SlideShare a Scribd company logo
1 of 9
Download to read offline
Aluminiumsector moet kansen pakken in Brussel	 >	4
Imagocampagne: Iedereen houdt van metaal!	 >	6
Ingrid Daniëlse (FNsteel): “Ik ben een productiemens”	 >	8
Steeds meer duurzame energieopwekking in industrie	 >	10
Conflictmineralen: de geest is uit de fles 	 >	 12
With English summary	 >	 2
Metallurgische Industrie15 1 	
VNMI MAGAZINE | JUNI 2015
22 3
Juni 2015
Summary
This issue of Dutch Metallurgical Industry includes a foreword by the chairman, five feature articles, various short
news items and an agenda.
Het landschap rondom VNMI verandert, VNMI transformeert mee. Mede ingegeven door de
terugtrekkende rol van FME is de afgelopen maanden door een delegatie van ons bestuur,
onder wie ondergetekende, aangevuld met kennis en know-how van buiten, onderzoek gedaan
naar een nieuw ‘business model’ voor VNMI.
Vier (voorlopige) scenario’s waarin dit is uitgemond, hebben we tijdens het besloten gedeelte van
de voorjaarsledenvergadering van 24 april bij FNsteel in Alblasserdam voorgelegd aan onze leden.
Daaruit bleek dat onze achterban in meerderheid hecht aan een zelfstandige VNMI, die autonoom
opkomt voor de belangen van de metallurgische industrie en in de voorste linie blijft meepraten
aan de belangrijkste (Europese) gesprekstafels, zoals die van Eurometaux en de Europese
Aluminium Associatie (EAA). Maar ook een VNMI die kostenefficiënter kan werken door in de
backoffice-ondersteuning samenwerking te zoeken met aangrenzende branches.
Het zegt veel over de waarde die onze leden toekennen aan VNMI en onderstreept daarnaast
hoe onze brancheorganisatie zich de afgelopen jaren over de volle breedte met succes heeft
geprofileerd. Tegelijkertijd doet het niets af aan onze toekomst, waarin we als VNMI meer op eigen
benen komen te staan en meer onze broek moeten ophouden. Het gesprek daarover binnen onze
vereniging, dat de komende maanden verder op gang moet komen, zie ik met veel belangstelling
en vertrouwen tegemoet.
Vertrouwen is ook het woord dat met hoofdletters naar voren kwam uit onze conjunctuurenquête,
waarover u in deze editie van ons magazine bij de nieuwsberichten in het kort de belangrijkste
uitkomsten kunt terugvinden. Het optimisme groeit! En dat is na de aanhoudende berichten over
krimp in de afgelopen jaren buitengewoon verheugend te constateren.
Toch moeten we een scherp oog houden op de ontwikkelingen om ons heen. Zo besteden
we in dit magazine ook aandacht aan de besluitvorming van het Europees Parlement over de
conflictmineralen, die is uitgemond in een veel verdergaande stellingname dan het voorstel van
de Europese Commissie en die aangeeft dat er voor VNMI nog volop werk aan de winkel is.
Voorts belichten we het delegatiebezoek dat drie Europarlementariërs begin april aan een van
onze lidbedrijven brachten en het constructieve gesprek dat VNMI en EAA met hen voerden.
Tijdens dit onderhoud passeerden verschillende belangrijke (Europese) dossiers de revue,
waarbij wij van onze kant goed voor het voetlicht konden brengen waar wat ons betreft de
aandachtspunten dienen te liggen. Daarnaast kregen wij van de parlementariërs te horen op
welke terreinen voor ons in Brussel winst is te boeken.
Tot slot wijs ik graag op een artikel over onze PR-toolkit, waar onze eerste leden inmiddels mee
aan de slag zijn gegaan en die onze sector scherper moet profileren naar zowel het grote publiek
als naar de jeugd. Ook daarin zijn wij vol vertrouwen. Steeds vaker wordt aan de producten van
onze sector gerefereerd als het gaat om ‘de circulaire economie’. In dat verband sluit ik mij volledig
aan bij hetgeen een van de collega’s in dit magazine stelt: de metaal heeft een goed verhaal.
Want zo is het maar net.
Wim Hamers
voorzitter VNMI
Voorwoord
Nederlandse Metallurgische Industrie
“We must make more noise!”
In April, Dutch MEPs Gerben-Jan Gerbrandy (D66), Esther
de Lange (CDA) and Cora van Nieuwenhuizen (VVD) met
with representatives of VNMI and EAA in Utrecht. “Our talks
were very constructive,” concludes Mr Gerbrandy. The main
item on the agenda was the ‘paradox’ now facing Europe’s
metals industry: demand for aluminium is rising yet European
production is falling. Scrap metal is increasingly being exported,
which means that the European Union could soon become
overly dependent on other regions. Esther de Lange wishes
to determine the reasons for the apparent stagnation on the
secondary market. Gerbrandy believes that the industry itself
should “make more noise”, particularly in Brussels. He notes a
marked lack of political consensus with regard to the problem of
dwindling resources, especially in combination with the energy
issue.
‘Everyone loves metal’
‘Everyone loves metal’ is the slogan of an image-building
campaign developed by VNMI. Wuppermann Staal and Uzimet
are among the first member companies to use the slogan in
their own communications. VNMI’s PR commission has also
created a communications toolkit. It contains various resources
such as a logo and other visual elements with which members
can promote a common ‘look and feel’ for the industry in their
own posters and flyers. Theo Mimpen, CEO of Uzimet, regards
VNMI’s attention for PR as both welcome and necessary.
“Interest in the metals industry is declining, particularly among
younger people, and effective promotion is essential. Many
companies have been less active in recruitment in recent years,
partly due to the economic crisis. We must ensure that we do
not fall too far behind. The metals industry is not the only sector
that is competing for new talent.”
At home in production
Even as a child, Ingrid Daniëlse was more interested in Lego
than in dolls. She opted to study technical subjects at secondary
school, moving on to graduate from TU Delft with a degree
in Materials Science. Today, Ingrid is Quality & Environment
Manager at FNsteel in Alblasserdam, which she considers her
‘ideal job’. In this edition of VNMI Magazine, she talks about
the passion for metals she discovered as a young student. She
was introduced to FNsteel in 2007 when exploring opportunities
for personal development and career advancement. It was ‘the
perfect match’ from the outset. Ingrid particularly enjoys the
extremely varied nature of her work. She may be at a board
meeting one moment and talking to production staff the next.
“I have a very enjoyable job with a marvellous company. The
production process is the greatest attraction for me. I really feel
at home in the hands-on setting.”
Sustainability is the trump card
The metals sector devotes increasing attention to sustainability.
Many companies have plans to install sustainable energy
generation facilities. This is one finding of a survey conducted by
VNMI and FME among over one thousand metals companies.
The survey also included questions about the regional
authorities’ role in environmental regulation. The purpose was
to determine if supporting policy would be useful and necessary.
The findings reveal that almost sixty per cent of companies
intend to invest in sustainable energy installations within the
foreseeable future. Interest in photovoltaic panels is greatest
(66%), followed by heat exchange systems (33%) and solar
thermal collectors (31%). Wind energy is in fourth place with
24%. The survey results suggest that the majority of companies
have some misgivings about the regional authorities’ role in
enforcing environmental legislation but accept the authorities’
involvement as a necessary evil’.
Europe tackles the trade in ‘conflict minerals’
Late May, the European Parliament approved proposals
whereby companies will soon be obliged to report the precise
origins of the raw materials and semi-manufactures they use.
The objective is to counter the trade in ‘conflict minerals’: raw
materials from countries engaged in armed conflict, the sale
of which may serve to finance and prolong such conflict.
The new legislation will affect almost 900.000 companies and
goes beyond the European Commission’s original proposal,
whereby companies would be allowed three years in which
to reveal their supply routes and establish a voluntary
certification system. Only if this did not have the desired results
would legislation be introduced. VNMI regards the European
Parliament’s recent decision as ‘a bridge too far’ and calls
for the industry’s existing certification systems to be formally
recognized as an effective alternative to mandatory measures.
It is not yet known whether the decision will be implemented
by all member states: this will become apparent in the months
ahead.
4 54 54 5
“Buitengewoon zinvol”, oordeelt
D66-Europarlementariër Gerben-
Jan Gerbrandy (D66) over het
werkbezoek. Samen met zijn collega’s
Esther de Lange (CDA) en Cora van
Nieuwenhuizen (VVD) trof hij in Utrecht
vertegenwoordigers van VNMI en EAA.
“De boodschappen waren helder,
duidelijk en realistisch, zonder in
klaagzangen te vervallen. Het was zeer
inhoudelijk en ik heb de manier waarop
de sector de problemen uit de doeken
deed als heel realistisch ervaren.”
De Europese aluminiumindustrie zit in
de knel. Wereldwijd – ook in Europa zelf
– groeit de vraag naar het lichtgewicht
materiaal. Maar de Europese
aluminiumproductie krimpt. De primaire
productie, bijna 40 procent minder
vergeleken met 2008, is zwaar getroffen
door de hoge energieprijzen en de
kosten van de (CO2-emissie)wetgeving.
Schroot wordt tot ergernis van de sector
zelf in toenemende mate geëxporteerd,
waardoor de Europese Unie voor de
eigen behoefte steeds afhankelijker
dreigt te worden van andere regio’s, met
een hogere ecologische voetafdruk. Een
onwenselijke situatie, betoogt zowel
VNMI als EAA. Aluminium vervult een
cruciale rol in innovatie en is door de
hoge hergebruikpotentie een belangrijke
factor in de realisering van de circulaire
economie. VNMI en EAA vragen daarom
“Er is een sterker geluid nodig”
Nederlandse Europarlementariërs brachten in april een delegatiebezoek aan VNMI en de
Europese Aluminium Associatie (EAA). Op de agenda stonden de vraagstukken waar de
aluminiumindustrie mee kampt. “Dit bezoek bevestigde opnieuw dat we in Europa veel
bewuster met grondstoffen moeten omgaan.”
eigenlijk ongelooflijk. Grondstoffen
zijn uitgegroeid tot een zaak van
economisch en geopolitiek belang. Kijk
naar grootmachten als China en India:
er vertrekken tankers vol Europees
aluminiumschroot naartoe. Tegelijkertijd
kondigen die landen zelf een exportverbod
voor datzelfde schroot af. Er worden puur
protectionistische muren opgetrokken.”
Het bespreken van dergelijke strategische
kwesties met de industrie is dan ook
buitengewoon belangrijk, zegt zijn VVD-
collega Cora van Nieuwenhuizen. “Voor
mij als kersvers Europees parlementslid
is deze materie nog relatief nieuw en dit
bezoek was buitengewoon verhelderend.
Als ik hoor hoe scherp landen als India en
China in dit dossier aan de wind zeilen en
hoe Europa hiermee omgaat, dan denk ik:
Juncker mag de mond vol hebben over de
Europese herindustrialisatie, maar laten
we eerst zorgen dat we behouden wat we
hebben.”
Banen, groei en concurrentiekracht zijn
de thema’s die centraal staan bij Van
Nieuwenhuizen. Het overleg met VNMI
en EAA doordrong haar opnieuw van de
noodzaak alert te zijn op de positie van
zowel Nederland als de Europese Unie. “In
het geval van de aluminiumindustrie zie je
dat een sector die goed scoort op punten
als energie-efficiëntie, duurzaamheid
en innovatie in de problemen komt en
dat Europa als gevolg daarvan in een
afhankelijkheidspositie dreigt te geraken.
Niet dat ik nu meteen denk: Europa moet
de export van aluminiumschroot ook maar
verbieden – daar moet je niet voor willen
zijn – maar meer prioriteit verdient zo’n
dossier absoluut.”
Urgentie
Dat meent ook Esther de Lange (CDA). “De
situatie rond de secundaire markt kwam
in het gesprek – naast de hoofdstukken
energie en innovatie – naar voren als
onderwerp met zeer hoge urgentie. Ik
heb aangegeven dat ik het belangrijk
vind dat in kaart wordt gebracht waarom
dit schroot ‘weglekt’ uit Europa. In de
context van de huidige en toekomstige tijd
is secundair aluminium een strategisch
goed. Natuurlijk is het creëren van een
markt voor secundaire grondstoffen in
de allereerste plaats een zaak van en
voor ondernemers: zij moeten hun eigen
businesscase optuigen. Maar als dat niet
lukt omdat bijvoorbeeld de regelgeving in
de weg zit, dan wil ik dat weten. Want daar
kunnen we dan iets aan doen.”
Zij wil dat er op dit punt helderheid komt.
“Grondstoffen zijn van groot strategisch
belang. Het ontwikkelen van beleid en
borgen van zekerheid op dit punt is voor
Europa echt dé uitdaging van de 21ste
eeuw. En als een belangrijke tak als de
aluminiumsector direct in gevaar komt,
dan moet daar actie op komen. In dat
verband kan Europa soms harder en
volwassener optreden, vind ik. Als blijkt dat
concurrenten elders in de wereld prijzen
dumpen omdat ze weten dat de sector hier
in problemen verkeert, dan mag Europa
best zijn tanden laten zien.”
Oplossingen
Gerben-Jan Gerbrandy benadrukt
in dat verband dat in Brussel een
veel sterker geluid nodig is, “met
name ook vanuit de industrie zelf”.
