14,5 min.              100 max.          0,97 < λ < 1,03
                                                                                                                  (95)



(1)     bij 2500 tr/min mag het CO-% maximaal 0,3 bedragen.

*       Bij een koelvloeistoftemperatuur hoger dan 80°C. Controle na ongeveer 30 seconden met 2500 tr/min.
        stabiel toerental draaien.
**      De wettelijk toegestane maxima kunnen per land verschillen.
***     Ook geschikt voor ongelood 91 octaan.




                                                           12-1
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
                                Gegevens                                                            12
       OMSCHRIJVING              MERK/TYPE                            BIJZONDERHEDEN

Rekeneenheid                   SIEMENS "SIRIUS"    90-polig

Inspuiting                            -            Multipunt sequentieel

Ontsteking                            -            Statisch met vier bobines

                                  MAGNETI
Stappenmotor stationair                            Weerstand: 53 ± 5 Ω bij omgevingstemperatuur
                                  MARELLI

                                                   Geïntegreerd in smoorklephuis
                                                   Weerstand baan : 1 200 ± 240 Ω
                                                   Weerstand sleepcontact < 1 050 Ω

Smoorklepweerstand                   CTS                               Aansl.         gas los       volgas

                                                                        A-B           1 250 Ω       1 250 Ω
                                                                        A-C           1 245 Ω       2 230 Ω
                                                                        B-C           2 230 Ω       1 245 Ω

                                  ELECTRIFIL
                                                   Geïntegreerde stekker
Opname element vliegwiel              of
                                                   Weerstand= 200 à 270 Ω
                                   SIEMENS

                                                   Geïntegreerd in dampabsorptievat
Elektroklep dampabsorptievat       SAGEM
                                                   Weerstand: 26 ± 4 Ω à 23 °C

                                                   Weerstand: 14,5 Ω
Inspuitstukken                     WEBER
                                                   Lekopbrengst: 0,7 cm3/minuut maximaal

Storing zoeken                   OPTIMA 5800

Opname element                                     NTC (zie tabel)
                                   JAEGER
luchttemperatuur                                   Weerstand: 2 500 Ω à 20 °C

Opname element                                     NTC (zie tabel)
                                   JAEGER
koelvloeistoftemperatuur                           Weerstand: 3 500 Ω à 20 °C

                                    DELCO          Type piëzo-electrisch
Opname element druk
                                 ELECTRONICS       Afdichtring altijd vervangen

                                                   Type piëzo-elektrisch
Pingeldetector                     SAGEM
                                                   Aantrekkoppel: 2 daN.m

                                                   Aansl. 80 (massa) en 45 (signaal rekeneenheid)
                                                   Weerstand verwarmingselement
Voorste lambda sonde                BOSCH          R = 9 Ω bij omgevingstemperatuur
                                                   Arm mengsel = 840 mV ± 70
                                                   Rijk mengsel= 20 mV ± 50

                                                   aansl. 76 (massa) en 44 (signaal rekeneenheid)
                                                   Weerstandverwarmingselement
Achterste lambda sonde              BOSCH          R = 3,4 Ω bij omgevingstemperatuur
                                                   Spanning bij volgas= 600 mV ± 50
                                                   Spanning bij gas los= 150 mV ± 50




                                                  12-2
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
                                 Gegevens                                              12
          OMSCHRIJVING      MERK/TYPE                         BIJZONDERHEDEN

                                         Eén bobine per cilinder
Bobines                    NIPPONDENSO   Primaire weerstand: 0,5 Ω ± 0,02
                                         Secondaire weerstand: 7 500 Ω ± 1 100

                              BOSCH      6 kΩ ± 1,5
Bougies
                            RFC 50L2ZE   Aantrekkoppel: 2,5 ± 5 daN.m

Inlaatspruitstukdruk            -        350 mb ± 30 stationair

                                                                     Vóór             Na
                                                                  catalysator     catalysator
                                         1 500 tr/min                 30              23
Tegendruk uitlaat               -
                                         3 000 tr/min                 108             84
                                         4 500 tr/min                 211             153
                                         5 500 tr/min                 321             266

Benzine-dompelpomp           WALBRO      Druk: 3 bar ± 0,06 à 80 l/h

                                         Geregelde druk
Benzinedrukregelaar             -        Onderdruk nul: 3 ± 0,2 bar
                                         Bij 500 mbar onderdruk : 2,5 ± 0,2 bar

Benzinefilter                   -        Aan voorzijde tank




                                         12-3
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
      Demper inlaatluchtcircuit                                             12
Het inlaatluchtcircuit is uitgerust met een demper (1) voor het onder-
drukken van bepaalde drukgolven en het verminderen van het aanzuig-
geluid.




                                                                   14852R




                                  12-4
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
                            Inlaatluchtcircuit                                                        12
                                         AANTREKKOPPELS (daN.m)

                             Bout luchtfilterhuis                          0,9



UITBOUWEN                                                  Druk het luchtfilterhuis naar rechts om hem te
                                                           verwijderen. Het huis past tussen de voorruit-
Maak los:                                                  plaat, de motor en de rembekrachtiger.

- de accu,
- de vacuumslang van de rembekrachtiger                    INBOUWEN
  (spruitstukzijde),                                       Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou-
- de actuator (1),                                         wen.
- de slang voor de benzinedampen (2).
                                                           N.B.: wees voorzichtig met de vacuümaansluiting
Druk het expansievat uit de weg zonder dit uit te          van het spruitstuk naar de rembekrachtiger. Als
bouwen.                                                    deze breekt moet u het gehele inlaatspruitstuk
                                                           vervangen.
Verwijder:
- de inlaatluchtdemper,
- de bevestigingsbouten van het luchtfilter (3).




14843R1




                                                    12-5
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
                     Smoorklephuis/stationair regeling                                                  12
                                          AANTREKKOPPELS (in daN.m)

                                Smoorklephuis                                    1,5
                                Luchtfilterhuis                                  0,9


UITBOUWEN SMOORKLEPHUIS                                        UITBOUWEN STATIONAIR REGELAAR (actuator)

Maak de accukabels los.                                        Bouw uit/maak los:
                                                               - de stekker van de stappenmotor,
Bouw het luchtfilterhuis uit, raadpleeg hoofdstuk              - de slang van de EGR,
12 "Inlaatluchtcircuit").                                      - de drie bevestigingsbouten.

Maak los:
- de gaskabel,
- de stekker van de smoorklepweerstand.

Verwijder de twee bouten (1) van het smoor-
klephuis.




                                                               14843S



                                                               Ga bij het uitbouwen te werk in omgekeerde vol-
                                                               gorde van uitbouwen en houd u strikt aan het
                                                               voorgeschreven aantrekkoppel van de drie beves-
                                                               tigingsbouten. Controleer de stand en de staat
                                              14849R4          van de afdichtring bij montage.


INBOUWEN

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou-
wen.

Vervang na het uitbouwen altijd de afdichtring
van het smoorklephuis.

Gebruik indien nodig wat vet om de ring te plaat-
sen.




                                                        12-6
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
                             Inlaatspruitstuk                                                          12
                                          AANTREKKOPPEL (daN.m)

                              Bouten spruitstuk                                1
                              Bouten luchtfilterhuis                           0,9
                              Bouten smoorklephuis                             1,5


UITBOUWEN                                                     INBOUWEN

Maak de accukabels los.                                       Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou-
                                                              wen.
Bouw het luchtfilterhuis uit, raadpleeg hoofdstuk
12 "Inlaatluchtcircuit").                                     N.B.: Houd de voorgeschreven aantrekvolgorde
                                                              en aantrekkoppels aan voor de bouten van het
Maak los:                                                     spruitstuk en het smoorklephuis.
- de stekker vande smoorklepweerstand,
- de stekker van het opname element druk,                     Houd er rekening mee dat de spruitstuk -of
- de stekker van de penbobines,                               smoorklephuispakking vervangen moet worden.
- de stekker van het opname element luchttem-
  peratuur,
- de gaskabel.

Verwijder:
- de twee bevestigingsbouten (A) van he smoor-
  klephuis,
- de bouten van het inlaatspruitstuk.




                                                                                       14497-1R




                                                       12-7
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
                          Houder inspuitstukken                                                       12
                                              AANTREKKOPPELS (daN.m)

                                    Bouten houder inspuitstukken                 2,1
                                    Bouten hoofdinspuitbuis                      0,9



UITBOUWEN                                                    Verwijder:
                                                             - de poelie van de stuurbekrachtigingspomp,
Maak de accukabels los.                                      - de drie bevestigingsbouten van de stuurbekra-
                                                               chtigingspomp.
Duw het stuurbekrachtigingsreservoir uit de weg.
                                                             Druk de stuurbekrachtigingspomp uit de weg
Verwijder:                                                   zonder de leidingen los te maken.
- de beschermplaat van de hoofd-inspuitbuis.
- de beugel van de kabelbundel van de inspui-                Verwijder de bevestigingsbouten van de houder
  ting.                                                      en bouw deze uit.

Maak los:
- de benzineaanvoer- en -retourslang (1 en 2),
- de vacuümslang van de drukregelaar,
- de inspuitstukken.




                                                                                                        14503R1




14844R5


Verwijder de spatlap rechts voor.

Blokkeer de spaner van de aandrijfriem voor de
hulporganen.

Bouw de aandrijfriem uit.

