Geert Driessen (2007) ITSInfo Monitoring van de prestaties van islamitische basisscholen.pdf
1. Vanaf het moment dat de eerste islami-
tische scholen van start zijn gegaan, nu
bijna zojaar geleden, liggen ze onder
vuur - en niet alleen figuurlijk. Was de
houding van de buitenwacht aanvan-
kelijk nog afwachtend en tolerant, de
laatste jaren is men steeds kritischer
en afwijzender geworden. De negatieve
berichten stapelen zich op: vrouwelijke
niet-moslimleerkrachten die verplicht
worden een hoofddoek te dragen;
gebruik van haatzaaiend lesmateri-
aal; ruziënde, frauderende en falende
besturen; geen aandacht voor andere
godsdiensten; te geringe Ieerlingenaan-
tallen; fundamentalistische en anti-inte-
gratieve tendensen; buitenlandse finan-
ciering en inmenging; jihad-rekrutering;
Íage onderwijsprestaties. Duidelijk is
dat er sprake is van een crisis en reden
tot zorg over het bestaansrecht en
voortbestaan van deze scholen.
Verwachtingen
lslamitische scholen zijn opgericht vanwege
de ontevredenheid van de ouders: op de
bestaande scholen was er nauwelijks aan-
dacht voor de islam, en de prestaties van
hun kinderen waren zeer laag. De ouders
verwachten dat met aparte islamitische
scholen hun kinderen worden opgevoed tot
goede moslims en dat zij ook zullen door-
stromen naar de hogere types van voort-
gezet onderwijs. Vorig school.jaar waren er
46 islamitische basisscholen met in totaaj
ongeveer io.ooo leerlingen. Sindsdien zijn
er enkele scholen gesloten, dit in verband
met herhaaldelijk slecht presteren, bestuur-
lijke malversaties of te geringe leerlingen-
aantallen. De scholen worden in hoofdzaak
bezocht door kinderen waarvan de ouders
afkomstig zijn uit Turkije, Marokko of het
Midden-Oosten. Nagenoeg al deze kinderen
komen uit lage sociaal-economische milieus.
Voor deze scholen betekent dit dat zij bijna
twee keer zoveel overheídssubsidie ont-
vangen als scholen met louter kinderen uit
hogere mílieus. Deze extra gelden besteden
zij bijvoorbeeld aan klassenverkleining,
extra begeleiding of computers.
Monitoring
Sinds r995 monitort het ITS tweejaarlijks
de onderwijsopbrengsten van ongeveer de
helft van de islamitische scholen. Daarvoor
wordt gebruik gemaakt van de gegevens
uit het PRIMA-cohortonderzoek. Er worden
steeds drie categorieën scholen met elkaar
vergeleken, te weten islamitische scholen,
vergelijkingsscholen en referentiescholen.
Bij de vergelijkingsscholen gaat het om
scholen met een vergelíjkbare leerlingen-
populatie als bij de islamitische scholen
('zwarte' scholen). De groep referentiescho-
Ien is representatief voor de landelijke scho-
lenpopulatie (de gemiddelde basisschool).
ln totaal doen steeds 45.ooo leerlingen van
4zo scholen mee aan het onderzoek.
Opbrengsten
In opdracht van het Ministerie van OCW
heeft het ITS nu ook de laatst beschikbare
gegevens, uit 2oo5, geanalyseerd. Twee
aspecten stonden daarbij centraal, namelijk
de prestaties (taal, rekenen, lezen, Cito-
toets, advies voortgezet onderwijs) en
gedrag en houding (welbevinden, zelfver-
trouwen, sociale integratie). De resultaten
laten zien dat wat betreft de taal-, reken- en
leesprestaties evenals de Cito-toets de
islamitische scholen het steeds iets beter
doen dan vergelijkingsscholen. Vergeleken
met de referentiescholen presteren de
islamitische scholen echter steeds lager tot
veel lager. Het advies voortgezet onderwijs
ligt op islamitische scholen flink hoger dan
op vergelijkingsscholen, maar wat lager
dan op referentiescholen. Gelet op de
prestaties zijn de adviezen op islamítische
scholen in verhouding tot die op vergelij-
kingsscholen overigens opvallend hoog. Uit
analyses waarbij is nagegaan in hoeverre
scholen met uiteenlopende denominaties
(openbaar, pc, rk) verschillen, blijkt dat de
islamitische scholen in bijna alle gevallen
het slechtst presteren, ook nadat rekening
wordt gehouden met eventuele verschillen
in het sociaal-economische herkomstmilieu
van de kinderen. Wat de gedrags- en hou-
dingskenmerken betreft verschillen de drie
schoolcategorieën nauwelijks of niel
Ontwikkeling?