Als het gaat om oplossingen voor de
grondstoffenproblematiek dan is de
politiek – zeker in combinatie met het
energievraagstuk – volgens hem zeer
verdeeld. “De problemen waarmee de
aluminiumsector kampt, zijn op zich
voldoende bekend en onderkend. Maar
echte urgentie zit er nog niet op en politiek
gezien komt iedereen steeds met andere
oplossingen. Koepelorganisatie Business
Europe is daarnaast redelijk conservatief
en handelt niet altijd in het belang van
innoverende bedrijven. In het overleg heb
ik om die reden aangegeven dat het zaak
is dat de aluminiumindustrie zelf óók
nadrukkelijker aangeeft
wat er moet gebeuren. Op
dat punt is nog een wereld
te winnen.”
Aluminiumdossier centraal bij bezoek Europarlementariërs
Nederlandse Metallurgische Industrie
gericht, toekomstbestendig beleid, waar
de industrie op kan bouwen.
Verwonderen
Terecht, zegt Gerbrandy, die zegt
zich er nog bijna dagelijks over te
verwonderen hoe Brussel omgaat
met het grondstoffenvraagstuk, zowel
secundair als primair. “Terwijl je overal
hoort hoe groot het strategische
belang van grondstoffen is, vallen ze
voor de Europese Commissie nog
steeds onder het kopje milieu. Dat is
“De boodschappen waren
helder, duidelijk en
realistisch, zonder in
klaagzangen te vervallen”
VNMI en EAA: zeer content
De Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI) en de Europese
Aluminium Associatie (EAA) kijken tevreden terug op het delegatiebezoek van de
Europarlementariërs. Tijdens het overleg werden verschillende Europese dossiers
behandeld met directe impact op de Nederlandse metallurgische industrie,
zoals de hervorming van het Europese emissierechtenhandelssysteem, de (on)
beschikbaarheid van schroot, de niet-naleving van bestaande regels over export
van schroot, het ongelijke speelveld van de Nederlandse metaalindustrie en de
ambitie van een circulaire, grondstofefficiënte economie. VNMI directeur Frank
Buijs: “Samen met directeur-generaal Gerd Götz van EAA heb ik onder meer
aangedrongen op strikte handhaving van het verbod op illegale afval export,
het inrichten van een robuuste recyclingmarkt voor aluminiumschroot en het
terugdringen van de stort in combinatie met het bevorderen van inzameling en
sortering voor hergebruik.”Cora van Nieuwenhuizen (l) met EAA’s Gerd
Götz: … behouden wat we hebben …
Gerben-Jan Gerbrandy: … zelf aangeven wat moet gebeuren … Esther de Lange: … tanden laten zien …
6 76 7
Uzimet was eind vorig jaar samen met
Wuppermann Staal het eerste VNMI-
lid dat de imagocampagne adopteerde.
“Het is even goed als noodzakelijk dat dit
thema wordt opgepakt”, zegt Mimpen.
“De belangstelling onder jongeren voor
de metaal loopt terug, promotie van de
sector is noodzakelijk. De afgelopen
jaren zijn veel bedrijven door de crisis
weliswaar terughoudend geweest met het
aannemen van mensen, maar als we íets
willen voorkomen, dan is het dat we straks
achter het net vissen. De metaalbranche is
niet de enige die op jonge techneuten aast.
En al die andere sectoren prijzen zichzelf
ook aan.”
De toolkit telt vooralsnog twee
basale elementen, vertelt Uzimets
marketingman Wouter Langendijk.
“Er is een algemeen logo dat iedereen
kan gebruiken en daarnaast zijn drie
kernwaarden geformuleerd: metalen zijn
ruim toepasbaar, onmisbaar en oneindig
recyclebaar. Wij zetten die kernwaarden,
gekoppeld aan Uzimet, gericht in op
posters en flyers. Maar het is niet
ondenkbaar dat ze straks bijvoorbeeld
ook worden gebruikt in combinatie met
beelden van mobieltjes, mooie auto’s
of Olympische medailles. Om maar
inzichtelijk te maken hoe onmisbaar
metaal in het dagelijks leven is.”
“Dit straalt uit op hele sector”
Hij voegde het logo toe aan zijn e-mailhandtekening en prompt volgden de eerste vragen
en opmerkingen. Algemeen directeur Theo Mimpen van bladloodproducent Uzimet
merkt dat het logo van de kersverse VNMI-toolkit ‘Iedereen houdt van metaal’ prikkelt en
nieuwsgierigheid wekt. “Het valt mensen meteen op.”
Mimpen is blij dat hij vanuit Uzimet een
bijdrage kan leveren aan de metaal-
imagocampagne. “Ik kijk hierbij toch
wat verder dan alleen naar ons bedrijf.
Dit is een hele positieve campagne, die
uitstraling heeft op de gehele sector en
de aantrekkingskracht van de metaal –
mede door de koppeling met elementen
als innovatie en duurzaamheid - als
bedrijfstak vergroot. Ook voor andere
leden van VNMI kan dit een waardevol
instrument zijn. Ik hoop dat op basis
van de ervaringen bij Wuppermann
Staal en bij ons straks meer collega-
bedrijven besluiten de toolkit in te zetten.
Metaal heeft een sterk onderscheidend
vermogen ten opzichte van andere
materialen. Dat geldt eens te meer nu we
steeds nadrukkelijker op een circulaire
economie afkoersen. Die
unieke aspecten mogen
we best wat actiever
uitdragen.”
de orde kwam of bedrijven ‘op proef’
met de toolkit aan de slag wilden, zegt
hij. “Het ene bedrijf is op het gebied van
communicatie actiever dan het andere.
Wij doen er behoorlijk veel aan, ook via
de sociale netwerken. In dat verband zag
ik ons bedrijf als geschikte kandidaat. We
kunnen het logo en de boodschap erachter
in een tamelijke hoge frequentie wegzetten
en zo helpen een bodem te leggen voor die
bredere herkenbaarheid.”
Pilot
De toolkit kwam in februari beschikbaar.
Sindsdien is Uzimet ermee aan de slag
gegaan. “Het is een pilot, primair gaat
het nu om het opdoen van ervaring, zien
hoe hierop wordt gereageerd, kijken
naar eventuele verbeterpunten en het
terugkoppelen van gegevens naar de
pr-commissie van VNMI op het moment
dat die erom vraagt”, zegt Langendijk.
“Los daarvan vinden we dit een mooie
manier om intern en extern te laten zien
dat we metaal en in het bijzonder lood
een warm hart toedragen. Extern heeft
dat met name relevantie in relatie tot
onze arbeidsmarktcommunicatie en onze
marketing, nu en in de toekomst. Maar
ook intern zijn die belangen er. Het is goed
als onze mensen zich er nog bewuster van
worden wat een mooie en unieke sector de
metaal is.”
Uzimet en Wuppermann Staal ‘early adopters’ VNMI-Toolkit
Nederlandse Metallurgische Industrie
Herkenning
Uzimet heeft het instrumentarium uit de
toolkit – binnenkort komen ook speciale
(Powerpoint) presentaties met feiten en
cijfers over de metaal beschikbaar – in
eerste instantie aangewend voor gebruik
op de website, in e-mailhandtekeningen
en in de sociale netwerken waar het
zich sterk profileert: LinkedIn, Twitter
en Facebook. Volgens Langendijk is het
daarnaast de bedoeling de toolkit in
te zetten bij externe uitingen, zoals in
advertenties of op beurzen. “Het gaat ook
om de herkenning en de herkenbaarheid.
Hoe meer en hoe vaker mensen het logo
tegenkomen, hoe beter.”
Mimpen hoefde niet lang na te denken
toen eind vorig jaar in het VNMI-bestuur
en de ledenvergadering de vraag aan
“De metaal heeft een goed verhaal”
“De metaal heeft een goed verhaal. Mooie producten, innovatief,
onmisbaar in het dagelijks leven en door de oneindige
recyclebaarheid naadloos passend in de ambitie van een circulaire
economie. We dragen dat alleen niet heel gecoördineerd uit. Vandaar
dat VNMI heeft gezegd: we hangen daar een label aan, een merk. Dat
is ‘Iedereen houdt van metaal’ geworden.”
Aan het woord is Jasper van Zon, in het dagelijks leven Europees
communicatiedirecteur bij Alcoa en daarnaast lid van de pr-
commissie van VNMI, die zorgde dat de ‘toolkit’ voor de lidbedrijven
er kwam: een klein pakketje met instrumenten om in de branche een
gemeenschappelijke ‘look & feel’ te ontwikkelen. Alles om een beter
imago te kweken, zowel in- als extern. Van Zon: “We willen bedrijven
helpen de jongeren te bereiken, maar ook om eigen medewerkers
ambassadeur van de sector te maken.”
De toolkit bestaat vooralsnog uit een basaal instrumentarium. Er is
een logo ontwikkeld voor algemeen gebruik en daarnaast kunnen
lidbedrijven maatwerk voor zichzelf creëren met eigen posters en
flyers. Het idee daarachter is dat de bedrijven het eenvoudig in hun
eigen communicatie kunnen inpassen. En naarmate er meer zijn die
dat doen, ontstaat vanzelf wat Van Zon ‘olievlekwerking’ noemt. “En
dat is wat we willen: een positieve boodschap die zich steeds verder
verspreidt.”
“Budget voor een grote campagne was er niet. Daarnaast is het goed
om met kleine stapjes te beginnen. Dat verklaart de laagdrempelige
aanpak waarvoor is gekozen”, aldus Van Zon. “Het idee om met het
imago van metaal aan de slag te gaan lag er al wat langer, maar
er kwam steeds niets van de grond. Daar hebben we vorig jaar een
doorbraak in geforceerd. Toen hebben we tegen elkaar gezegd: we
kijken niet langer naar wat er allemaal niet kan, we gaan gewoon
beginnen en laten deze strategie stap voor stap groeien. En zo is het
gebeurd.”
Hij is Wuppermann Staal en Uzimet meer dan dankbaar dat ze de
toolkit als ‘early adopters’ hebben omarmd. “Peter Jongenburger
en Theo Mimpen waren de eersten die naar voren stapten en die
verdienen daarvoor echt een applaus. Het is ongelooflijk belangrijk
dat we een start hebben kunnen maken, ook om andere bedrijven te
enthousiasmeren. Nu is het zaak steeds een volgende stap te zetten.
We blijven daarom werken aan uitbreiding van de toolkit, om zo die
olievlek uiteindelijk écht te kunnen creëren. ”
De toolkit ‘Iedereen houdt van
metaal’ is beschikbaar voor alle
leden van VNMI. Bedrijven die
met het pakket aan de slag willen,
kunnen zich aanmelden bij het
VNMI-secretariaat, telefoon (0800)
400 85 28 of e-mail vnmi@fme.nl.
8 98 9
En daar laat zich ook de ‘verknochtheid’ aan FNsteel
voor een belangrijk deel verklaren. “De producten uit
ons bedrijf gaan de gehele wereld over. En dat is écht
omdat we iets bijzonders maken. Wij maken geen staal
voor de bouten en moeren die je bij een willekeurige
bouwmarkt om de hoek koopt. Wij maken de basis voor
materialen die worden toegepast in zeer hoogwaardige
segmenten, zoals de automotive industrie. De kwaliteit
móet gegarandeerd zijn, ons staal moet terug te
volgen zijn tot datum en moment van productie van het
originele gietblok. We zitten in een nichemarkt. Daarom
kunnen we ook nog steeds bestaan met ruim 300 vaste
mensen op de loonlijst.”
Magneet
In het bedrijf trekt de veelzijdigheid van haar baan
haar het meeste. In taken, in contacten. “Het ene
moment schuif ik aan in de directiekamer, het
andere moment overleg ik op de werkvloer. Het is
een hele plezierige job, in een prachtig bedrijf, met
het productieproces als de grootste magneet.” Ze
voelt zich daarbij volledig thuis in de mannenwereld
die haar omringt. Sterker nog: het is niet eens een
issue. “Ik ben gewend om met mannen om te gaan. Ik
zat niet op ballet, maar op boksen. Later was het als
studente heel gewoon om het enige meisje in de klas
te zijn. Dat geldt ook in mijn werk.”
Uitdagingen heeft ze nog voldoende bij FNsteel. “We
zijn vanuit ons integraal kwaliteit- en veiligheidsbeleid
momenteel hard bezig het veiligheidsbewustzijn naar
een nog hoger niveau te tillen. Dat is een continue
proces, dat constant aandacht behoeft. Dit is zware
industrie. De collega’s in de productie doen soms al
jarenlang op dezelfde manier hun ding. Hun focus
ligt niet altijd bij veiligheid. Daar zijn we keihard
mee aan het werk, want voor het bedrijf heeft het de
hoogste prioriteit. De programma’s op dat punt stuur
ik aan, de uitvoering gebeurt in nauwe samenwerking
met mijn team op de werkvloer. Zij
zijn onmisbaar, net als alle overige
collega’s die mij op de andere terreinen
ondersteunen.”
Alblasserdam, 5 mei. Op het industriële complex tussen de A15
en de rivier de Noord waar FNsteel is gevestigd, is het een drukte
van belang. Vrachtwagens voeren ladingen af en aan langs de
verschillende routes op het complex, die stuk voor stuk dwars
door haast volmaakt industrieel erfgoed van de vorige eeuw
voeren. De gebouwen en productiehallen werden bijna tachtig jaar
geleden gebouwd en ademen in alles de sfeer van toen.
“Of je bent hier zo weer weg, of dit alles pakt je en laat je niet
meer los”, lijkt Ingrid Daniëlse de gedachten van haar bezoeker
te raden. Zelf kwam ze in april 2007 bij FNsteel. En ze bleef, want
het bedrijf had haar direct in de greep. “Ik kende het nog van
vroeger. Als eerstejaars aan de TU Delft brachten we al bezoeken
aan grote productiebedrijven. Ik kwam op die
manier in contact met Nedstaal, dat destijds
nog één was met FNsteel. En ik herinner me
dat ik toen dacht: hier beland ik misschien nog
wel een keertje.”
Magie
Het was de magie van de metallurgische
industrie in combinatie met de
grootschaligheid die haar trok, vertelt ze.
“Er is in Nederland niet veel basismetaal.
“Ik ben een echt productiemens”
Ze had als kind meer met Lego dan met
poppen en koos op de middelbare school
voor technische vakken. De studie mate-
riaalkunde aan de TU Delft was daarna een
logisch vervolg. Tegenwoordig is Ingrid
Daniëlse KAM-manager bij FNsteel in
Alblasserdam en als een vis in het water.
“Ik voel me thuis in een productie-
omgeving.”
En bedrijven die zo groot zijn, hebben helemaal iets unieks.
Ik voel me thuis in een productieomgeving. Dat heb ik altijd
al gehad. Het maken van dingen heeft iets fascinerends.
Ik heb mijzelf nooit zien werken in een lab bij een
onderzoeksinstituut. Ik wil het product kennen. Ik wil het zien