BELANGRIJK: Een uitgebouwde aandrijfriem
moet altijd worden vervangen. Raadpleeg
hoofdstuk 07 "Spannen aandrijfriem hulporga-
nen".


                                                      12-8
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
                          Houder inspuitstukken                                                       12
INBOUWEN

Vervang de pakking.

Controleer of de inlaatluchtdemper (bij A) in lijn ligt met de cilinderkop en bij (B) tegen het kleppendeksel
steunt.




                                                                                                          15148R


G a verder te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.

Houd u aan de voorgeschreven aantrekkoppels voor de bevestigingen van de houder.

Vervang de aandrijfriem van de hulporganen, raadpleeg hoofdstuk 07 "Spanning aandrijfriem hulp-
organen".




                                                     12-9
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
                             Uitlaatspruitstuk                                                                 12
                                          ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP

                                   Mot.   1495        Demontage-gereedschap
                                                      voorste lambda sonde




            AANTREKKOPPELS (daN.m)                                 Bouw de katalysator uit. U kunt het subframe en-
                                                                   kele millimeters laten zakken om het verwijderen
Voorste lambda sonde                                 4,5           te vereenvoudigen (raadpleeg hoofdstuk 31 van
Spruitstukmoeren                                     1,8           MR 337).
Moer 3-punts beugel                                  2
                                                                   Let erop dat u de leiding van de katalysator en het
Bout hitteschild                                     1             hitteschild niet beschadigt.



UITBOUWEN

Plaats de auto op een tweekoloms hefbrug.

Maak de accukabels los.

Bouw het luchtfilterhuis uit (raadpleeg hoofdstuk
12 "Luchtfilterhuis").

Maak de stekker (1) van de lambda sonde los en
bouw hem uit met Mot. 1495.

Verwijder het bovenste hitteschails van het uit-
laatspruitstuk.

Maak de voorste uitlaatbuis los.

                                                                   15448-1S




                                                 14849R1

                                                                   15448S




                                                           12-10
INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS
         Uitlaatspruitstuk                                   12
    Verwijder de beugel (1) tussen uitlaatspruitstuk
    en motorblok.




                                                    14848R


    Neem hem vervolgens via de rechterzijde weg.


    INBOUWEN

    Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou-
    wen.

    N.B.: Controleer of het hitteschild goed ligt tussen
    de lambda sonde en het spruitstuk. Anders wordt
    de stekker van de lambda sonde beschadigd door
    de terugslaande hitte.

    Vervang de afdichtingen van het spruitstuk en de
    3-punts bevestiging.

    Vervang ook alle bevestigingsmoeren.

    LET OP: Een beschadigd hitteschild moet altijd
    worden vervangen om brandgevaar te voorko-
    men.




                            12-11
BRANDSTOFTOEVOER
                                     Inspuitstukken                                                    13
            AANTREKKOPPELS (daN.m)                          Bouw uit/maak los:
                                                            - het beschermrubber van de hoofd-inspuitbuis,
Bouten hoofdinspuitbuis                        0,9          - de snelsluitingen van de benzineaanvoer en -
                                                              retourleidingen, zonder deze dicht te knijpen.
                                                              Maak de slangen vrij,
De inspuitstukken bij de K4M-motor zijn van het             - de vacuümslang van de drukregelaar,
merk WEBER en zijn met klemveren aan de hoofd-              - de bevestigingsbouten van de hoofd-
inspuitbuis gemonteerd.                                       inspuitbuis,
                                                            - de stekkers van de inspuitstukken,
De benzine stroomt continu rond het huis van het            - de klemveren van de inspuitstukken.
inspuitstuk waardoor luchtbelvorming wordt
voorkomen en warme starts worden vergemakke-                INBOUWEN
lijkt.
                                                            Vervang altijd de afdichtringen van de inspuit-
                                                            stukken.
UITBOUEN
                                                            Houd u strikt aan de aantrekkoppels voor de be-
LET OP: Houd bij het verwijderen van de inspuits-           vestigingen van de hoofd-inspuitbuis.
tukken rekening met de resterende ben-
zine(druk). Becherm de dynamo tegen wegstro-
mende benzine.




                                                                                                          14846S




14844S


Maak de accukabels los.




                                                     13-1
BRANDSTOFTOEVOER
                                      Benzinedruk                                                        13
CONTROLE VAN DE BENZINEDRUK EN DE POMPOPBRENGST


                                    ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP

                              Mot. 1311 -04     Wartel voor drukmeteing
                              Mot. 1311 -01     Controleset benzinedruk (met
                                                manometer
                              Mot. 1311 -02     Aansluitingen druk metingen

                                           ONMISBAAR MATERIAAL

                                              Maatbeker 2 000 ml



Maak de benzine-aanvoerleiding los en sluit in              Laat de benzinepomp draaien door de startmotor
plaats hiervan het t-stuk aan, voorzien van de ma-          te activeren.
nometer.
                                                            Noteer de druk en de hoeveelheid benzine in de
Maak de benzine-retourslang los. Breng in plaats            maatbeker.
hiervan een slang aan die in de maatbeker uit-
mondt.                                                      Bij het aanbrengen van onderdruk moet de benzi-
                                                            nedruk dalen.

                                                            Afgelezen druk             :   3 bar ± 0,3

                                                            berekende min. opbrengst   :   1,3 liter/minuut


                                                            Controle overdrukklep pomp.

                                                            Voed de benzinepomp door de retouropening
                                                            dicht te houden. De druk moet zich op de mano-
                                                            meter rond 5 bar stabiliseren.




14845S




                                                     13-2
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual
K4 M Manual

More Related Content

Featured

AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfmarketingartwork
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024Neil Kimberley
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)contently
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024Albert Qian
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsKurio // The Social Media Age(ncy)
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Search Engine Journal
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summarySpeakerHub
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Tessa Mero
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentLily Ray
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best PracticesVit Horky
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementMindGenius
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...RachelPearson36
 
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Applitools
 
12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at Work12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at WorkGetSmarter
 

Featured (20)

AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
 
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
 
12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at Work12 Ways to Increase Your Influence at Work
12 Ways to Increase Your Influence at Work
 
ChatGPT webinar slides
ChatGPT webinar slidesChatGPT webinar slides
ChatGPT webinar slides
 
More than Just Lines on a Map: Best Practices for U.S Bike Routes
More than Just Lines on a Map: Best Practices for U.S Bike RoutesMore than Just Lines on a Map: Best Practices for U.S Bike Routes
More than Just Lines on a Map: Best Practices for U.S Bike Routes
 