Zoals opgemerkt monitort het ITS al sinds
r995 de islamitische scholen. De resultaten
laten voor de hele periode een nagenoeg
identiek beeld zien. lslamitische scholen
doen het qua leeropbrengsten in alle
opzichten iets beter dan vergelijkbare
'zwarte' scholen. Dat kan positief worden
genoemd. Daar dient echter bij te worden
aangetekend dat zij nog ver achterliggen
ten opzichte van de gemiddelde basisschool
en dat deze situatie in de afgelopen tien
jaar niet is veranderd. Een van de centrale
motieven voor het stichten van eigen, isla-
mitische scholen was verbetering van de
onderwijskwaliteit en daarmee de leerop-
brengsten bij de kinderen. We moeten con-
stateren dat in het realiseren van dat doel
niet veel ontwikkeling valt te bespeuren.
Waar ligt dit aan? Momenteel is er in meer-
dere opzichten sprake van een crisis binnen
de islamitische zuil. Dat heeft te maken
met het feit dat: schoolbesturen nog steeds
niet goed functioneren ten gevolge van het
12 trs-rNFo I o«roaen 2007
2. Van leerjaar 3 naar
lee rjaar-4 in
-havo
en vwo
ontbreken van voldoende inhoudelijke des_
kundigheid en managementvaardigheden;
de religieuze richting die sommige besturen
aanhangen niet alleen botst met die van de
directie en het team, maar ook met die van
de ouders; sommige bestuurders vooral uit
lijken te zijn op macht, status en persoonlijk
financieel gewin; veel ouders aanvankelijk
aangeven hun kinderen naar een islamiti-
sche school te willen sturen, maar door de
almaar aanhoudende negatieve bericht-
gevÍng eerst de kat uit de boom kijken,
waardoor de betreffende nieuw opgerichte
scholen onvoldoende leerlingen trekken en
gesloten (dreigen te) worden; door al deze
ontwikkelingen de aandacht vooral gericht
lijkt op interne strubbelingen en het bezwe_
ren van de ene na de andere crisis, waardoor
er onvoldoende tijd en energie beschikbaar
is om een kwaliteitsslag te maken gericht op
het onderwijsproces zelf. Een probleem is
ook dat ten gevolge van de moeilijkheden op
een beperkt, maar groeiend aantal scholen
de hele islamitische zuil in een kwaad dag_
licht is komen te staan - waarbij overigens
de invloed van algemene politiek_maatschap-
pelijke ontwikkelingen na ,9/rr,
niet veron_
achtzaamd mag worden.
Rapponr:
Driessen, G. (zoofl. Opbrengsten van isla-
mitische basisscholen. prestaties, attitudes
en gedrag van leerlingen op islamitische
scholen vergeleken. Nijmegen: lTS.
MEER INFoRMAT|E:
Geert Driessen I g.driessen@its.ru.nl
www.geertdriessen. nl
Loprno ONDERZOEK
ln september uoog start een grootscha_
Iig onderzoek onder leerlingen in de
derde klas van havo en vwo, hun ouders,
docenten exacte vakken, decaan en men-
tor. Zoals de naam al aangeeft, staat in
dit onderzoek de periode vanaf begin
leerjaar 3 tot halverwege leerjaar 4 in
havo en vwo centraal. ln deze fase vin-
den twee belangrijke processen plaats
in de schoolloopbaan van de leerlingen,
namelijk hun definitieve keuze voor een
profiel ofstroom en de overgang van de
onderbouw naar de tweede fase. Over
het verloop van deze processen gaat het
onderzoek, dat betaald wordt door het
Platform Bèta Techniek.
Uit eerder onderzoek blijkt dat een fors deel
van de leerlingen met goede cijfers voor de
bètavakken toch niet voor een natuurprofiel
kiest (zie ook pagina 4 in deze ITS_info).
Er zijn bovendien grote verschillen tussen
scholen wat betreft het percentage van
hun Ieerlingen dat een natuurprofiel kiest.
Het Platform Bèta Techniek heeft aan het
ITS gevraagd deze verschijnselen nader te
onderzoeken. Ook de overgang van leerjaar
3 naar leerjaar 4 voor leerlingen in havo
en vwo is onderwerp van het onderzoek.
Volgens veel scholen en docenten is deze
overgang, met name in de natuurprofielen,
erg groot. Daardoor ervaren leerlingen soms
ernstige aansluitingsproblemen, met alle
gevolgen van dien.
Na een oproep in het voorjaar van zooT heb_
ben ruim r5o scholen zich bij het ITS opge_
geven om mee te doen aan het onderzoek.
Op deze scholen zullen internetvragenlijs-
ten worden afgenomen bij leerlingen, hun
ouders, de docenten exacte vakken, men_
toren en decanen. De uitkomsten van het
onderzoek gaat het ITS beschrijven in twee
landelijke rapportages. Daarnaast krijgen de
deelnemende scholen digitale rapportages
van de eigen resultaten in vergelijking tot de
Iandelijke gemiddelden. Het onderzoek is in
het voorjaar van 2oo9 afgerond.
Meen ttronrvartr:
Annemarie van Langen I a.v.langen@its.ru.nl
Jos van Kuijk I
j.v.kuijk@its.ru.nl
Zie ook de website www.van3naa14.nl
ns-rNFo Jor<rosrn 2OOl 13