en voelen.”
Zo kwam het dat ze na haar studie eerst elf jaar werkte bij
Chromalloy Holland in haar woonplaats Tilburg, waar ze zich
bezig hield met (materiaal)verbeteringen aan (voornamelijk)
vliegtuigmotoren. Daarna volgde een periode van drie jaar bij
Bodycote Hardingscentrum, eveneens in Tilburg, waar haar
takenpakket van engineering en kwaliteit werd uitgebreid
met milieu. Vier jaar later, net toen ze zich oriënteerde op
mogelijkheden om in het bedrijf door te groeien, kwam
FNsteel op haar pad.
Het was, vanaf de eerste seconde, de ‘perfect match’. Een
warm bad, een maatpak. “Ik kreeg hier de kans mezelf
verder te ontwikkelen. Kwaliteit en engineering waren
mijn vak, milieu had ik erbij geleerd en hier kreeg ik de
verantwoordelijkheid over Arbo erbij. Ik heb daarvoor
een opleiding veiligheidskunde gedaan. Het is een breed
takenpakket, met een al even brede erantwoordelijkheid, en
ik heb het buitengewoon naar mijn zin. Geen dag is hetzelfde.”
Veiligheid
Een representatief beeld schetsen van een gemiddelde
werkdag is dan ook lastig, zegt ze. “Het is een beleidsmatige
functie, al blijven er natuurlijk veel inhoudelijke raakvlakken.
Eind 2014 ben ik bijvoorbeeld eindverantwoordelijke
geworden voor ons metaalkundig en chemisch lab. In de
dagelijkse praktijk overleg ik veel met de teams die mij
omringen, de directie of externe
adviseurs. Er is kwaliteitsoverleg, er is
Arbo-overleg en daarnaast ben ik veel
bezig met kwaliteitscertificeringen en
milieuvergunningen. Dat zijn zaken
die ongestoord moeten doorlopen.
We hebben een uniforme aanpak voor
het kwaliteitsproces en vorm gegeven
aan een integraal veiligheid-kwaliteit
programma. Beide zijn cruciaal voor de
bedrijfsvoering.”
Ingrid Daniëlse, manager KAM bij FNsteel
Nederlandse Metallurgische Industrie
“Het ene moment
schuif ik aan in de
directiekamer, het
andere overleg ik op
de werkvloer”
Ingrid Daniëlse: “Het maken van
dingen heeft iets fascinerends. Ik
heb mijzelf nooit zien werken in een
lab bij een onderzoeksinstituut.”
10 1110 11
Duurzaamheid troef
De basismetaal en metaalindustrie ontwikkelen in aanzienlijke mate plannen voor het
plaatsen van duurzame energieopwekkingsinstallaties. Dit blijkt uit een enquête die VNMI
en FME hebben gehouden onder enkele honderden metaalbedrijven. VNMI werkt naar
aanleiding van de uitkomsten aan de voorbereiding van een voorlichtingsplan richting
provincies en bedrijven.
VNMI hield de enquête eind afgelopen jaar
in samenwerking met FME onder eigen
lidbedrijven en metaalondernemingen
en ondervroeg hen daarbij ook over
provinciaal milieutoezicht. Aanleiding was
het inventariseren van ‘nut en noodzaak’
voor ondersteunend beleid. In totaal
werden circa 1300 bedrijven benaderd.
Daarvan reageerden er 130, omgerekend
zo’n 10 procent.
Uit de peiling onder de bedrijven blijkt dat
wat betreft de energieopwekking bijna 60
procent plannen heeft ontwikkeld voor
het investeren in duurzame installaties.
Met name zonnestroom (66 procent),
warmtepompsystemen (33 procent) en het
gebruiken van zonnewarmte (31 procent)
scoren hoog. Windenergie komt met 24
procent op de vierde plaats.
Besparingen
De keuze die bedrijven maken lijkt met
name ingegeven door besparingen
die kunnen worden gerealiseerd,
in combinatie met de verbeterde
terugverdientijd van duurzame
energieopwekking. Daarnaast spelen
ambtenaar of de verantwoordelijke
ambtelijke afdeling. Uiteindelijk gaat het
om vertrouwen. Dat moet wederzijds
groeien. In zijn algemeenheid is ons
devies: zorg dat je als bedrijf beleid en
uitvoering daarvan dusdanig inricht dat je
feitelijk de overheid niet nodig hebt. Houd
je aan regels en voorschriften, speel op
zeker.”
De meerderheid van de VNMI-bedrijven
noemt het provinciale milieubeleid
“bekend en relevant”. Een klein aantal
zegt er niet bekend mee te zijn. Deze
groep heeft ook geen beeld bij de
handhavings- en toezichtfunctie van de
provincie. De bedrijven die zich hebben
verdiept in de rol van het provinciegezag,
geven aan dat ze geen concrete ‘best
practices’ of ‘do’s and don’t’s’ kunnen
aangeven. De rode draad is dat regelmatig
overleg met de vergunningverlener en de
toezichthouder een absolute vereiste is.
Overzichtelijker
De achterban adviseert bevoegde
gezagen om een handreiking te schrijven
voor een speciaal compliance register.
Dat zou het voor metaalbedrijven
gemakkelijker en overzichtelijker moeten
maken om te voldoen aan de vele eisen
die wet- en regelgeving stellen. Volgens
Frank Buijs menen veel bedrijven dat
de overheid relatief gezien weinig tijd
uittrekt voor toezicht. “Er is geen sprake
van heel intensieve contacten. Bedrijven
zelf stellen dan ook dat het vooral zaak
is alles goed op orde te hebben. Komt
er een keer controle, dan is het devies
vooral constructief mee te werken”, zegt
hij.
Volgens hem zijn de bedrijven duidelijk
in hun visie op de intensiteit waarmee
de provincies hun taken uitvoeren. “Uit
de antwoorden en reacties kunnen we
duidelijk halen dat de relatie over het
algemeen zakelijk en professioneel is,
dat bedrijven van oordeel zijn dat de
overheid beperkt tijd uittrekt voor de
toezichthoudende en handhavende taken
en dat tegelijkertijd geen van de leden dit
als een obstakel ziet”, zegt Buijs. “Voor
een sterkere of prominentere rol van de
overheid gaan de handen in elk geval niet
op elkaar.”
Enquête VNMI en FME over energieopwekking en provinciaal toezicht
Nederlandse Metallurgische Industrie
“Een van de mogelijkheden
is dat we samen met FME
een themabijeenkomst
houden over de
toepassing van zonne-
energie, windenergie en
zonnewarmte”
milieuredenen, de zichtbare illustratie
van de eigen duurzaamheidsdoelstelling
en de omvang van de initiële investering
een rol. Ook kijken bedrijven naar de
betrouwbaarheid en de onderhoudsvrijheid
van de technologie.
Volgens VNMI-directeur Frank Buijs
is de belangstelling bij bedrijven voor
duurzame energieopwekking voldoende
aanleiding om na te denken over
gerichte voorlichting op dit punt. “Dit
onderwerp leeft en ik denk daarom dat
het belangrijk is dat we onze leden hierin
ondersteunen en faciliteren. Een van
de mogelijkheden is dat we samen met
FME een themabijeenkomst houden
over de toepassing van zonne-energie,
windenergie en zonnewarmte. Daar
zouden we ook kunnen inventariseren in
hoeverre en hoe we de leden op dit punt
verder behulpzaam kunnen zijn.”
Uit het onderzoek komt naar voren
dat een meerderheid van de bedrijven
weinig tot niets ziet in het zogeheten
‘peak-shaving’: het terugdringen van de
topbelasting van het energieverbruik, door
stroom tijdens de daluren op te slaan en
die op piekmomenten weer in te zetten.
Iets meer dan de helft van de bedrijven is
er volgens de enquête bekend mee, het
overgrote deel doet er niets mee omdat
het binnen het bestaande productieproces
geen relevantie heeft.
Kritisch
Op het punt van het provinciaal
milieutoezicht tonen de bedrijven zich
kritisch. Volgens Frank Buijs wordt het
toezicht in zijn algemeenheid gezien als
“noodzakelijk kwaad”, dat soms “zwaar
op de maag” kan liggen. “De uitkomsten
zijn landelijk gezien sterk verschillend”,
zegt hij. “Theorie en praktijk liggen
bovendien vaak ver uit elkaar. In die zin
adviseren wij vanuit VNMI altijd in de
eerste plaats een goede verstandhouding
op te bouwen met de verantwoordelijke
“Uiteindelijk gaat het
om vertrouwen. Dat moet
wederzijds groeien”
12 1312 13
“Ik denk dat je één ding kunt stellen. En
dat is dat de behoefte aan transparantie
van toevoerketens de komende jaren
alleen maar gaat groeien. De discussie
over de conflictmineralen is een aanloop
naar een breder debat over de overige
metalen. De politiek wil weten hoe
handelsstromen lopen. Die behoefte aan
openheid hangt samen met de tijdgeest.
Metallurgische bedrijven die hier op dit
moment nog niet mee te maken hebben,
moeten zich geen illusies maken. Wie je
ook spreekt, niemand gelooft dat het hier
ophoudt.”
Aan het woord is algemeen directeur Filip
Delalieux van VNMI-lidbedrijf Schöne
Edelmetaal in Amsterdam, onderdeel
van de Umicore groep. Als verwerker van
secundair goud en zilver is het bedrijf
onderdeel van een bedrijfstak die ruim
vijf jaar geleden zelf begon vorm te geven
aan de inzage in handelsstromen en
daarmee ruim voor de troepen uit liep. Als
ervaringsdeskundige vertegenwoordigde
Delalieux Schöne Edelmetaal eind
maart bij een hoorzitting van de vaste
Kamercommissie voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Centraal aan de ‘ronde tafel’, waarin tal
van organisaties werden geraadpleegd,
stond de vraag hoe Nederland zich in de
kwestie rond de conflictmineralen moet
positioneren.
De geest is uit de fles
De geest is uit de fles. Eind mei stemde het Europees Parlement in met voorstellen die
bedrijven verplichten te rapporteren over de herkomst van grondstoffen en halffabricaten
en daarmee de handel in zogenoemde ‘conflictmineralen’ moeten tegengaan. Met het
besluit in de hand start het Europees Parlement nu de onderhandelingen met de lidstaten.
drie jaar de tijd geven hun handelsroutes
zichtbaar te maken via het opzetten van
een vrijwillig certificeringssysteem. Pas
daarna zouden ze, als ze niet in beweging
zouden komen, via regelgeving moeten
worden gedwongen.
Industrie en bedrijfsleven verzetten zich
fel tegen die verplichting. Zij huiveren
voor een situatie zoals die in de Verenigde
Staten ontstond door de Dodd Frank Act,
die er al sinds 2012 op toeziet dat met
de handel in waardevolle grondstoffen
gewapende groepen in politiek instabiele
regio’s worden gefinancierd. De wet
verplicht beursgenoteerde bedrijven in
de VS en hun toeleveranciers openheid te
geven over handelsstromen voor zover die
betrekking hebben op landen in het Grote
Merengebied in Afrika. De industrie vreest
dat een eigen Europese variant bedrijven
opzadelt met een enorme administratieve
lastendruk en de concurrentiepositie
mondiaal ernstig benadeelt.
Schaden
Dat was ook wat Filip Delalieux eind
maart betoogde ten overstaan van de
Tweede Kamer. Voor ‘due diligence’ – het
inzichtelijk maken van de waardeketen
van mijn tot consument - is er in zijn
ogen alleen een effectieve oplossing
mogelijk als ook andere regio’s in de
wereld zich daaraan committeren.
Pas dan ontstaat een eerlijk mondiaal
speelveld. Anders kan de EU-wetgeving
het concurrentievermogen van Europese
bedrijven schaden, zonder dat het beoogde
doel wordt bereikt, stelde hij in lijn met het
VNMI-standpunt in de kwestie.
Delalieux weet waarover hij het heeft
als het gaat om de transparantie van
waardeketens. Schöne Edelmetaal is het
enige goud refining bedrijf in Nederland
dat is geaccrediteerd door de London
Bullion Market Association (LBMA). In
2012 werden de bestaande vereisten
van deze LBMA-accreditatie uitgebreid
met de verplichting voor de refiner een
strikt systeem van ‘due diligence’ in te
voeren voor de toeleveringsketen van
goud. Bijkomend voorschrift was dat deze
Responsible Gold-richtlijn moest voldoen
aan de in 2010 ingestelde OESO-richtlijn.
Jaarlijkse audits zijn verplicht, net als de
publicatie van de uitkomsten hiervan dat
is.
Compliance
Voor de vaste Kamercommissie
van Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking stelde
Delalieux dat Schöne Edelmetaal “als
relatief kleine onderneming, met een
autonome positie binnen de Umicore
Groep” aan alle vereisten van de LBMA
voldoet. “Wat we daarvoor moesten
doen, en hebben gedaan, dat kan nog
nét”, zei hij. “Een geheel eigen Europees
systeem van compliance – dat voorbij
gaat aan bestaande stelsels van regels,
certificeringen en audits – is zeker voor
de wat kleinere bedrijven kostentechnisch
niet op te brengen.”
Delalieux benadrukte dat de door de
goudsector ontwikkelde ‘due diligence’
zeer consistent is “over de verschillende
schakels in de waardeketen heen”.
Dat is volgens hem een belangrijke
succesfactor voor het opzetten van een
effectief systeem. “Binnen de goudmarkt
zijn alle schakels – van de mijnwinning
tot en met de juweliersbranche – tot
overeenstemming gekomen over een en
dezelfde systematiek. En da’s een cruciaal
gegeven: de hele sector was mee.”
Volgens de directeur van Schöne
Edelmetaal zijn de refiners binnen de
metallurgische industrie het grotendeels
eens over de noodzaak van meer
transparantie in de toevoerketen, zo stelde
hij tegenover de commissie.
Europees Parlement doet conflictmineralen in de ban
Nederlandse Metallurgische Industrie
Lees verder op pagina 14
Aanscherping
VNMI Magazine
spreekt
Delalieux
een ruime
maand na de
hoorzitting
en kort nadat
het Europees
parlement heeft besloten dat Europese
smelterijen en raffinaderijen van primair
gouderts, tin, tantalum en wolfraam
én importeurs van halffabricaten in de
toekomst verplicht inzage moeten geven
in de herkomst van hun grondstoffen. Het
besluit is een ongekende aanscherping
van het eerdere voorstel dat de Europese
Commissie deed. Die wilde bedrijven
Forse impact
Het voorstel dat eind mei door het Europees Parlement werd aanvaard, heeft forse
impact op de Europese industrie. In totaal worden straks vierhonderd importeurs
van ruwe grondstoffen verplicht hun toevoerketens inzichtelijk te maken, net als
ruim 850.000 producenten en importeurs van artikelen zoals laptops, telefoons