K4 M Manual

  • 1. S.M. 3069A CB0H - CB0T BIJZONDERHEDEN CLIO MET MOTORTYPE K4M Raadpleeg MR 337voor de onderwerpen die hier niet beschreven worden. 77 11 202 679 OCTOBER 1998 Edition néerlandaise Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Régie Nationale des Usines De door de konstrukteur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit Renault SA . document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen gel- Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document eve- dend op het tijdstip dat dit boekwerk werd samengesteld. nals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de konstrukteur aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen tussentijds konstruktiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft schriftelijke toestemming van Régie Nationale des Usines Renault SA. aangebracht. C RENAULT 1998
  • 2. Inhoud Blz. Blz. 07 AFSTELWAARDEN EN GEGEVENS 13 BRANDSTOFTOEVOER Inhouden - Soorten 07-1 Inspuitstukken 13-1 Spannen aandrijfriem hulporganen 07-3 Benzinedruk 13-2 Spannen distributieriem 07-5 Anti-dampbelsysteem 13-3 Vastzetten kopbouten 07-13 Bodemhoogte 07-14 Banden - wielen 07-15 Remdrukbegrenzer 07-16 Remmen 07-17 14 ANTI-LUCHTVERONTREINIGING Controlewaarden voortreinhoeken 07-18 Benzinedampabsorptiesysteem 14-1 Controlewaarden achtertrein- Carterventilatie 14-5 hoeken 07-19 16 STARTEN - LADEN 10 MOTOR EN ONDERZIJDE Dynamo 16-1 Startmotor 16-3 Identificatie 10-1 Oliedruk 10-2 Motor - Versnelingsbak 10-3 Carterpan 10-9 17 ONTSTEKING EN INSPUITING Steunplaat 10-12 Statische ontsteking 17-1 Algemeen 17-2 Plaats van de onderdelen 17-3 11 CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Bijzonderheden sequentiële inspui- ting 17-5 Distributieriem 11-1 Startvergrendelingsfunctie 17-7 Koppakking 11-5 Wisselwerking met airconditioning 17-8 Correctie stationair toerental 17-9 Adaptieve correctie stationair toe- rental 17-10 12 INLAATSPRUITSTUK - Mengselregeling 17-11 SMOORKLEPHUIS Adaptieve mengselcorrectie 17-13 Lamda sondes 17-16 Gegevens 12-1 Centrale regeling koelvloeistoftem- Demper inlaatluchtcircuit 12-4 peratuur 17-17 Inlaatluchttoevoer 12-5 Aansluitingen rekeneenheid 17-20 Smoorklephuis / actuator stationair Elektrisch schema 17-21 toerental 12-6 Inlaatspruitstuk 12-7 Beugel inspuitstukhouder 12-8 Uitlaatspruistuk 12-10
  • 3. Inhoud Blz. Blz. 17 ONTSTEKING - INSPUITING (vervolg) 21 VERSNELLINGSBAK Storing Zoeken Identificatie 21-1 Storing Zoeken - Inleiding 17-23 Overbrengingsverhoudingen 21-2 Storing Zoeken - Storingsvlakjes 17-27 Inhoud - smeermiddelen 21-3 Storing Zoeken - Conformiteits- 17-88 Producten 21-4 controle Systematisch te vervangen onderde- Storing Zoeken - Toestand vlakjes 17-98 len 21-4 Storing Zoeken - Parameters 17-105 Bijzonderheden 21-5 Storing Zoeken - Stuursignalen 17-113 Storing Zoeken - Klachten 17-115 Storing Zoeken - Zoekschema’s 17-116 36 STUURINRICHTING Stuurbekrachtigingspomp 36-1 19 KOELSYSTEEM - MOTOROPHANGING 62 AIRCONDITIONING Vullen - ontluchten 19-1 Schematische voorstelling 19-2 Algemeen 62-1 Waterpomp 19-3 Compressor 62-2 Pendelophanging 19-5 Condensor 62-3 Ontlastventiel 62-4 Waterafscheider 62-5 Airco-leidingen 62-6 20 KOPPELING Drukgroep - Koppelingsplaat 20-1 Vliegwiel 20-4
  • 4. GEGEVENS EN AFSTELWAARDEN Inhouden - soorten 07 Inhoud Orgaan in liters Oliesoort bij benadering * Motorblok Bij verversen EEG & Turkije (olie) BENZINE - 15 °C - 30 °C - 20 °C - 10 °C 0 °C + 10 °C + 20 °C + 30 °C ACEA A2/A3 15W40-15W50 ACEA A1*/A2/A3 10W30-10W40-10W50 ACEA A1*/A2/A3 0W30-5W30 ACEA A1*/A2/A3 0W40-5W40-5W50 Norm ACEA A1-98 * Olie voor zuinig rijden 4,25 K4M 4,75 (1) OVERIGE LANDEN De volgende specificaties gelden indien de voor Europa voor- geschreven oliesoorten niet voorhanden zijn: BENZINE - 15 °C - 30 °C - 20 °C - 10 °C 0 °C + 10 °C + 20 °C + 30 °C API SH/SJ 15W40-15W50 API SH/SJ 10W40-10W50 API SH/SJ 10W30 API SH/SJ 5W30 API SH/SJ 5W40-5W50 Olie voor zuinig rijden: Norm API SJ-IL SAC GF2 * Bijvullen m.b.v. peilstaaf (1) bij vervangen oliefilter 07-1
  • 5. GEGEVENS EN AFSTELWAARDEN Inhouden - soorten 07 Inhoud in Orgaan Oliesoort Bijzonderheden liters Versnellingsbak Alle landen: TRANSELF TRX 75 W 80 W 3,4 JB3 (Norm API GL5 of MIL-L 2105 G of D) Bescherming tot - 20 °C ± 2 °C voor gematigd en Koelcircuit Glacéol RX koud klimaat. K4M 6,2 (type D) Bescherming tot - 37 °C ± 2 °C voor zeer koude landen 07-2
  • 6. MET AIRCO GEGEVENS EN AFSTELWAARDEN Spanning aandrijfriem hulporganen 07 UITBOUWEN DYNAMO, STUURBEKRACHTIGINGSPOMP EN AIRCONDITIONINGSCOMPRESSOR Plaats de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de accukabels los. Verwijder : - de spatplaat in de rechter wielkuip, - de grille, - de koplamp rechts voor. Draai met een verzette ringsleutel van 13 mm de automatische riemspanner in de hieronder aange- geven richting. Zet de spanrol vast met een in- bussleutel (1) van 6 mm. 14976R A Krukas B Airco-compressor C Dynamo D Stuurbekrachtigingspomp E Geleiderol T Automatische spanrol INBOUWEN Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou- wen. 14494-3R 07-3
  • 7. ZONDER AIRCO WAARDEN EN AFSTELLINGEN Spanning aandrijfriem hulporganen 07 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 1273 Riemspannningsmeter DYNAMO EN STUURBEKRACHTIGING 14977R 14888R Het spannen van de riem gebeurt met behulp van N.B.: De hulporganen-aandrijfriem heeft vier de bout (1) (met de twee bevestigingsbouten van groeven, terwijl de poelies op de krukas en de de spanrol losgedraaid). Vervolgens zet u de moer stuurbekrachtigingspomp er vijf hebben; let er (2) vast. bij het monteren op dat de BUITENSTE groef op beide poelies vrij blijft (E) . Aandrijfriem Riemspanning stuurbekrachti- (US = SEEM-eenheid) gingspomp Bij montage 108 ± 6 Min. werkspanning 60 A Krukas B Stuurbekrachtigingspomp C Dynamo T Spanrol → Controlepunt riemspanning 07-4
  • 8. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Spanning distributieriem 07 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 799 -01 Blokkeergereedschap distributiepoelies Mot. 1368 Aantrekgereedschap geleiderol distributie Mot. 1489 BDP-stift Mot. 1490 Blokkeergereedschap nokkenaspoelies Mot. 1496 Blokkeergereedschap nokkenassen ONMISBAAR GEREEDSCHAP Hoekverdraaisleutel Er zijn twee methodes voor het afstellen van de Plaats Mot. 1496 en zet het vast over de einden distributie. van de nokkenas. De eerste methode gebruikt u na het vervangen van enig onderdeel aan de voorzijde van de distri- butie waarvoor het niet nodig is geweest een of twee nokkenaspoelie(s) los te draaien. Afstellen van de distributie LET OP: het is van groot belang dat u het einde van de krukas, de boring in de poelie en de raak- vlakken tussen krukas en poelie grondig ontvet om motorschade te voorkomen als gevolg van het slippen van de poelie op de krukas. Plaats de inkepingen op de nokkenassen met be- hulp van Mot. 799-01 zoals hieronder is getekend. 14928R 14490S 07-5
  • 9. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Spannen distributieriem 07 Controleer of de krukas goed tegen de BDP-stift Aanbrengen van de riem Mot. 1489 aanligt (groef (5) van de krukas wijst omhoog). Bij het vervangen van de distributieriem moeten de spanrollen en de distributierol worden vervan- gen. Controleer bij montage van de spanrol of de nok goed in de groef (A) valt. 14489R 14505-1R2 14487-1R1 07-6
  • 10. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Spannen distributieriem 07 Monteer: Spannen van de riem - de distributieriem, - de spanrol en zet de bevestigingsbout vast met Verdraai de draaibare wijzer (A’) van de spanrol 7 Mot. 1368 met een koppel van 4,5 daN.m), tot 8 mm ten opzichte van de vaste wijzer (7) met behulp van een inbussleutel van 6 mm (in B). N.B.: stand (A) is de ruststand van de draaibare wijzer. 14487-2R N.B.: 14505-4R1 - de bout van de krukaspoelie van de aandrijf- riem hulporganen is opnieuw te gebruiken als Span de moer van de spanrol voor met 0,7 daN.m. de lengte onder de kop gemeten niet groter is dan 49,1 mm, anders moet u hem vervangen, Zet de bout van de krukaspoelie vast met 2 daN.m - smeer een nieuwe poeliebout niet met olie. en daarna over een hoek van 135° ± 15° (krukas Een gebruikte bout moet echter beslist met olie steunt op BDP-stift). worden gesmeerd. Verwijder het nokkenas-afstelgereedschap Mot. 1496 en BDP-stift Mot. 1489 . Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom (distributiezijde), en schroef voor het einde van de tweede omwenteling de BDP-stift Mot. 1489 in het motorblok en draai de krukas langzaam en zonder schokken tegen de stift. Verwijder de BDP-stift. Houd de spanrol met een 6 mm inbussleutel tegen en draai de moer van de spanrol maximaal een omwenteling los Breng de draaibare wijzer in lijn met de vaste wij- zer en zet de moer definitief vast met 2,7 daN.m. 07-7
  • 11. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Spannen distributieriem 07 Controle van de spanning en van de afstelling Controle van de spanning Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom (distributiezijde), en schroef voor het einde van de tweede omwenteling de BDP-stift Mot. 1489 in het motorblok en draai de krukas langzaam en zonder schokken tegen de stift. Verwijder de BDP-stift. Controleer of de wijzers van de spanrol in lijn lig- gen, herhaal anders de spanprocedure. Controle van de afstelling Controleer, voordat u de afstelling van de distri- 14490S butie controleert, of de wijzers van de spanrol in lijn liggen. Schroef de BDP-stift Mot. 1489 in het motorblok en draai de krukas langzaam en zonder schokken tegen de stift. Plaats (zonder forceren) het nokkenas-afstelge- reedschap Mot. 1496: de inkepingen in de nok- kenassen moeten horizontaal liggen. Als het ge- reedschap niet goed past, moet u de distributie en de riemspanning opnieuw afstellen. 14928R 07-8
  • 12. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Spannen distributieriem 07 De tweede methode gebruikt u na het vervangen Plaats Mot. 1496 en zet het vast over de einden van enig onderdeel aan de voorzijde van de dis- van de nokkenas. tributie waarvoor het nodig is geweest een of beide nokkenaspoelie(s) los te draaien. Afstellen van de distributie LET OP: het is van groot belang dat u het einde van de krukas en de nokkenas(sen), de boring in de poelies en de raakvlakken tussen krukas en poelie en nokkenas en poelie grondig ontvet om motorschade te voorkomen als gevolg van het slippen van de poelie op de krukas of de nokken- as. Draai de inkepingen van de nokkenassen zoals hieronder is getekend, door de nokkenassen te verdraaien met behulp van de oude poeliemoeren op de schroefdraad op de nokkenassen. 14928R Plaats de nokkenaspoelies en draai de (verplicht nieuwe) moeren vast tot op 0,5 tot 1 mm van de poelie. Controleer of de krukas goed tegen de BDP-stift Mot. 1489 aanligt (groef (5) van de krukas wijst omhoog). 14490S 14489R 07-9
  • 13. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Spannen distributieriem 07 Controleer bij montage of de nok van de spanrol Bij het vervangen van de distributieriem moeten goed in de groef (A) valt. de spanrollen en de distributierol worden vervan- gen. Draai de nokkenaspoelies zo dat de spaken met het Renault-logo vertikaal omhoog wijzen (A), leg distributieriem over de nokkenaspoelies en mon- teer het poelieblokkeergereedschap Mot. 1490 (zet Mot. 1490 vast in de bevestigingsgaten voor het distributiedeksel). 14505-1R2 Monteer: - de distributieriem, - de spanrol en zet de bevestigingsbout vast met Mot. 1368 met een koppel van 4,5 daN.m), 14487-1R2 14487-3S 14839R 07-10
  • 14. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Spannen distributieriem 07 Monteer de krukaspoelie van de aandrijfriem Verwijder het poelieblokkeergereedschap Mot. hulporganen en draai de bout ervan niet tegen 1490. de poelie vast (ruimte tussen bout en poelie 2 tot 3 mm). Verdraai de distributie zes omwentelingen met de uitlaatnokkenaspoelie met behulp van Mot. 799- N.B.: 01. - de bout van de krukaspoelie van de aandrijf- riem hulporganen is opnieuw te gebruiken als Houd de spanrol met een 6 mm inbussleutel tegen de lengte onder de kop gemeten niet groter is en draai de moer van de spanrol maximaal een dan 49,1 mm, anders moet u hem vervangen, omwenteling los - smeer een nieuwe poeliebout niet met olie. Een gebruikte bout moet echter beslist met olie Breng de draaibare wijzer (A’) in lijn met de vaste worden gesmeerd. wijzer (7) en zet de moer definitief vast met 2,7 daN.m. Spannen van de riem Plaats het poelieblokkeergereedschap Mot. 1490. Controleer of er nog steeds 0,5 tot 1 mm ruimte is tussen de nokkenaspoelies en hun moeren. Verdraai de draaibare wijzer (A) van de spanrol 7 tot 8 mm ten opzichte van de vaste wijzer (7) met behulp van een inbussleutel van 6 mm (in B). N.B.: stand (A) is de ruststand van de draaibare wijzer. 14839R 14505-4R1 Span de moer van de spanrol voor met 0,7 daN.m. 07-11
  • 15. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Spannen distributieriem 07 Controleer of de poelie goed tegen de BDP-stift Controle van de spanning en van de afstelling rust Mot. 1489. Controle van de spanning Draai de krukas twee omwentelingen rechtsom (distributiezijde), en schroef voor het einde van de tweede omwenteling de BDP-stift Mot. 1489 in het motorblok en draai de krukas langzaam en zonder schokken tegen de stift. Verwijder de BDP-stift. Controleer of de wijzers van de spanrol in lijn lig- gen, herhaal anders de spanprocedure. Houd de spanrol met een 6 mm inbussleutel tegen en draai de moer van de spanrol maximaal een omwente- ling los Breng de draaibare wijzer in lijn met de vaste wij- zer en zet de moer definitief vast met 2,7 daN.m. Controle van de afstelling 14489S Controleer, voordat u de afstelling van de distri- Zet de bout van de krukaspoelie van de aandrijf- butie controleert, of de wijzers van de spanrol in riem hulporganen vast met 2 daN.m en daarna lijn liggen. over een hoek van 135° ± 15° (krukas steunt op BDP-stift). Schroef de BDP-stift Mot. 1489 in het motorblok en draai de krukas langzaam en zonder schokken Zet de moer van de inlaatnokkenaspoelie vast met tegen de stift. 3 daN.m en daarna over een hoek 84°. Plaats (zonder forceren) het nokkenas-afstelge- Zet de moer van de uitlaatnokkenaspoelie vast reedschap Mot. 1496: de inkepingen in de nok- met 3 daN.m en daarna over een hoek 84°. kenassen moeten horizontaal liggen. Als het ge- reedschap niet goed past, moet u de distributie Verwijder het afstelgereedschap Mot. 1496, het en de riemspanning opnieuw afstellen. blokkeergereedschap Mot. 1490 en de BDP-stift Mot. 1489. 14490S 07-12
  • 16. MOTOR EN ONDERZIJDE Vastzetten cilinderkopbouten 07 VASTZETTEN KOPBOUTEN De kopbouten kunt u hergebruiken als de lengte onder de kop niet meer bedraagt dan 117,7 mm (anders dient u alle bouten te vervangen). Aantrekmethode Om de bouten met het juiste koppel te kunnen vastzetten moet u de eventueel in de boutgaten achtergeble- ven olie eerst met een spuitje opzuigen. Nieuwe bouten worden niet met olie gesmeerd, maar bij hergebruik van oude kopbouten smeert u de kop- pen en de schroefdraad met olie. Zet alle bouten in onderstaande volgorde vast met 2 daN.m. 14500R Controleer of alle bouten goed zijn aangetrokken met 2 daN.m en voer dan per bout een hoekverdraaiïng uit van 240° ± 6°. De kopbouten worden vervolgens niet meer nagetrokken. 07-13
  • 17. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Bodemhoogte 07 Voor Achter maat X (in mm) Type auto H1 - H2 = ... mm H4 - H5 = ... mm L en R CB0H 92,2 ± 7,5 8±5 - CB0T L’Het verschil tussen links en rechts mag bij eenzelfde as niet meer bedragen dan 5 mm, waarbij de bestuur- derszijde altijd het hoogst moet liggen. Na correctie van de bodemhoogte moeten altijd de remdrukbegrenzer en de koplampen worden afgesteld. MEETPUNTEN 13491R4 N.B. : De maat H5 wordt gemeten vanaf het hart van het verende scharnierpunt. H2 = Gemeten vanaf de onderkant van het subframe en de grond, ter hoogte van de vooras. 07-14
  • 18. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Wielen en banden 07 Bandenspanning (in bar) (1) Type auto Velg Bandenmaat Voor Achter CB0H 6 J 14 185/60 R 14 H 2,3 2,1 CB0T (1) Bij volle belasting en snelweggebruik. Aantrekkoppel wielbouten: 9 daN.m Slingering velg: Max. 1,2 mm 07-15
  • 19. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Remdrukbegrenzer 07 Remdruk Controledruk (1) (in bar) Inhoud tank Type auto (en bestuurder in de auto) Voor Achter CB0H 0 100 56 - 18 CB0T 90966S (1) Controle door middel van twee diagonaal gemonteerde manometers. 07-16