en navigatieapparatuur. De mineralen die aan banden worden gelegd – tin,
wolfraam, tantalum en gouderts – worden hierin veel gebruikt. Voorstanders van
de maatregelen claimen dat conflictmineralen hierdoor ook niet langer met een
omweg – bijvoorbeeld via in Azië geproduceerde elektronica – alsnog hun weg
naar de Europese markt vinden. Nu de twee grootste (consumenten)markten ter
wereld – Europa en de VS – de handel in conflictmineralen tegengaan, verwachten
zij dat producenten elders in de wereld zich daarop aanpassen.
VNMI tegen EU-wet
VNMI is nog altijd kritisch over de
aankomende EU-wetgeving. VNMI
noemt het huidige EU-wetsvoorstel
vergeleken met de Dodd Frank Act
weliswaar een verbetering, maar
vindt een te zijner tijd verplichtend
systeem nog altijd een brug te ver.
Het beperkt de rechtszekerheid van
bedrijven en kan grote problemen
veroorzaken voor inkopers die
hun grondstoffen betrekken via
importeurs die beperkingen
opgelegd krijgen. VNMI-directeur
Frank Buijs: “Ongeacht het wel
of niet verplichtende karakter
van de EU regels, wil VNMI
dat bestaande goedwerkende
certificeringssystemen van de
industrie zelf worden erkend en
overgenomen.” Een goed voorbeeld
in dit verband noemt hij de
genoemde LBMA-certificering voor
goud. Ook benadrukt VNMI dat de
reikwijdte van het EU-wetsvoorstel
moet worden afgestemd op zowel
de Dodd Frank Act als de OESO-
richtlijnen. Gebeurt dit niet, dan
dreigt het Europese bedrijfsleven
mondiaal op achterstand te worden
gezet. VNMI vindt daarnaast dat de
EU meer economische steun moet
geven aan de landen waar conflicten
woeden. Ontwikkelingskansen zijn
het beste medicijn tegen conflicten,
aldus VNMI. Eerder pleitten de
Europese koepelorganisaties
Eurometaux en Eurofer al voor een
koppeling met effectief buitenlands
beleid.
Filip Delalieux
15151414
“Maar de zorgen zijn groot: over een eerlijk speelveld
wereldwijd, over verschillen tussen wetgeving die in de
Verenigde Staten al loopt en in Europa nog van kracht
moet worden en over nieuwe systemen die over bestaande
worden gelegd.” In dat verband, stelde hij, “is het van groot
belang dat Europa vrijwillig geïmplementeerde schema’s
erkent”. Komt er tóch een volledig bindende wet, dan is
hij duidelijk: “Ons standpunt als Umicore Groep daarin is
dat de Europese Commissie dan moet zorgen voor een
voortdurend geactualiseerde zwarte lijst met landen, regio’s
en bedrijven waarmee we geen zaken mogen doen. Die
verantwoordelijkheid ligt dan wel bij Europa.”
Ontwikkelingssamenwerking
Kijkend naar de geest van de wet is hij op dat specifieke
punt niet heel verontrust: “Parallel aan de roep om meer
transparantie is de tendens die wij zien dat de politiek
nadrukkelijk kijkt naar bestaande, zinvolle initiatieven
om de problematiek af te dekken.” Hij noemt het wel
onvermijdelijk dat het toekomstige Europese model
zich op onderdelen onderscheidt van het Amerikaanse.
“Een ietwat pervers effect van de Dodd Frank Act is
dat die in de VS heeft geleid tot een soort ‘allergie’
voor het Afrikaanse Grote Merengebied. Europa wil dat
voorkomen. Het idee achter deze wetgeving is juist ook
verdere ontwikkelingssamenwerking op gang te brengen.
In die ambitie past geen beleid dat bijvoorbeeld kleine
mijnbedrijven in Kongo in diepe problemen brengt.”
De komende maanden moet blijken hoe het besluit van het
Europees Parlement op landenniveau uitpakt. In de Tweede
Kamer tekent zich een meerderheid af vóór bindende
wetgeving. De PvdA was eind april zeer kritisch over de
door de Europese Commissie geïnitieerde aanpak, die is
gebaseerd op vrijwillige zelfcertificering. De VVD pleitte voor
een systeem dat aansluit op de Dodd Frank Act. Ook een
groot deel van de oppositie wil minder vrijblijvendheid, voor
een deel zelfs gekoppeld aan uitbreiding van de wetgeving
naar meer mineralen. Verantwoordelijk minister Ploumen
(PvdA) wil dat laatste onderzoeken, maar houdt voor de rest
vooralsnog de boot af; zij vindt een verplicht systeem geen
garantie voor succes en ziet veel meer in
convenanten zoals die de laatste jaren ook op
het gebied van maatschappelijk verantwoord
ondernemen worden afgesloten.
Nederlandse Metallurgische Industrie
Vervolg van pagina 13
Nieuws
Metaal is recyclekampioen
Metaal is recyclekampioen. Het recyclingpercentage van
metalen verpakkingen is in 2013 verder gestegen van 91 naar 93
procent. Dat blijkt uit de cijfers die staatssecretaris Mansveld van
Infrastructuur en Milieu naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Door de inzet van nieuwe afvalverwerkingsinstallaties worden nu
ook kleine metaaldeeltjes uit de bodemas gehaald. Dit verhoogt het
recyclingpercentage en het aantal toepassingen voor de resterende
bodemas.
De manier waarop metalen verpakkingen, zoals blikjes, worden
ingezameld, verschilt per gemeente. Blik is gewoon in de afvalbak
te gooien. Alle aluminium en stalen blikverpakkingen worden
uit het afval gehaald, en daarna weer volledig ingezet bij de
vervaardiging van nieuw staal en aluminium.
Metalen verpakkingen kunnen steeds weer opnieuw gerecycled
worden met behoud van kwaliteit. Zodra metaal in de kringloop
komt, blijft het beschikbaar voor toekomstige generaties. Het afval
dient weer als grondstof voor een nieuw product.
VNMI-bedrijven rekenen op groei
De producenten van metaal zijn optimistisch gestemd
over 2015. De vooruitzichten voor de capaciteitsbenutting
zijn beter dan vorig jaar, zo blijkt uit de jaarlijkse VNMI-
conjunctuurmeting. Naast de metaalsmelterijen en –
walserijen verwachten de extrusiebedrijven meer afzet te
realiseren.
Meer dan tweederde van de VNMI-achterban verwacht dit jaar
een (vrijwel) volledige bezetting (75-100 procent) te bereiken.
Tegelijkertijd wordt een omzetstijging verwacht. Bedrijven zijn
optimistisch, maar verwachten wel dat het vinden van nieuwe
afzetmarkten een zaak van lange adem is.
Ondanks de goede vooruitzichten blijft VNMI kritisch over
het ongelijke speelveld tussen de Nederlandse en Duitse
producenten. De gesprekken met de top van het ministerie van
Economische Zaken lopen nog steeds. De acute noodzaak van
met Duitsland vergelijkbare regelingen voor energiekosten,
milieufiscaliteiten en financieringsmogelijkheden voor
innovatie is volgens VNMI niet afgenomen.
VNMI en FME zijn content dat de Europese
Commissie zich na een interventie van
Eurometaux bereid heeft getoond nader
overleg te voeren over het toegestane
percentage lood in vaste metalen en
legeringen. De Commissie wilde die
hoeveelheid maximeren op 0,03 procent.
VNMI en FME vreesden daardoor onnodig
extra papierwerk.
Hogere concentraties zouden volgens
de commissie een bedreiging vormen
voor de gezondheid. Maar de metaal-
en technologische industrie bestrijden
dat hogere concentraties tot onveilige
producten of situaties leiden. VNMI en
FME betichtten de Europese Commissie
in dit verband van het creëren van
schijnveiligheid.
Lood wordt gebruikt in veel producten
zoals in bescherming tegen
röntgenstralen, soldeer in elektronica
en dakbedekking. Minder bekend is
dat lood ook wordt toegevoegd aan de
meeste legeringen. Zo bevatten koper- en
bronslegeringen bijvoorbeeld al snel 3
procent lood, waardoor ze het stempel
‘gevaarlijk product’ zouden krijgen. Maar
in een legering houden de andere metalen
het lood als het ware vast en de kans
dat lood vanuit een metaallegering in
het milieu komt of wordt opgenomen in
het menselijk lichaam is astronomisch
klein. Met andere woorden: lood mag een
gevaarlijke stof zijn, maar het risico op
blootstelling aan lood in een legering is
nihil.
VNMI-directeur Frank Buijs vreest
een onwerkbare situatie. “De sector
is onmogelijk in staat om lood in
deze minimale promillages uit de
metaallegeringen te bannen. Daar komt
bij dat herclassificatie geen extra veiligheid
oplevert, alleen extra papierwerk. De
CLP-classificatie dwingt fabrikanten tot
meer voorlichting om klanten de feitelijke
situatie uit te leggen en omzetverlies te
voorkomen. En dan maakt het ook nog
eens mensen nodeloos ongerust.”
VNMI en FME toonden zich eerder
al verheugd dat de ministeries van
Volksgezondheid, Welzijn & Sport en
Infrastructuur & Milieu zich constructief
opstelden in de Europese discussie.
FME en VNMI willen dat bij toekomstige
wetgeving zowel naar gevaar als naar
kans op blootstelling wordt gekeken.
Voor legeringen zouden wellicht andere
concentratiegrenzen moeten worden
vastgesteld. De komende maanden wordt
daarover meer duidelijk.
Zorgen VNMI en FME om ‘schijnveiligheid’
Met ruim 1000 unieke
bezoekers per maand
is de VNMI-website een
aantrekkelijk medium om uw
banner onder de aandacht van
de metaalsector te brengen. Via onze social mediakanalen
kan VNMI hier extra de aandacht op vestigen waarmee
u nog eens tienduizenden potentieel geïnteresseerden
bereikt. VNMI is de meest geciteerde branche-organisatie
voor de metaalketen in Nederland.
Ook het plaatsen van een advertentie of advertorial in het
VNMI magazine kan een aantrekkelijke optie zijn. Het
VNMI magazine is niet uitsluitend voor leden, maar wordt
ook aan een breed scala aan stakeholders toegestuurd.
De halfjaarlijkse oplage is 700 stuks met specifiek bereik
onder DGA’s, directieleden, hoger managementkader,
inkopers, opiniemakers en beïnvloeders in de metaalketen,
bij centrale en decentrale overheden in heel Nederland.
Het is mogelijk uw input kant-en-klaar aan te leveren of te
laten opmaken via VNMI.
Heeft u interesse?
Neem dan contact op met het VNMI bureau
(vnmi@fme.nl of 088-4008528) voor de mogelijkheden
en een prijsoverzicht.
Iedereen houdt van metaal
Metaal is onmisbaar, zeer
breed toepasbaar en van
onschatbare waarde voor onze
samenleving. Metalen dragen
in belangrijke mate bij aan
maatschappelijke oplossingen
en leveren meerwaarde voor de
eindgebruikers. De toepassingen van metaal zijn eindeloos.
Metalen laten een smartphone werken, een windmolen
energie genereren, helpen voedsel te beschermen
tegen bederf en maken het ons mogelijk verre reizen
te maken. Door de unieke eigenschappen van de vele,
diverse metalen, is het al naar gelang de bewerking en
samenstelling geschikt voor elke toepassing: het is sterk,
flexibel, lichtgewicht of geeft een luxe uitstraling. Bovendien
is metaal zeer duurzaam, in veel gevallen zelfs oneindig
recyclebaar zonder kwaliteitsverlies. Iedereen houdt van
metaal……..
De geest is uit de fles
VNMI
De Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI) is de brancheorganisatie van Nederlandse producenten van ruwe metalen en
metaallegeringen en halffabrikaten daarvan. Bij VNMI zijn die bedrijven aangesloten die zich bezighouden met de productie van en/of eer-
ste verwerking van ‘metalen in primaire vorm’.
Postbus 190, 2700 AD Zoetermeer | T +31-(0)88 4008528 | F +31-(0)88 4008401 | E vnmi@fme.nl | www.vnmi.nl
Tekst: Bak & Bakker c.s. journalisten | Vormgeving: E* D.SIGN | Druk: BDUprint
Nieuws Agenda
18 juni 2015
Eurometaux ECC Committee (reservedatum)
16 t/m 20 juni 2015
GIFA/METEC, Düsseldorf
25 juni 2015
VNMI Commissie Milieu
Kantoor FME, Zoetermeer
9 juli 2015
Tweede workshop ketenverantwoordelijkheid
Aurubis, Zutphen
10 september 2015
Bestuursvergadering VNMI
17 september 2015
Eurometaux ECC Committee
23 september 2015
Routekaartdag, Tata Steel te IJmuiden
1 oktober 2015
VNMI Commissie Milieu
Kantoor FME, Zoetermeer
6 november 2015
Najaarsledenvergadering
19 november 2015
Bijeenkomst informeel netwerk Health & Safety
Sapa Aluminium
26 november 2015
Eurometaux ECC Committee
3 december 2015
Bestuursvergadering VNMI
VNMI-bestuurder fietst voor Kinderfonds
VNMI-bestuurslid Leopold Moormann fietst 27 en 28 juni mee
met de vijfde editie van Homeride, een 24 uur durende fietstocht
van 500 kilometer van Groningen naar Maastricht. Doel: (veel)
geld inzamelen voor het Ronald McDonald Kinderfonds.
Volgens Leopold Moormann is het Ronald McDonald Kinderfonds
“een geweldig goed doel, dat ervoor zorgt dat zieke kinderen hun
ouders altijd dichtbij hebben. Wanneer je kind ernstig ziek is,
is het enige wat je kan doen als ouder, er zijn voor je kind, hem
vasthouden en troosten als dat nodig is. De Ronald McDonald
huizen maken dat mogelijk. Ouders logeren vlakbij het ziekenhuis
en kunnen op ieder moment bij hun zieke kind zijn. En dat heeft
ook een bewezen positief effect op het genezingsproces”, schrijft
Moormann.
Doneren? Bezoek dan de donatiebutton van Leopold Moormann:
http://www.homeride.nl/lid/moormann/profiel/
Voorzichtige toename vraag naar staal
De wereldwijde vraag naar staal groeit dit jaar in een vergelijkbaar
tempo als in 2014, om volgend jaar vervolgens te versnellen.
Dit meldt brancheorganisatie The World Steel Association in de
Worldsteel Short Range Outlook 2015-2016.
De organisatie rekent dit jaar op een groei van de vraag naar staal
met 0,5 procent naar 1.544 miljoen ton. In 2016 zou sprake zijn
van een toename met 1,4 procent naar 1.565 miljoen ton. In 2014
was de groei 0,6 procent.
Volgens Hans Jürgen Kerkhoff van Worldsteel laat met name de
groeivertraging in China sporen na. Ook de aanpassingen in veel
grote economieën, goeddeels veroorzaakt door de sinds 2008
achterblijvende investeringen, laten zich gelden. Wel is in de
Eurozone sprake van een ferm herstel, aldus Worldsteel.