  • 20. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Remmen 07 Diameter trommels of dikte schijven(in mm) Max slingering velg (in mm) Type auto Voor Achter Normaal Mini Normaal Maxi (1) Voor Achter CB0H 20,6 17,6 203,2 204,5 0,07 - CB0T (1) remtrommel: maximaal toegestane diameter bij slijtage. Dikte remblokken/-voering (in mm) (met grondplaat) Type auto Voor Achter Remvloeistof Nieuw Mini Nieuw Mini CB0H 4,6 (1) SAE J1703 18,2 6 2 CB0T 3,3 (2) DOT 4 (1) oplopende remschoen. (2) aflopende remschoen. 07-17
  • 21. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Controlewaarden van de voortreinhoeken 07 HOEKEN WAARDEN STAND AFSTELLING VOORTREIN LANGSHELLING 4° H5-H2 = 32 mm 3°30’ ±30’ H5-H2 = 51 mm 3° H5-H2 = 70 mm 2°30’ H5-H2 = 89 mm NIET AFSTELBAAR Max. verschil links/rechts = 1° 93012-1S WIELVLUCHT 0°54’ H1-H2 = 17 mm - 0°25’ ±30’ H1-H2 = 89 mm - 0°34’ H1-H2 = 115 mm 0°05’ H1-H2 = 179 mm NIET AFSTELBAAR Max. verschil links/rechts = 1° 93013-1S DWARSHELLING 8°30’ H1-H2 = 17 mm 10°50’ H1-H2 = 89 mm ±30’ 11°20’ H1-H2 = 115 mm 12°00’ H1-H2 = 179 mm NIET AFSTELBAAR Max. verschil links/rechts = 1° 93014-1S SPORING Afstellen door (Voor 2 wielen) de stelhuls van de spoor- (uitspoor) ONBELAST stangen te verdraaien + 0°16’ ± 20’ 1 slag = 30’ (3 mm) + 1,6 mm ± 2 mm 93011-1S VASTZETTEN RUBBER LAGERBUSSEN - ONBELAST - 81603S1 07-18
  • 22. WAARDEN EN AFSTELLINGEN Controlewaarden van de achtertreinhoeken 07 STAND VAN DE HOEKEN WAARDEN AFSTELLING ACHTERTREIN WIELVLUCHT - 0°57’ ± 20’ ONBELAST NIET AFSTELBAAR 93013-2S SPORING (Voor 2 wielen - toespoor) ONBELAST NIET AFSTELBAAR - 0°41’ ± 30’ - 4 mm ± 3 mm 93011-2S VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN - ONBELAST - 81603S1 07-19
  • 23. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Identification 10 Versnellings- Inhoud Boring Slag Compressie- Type auto Motor bak (cm 3) (mm) (mm) verhouding CB0H K4M 748 JB3 1 598 79,5 80,5 10/1 CB0T Bijbehorend werkplaatshandboek: Mot. K4M. 10-1
  • 24. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Oliedruk 10 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 836-05 Oliedruk controleset ONMISBAAR MATERIAAL Lange dop van 22 mm CONTROLE De oliedruk moet bij warme motor (ongeveer 80°C) worden gecontroleerd. Samenstelling van de controleset Mot. 836-05 87363R1 U gebruikt B+F Sluit de manometer aan op de plek van het olie- drukcontact. Controlewaarden oliedruk Bij stationair toerental 1 bar Bij 3 000 tr/min. 3 bar 10-2
  • 25. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Aandrijfgroep 10 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 1040-01 Hulpframe voor uit- en inbouwen van de aandrijfgroep Mot. 1159 Steungereedschap motor op subframe Mot. 1202 Slangklemtang - het hitteschild (A) en de schakelstang, AANTREKKOPPELS (in daN.m) Voorste subframebouten 6,2 Achterste subframebouten 10,5 Bouten pendelkap op motor rechts voor 6,2 Moer pendelkap op motor rechts voor 4,4 Moer pendelrubber op langsbalksteun links voor 6,2 Bout schokdemperpoot 18 Bout remklauw 4 Bout kruisstukje stuurkolom 3 Wielbouten 9 15427R UITBOUWEN - de uitlaatklem (B) tussen katalysator en ex- pansiepot. Maak de stekker van de lambda Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. sonde (C) los. - de gevlochten massastrip op de versnellings- Bouw de accu en de beschermplaat onder de mo- bak, tor uit. - de voorste schildbumper, - de inlaatluchtslang, Tap af: - het koelsysteem (onderste radiateurslang), - de versnellingsbakolie en de motorolie indien nodig, - het aircocircuit (indien aanwezig) met een vulstation. Bouw uit : - de voorwielen, - de grille, - de voorbumper, - de trekstangen subframe/carrosserie, - de remklauwen (en de ABS opnemers indien aanwezig) en hang ze aan de veerpoten, - de bouten van de schokdemperpoten, 10-3
  • 26. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Aandrijfgroep 10 - de bevestigingen van het expansievat en duw Verwijder: dit uit de weg, - de steun van de rekeneenheid inspuiting. Maak - de bevestigingen van de katalysator op het de 90-polige stekker los alsook de stekker van de spruitstuk. Zet de katalysator vast aan de crashsensor. voorste uitlaatbuis en duw het geheel uit de weg, - de vacuïmslang op het spruitstuk, - het luchtfilterhuis bij (4). 13088R2 Maak los: - de slang van de rembekrachtiger, 14843R5 - de kachelslangen, N.B.: Pas op voor de vacuüm-aansluiting naar de rembekrachtiger. Als deze aansluitig breekt moet het complete spruitstuk vervangen. 13084R 10-4
  • 27. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Aandrijfgroep 10 - de relaishouder (4), het stekkerblok (5), de Verwijder: steunplaat (6) en maak de zekeringhouder (7) - de bovenste radiateurbevestigingen, hiervan los, - de bevestigingen van de aircoleidingen (indien aanwezig), en de flens (8) en leg het geheel op de motor, N.B : Dicht de openingen in de airco-leidingen en in het ontlastventiel af met met pluggen om bin- nendringen van vocht te voorkomen. 15475R - de stekker op het dampabsorptievat, - de slang op het spruitstk voor het dampabsorp- tievat, - de gas- en koppelingskabels. 14174R Haak het stuurbekrachtigingsreservoir los en plaats dit op de motor. - de moer en de nokbout van het stuurkolom- kruisstukje. Druk hiervoor de beschermkap te- rug. 10-5
  • 28. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Aandrijfgroep 10 BIJZONDERHEDEN VAN AUTO’S MET EEN AIRBAG Plaats een blokje hout tussen de steun van de hul- IN HET STUURWIEL porganen en het subframe. LET OP: Om iedere kans op beschadiging van de draaibare doorvoer te voorkomen moet u de volgende voorzorgen in acht nemen : - voordat u de stuurkolom losmaakt van het rondsel, moet u ervoor zorgen dat HET STUUR- WIEL IN DE MIDDENSTAND GEBLOKKEERD STAAT met behulp van een blokkeerhulp en gedurende de gehele duur van de reparatie niet kan verdraaien, - bij de minste of geringste twijfel over het cor- rect gecentreerd zijn van de draaibare door- voer moet u het stuurwiel uitbouwen en de doorvoer centreren volgens de methode die staat aangegeven in hoofdstuk 88 "AIRBAG". TER HERINNERING: dit mag alleen gebeuren door speciaal opgeleid personeel. 14172S Plaats Mot.1159 tussen subframe en motorblok. Verwijder de kap van de pendelophanging. 99024R2 15424R 10-6
  • 29. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Aandrijfgroep 10 Leg een blok hout tussen versnellingsbak en sub- Zet het hulpframe Mot. 1040-01 vast onder het frame. subframe. Bouw uit : - de moer (1), en tik met een bronzen drevel, zodat het bevestigingstapeind van de pendel- ophanging vrijkomt. 98755R1 Laat de hefbrug zakken tot het hulpframe de grond raakt. 13086R Verwijder de subframebouten en breng de hef- brug voorzichtig omhoog zodat de aandrijfgroep - de trekstangen (3), vrijkomt. - de benzineaanvoer- en -retourleiingen. N.B.: markeer de stand van Mot. 1159 op sub- frame indien de bak en de motor worden geschei- den. 14175R1 10-7
  • 30. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Aandrijfgroep 10 INBOUWEN Plaats twee draadstiften Mot.1233-01 in de gaten van de voorste subframebouten van de carrosserie voor het uitlijnen van het subframe. Zet de subframebouten vast met : - 6,2 daN.m aan de voorkant, - 10,5 daN.m aan de achterkant. Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou- wen. Monteer de hitteschilden. Monteer de remklauwbouten met Loctite FRENBLOC en zet ze vast met het voorgeschreven aantrekkoppel. Druk een paar keren op het rempedaal zodat de remzuigers aanliggen tegen de remblokken. Vul : - de versnellingsbak en de motor met de voorgeschreven oliesoorten, - en ontlucht het koelsysteem (zie hoofdstuk 19), - het aircocircuit (indien aanwezig) met het vulstation. 10-8
  • 31. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Ondercarter 10 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 1233-01 Subframe draadstiften AANTREKKOPPELS (in daN.m) - de bout (1) en draai bout (2) los van het reac- tiestangetje, Voorste subframebouten 6,2 Achterste subframebouten 10,5 Bouten ondercarter 1,4 Bout van kruisstukje stuurkolom 3 Bout reactiestangetje 6,2 Wielbouten 9 UITBOUWEN Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de massakabel van de accu los. 13359R1 Tap de motorolie af. - de onderste schildbumperbevestiging, Bouw uit: - de bevestigingen (3) van de trekstangen, - de voorwielen en het rechter spatscherm, - de subframe bouten en vervang deze één voor - de moer en de bout van het kruisstukje van de één door de draadstiften Mot. 1233-01. stuurkolom nadat u de beschermkap hebt weg- gedrukt, LET OP: Om iedere kans op beschadiging van de draaibare doorvoer te voorkomen moet u de volgende voorzorgen in acht nemen : - voordat u de stuurkolom losmaakt van het rondsel, moet u ervoor zorgen dat HET STUUR- WIEL IN DE MIDDENSTAND GEBLOKKEERD STAAT met behulp van een blokkeerhulp en gedurende de gehele duur van de reparatie niet kan verdraaien, - bij de minste of geringste twijfel over het cor- rect gecentreerd zijn van de draaibare door- voer moet u het stuurwiel uitbouwen en de doorvoer centreren volgens de methode die staat aangegeven in hoofdstuk 88 "AIRBAG". TER HERINNERING: dit mag alleen gebeuren door speciaal opgeleid personeel. 14175R - de fuseekogels en de spoorstangkogels, - de trekstangen subframe/carrosserie, - de schakelstang bij de bak, 10-9