More Related Content

Similar to VNMI magazine juni 2015

BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008ABN AMRO
 
Thewissen_11dossier-mijnbouw-jan2017-3
Thewissen_11dossier-mijnbouw-jan2017-3Thewissen_11dossier-mijnbouw-jan2017-3
Thewissen_11dossier-mijnbouw-jan2017-3Femmy Thewissen
 
Tweede VNMI workshop ketenverantwoordelijkheid in de metaalketen donderdag 9 ...
Tweede VNMI workshop ketenverantwoordelijkheid in de metaalketen donderdag 9 ...Tweede VNMI workshop ketenverantwoordelijkheid in de metaalketen donderdag 9 ...
Tweede VNMI workshop ketenverantwoordelijkheid in de metaalketen donderdag 9 ...Frank Buijs
 
Enterprise Europe Network presentatie tijdens Week van de Ondernemer
Enterprise Europe Network presentatie tijdens Week van de OndernemerEnterprise Europe Network presentatie tijdens Week van de Ondernemer
Enterprise Europe Network presentatie tijdens Week van de OndernemerOlaf ter Haar
 
Economische nieuwsbrief Oostenrijk - mei 2014
Economische nieuwsbrief Oostenrijk - mei 2014Economische nieuwsbrief Oostenrijk - mei 2014
Economische nieuwsbrief Oostenrijk - mei 2014Nicole van der Pauw
 
DNV GL Marktwerking of Machtwerking
DNV GL Marktwerking of MachtwerkingDNV GL Marktwerking of Machtwerking
DNV GL Marktwerking of MachtwerkingWim Boogaard
 
Persbericht Epg Netwerk Bouwcongres02.02.11
Persbericht Epg Netwerk Bouwcongres02.02.11Persbericht Epg Netwerk Bouwcongres02.02.11
Persbericht Epg Netwerk Bouwcongres02.02.11Global Green Connections
 
Elia wijst op tekort van 1 GW tijdens winter
Elia wijst op tekort van 1 GW tijdens winterElia wijst op tekort van 1 GW tijdens winter
Elia wijst op tekort van 1 GW tijdens winterThierry Debels
 
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoenABN AMRO
 
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...ABN AMRO
 
De echte prijs van gsm's en tablets: op zoek naar eerlijke elektronica.
De echte prijs van gsm's en tablets: op zoek naar eerlijke elektronica.De echte prijs van gsm's en tablets: op zoek naar eerlijke elektronica.
De echte prijs van gsm's en tablets: op zoek naar eerlijke elektronica.TradeForDevelopment Centre
 

Similar to VNMI magazine juni 2015 (14)

Toespraak burgemeester Cohen tijdens AIM09
Toespraak burgemeester Cohen tijdens AIM09Toespraak burgemeester Cohen tijdens AIM09
Toespraak burgemeester Cohen tijdens AIM09
 
Mijnwerkers conferentie
Mijnwerkers conferentieMijnwerkers conferentie
Mijnwerkers conferentie
 
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
 
Thewissen_11dossier-mijnbouw-jan2017-3
Thewissen_11dossier-mijnbouw-jan2017-3Thewissen_11dossier-mijnbouw-jan2017-3
Thewissen_11dossier-mijnbouw-jan2017-3
 
Tweede VNMI workshop ketenverantwoordelijkheid in de metaalketen donderdag 9 ...
Tweede VNMI workshop ketenverantwoordelijkheid in de metaalketen donderdag 9 ...Tweede VNMI workshop ketenverantwoordelijkheid in de metaalketen donderdag 9 ...
Tweede VNMI workshop ketenverantwoordelijkheid in de metaalketen donderdag 9 ...
 
Enterprise Europe Network presentatie tijdens Week van de Ondernemer
Enterprise Europe Network presentatie tijdens Week van de OndernemerEnterprise Europe Network presentatie tijdens Week van de Ondernemer
Enterprise Europe Network presentatie tijdens Week van de Ondernemer
 
Economische nieuwsbrief Oostenrijk - mei 2014
Economische nieuwsbrief Oostenrijk - mei 2014Economische nieuwsbrief Oostenrijk - mei 2014
Economische nieuwsbrief Oostenrijk - mei 2014
 
DNV GL Marktwerking of Machtwerking
DNV GL Marktwerking of MachtwerkingDNV GL Marktwerking of Machtwerking
DNV GL Marktwerking of Machtwerking
 
Persbericht Epg Netwerk Bouwcongres02.02.11
Persbericht Epg Netwerk Bouwcongres02.02.11Persbericht Epg Netwerk Bouwcongres02.02.11
Persbericht Epg Netwerk Bouwcongres02.02.11
 
Elia wijst op tekort van 1 GW tijdens winter
Elia wijst op tekort van 1 GW tijdens winterElia wijst op tekort van 1 GW tijdens winter
Elia wijst op tekort van 1 GW tijdens winter
 
Visie Op Media 2009
Visie Op Media 2009Visie Op Media 2009
Visie Op Media 2009
 
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
 
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
 
De echte prijs van gsm's en tablets: op zoek naar eerlijke elektronica.
De echte prijs van gsm's en tablets: op zoek naar eerlijke elektronica.De echte prijs van gsm's en tablets: op zoek naar eerlijke elektronica.
De echte prijs van gsm's en tablets: op zoek naar eerlijke elektronica.
 

More from Frank Buijs

Inzet CDA Pride netwerk voor het CDA verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiez...
Inzet CDA Pride netwerk voor het CDA verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiez...Inzet CDA Pride netwerk voor het CDA verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiez...
Inzet CDA Pride netwerk voor het CDA verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiez...Frank Buijs
 
De Nederlandse overheid moet IMO veel positiever stimuleren
De Nederlandse overheid moet IMO veel positiever stimulerenDe Nederlandse overheid moet IMO veel positiever stimuleren
De Nederlandse overheid moet IMO veel positiever stimulerenFrank Buijs
 
Rijser, drukker van verzet in Purmerend
Rijser, drukker van verzet in PurmerendRijser, drukker van verzet in Purmerend
Rijser, drukker van verzet in PurmerendFrank Buijs
 
ENVAQUA presentatie bezoek Platform Duurzaam Rijnmond 12 december 2017
ENVAQUA presentatie bezoek Platform Duurzaam Rijnmond 12 december 2017ENVAQUA presentatie bezoek Platform Duurzaam Rijnmond 12 december 2017
ENVAQUA presentatie bezoek Platform Duurzaam Rijnmond 12 december 2017Frank Buijs
 
Strategiedocument ENVAQUA
Strategiedocument ENVAQUAStrategiedocument ENVAQUA
Strategiedocument ENVAQUAFrank Buijs
 
De Marktvisie van de Unie van Waterschappen: Wat Levert Het U Op?
De Marktvisie van de Unie van Waterschappen: Wat Levert Het U Op?De Marktvisie van de Unie van Waterschappen: Wat Levert Het U Op?
De Marktvisie van de Unie van Waterschappen: Wat Levert Het U Op?Frank Buijs
 
International Corporate Social Responsibility for the Dutch Metallurgical Ind...
International Corporate Social Responsibility for the Dutch Metallurgical Ind...International Corporate Social Responsibility for the Dutch Metallurgical Ind...
International Corporate Social Responsibility for the Dutch Metallurgical Ind...Frank Buijs
 
VNMI interview minister Liliane Ploumen: IMVO-aanpak kan leiden tot transform...
VNMI interview minister Liliane Ploumen: IMVO-aanpak kan leiden tot transform...VNMI interview minister Liliane Ploumen: IMVO-aanpak kan leiden tot transform...
VNMI interview minister Liliane Ploumen: IMVO-aanpak kan leiden tot transform...Frank Buijs
 
VNMI Presentation EC Workshop Taxation of Energy Products used in Metallurgic...
VNMI Presentation EC Workshop Taxation of Energy Products used in Metallurgic...VNMI Presentation EC Workshop Taxation of Energy Products used in Metallurgic...
VNMI Presentation EC Workshop Taxation of Energy Products used in Metallurgic...Frank Buijs
 
Trouw - Metaalsector bespaart juist veel energie
Trouw - Metaalsector bespaart juist veel energieTrouw - Metaalsector bespaart juist veel energie
Trouw - Metaalsector bespaart juist veel energieFrank Buijs
 
PWC Eindrapport prijsvergelijk gasprijzen Ministerie van Economische Zaken
PWC Eindrapport prijsvergelijk gasprijzen Ministerie van Economische ZakenPWC Eindrapport prijsvergelijk gasprijzen Ministerie van Economische Zaken
PWC Eindrapport prijsvergelijk gasprijzen Ministerie van Economische ZakenFrank Buijs
 
FD: Metaalindustrie mordicus tegen hogere energiebelasting
FD: Metaalindustrie mordicus tegen hogere energiebelastingFD: Metaalindustrie mordicus tegen hogere energiebelasting
FD: Metaalindustrie mordicus tegen hogere energiebelastingFrank Buijs
 
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2015
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2015De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2015
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2015Frank Buijs
 
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2014
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2014De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2014
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2014Frank Buijs
 
VNMI/AVNeG Themabijeenkomst nullastbeheersing
VNMI/AVNeG Themabijeenkomst nullastbeheersingVNMI/AVNeG Themabijeenkomst nullastbeheersing
VNMI/AVNeG Themabijeenkomst nullastbeheersingFrank Buijs
 
JCI European Economic Expert Forum, Helsinki 25th of April 2014
JCI European Economic Expert Forum, Helsinki 25th of April 2014JCI European Economic Expert Forum, Helsinki 25th of April 2014
JCI European Economic Expert Forum, Helsinki 25th of April 2014Frank Buijs
 
Uitnodiging VNMI themabijeenkomst keten- en procesoptimalisatie logistiek en ...
Uitnodiging VNMI themabijeenkomst keten- en procesoptimalisatie logistiek en ...Uitnodiging VNMI themabijeenkomst keten- en procesoptimalisatie logistiek en ...
Uitnodiging VNMI themabijeenkomst keten- en procesoptimalisatie logistiek en ...Frank Buijs
 
JCI Nederland terugblik 2013
JCI Nederland terugblik 2013JCI Nederland terugblik 2013
JCI Nederland terugblik 2013Frank Buijs
 
Toekomstverkenningen branches
Toekomstverkenningen branchesToekomstverkenningen branches
Toekomstverkenningen branchesFrank Buijs
 

More from Frank Buijs (19)

Inzet CDA Pride netwerk voor het CDA verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiez...
Inzet CDA Pride netwerk voor het CDA verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiez...Inzet CDA Pride netwerk voor het CDA verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiez...
Inzet CDA Pride netwerk voor het CDA verkiezingsprogramma Tweede Kamerverkiez...
 
De Nederlandse overheid moet IMO veel positiever stimuleren
De Nederlandse overheid moet IMO veel positiever stimulerenDe Nederlandse overheid moet IMO veel positiever stimuleren
De Nederlandse overheid moet IMO veel positiever stimuleren
 
Rijser, drukker van verzet in Purmerend
Rijser, drukker van verzet in PurmerendRijser, drukker van verzet in Purmerend
Rijser, drukker van verzet in Purmerend
 
ENVAQUA presentatie bezoek Platform Duurzaam Rijnmond 12 december 2017
ENVAQUA presentatie bezoek Platform Duurzaam Rijnmond 12 december 2017ENVAQUA presentatie bezoek Platform Duurzaam Rijnmond 12 december 2017
ENVAQUA presentatie bezoek Platform Duurzaam Rijnmond 12 december 2017
 
Strategiedocument ENVAQUA
Strategiedocument ENVAQUAStrategiedocument ENVAQUA
Strategiedocument ENVAQUA
 
De Marktvisie van de Unie van Waterschappen: Wat Levert Het U Op?
De Marktvisie van de Unie van Waterschappen: Wat Levert Het U Op?De Marktvisie van de Unie van Waterschappen: Wat Levert Het U Op?
De Marktvisie van de Unie van Waterschappen: Wat Levert Het U Op?
 
International Corporate Social Responsibility for the Dutch Metallurgical Ind...
International Corporate Social Responsibility for the Dutch Metallurgical Ind...International Corporate Social Responsibility for the Dutch Metallurgical Ind...
International Corporate Social Responsibility for the Dutch Metallurgical Ind...
 
VNMI interview minister Liliane Ploumen: IMVO-aanpak kan leiden tot transform...
VNMI interview minister Liliane Ploumen: IMVO-aanpak kan leiden tot transform...VNMI interview minister Liliane Ploumen: IMVO-aanpak kan leiden tot transform...
VNMI interview minister Liliane Ploumen: IMVO-aanpak kan leiden tot transform...
 
VNMI Presentation EC Workshop Taxation of Energy Products used in Metallurgic...
VNMI Presentation EC Workshop Taxation of Energy Products used in Metallurgic...VNMI Presentation EC Workshop Taxation of Energy Products used in Metallurgic...
VNMI Presentation EC Workshop Taxation of Energy Products used in Metallurgic...
 
Trouw - Metaalsector bespaart juist veel energie
Trouw - Metaalsector bespaart juist veel energieTrouw - Metaalsector bespaart juist veel energie
Trouw - Metaalsector bespaart juist veel energie
 
PWC Eindrapport prijsvergelijk gasprijzen Ministerie van Economische Zaken
PWC Eindrapport prijsvergelijk gasprijzen Ministerie van Economische ZakenPWC Eindrapport prijsvergelijk gasprijzen Ministerie van Economische Zaken
PWC Eindrapport prijsvergelijk gasprijzen Ministerie van Economische Zaken
 
FD: Metaalindustrie mordicus tegen hogere energiebelasting
FD: Metaalindustrie mordicus tegen hogere energiebelastingFD: Metaalindustrie mordicus tegen hogere energiebelasting
FD: Metaalindustrie mordicus tegen hogere energiebelasting
 
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2015
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2015De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2015
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2015
 
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2014
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2014De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2014
De Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte - 3 Sociëteitengala 2014
 
VNMI/AVNeG Themabijeenkomst nullastbeheersing
VNMI/AVNeG Themabijeenkomst nullastbeheersingVNMI/AVNeG Themabijeenkomst nullastbeheersing
VNMI/AVNeG Themabijeenkomst nullastbeheersing
 
JCI European Economic Expert Forum, Helsinki 25th of April 2014
JCI European Economic Expert Forum, Helsinki 25th of April 2014JCI European Economic Expert Forum, Helsinki 25th of April 2014
JCI European Economic Expert Forum, Helsinki 25th of April 2014
 
Uitnodiging VNMI themabijeenkomst keten- en procesoptimalisatie logistiek en ...
Uitnodiging VNMI themabijeenkomst keten- en procesoptimalisatie logistiek en ...Uitnodiging VNMI themabijeenkomst keten- en procesoptimalisatie logistiek en ...
Uitnodiging VNMI themabijeenkomst keten- en procesoptimalisatie logistiek en ...
 
JCI Nederland terugblik 2013
JCI Nederland terugblik 2013JCI Nederland terugblik 2013
JCI Nederland terugblik 2013
 
Toekomstverkenningen branches
Toekomstverkenningen branchesToekomstverkenningen branches
Toekomstverkenningen branches
 