  • 32. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Ondercarter 10 Laat het subframe geleidelijk zakken met de draadstiften Mot. 1233-01 tot de afstan- den X1 = 9 cm is bereikt. 13507R2 Verwijder: - de bevestiging op het ondercarter van de kabelboom, - het ondercarter. 10-10
  • 33. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Ondercarter 10 INBOUWEN Breng een strook RHODORSEAL 5661 aan bij (A) aan weerszijden van het lager N° 1 en bij (B) op de afsluitplaat. 10061-1R3 Monteer het ondercarter met een nieuwe pak- king. Span de bouten voor met een aantrekkop- pel van 0,8 daN.m, gevogd door het spiraalsgewijs 14506-1R aantrekken met een aantrekkoppel van 1,4 daN.m. 10-11
  • 34. MOTORBLOK EN ONDERZIJDE Steunplaat 10 UITBOUWEN INBOUWEN Plaats de auto op een tweekoloms hefbrug. Monteer de steunplaat (controleer of deze bij A goed tegen het ondercarter steunt en zet de bou- Verwijder: ten vast met het voorgeschreven aantrekkoppel, - de linker spatplaat en de schuldbumper, volgens onderstaande tabel. - de dynamo (zie hoofdstuk16 "Dynamo"), - de bevestigingen van de airco-compressor en bevestig deze aan de carrosserie, Aantrekvolgorde Aantrekkoppel - de bevestigingen van de kabelbundel op de steunplaat en maak op de stuurbekrachtigings- 1 5,3 daN.m pomp de stekker los van het drukcontact, 2 2,1 daN.m Bouw de steunplaat uit. 3 11 daN.m 14492-2R Vor montage vande aandrijfriem voor de hulpor- ganen, raadpleeg hoofdstuk 07 "Spanning aan- drijfriem hulporganen". Ga verder te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. 10-12
  • 35. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Distributieriem 11 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 799 -01 Poelieblokkeergereedschap Mot. 1273 Riemspanningsmeter Mot. 1368 Spangereedschap distributieriem- spanrol Mot. 1487 Montagegereedschap afsluitdop inlaatnokkenas Mot. 1488 Montagegereedschap afsluitdop uitlaatnokkenas Mot. 1489 BDP-stift Mot. 1490 Nokkenaspoelie blokkeergereed- schap Mot. 1496 Nokkenas -afstelgereedschap ONMISBAAR MATERIAAL Motorsteun Hoekverdraaisleutel Plaats de motorsteun over de motor. AANTREKKOPPELS (in daN.m of/en ° ) Wielbouten 10 Spanrolbout 4,5 Krukaspoeliebout 2 + 135° ± 15° Spanrolmoer 2,7 Bouten pendelophanging rechts voor op de motor 6,2 Bouten uitslagbegrenzer pendelophanging rechts voor 6,2 UITBOUWEN 14279S Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. N.B.: Zorg ervor dat de drukvlakken van de mo- Maak de massakabel van de accu los. torsteun goed op de onbuigzame delen van het voorscherm steunen. Bouw uit : - het rechter voorwiel, - de spatplaat in de rechter wielkuip. 11-1
  • 36. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Distributieriem 11 Bouw uit : Maak los: - de kap van de pendelophanging en de uitslag- - de kabelbundel van het bovenste distributie- begrenzer deksel en druk deze opzij, - de benzineleidingen op het middelste distribu- tiedeksel. 15424R - de aandrijfriem hulporganen(zie hoofdstuk 07 15426R "Spanning aandrijfriem hulporganen"). Maak de stekkers (3) en de slang (4) los. Bouw uit: - de inlaatluchtdemper, - de afsluitdoppen van de nokkenassen, door- Bouw de beugel (5) uit, evenals de bevestigings- boor deze in het midden om ze los te maken, bout bij (6) van de kabelbundel. - de plug van het BDP-controlegat. 14491-1R 11-2
  • 37. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Distributieriem 11 Afstellen van de distributie Controleer of de inkepingen in de nokkenassen horizontaal liggen, zie onderstaande tekening. Draai de inkepingen van de nokkenassen naar be- neden, zie de onderstaande tekening. 14490S 14491S Bouw uit : - de krukaspoelie waarbij u de krukas met een Schroef de BDP-stift Mot. 1489 in het motorblok grote schroevendraaier tegenhoudt, en draai de krukas een omwenteling langzaam en - het middelste distributiedeksel (1), zonder stoten rechtsom (distributiezijde) tot hij - het bovenste deksel (2). tegen de stift rust. 14487-7R 14489R 11-3
  • 38. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Distributieriem 11 Ontspan de distributieriem door de moer van de INBOUWEN spanrol (1) los te draaien. Bij het vervangen van de distributieriem moeten N.B. : De krukas poelie is niet met en spie ge- de spanrollen en de distributierol worden vervan- borgd. Let erop dat hij bij het uitbouwen van de gen. riem niet loraakt. Monteer: Om de distributieriem los te maken verwijdert u - de distributieriem strikt volgens de methode in de spanrol (2) met Mot. 1368. hoofdstuk 07 "Spannen van de distributie- riem", - de aandrijfriem hulporganen(zie hoofdstuk 07 "Spanning aandrijfriem hulporganen"), - de nieuwe doppen: • van de inlaatnokkenas (Mot. 1487), • van de uitlaatnokkenas (Mot. 1488), 14487-2R2 LET OP: het is van groot belang dat u het einde van de krukas, de boring in de poelie en de raak- vlakken tussen krukas en poelie grondig ontvet om motorschade te voorkomen als gevolg van het slippen van de poelie op de krukas. 14890R - de pendelophanging rechts en de reactiestang en zet deze onderdelen met de voorgeschreven aantrekkoppels vast. Raadpleeg hoofdstuk 19 "Pendelophanging" 11-4
  • 39. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 799 -01 Blokkeergereedschap poelies distributie Mot. 1202 Tang voor klembanden Mot. 1273 Riemspanningsmeter Mot. 1311 -06 Uitbouwgereedschap benzineleidingen Mot. 1368 Montagegereedschap geleiderol distributie Mot. 1448 Afstandstang voor klembanden Mot. 1487 Montagegereedschap plug inlaatnokkenas Mot. 1488 Montagegereedschap plug uitlaatnokkenas Mot. 1489 BDP-stift Mot. 1490 Blokkeergereedschap nokkenaspoelies Mot. 1491 Montagegereedschap nokkenas keerring Mot. 1496 Afstelgereedschap nokkenas ONMISBAAR GEREEDSCHAP Motorsteun Hoekverdraaisleutel AANTREKKOPPELS (in daN.m of/en ° ) UITBOUWEN Plaats de auto op een tweekoloms hefbrug. Wielbouten 10 Bout geleiderol 4,5 Maak de accukabels los. Bout poelie hulporganenriem 2 + 135° ± 15° Verwijder de linker beschermplaat onder de mo- Moer spanrol 2,7 tor. Moer nokkenaspoelies 3 + 84° Bout kleppendeksel 1,2 Tap het koelsysteem af via de onderste radiateur- Bout olie-afscheider 1,3 slang. 11-5
  • 40. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 Bouw de distributieriem uit. Raadpleeg hoofdstuk Bouw uit/maak los: 11 "Distributieriem". - de gaskabel, - de beschermplaat vande hoofd-inspuitbuis, Breng het motorsteungereedschap Mot. 1159 aan - de nokkenaspoelies met Mot. 1490 (zet Mot. tussen het subframe en het motorblok. Verwijder 1490 vast in de bevestigingen van het distribu- de hulpsteun (aangebracht tijdens het verwijde- tiedeksel), ren van de distributieriem). 99024R2 14839R - de slangen (1) en (2) voor benzineaanvoer en - afvoer, met Mot. 1311-06, en duw deze uit de weg. 14844R2 11-6
  • 41. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 Maak de stekker (3) los, evenals de stekkers van de bobines Verwijder/maak los: - het luchtfilterhuis (4), (maak hiervoor het ex- pansievat los en druk dit uit de weg), 14843R - de katalysatorbevestigingen. Maak de katalysa- tor los van het uitlaatspruitstuk en zet hem vast aan de uitlaat, - het smoorklephuis (5), - de stekker (6) van de lambda sonde, - de beugel (7) en het hijsoog (8), 14849-1R - de vacuümslang van de rembekrachtiger, 11-7
  • 42. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 - de luchtverdeler, - de bobines, - de olie-afscheider, 14497-3S 11-8
  • 43. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 - de bouten van het kleppendeksel. Verwijder deze vertikaal door met een bronzen drevel tegen de uitsteeksels (1) te tikken. Gebruik tevens een schroevedraaier bij (2) voor het loswrikken (wikkel de uiteinden van de schroevedraaier in tape om het aluminium oppervlak te spa- ren. 14497-4R2 11-9