VNMI magazine juni 2015

  • 1. Aluminiumsector moet kansen pakken in Brussel > 4 Imagocampagne: Iedereen houdt van metaal! > 6 Ingrid Daniëlse (FNsteel): “Ik ben een productiemens” > 8 Steeds meer duurzame energieopwekking in industrie > 10 Conflictmineralen: de geest is uit de fles > 12 With English summary > 2 Metallurgische Industrie15 1 VNMI MAGAZINE | JUNI 2015
  • 2. 22 3 Juni 2015 Summary This issue of Dutch Metallurgical Industry includes a foreword by the chairman, five feature articles, various short news items and an agenda. Het landschap rondom VNMI verandert, VNMI transformeert mee. Mede ingegeven door de terugtrekkende rol van FME is de afgelopen maanden door een delegatie van ons bestuur, onder wie ondergetekende, aangevuld met kennis en know-how van buiten, onderzoek gedaan naar een nieuw ‘business model’ voor VNMI. Vier (voorlopige) scenario’s waarin dit is uitgemond, hebben we tijdens het besloten gedeelte van de voorjaarsledenvergadering van 24 april bij FNsteel in Alblasserdam voorgelegd aan onze leden. Daaruit bleek dat onze achterban in meerderheid hecht aan een zelfstandige VNMI, die autonoom opkomt voor de belangen van de metallurgische industrie en in de voorste linie blijft meepraten aan de belangrijkste (Europese) gesprekstafels, zoals die van Eurometaux en de Europese Aluminium Associatie (EAA). Maar ook een VNMI die kostenefficiënter kan werken door in de backoffice-ondersteuning samenwerking te zoeken met aangrenzende branches. Het zegt veel over de waarde die onze leden toekennen aan VNMI en onderstreept daarnaast hoe onze brancheorganisatie zich de afgelopen jaren over de volle breedte met succes heeft geprofileerd. Tegelijkertijd doet het niets af aan onze toekomst, waarin we als VNMI meer op eigen benen komen te staan en meer onze broek moeten ophouden. Het gesprek daarover binnen onze vereniging, dat de komende maanden verder op gang moet komen, zie ik met veel belangstelling en vertrouwen tegemoet. Vertrouwen is ook het woord dat met hoofdletters naar voren kwam uit onze conjunctuurenquête, waarover u in deze editie van ons magazine bij de nieuwsberichten in het kort de belangrijkste uitkomsten kunt terugvinden. Het optimisme groeit! En dat is na de aanhoudende berichten over krimp in de afgelopen jaren buitengewoon verheugend te constateren. Toch moeten we een scherp oog houden op de ontwikkelingen om ons heen. Zo besteden we in dit magazine ook aandacht aan de besluitvorming van het Europees Parlement over de conflictmineralen, die is uitgemond in een veel verdergaande stellingname dan het voorstel van de Europese Commissie en die aangeeft dat er voor VNMI nog volop werk aan de winkel is. Voorts belichten we het delegatiebezoek dat drie Europarlementariërs begin april aan een van onze lidbedrijven brachten en het constructieve gesprek dat VNMI en EAA met hen voerden. Tijdens dit onderhoud passeerden verschillende belangrijke (Europese) dossiers de revue, waarbij wij van onze kant goed voor het voetlicht konden brengen waar wat ons betreft de aandachtspunten dienen te liggen. Daarnaast kregen wij van de parlementariërs te horen op welke terreinen voor ons in Brussel winst is te boeken. Tot slot wijs ik graag op een artikel over onze PR-toolkit, waar onze eerste leden inmiddels mee aan de slag zijn gegaan en die onze sector scherper moet profileren naar zowel het grote publiek als naar de jeugd. Ook daarin zijn wij vol vertrouwen. Steeds vaker wordt aan de producten van onze sector gerefereerd als het gaat om ‘de circulaire economie’. In dat verband sluit ik mij volledig aan bij hetgeen een van de collega’s in dit magazine stelt: de metaal heeft een goed verhaal. Want zo is het maar net. Wim Hamers voorzitter VNMI Voorwoord Nederlandse Metallurgische Industrie “We must make more noise!” In April, Dutch MEPs Gerben-Jan Gerbrandy (D66), Esther de Lange (CDA) and Cora van Nieuwenhuizen (VVD) met with representatives of VNMI and EAA in Utrecht. “Our talks were very constructive,” concludes Mr Gerbrandy. The main item on the agenda was the ‘paradox’ now facing Europe’s metals industry: demand for aluminium is rising yet European production is falling. Scrap metal is increasingly being exported, which means that the European Union could soon become overly dependent on other regions. Esther de Lange wishes to determine the reasons for the apparent stagnation on the secondary market. Gerbrandy believes that the industry itself should “make more noise”, particularly in Brussels. He notes a marked lack of political consensus with regard to the problem of dwindling resources, especially in combination with the energy issue. ‘Everyone loves metal’ ‘Everyone loves metal’ is the slogan of an image-building campaign developed by VNMI. Wuppermann Staal and Uzimet are among the first member companies to use the slogan in their own communications. VNMI’s PR commission has also created a communications toolkit. It contains various resources such as a logo and other visual elements with which members can promote a common ‘look and feel’ for the industry in their own posters and flyers. Theo Mimpen, CEO of Uzimet, regards VNMI’s attention for PR as both welcome and necessary. “Interest in the metals industry is declining, particularly among younger people, and effective promotion is essential. Many companies have been less active in recruitment in recent years, partly due to the economic crisis. We must ensure that we do not fall too far behind. The metals industry is not the only sector that is competing for new talent.” At home in production Even as a child, Ingrid Daniëlse was more interested in Lego than in dolls. She opted to study technical subjects at secondary school, moving on to graduate from TU Delft with a degree in Materials Science. Today, Ingrid is Quality & Environment Manager at FNsteel in Alblasserdam, which she considers her ‘ideal job’. In this edition of VNMI Magazine, she talks about the passion for metals she discovered as a young student. She was introduced to FNsteel in 2007 when exploring opportunities for personal development and career advancement. It was ‘the perfect match’ from the outset. Ingrid particularly enjoys the extremely varied nature of her work. She may be at a board meeting one moment and talking to production staff the next. “I have a very enjoyable job with a marvellous company. The production process is the greatest attraction for me. I really feel at home in the hands-on setting.” Sustainability is the trump card The metals sector devotes increasing attention to sustainability. Many companies have plans to install sustainable energy generation facilities. This is one finding of a survey conducted by VNMI and FME among over one thousand metals companies. The survey also included questions about the regional authorities’ role in environmental regulation. The purpose was to determine if supporting policy would be useful and necessary. The findings reveal that almost sixty per cent of companies intend to invest in sustainable energy installations within the foreseeable future. Interest in photovoltaic panels is greatest (66%), followed by heat exchange systems (33%) and solar thermal collectors (31%). Wind energy is in fourth place with 24%. The survey results suggest that the majority of companies have some misgivings about the regional authorities’ role in enforcing environmental legislation but accept the authorities’ involvement as a necessary evil’. Europe tackles the trade in ‘conflict minerals’ Late May, the European Parliament approved proposals whereby companies will soon be obliged to report the precise origins of the raw materials and semi-manufactures they use. The objective is to counter the trade in ‘conflict minerals’: raw materials from countries engaged in armed conflict, the sale of which may serve to finance and prolong such conflict. The new legislation will affect almost 900.000 companies and goes beyond the European Commission’s original proposal, whereby companies would be allowed three years in which to reveal their supply routes and establish a voluntary certification system. Only if this did not have the desired results would legislation be introduced. VNMI regards the European Parliament’s recent decision as ‘a bridge too far’ and calls for the industry’s existing certification systems to be formally recognized as an effective alternative to mandatory measures. It is not yet known whether the decision will be implemented by all member states: this will become apparent in the months ahead.
  • 3. 4 54 54 5 “Buitengewoon zinvol”, oordeelt D66-Europarlementariër Gerben- Jan Gerbrandy (D66) over het werkbezoek. Samen met zijn collega’s Esther de Lange (CDA) en Cora van Nieuwenhuizen (VVD) trof hij in Utrecht vertegenwoordigers van VNMI en EAA. “De boodschappen waren helder, duidelijk en realistisch, zonder in klaagzangen te vervallen. Het was zeer inhoudelijk en ik heb de manier waarop de sector de problemen uit de doeken deed als heel realistisch ervaren.” De Europese aluminiumindustrie zit in de knel. Wereldwijd – ook in Europa zelf – groeit de vraag naar het lichtgewicht materiaal. Maar de Europese aluminiumproductie krimpt. De primaire productie, bijna 40 procent minder vergeleken met 2008, is zwaar getroffen door de hoge energieprijzen en de kosten van de (CO2-emissie)wetgeving. Schroot wordt tot ergernis van de sector zelf in toenemende mate geëxporteerd, waardoor de Europese Unie voor de eigen behoefte steeds afhankelijker dreigt te worden van andere regio’s, met een hogere ecologische voetafdruk. Een onwenselijke situatie, betoogt zowel VNMI als EAA. Aluminium vervult een cruciale rol in innovatie en is door de hoge hergebruikpotentie een belangrijke factor in de realisering van de circulaire economie. VNMI en EAA vragen daarom “Er is een sterker geluid nodig” Nederlandse Europarlementariërs brachten in april een delegatiebezoek aan VNMI en de Europese Aluminium Associatie (EAA). Op de agenda stonden de vraagstukken waar de aluminiumindustrie mee kampt. “Dit bezoek bevestigde opnieuw dat we in Europa veel bewuster met grondstoffen moeten omgaan.” eigenlijk ongelooflijk. Grondstoffen zijn uitgegroeid tot een zaak van economisch en geopolitiek belang. Kijk naar grootmachten als China en India: er vertrekken tankers vol Europees aluminiumschroot naartoe. Tegelijkertijd kondigen die landen zelf een exportverbod voor datzelfde schroot af. Er worden puur protectionistische muren opgetrokken.” Het bespreken van dergelijke strategische kwesties met de industrie is dan ook buitengewoon belangrijk, zegt zijn VVD- collega Cora van Nieuwenhuizen. “Voor mij als kersvers Europees parlementslid is deze materie nog relatief nieuw en dit bezoek was buitengewoon verhelderend. Als ik hoor hoe scherp landen als India en China in dit dossier aan de wind zeilen en hoe Europa hiermee omgaat, dan denk ik: Juncker mag de mond vol hebben over de Europese herindustrialisatie, maar laten we eerst zorgen dat we behouden wat we hebben.” Banen, groei en concurrentiekracht zijn de thema’s die centraal staan bij Van Nieuwenhuizen. Het overleg met VNMI en EAA doordrong haar opnieuw van de noodzaak alert te zijn op de positie van zowel Nederland als de Europese Unie. “In het geval van de aluminiumindustrie zie je dat een sector die goed scoort op punten als energie-efficiëntie, duurzaamheid en innovatie in de problemen komt en dat Europa als gevolg daarvan in een afhankelijkheidspositie dreigt te geraken. Niet dat ik nu meteen denk: Europa moet de export van aluminiumschroot ook maar verbieden – daar moet je niet voor willen zijn – maar meer prioriteit verdient zo’n dossier absoluut.” Urgentie Dat meent ook Esther de Lange (CDA). “De situatie rond de secundaire markt kwam in het gesprek – naast de hoofdstukken energie en innovatie – naar voren als onderwerp met zeer hoge urgentie. Ik heb aangegeven dat ik het belangrijk vind dat in kaart wordt gebracht waarom dit schroot ‘weglekt’ uit Europa. In de context van de huidige en toekomstige tijd is secundair aluminium een strategisch goed. Natuurlijk is het creëren van een markt voor secundaire grondstoffen in de allereerste plaats een zaak van en voor ondernemers: zij moeten hun eigen businesscase optuigen. Maar als dat niet lukt omdat bijvoorbeeld de regelgeving in de weg zit, dan wil ik dat weten. Want daar kunnen we dan iets aan doen.” Zij wil dat er op dit punt helderheid komt. “Grondstoffen zijn van groot strategisch belang. Het ontwikkelen van beleid en borgen van zekerheid op dit punt is voor Europa echt dé uitdaging van de 21ste eeuw. En als een belangrijke tak als de aluminiumsector direct in gevaar komt, dan moet daar actie op komen. In dat verband kan Europa soms harder en volwassener optreden, vind ik. Als blijkt dat concurrenten elders in de wereld prijzen dumpen omdat ze weten dat de sector hier in problemen verkeert, dan mag Europa best zijn tanden laten zien.” Oplossingen Gerben-Jan Gerbrandy benadrukt in dat verband dat in Brussel een veel sterker geluid nodig is, “met name ook vanuit de industrie zelf”. Als het gaat om oplossingen voor de grondstoffenproblematiek dan is de politiek – zeker in combinatie met het energievraagstuk – volgens hem zeer verdeeld. “De problemen waarmee de aluminiumsector kampt, zijn op zich voldoende bekend en onderkend. Maar echte urgentie zit er nog niet op en politiek gezien komt iedereen steeds met andere oplossingen. Koepelorganisatie Business Europe is daarnaast redelijk conservatief en handelt niet altijd in het belang van innoverende bedrijven. In het overleg heb ik om die reden aangegeven dat het zaak is dat de aluminiumindustrie zelf óók nadrukkelijker aangeeft wat er moet gebeuren. Op dat punt is nog een wereld te winnen.” Aluminiumdossier centraal bij bezoek Europarlementariërs Nederlandse Metallurgische Industrie gericht, toekomstbestendig beleid, waar de industrie op kan bouwen. Verwonderen Terecht, zegt Gerbrandy, die zegt zich er nog bijna dagelijks over te verwonderen hoe Brussel omgaat met het grondstoffenvraagstuk, zowel secundair als primair. “Terwijl je overal hoort hoe groot het strategische belang van grondstoffen is, vallen ze voor de Europese Commissie nog steeds onder het kopje milieu. Dat is “De boodschappen waren helder, duidelijk en realistisch, zonder in klaagzangen te vervallen” VNMI en EAA: zeer content De Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI) en de Europese Aluminium Associatie (EAA) kijken tevreden terug op het delegatiebezoek van de Europarlementariërs. Tijdens het overleg werden verschillende Europese dossiers behandeld met directe impact op de Nederlandse metallurgische industrie, zoals de hervorming van het Europese emissierechtenhandelssysteem, de (on) beschikbaarheid van schroot, de niet-naleving van bestaande regels over export van schroot, het ongelijke speelveld van de Nederlandse metaalindustrie en de ambitie van een circulaire, grondstofefficiënte economie. VNMI directeur Frank Buijs: “Samen met directeur-generaal Gerd Götz van EAA heb ik onder meer aangedrongen op strikte handhaving van het verbod op illegale afval export, het inrichten van een robuuste recyclingmarkt voor aluminiumschroot en het terugdringen van de stort in combinatie met het bevorderen van inzameling en sortering voor hergebruik.”Cora van Nieuwenhuizen (l) met EAA’s Gerd Götz: … behouden wat we hebben … Gerben-Jan Gerbrandy: … zelf aangeven wat moet gebeuren … Esther de Lange: … tanden laten zien …