  • 44. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 - de nokkenassen en de kleptuimelaars, - de uitgaande koelvloeistofslangen op de kop en de stekker van de koelvloeistoftemperatuur- zender, - de bevestigingen van de kabelsteun bij (10), - de hijsbeugel (11), 14889R 11-10
  • 45. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 Verwijder tenslotte de cilinderkop. 14500S REINIGEN CONTROLE VAN HET KOPPAKKINGVLAK De pakkingvlakken van de aluminium onderdelen Controleer met een rij en voelermaatjes of de mogen beslist niet schoon worden geschraapt. cilinderkop vlak is. Maximale vervorming 0,05 mm. Los de achtergebleven pakkingresten op met Décapjoint. Wij raden u aan om handschoenen te De cilinderkop mag niet worden gevlakt. dragen tijdens het reinigen. Controleer de cilinderkop op scheurtjes. Breng het product aan op de te reinigen delen; laat het ongeveer 10 minuten inwerken en veeg het metaal met een houten spatel schoon. Het is van het grootste belang dat u zorgvuldig te werk gaat en dat er geen vuil of pakkingresten in de oliekanalen naar de nokkenas terecht komen: deze oliekanalen bevinden zich zowel in het motorblok als in de cilinderkop. Indien de oliesproeiers verstopt raken zullen de nokkenassen namelijk snel slijten. 11-11
  • 46. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 INBOUWEN Denk goed aan het volgende bij uitbouwen- inbouwen van de cilinderkop: - de hydraulische klepstoters moeten opnieuw op druk worden gebracht als deze gedurende langere tijd niet werkzaam zijn geweest. Druk tegen het bovenste deel (A) om te controleren of u de klepstoters op druk moet brengen. Indien u het zuigertje in de stoter kunt wegdrukken, moet de complete klepstoter in dieselbrandstof onderdompelen alvorens hem te monteren. 14499R2 11-12
  • 47. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 - Controleer: • of het hitteschild van de uitlaat goed is gemonteerd tussen de lambda sonde en het spruitstuk (om te voorkomen dat de stekker van de achterste sonde door hitte worden beschadigd), • of de onderste inlaatluchtverdeler goed in lijn ligt met de cilinderkop en bij (A) tegen het kleppendeksel steunt, met de lipjes (B) tegen die van het kleppendeksel. 15148R De onderste inlaatluchtverdeler wordt vastgezet met een aantrekkoppel van 2,1 daN.m. Plaats de zuigers haverwege hun werkslag om contact met de kleppen te voorkomen bij montage van de nokkenassen. Controleer de ligging van de koppakking en monteer de cilinderkop. Controleer de lengte van de kopbouten en zet de ze vast zoals voorgeschreven in hoofdstuk 07 "Vastzetten kopbouten". 15154S 11-13
  • 48. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 Monteer: Plaats de groeven van de nokkenas in de hieron- - de kleptuimelaars, der aangegeven stand. - de nokkenassen. LET OP: Er mag geen olie op het pakkingvlak van het kleppendeksel komen. N.B.: De nokkenassen zijn bij (A) voorzien van een merkteken. 14490S 14518R N.B. : de pakkingvlakken moeten schoon, droog en vetvrij zijn (geen vingerafdrukken) Verklaring merkteken: - de tekens (B) en (C) zijn uitsluitend van belang Breng met een verfroller Loctite 518 aan op het voor de leverancier, pakkingvlak van het kleppendeksel, tot deze een - het teken (D) identificeert de nokkenas: rode kleur krijgt. AM =Inlaatnokkenas EM =Uitlaatnokkenas XXX XXX XX B C D 14517S 11-14
  • 49. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 Monteer het kleppendeksel en zet de bouten als volgt vast: Aantrekmethode Aantrekkoppel Montage Vastzetvolgorde Losmaakvolgorde (daN.m) Handeling n° 1 22-23-20-13 - 0,8 1 t/m 12 Handeling n° 2 14 t/m 19 - 1,2 21 en 24 Handeling n° 3 - 22-23-20-13 - Handeling n° 4 22-23-20-13 - 1,2 14497-4R1 11-15
  • 50. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 N.B.: de pakkingvlakken moeten schoon, droog en vetvrij zijn (geen vingerafdrukken) Breng met een verfroller Loctite 518 aan op het pakkingvlak van het kleppendeksel, tot deze een rode kleur krijgt. 14516S Monteer de olie-afscheider en zet de bouten vast met 1,3 daN.m in de onderstaande volgorde. 14497-3R 11-16
  • 51. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 Monteer: - de bobines die u vastzet met 1,3 daN.m, - het inlaatspruitstuk (met nieuwe pakking), zet de bouten hiervan vast met 0,9 daN.m in onderstaande volgorde, 14497-1R - het smoorklephuis, zet de bouten (A) vast met 1,3 daN.m, - het luchtfilterhuis, zet de bouten vast met 0,9 daN.m, - de nokkenaskeerringen, gebruik Mot. 1491 in combinatie met de oude moeren (B). 14892R1 11-17
  • 52. CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE Koppakking 11 OP TIJD ZETTEN VAN DE DISTRIBUTIE LET OP : Ontvet grondig de neus van de krukas, de boring van de distributiepoelie, de raakvlak- ken van de krukaspoelie en de uiteinden van de nokkenassen. Dit is nodig om verschuiving van de distributie-onderdelen (en motorschade) te voor- komen . Monteer de distributieriem en houd u daarbij strict aan de voorgeschreven methode van hoofdstuk 07 "Spannen distributieriem"). Monteer de aandrijfriem van de hulporganen, en raadpleeg daarbij hoofdstuk 07 "aandrijfriem hulporganen"). Monteer nieuwe afdichtpluggen: • voor de inlaatnokkenas (Mot. 1487), • voor de uitlaatnokkenas (Mot. 1488), 14890R Monteer de rechter pendelophanging en de koppel-reactiestang. Raadpleeg hoofdstuk 19 "Pendelophanging" voor de voorgeschreven aan- trekkoppels. Ga verder in omgekeerde volgorde van uitbou- wen. Vul en ontlucht het koelsysteem, raadpleeg hoofdstuk 19 "Vullen - Ontluchten". 11-18
  • 53. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Gegevens 12 Type Type Type auto inspuiting bak Type Indice Boring Slag Inhoud Compressie- Katalysator Emissie- (mm) (mm) (cm 3) verhouding norm Multipunt CB0H ◊ C75 sequentieel JB3 K4M 748 79,5 80,5 1598 10/1 EU 96 CB0T ◊ C79 Statische ontsteking Temperatuur °C 0 20 40 80 90 Opname-element luchttemp. Type NTC 5290 à 6490 2400 à 2600 1070 à 1270 - - Weerstand in Ohm Opname-element koelvloeistoftemp. - 3060 à 4045 1315 à 1600 300 à 370 210 à 270 Type NTC Weerstand in Ohm Controles bij stationair toerental* Benzine*** Uitlaatgassen** (octaangetal Toerental (tr/min.) CO (%) (1) C02 (%) CH (ppm) Lambda (λ) Super ongelood 750 ± 50 0,5 max. 14,5 min. 100 max. 0,97 < λ < 1,03 (95) (1) bij 2500 tr/min mag het CO-% maximaal 0,3 bedragen. * Bij een koelvloeistoftemperatuur hoger dan 80°C. Controle na ongeveer 30 seconden met 2500 tr/min. stabiel toerental draaien. ** De wettelijk toegestane maxima kunnen per land verschillen. *** Ook geschikt voor ongelood 91 octaan. 12-1
  • 54. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Gegevens 12 OMSCHRIJVING MERK/TYPE BIJZONDERHEDEN Rekeneenheid SIEMENS "SIRIUS" 90-polig Inspuiting - Multipunt sequentieel Ontsteking - Statisch met vier bobines MAGNETI Stappenmotor stationair Weerstand: 53 ± 5 Ω bij omgevingstemperatuur MARELLI Geïntegreerd in smoorklephuis Weerstand baan : 1 200 ± 240 Ω Weerstand sleepcontact < 1 050 Ω Smoorklepweerstand CTS Aansl. gas los volgas A-B 1 250 Ω 1 250 Ω A-C 1 245 Ω 2 230 Ω B-C 2 230 Ω 1 245 Ω ELECTRIFIL Geïntegreerde stekker Opname element vliegwiel of Weerstand= 200 à 270 Ω SIEMENS Geïntegreerd in dampabsorptievat Elektroklep dampabsorptievat SAGEM Weerstand: 26 ± 4 Ω à 23 °C Weerstand: 14,5 Ω Inspuitstukken WEBER Lekopbrengst: 0,7 cm3/minuut maximaal Storing zoeken OPTIMA 5800 Opname element NTC (zie tabel) JAEGER luchttemperatuur Weerstand: 2 500 Ω à 20 °C Opname element NTC (zie tabel) JAEGER koelvloeistoftemperatuur Weerstand: 3 500 Ω à 20 °C DELCO Type piëzo-electrisch Opname element druk ELECTRONICS Afdichtring altijd vervangen Type piëzo-elektrisch Pingeldetector SAGEM Aantrekkoppel: 2 daN.m Aansl. 80 (massa) en 45 (signaal rekeneenheid) Weerstand verwarmingselement Voorste lambda sonde BOSCH R = 9 Ω bij omgevingstemperatuur Arm mengsel = 840 mV ± 70 Rijk mengsel= 20 mV ± 50 aansl. 76 (massa) en 44 (signaal rekeneenheid) Weerstandverwarmingselement Achterste lambda sonde BOSCH R = 3,4 Ω bij omgevingstemperatuur Spanning bij volgas= 600 mV ± 50 Spanning bij gas los= 150 mV ± 50 12-2
  • 55. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Gegevens 12 OMSCHRIJVING MERK/TYPE BIJZONDERHEDEN Eén bobine per cilinder Bobines NIPPONDENSO Primaire weerstand: 0,5 Ω ± 0,02 Secondaire weerstand: 7 500 Ω ± 1 100 BOSCH 6 kΩ ± 1,5 Bougies RFC 50L2ZE Aantrekkoppel: 2,5 ± 5 daN.m Inlaatspruitstukdruk - 350 mb ± 30 stationair Vóór Na catalysator catalysator 1 500 tr/min 30 23 Tegendruk uitlaat - 3 000 tr/min 108 84 4 500 tr/min 211 153 5 500 tr/min 321 266 Benzine-dompelpomp WALBRO Druk: 3 bar ± 0,06 à 80 l/h Geregelde druk Benzinedrukregelaar - Onderdruk nul: 3 ± 0,2 bar Bij 500 mbar onderdruk : 2,5 ± 0,2 bar Benzinefilter - Aan voorzijde tank 12-3
  • 56. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Demper inlaatluchtcircuit 12 Het inlaatluchtcircuit is uitgerust met een demper (1) voor het onder- drukken van bepaalde drukgolven en het verminderen van het aanzuig- geluid. 14852R 12-4
  • 57. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Inlaatluchtcircuit 12 AANTREKKOPPELS (daN.m) Bout luchtfilterhuis 0,9 UITBOUWEN Druk het luchtfilterhuis naar rechts om hem te verwijderen. Het huis past tussen de voorruit- Maak los: plaat, de motor en de rembekrachtiger. - de accu, - de vacuumslang van de rembekrachtiger INBOUWEN (spruitstukzijde), Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou- - de actuator (1), wen. - de slang voor de benzinedampen (2). N.B.: wees voorzichtig met de vacuümaansluiting Druk het expansievat uit de weg zonder dit uit te van het spruitstuk naar de rembekrachtiger. Als bouwen. deze breekt moet u het gehele inlaatspruitstuk vervangen. Verwijder: - de inlaatluchtdemper, - de bevestigingsbouten van het luchtfilter (3). 14843R1 12-5
  • 58. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Smoorklephuis/stationair regeling 12 AANTREKKOPPELS (in daN.m) Smoorklephuis 1,5 Luchtfilterhuis 0,9 UITBOUWEN SMOORKLEPHUIS UITBOUWEN STATIONAIR REGELAAR (actuator) Maak de accukabels los. Bouw uit/maak los: - de stekker van de stappenmotor, Bouw het luchtfilterhuis uit, raadpleeg hoofdstuk - de slang van de EGR, 12 "Inlaatluchtcircuit"). - de drie bevestigingsbouten. Maak los: - de gaskabel, - de stekker van de smoorklepweerstand. Verwijder de twee bouten (1) van het smoor- klephuis. 14843S Ga bij het uitbouwen te werk in omgekeerde vol- gorde van uitbouwen en houd u strikt aan het voorgeschreven aantrekkoppel van de drie beves- tigingsbouten. Controleer de stand en de staat 14849R4 van de afdichtring bij montage. INBOUWEN Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou- wen. Vervang na het uitbouwen altijd de afdichtring van het smoorklephuis. Gebruik indien nodig wat vet om de ring te plaat- sen. 12-6
  • 59. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Inlaatspruitstuk 12 AANTREKKOPPEL (daN.m) Bouten spruitstuk 1 Bouten luchtfilterhuis 0,9 Bouten smoorklephuis 1,5 UITBOUWEN INBOUWEN Maak de accukabels los. Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou- wen. Bouw het luchtfilterhuis uit, raadpleeg hoofdstuk 12 "Inlaatluchtcircuit"). N.B.: Houd de voorgeschreven aantrekvolgorde en aantrekkoppels aan voor de bouten van het Maak los: spruitstuk en het smoorklephuis. - de stekker vande smoorklepweerstand, - de stekker van het opname element druk, Houd er rekening mee dat de spruitstuk -of - de stekker van de penbobines, smoorklephuispakking vervangen moet worden. - de stekker van het opname element luchttem- peratuur, - de gaskabel. Verwijder: - de twee bevestigingsbouten (A) van he smoor- klephuis, - de bouten van het inlaatspruitstuk. 14497-1R 12-7
  • 60. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Houder inspuitstukken 12 AANTREKKOPPELS (daN.m) Bouten houder inspuitstukken 2,1 Bouten hoofdinspuitbuis 0,9 UITBOUWEN Verwijder: - de poelie van de stuurbekrachtigingspomp, Maak de accukabels los. - de drie bevestigingsbouten van de stuurbekra- chtigingspomp. Duw het stuurbekrachtigingsreservoir uit de weg. Druk de stuurbekrachtigingspomp uit de weg Verwijder: zonder de leidingen los te maken. - de beschermplaat van de hoofd-inspuitbuis. - de beugel van de kabelbundel van de inspui- Verwijder de bevestigingsbouten van de houder ting. en bouw deze uit. Maak los: - de benzineaanvoer- en -retourslang (1 en 2), - de vacuümslang van de drukregelaar, - de inspuitstukken. 14503R1 14844R5 Verwijder de spatlap rechts voor. Blokkeer de spaner van de aandrijfriem voor de hulporganen. Bouw de aandrijfriem uit. BELANGRIJK: Een uitgebouwde aandrijfriem moet altijd worden vervangen. Raadpleeg hoofdstuk 07 "Spannen aandrijfriem hulporga- nen". 12-8
  • 61. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Houder inspuitstukken 12 INBOUWEN Vervang de pakking. Controleer of de inlaatluchtdemper (bij A) in lijn ligt met de cilinderkop en bij (B) tegen het kleppendeksel steunt. 15148R G a verder te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. Houd u aan de voorgeschreven aantrekkoppels voor de bevestigingen van de houder. Vervang de aandrijfriem van de hulporganen, raadpleeg hoofdstuk 07 "Spanning aandrijfriem hulp- organen". 12-9
  • 62. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Uitlaatspruitstuk 12 ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 1495 Demontage-gereedschap voorste lambda sonde AANTREKKOPPELS (daN.m) Bouw de katalysator uit. U kunt het subframe en- kele millimeters laten zakken om het verwijderen Voorste lambda sonde 4,5 te vereenvoudigen (raadpleeg hoofdstuk 31 van Spruitstukmoeren 1,8 MR 337). Moer 3-punts beugel 2 Let erop dat u de leiding van de katalysator en het Bout hitteschild 1 hitteschild niet beschadigt. UITBOUWEN Plaats de auto op een tweekoloms hefbrug. Maak de accukabels los. Bouw het luchtfilterhuis uit (raadpleeg hoofdstuk 12 "Luchtfilterhuis"). Maak de stekker (1) van de lambda sonde los en bouw hem uit met Mot. 1495. Verwijder het bovenste hitteschails van het uit- laatspruitstuk. Maak de voorste uitlaatbuis los. 15448-1S 14849R1 15448S 12-10
  • 63. INLAATSPRUITSTUK - SMOORKLEPHUIS Uitlaatspruitstuk 12 Verwijder de beugel (1) tussen uitlaatspruitstuk en motorblok. 14848R Neem hem vervolgens via de rechterzijde weg. INBOUWEN Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbou- wen. N.B.: Controleer of het hitteschild goed ligt tussen de lambda sonde en het spruitstuk. Anders wordt de stekker van de lambda sonde beschadigd door de terugslaande hitte. Vervang de afdichtingen van het spruitstuk en de 3-punts bevestiging. Vervang ook alle bevestigingsmoeren. LET OP: Een beschadigd hitteschild moet altijd worden vervangen om brandgevaar te voorko- men. 12-11
  • 64. BRANDSTOFTOEVOER Inspuitstukken 13 AANTREKKOPPELS (daN.m) Bouw uit/maak los: - het beschermrubber van de hoofd-inspuitbuis, Bouten hoofdinspuitbuis 0,9 - de snelsluitingen van de benzineaanvoer en - retourleidingen, zonder deze dicht te knijpen. Maak de slangen vrij, De inspuitstukken bij de K4M-motor zijn van het - de vacuümslang van de drukregelaar, merk WEBER en zijn met klemveren aan de hoofd- - de bevestigingsbouten van de hoofd- inspuitbuis gemonteerd. inspuitbuis, - de stekkers van de inspuitstukken, De benzine stroomt continu rond het huis van het - de klemveren van de inspuitstukken. inspuitstuk waardoor luchtbelvorming wordt voorkomen en warme starts worden vergemakke- INBOUWEN lijkt. Vervang altijd de afdichtringen van de inspuit- stukken. UITBOUEN Houd u strikt aan de aantrekkoppels voor de be- LET OP: Houd bij het verwijderen van de inspuits- vestigingen van de hoofd-inspuitbuis. tukken rekening met de resterende ben- zine(druk). Becherm de dynamo tegen wegstro- mende benzine. 14846S 14844S Maak de accukabels los. 13-1
  • 65. BRANDSTOFTOEVOER Benzinedruk 13 CONTROLE VAN DE BENZINEDRUK EN DE POMPOPBRENGST ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP Mot. 1311 -04 Wartel voor drukmeteing Mot. 1311 -01 Controleset benzinedruk (met manometer Mot. 1311 -02 Aansluitingen druk metingen ONMISBAAR MATERIAAL Maatbeker 2 000 ml Maak de benzine-aanvoerleiding los en sluit in Laat de benzinepomp draaien door de startmotor plaats hiervan het t-stuk aan, voorzien van de ma- te activeren. nometer. Noteer de druk en de hoeveelheid benzine in de Maak de benzine-retourslang los. Breng in plaats maatbeker. hiervan een slang aan die in de maatbeker uit- mondt. Bij het aanbrengen van onderdruk moet de benzi- nedruk dalen. Afgelezen druk : 3 bar ± 0,3 berekende min. opbrengst : 1,3 liter/minuut Controle overdrukklep pomp. Voed de benzinepomp door de retouropening dicht te houden. De druk moet zich op de mano- meter rond 5 bar stabiliseren. 14845S 13-2