  • 4. 6 76 7 Uzimet was eind vorig jaar samen met Wuppermann Staal het eerste VNMI- lid dat de imagocampagne adopteerde. “Het is even goed als noodzakelijk dat dit thema wordt opgepakt”, zegt Mimpen. “De belangstelling onder jongeren voor de metaal loopt terug, promotie van de sector is noodzakelijk. De afgelopen jaren zijn veel bedrijven door de crisis weliswaar terughoudend geweest met het aannemen van mensen, maar als we íets willen voorkomen, dan is het dat we straks achter het net vissen. De metaalbranche is niet de enige die op jonge techneuten aast. En al die andere sectoren prijzen zichzelf ook aan.” De toolkit telt vooralsnog twee basale elementen, vertelt Uzimets marketingman Wouter Langendijk. “Er is een algemeen logo dat iedereen kan gebruiken en daarnaast zijn drie kernwaarden geformuleerd: metalen zijn ruim toepasbaar, onmisbaar en oneindig recyclebaar. Wij zetten die kernwaarden, gekoppeld aan Uzimet, gericht in op posters en flyers. Maar het is niet ondenkbaar dat ze straks bijvoorbeeld ook worden gebruikt in combinatie met beelden van mobieltjes, mooie auto’s of Olympische medailles. Om maar inzichtelijk te maken hoe onmisbaar metaal in het dagelijks leven is.” “Dit straalt uit op hele sector” Hij voegde het logo toe aan zijn e-mailhandtekening en prompt volgden de eerste vragen en opmerkingen. Algemeen directeur Theo Mimpen van bladloodproducent Uzimet merkt dat het logo van de kersverse VNMI-toolkit ‘Iedereen houdt van metaal’ prikkelt en nieuwsgierigheid wekt. “Het valt mensen meteen op.” Mimpen is blij dat hij vanuit Uzimet een bijdrage kan leveren aan de metaal- imagocampagne. “Ik kijk hierbij toch wat verder dan alleen naar ons bedrijf. Dit is een hele positieve campagne, die uitstraling heeft op de gehele sector en de aantrekkingskracht van de metaal – mede door de koppeling met elementen als innovatie en duurzaamheid - als bedrijfstak vergroot. Ook voor andere leden van VNMI kan dit een waardevol instrument zijn. Ik hoop dat op basis van de ervaringen bij Wuppermann Staal en bij ons straks meer collega- bedrijven besluiten de toolkit in te zetten. Metaal heeft een sterk onderscheidend vermogen ten opzichte van andere materialen. Dat geldt eens te meer nu we steeds nadrukkelijker op een circulaire economie afkoersen. Die unieke aspecten mogen we best wat actiever uitdragen.” de orde kwam of bedrijven ‘op proef’ met de toolkit aan de slag wilden, zegt hij. “Het ene bedrijf is op het gebied van communicatie actiever dan het andere. Wij doen er behoorlijk veel aan, ook via de sociale netwerken. In dat verband zag ik ons bedrijf als geschikte kandidaat. We kunnen het logo en de boodschap erachter in een tamelijke hoge frequentie wegzetten en zo helpen een bodem te leggen voor die bredere herkenbaarheid.” Pilot De toolkit kwam in februari beschikbaar. Sindsdien is Uzimet ermee aan de slag gegaan. “Het is een pilot, primair gaat het nu om het opdoen van ervaring, zien hoe hierop wordt gereageerd, kijken naar eventuele verbeterpunten en het terugkoppelen van gegevens naar de pr-commissie van VNMI op het moment dat die erom vraagt”, zegt Langendijk. “Los daarvan vinden we dit een mooie manier om intern en extern te laten zien dat we metaal en in het bijzonder lood een warm hart toedragen. Extern heeft dat met name relevantie in relatie tot onze arbeidsmarktcommunicatie en onze marketing, nu en in de toekomst. Maar ook intern zijn die belangen er. Het is goed als onze mensen zich er nog bewuster van worden wat een mooie en unieke sector de metaal is.” Uzimet en Wuppermann Staal ‘early adopters’ VNMI-Toolkit Nederlandse Metallurgische Industrie Herkenning Uzimet heeft het instrumentarium uit de toolkit – binnenkort komen ook speciale (Powerpoint) presentaties met feiten en cijfers over de metaal beschikbaar – in eerste instantie aangewend voor gebruik op de website, in e-mailhandtekeningen en in de sociale netwerken waar het zich sterk profileert: LinkedIn, Twitter en Facebook. Volgens Langendijk is het daarnaast de bedoeling de toolkit in te zetten bij externe uitingen, zoals in advertenties of op beurzen. “Het gaat ook om de herkenning en de herkenbaarheid. Hoe meer en hoe vaker mensen het logo tegenkomen, hoe beter.” Mimpen hoefde niet lang na te denken toen eind vorig jaar in het VNMI-bestuur en de ledenvergadering de vraag aan “De metaal heeft een goed verhaal” “De metaal heeft een goed verhaal. Mooie producten, innovatief, onmisbaar in het dagelijks leven en door de oneindige recyclebaarheid naadloos passend in de ambitie van een circulaire economie. We dragen dat alleen niet heel gecoördineerd uit. Vandaar dat VNMI heeft gezegd: we hangen daar een label aan, een merk. Dat is ‘Iedereen houdt van metaal’ geworden.” Aan het woord is Jasper van Zon, in het dagelijks leven Europees communicatiedirecteur bij Alcoa en daarnaast lid van de pr- commissie van VNMI, die zorgde dat de ‘toolkit’ voor de lidbedrijven er kwam: een klein pakketje met instrumenten om in de branche een gemeenschappelijke ‘look & feel’ te ontwikkelen. Alles om een beter imago te kweken, zowel in- als extern. Van Zon: “We willen bedrijven helpen de jongeren te bereiken, maar ook om eigen medewerkers ambassadeur van de sector te maken.” De toolkit bestaat vooralsnog uit een basaal instrumentarium. Er is een logo ontwikkeld voor algemeen gebruik en daarnaast kunnen lidbedrijven maatwerk voor zichzelf creëren met eigen posters en flyers. Het idee daarachter is dat de bedrijven het eenvoudig in hun eigen communicatie kunnen inpassen. En naarmate er meer zijn die dat doen, ontstaat vanzelf wat Van Zon ‘olievlekwerking’ noemt. “En dat is wat we willen: een positieve boodschap die zich steeds verder verspreidt.” “Budget voor een grote campagne was er niet. Daarnaast is het goed om met kleine stapjes te beginnen. Dat verklaart de laagdrempelige aanpak waarvoor is gekozen”, aldus Van Zon. “Het idee om met het imago van metaal aan de slag te gaan lag er al wat langer, maar er kwam steeds niets van de grond. Daar hebben we vorig jaar een doorbraak in geforceerd. Toen hebben we tegen elkaar gezegd: we kijken niet langer naar wat er allemaal niet kan, we gaan gewoon beginnen en laten deze strategie stap voor stap groeien. En zo is het gebeurd.” Hij is Wuppermann Staal en Uzimet meer dan dankbaar dat ze de toolkit als ‘early adopters’ hebben omarmd. “Peter Jongenburger en Theo Mimpen waren de eersten die naar voren stapten en die verdienen daarvoor echt een applaus. Het is ongelooflijk belangrijk dat we een start hebben kunnen maken, ook om andere bedrijven te enthousiasmeren. Nu is het zaak steeds een volgende stap te zetten. We blijven daarom werken aan uitbreiding van de toolkit, om zo die olievlek uiteindelijk écht te kunnen creëren. ” De toolkit ‘Iedereen houdt van metaal’ is beschikbaar voor alle leden van VNMI. Bedrijven die met het pakket aan de slag willen, kunnen zich aanmelden bij het VNMI-secretariaat, telefoon (0800) 400 85 28 of e-mail vnmi@fme.nl.
  • 5. 8 98 9 En daar laat zich ook de ‘verknochtheid’ aan FNsteel voor een belangrijk deel verklaren. “De producten uit ons bedrijf gaan de gehele wereld over. En dat is écht omdat we iets bijzonders maken. Wij maken geen staal voor de bouten en moeren die je bij een willekeurige bouwmarkt om de hoek koopt. Wij maken de basis voor materialen die worden toegepast in zeer hoogwaardige segmenten, zoals de automotive industrie. De kwaliteit móet gegarandeerd zijn, ons staal moet terug te volgen zijn tot datum en moment van productie van het originele gietblok. We zitten in een nichemarkt. Daarom kunnen we ook nog steeds bestaan met ruim 300 vaste mensen op de loonlijst.” Magneet In het bedrijf trekt de veelzijdigheid van haar baan haar het meeste. In taken, in contacten. “Het ene moment schuif ik aan in de directiekamer, het andere moment overleg ik op de werkvloer. Het is een hele plezierige job, in een prachtig bedrijf, met het productieproces als de grootste magneet.” Ze voelt zich daarbij volledig thuis in de mannenwereld die haar omringt. Sterker nog: het is niet eens een issue. “Ik ben gewend om met mannen om te gaan. Ik zat niet op ballet, maar op boksen. Later was het als studente heel gewoon om het enige meisje in de klas te zijn. Dat geldt ook in mijn werk.” Uitdagingen heeft ze nog voldoende bij FNsteel. “We zijn vanuit ons integraal kwaliteit- en veiligheidsbeleid momenteel hard bezig het veiligheidsbewustzijn naar een nog hoger niveau te tillen. Dat is een continue proces, dat constant aandacht behoeft. Dit is zware industrie. De collega’s in de productie doen soms al jarenlang op dezelfde manier hun ding. Hun focus ligt niet altijd bij veiligheid. Daar zijn we keihard mee aan het werk, want voor het bedrijf heeft het de hoogste prioriteit. De programma’s op dat punt stuur ik aan, de uitvoering gebeurt in nauwe samenwerking met mijn team op de werkvloer. Zij zijn onmisbaar, net als alle overige collega’s die mij op de andere terreinen ondersteunen.” Alblasserdam, 5 mei. Op het industriële complex tussen de A15 en de rivier de Noord waar FNsteel is gevestigd, is het een drukte van belang. Vrachtwagens voeren ladingen af en aan langs de verschillende routes op het complex, die stuk voor stuk dwars door haast volmaakt industrieel erfgoed van de vorige eeuw voeren. De gebouwen en productiehallen werden bijna tachtig jaar geleden gebouwd en ademen in alles de sfeer van toen. “Of je bent hier zo weer weg, of dit alles pakt je en laat je niet meer los”, lijkt Ingrid Daniëlse de gedachten van haar bezoeker te raden. Zelf kwam ze in april 2007 bij FNsteel. En ze bleef, want het bedrijf had haar direct in de greep. “Ik kende het nog van vroeger. Als eerstejaars aan de TU Delft brachten we al bezoeken aan grote productiebedrijven. Ik kwam op die manier in contact met Nedstaal, dat destijds nog één was met FNsteel. En ik herinner me dat ik toen dacht: hier beland ik misschien nog wel een keertje.” Magie Het was de magie van de metallurgische industrie in combinatie met de grootschaligheid die haar trok, vertelt ze. “Er is in Nederland niet veel basismetaal. “Ik ben een echt productiemens” Ze had als kind meer met Lego dan met poppen en koos op de middelbare school voor technische vakken. De studie mate- riaalkunde aan de TU Delft was daarna een logisch vervolg. Tegenwoordig is Ingrid Daniëlse KAM-manager bij FNsteel in Alblasserdam en als een vis in het water. “Ik voel me thuis in een productie- omgeving.” En bedrijven die zo groot zijn, hebben helemaal iets unieks. Ik voel me thuis in een productieomgeving. Dat heb ik altijd al gehad. Het maken van dingen heeft iets fascinerends. Ik heb mijzelf nooit zien werken in een lab bij een onderzoeksinstituut. Ik wil het product kennen. Ik wil het zien en voelen.” Zo kwam het dat ze na haar studie eerst elf jaar werkte bij Chromalloy Holland in haar woonplaats Tilburg, waar ze zich bezig hield met (materiaal)verbeteringen aan (voornamelijk) vliegtuigmotoren. Daarna volgde een periode van drie jaar bij Bodycote Hardingscentrum, eveneens in Tilburg, waar haar takenpakket van engineering en kwaliteit werd uitgebreid met milieu. Vier jaar later, net toen ze zich oriënteerde op mogelijkheden om in het bedrijf door te groeien, kwam FNsteel op haar pad. Het was, vanaf de eerste seconde, de ‘perfect match’. Een warm bad, een maatpak. “Ik kreeg hier de kans mezelf verder te ontwikkelen. Kwaliteit en engineering waren mijn vak, milieu had ik erbij geleerd en hier kreeg ik de verantwoordelijkheid over Arbo erbij. Ik heb daarvoor een opleiding veiligheidskunde gedaan. Het is een breed takenpakket, met een al even brede erantwoordelijkheid, en ik heb het buitengewoon naar mijn zin. Geen dag is hetzelfde.” Veiligheid Een representatief beeld schetsen van een gemiddelde werkdag is dan ook lastig, zegt ze. “Het is een beleidsmatige functie, al blijven er natuurlijk veel inhoudelijke raakvlakken. Eind 2014 ben ik bijvoorbeeld eindverantwoordelijke geworden voor ons metaalkundig en chemisch lab. In de dagelijkse praktijk overleg ik veel met de teams die mij omringen, de directie of externe adviseurs. Er is kwaliteitsoverleg, er is Arbo-overleg en daarnaast ben ik veel bezig met kwaliteitscertificeringen en milieuvergunningen. Dat zijn zaken die ongestoord moeten doorlopen. We hebben een uniforme aanpak voor het kwaliteitsproces en vorm gegeven aan een integraal veiligheid-kwaliteit programma. Beide zijn cruciaal voor de bedrijfsvoering.” Ingrid Daniëlse, manager KAM bij FNsteel Nederlandse Metallurgische Industrie “Het ene moment schuif ik aan in de directiekamer, het andere overleg ik op de werkvloer” Ingrid Daniëlse: “Het maken van dingen heeft iets fascinerends. Ik heb mijzelf nooit zien werken in een lab bij een onderzoeksinstituut.”
  • 6. 10 1110 11 Duurzaamheid troef De basismetaal en metaalindustrie ontwikkelen in aanzienlijke mate plannen voor het plaatsen van duurzame energieopwekkingsinstallaties. Dit blijkt uit een enquête die VNMI en FME hebben gehouden onder enkele honderden metaalbedrijven. VNMI werkt naar aanleiding van de uitkomsten aan de voorbereiding van een voorlichtingsplan richting provincies en bedrijven. VNMI hield de enquête eind afgelopen jaar in samenwerking met FME onder eigen lidbedrijven en metaalondernemingen en ondervroeg hen daarbij ook over provinciaal milieutoezicht. Aanleiding was het inventariseren van ‘nut en noodzaak’ voor ondersteunend beleid. In totaal werden circa 1300 bedrijven benaderd. Daarvan reageerden er 130, omgerekend zo’n 10 procent. Uit de peiling onder de bedrijven blijkt dat wat betreft de energieopwekking bijna 60 procent plannen heeft ontwikkeld voor het investeren in duurzame installaties. Met name zonnestroom (66 procent), warmtepompsystemen (33 procent) en het gebruiken van zonnewarmte (31 procent) scoren hoog. Windenergie komt met 24 procent op de vierde plaats. Besparingen De keuze die bedrijven maken lijkt met name ingegeven door besparingen die kunnen worden gerealiseerd, in combinatie met de verbeterde terugverdientijd van duurzame energieopwekking. Daarnaast spelen ambtenaar of de verantwoordelijke ambtelijke afdeling. Uiteindelijk gaat het om vertrouwen. Dat moet wederzijds groeien. In zijn algemeenheid is ons devies: zorg dat je als bedrijf beleid en uitvoering daarvan dusdanig inricht dat je feitelijk de overheid niet nodig hebt. Houd je aan regels en voorschriften, speel op zeker.” De meerderheid van de VNMI-bedrijven noemt het provinciale milieubeleid “bekend en relevant”. Een klein aantal zegt er niet bekend mee te zijn. Deze groep heeft ook geen beeld bij de handhavings- en toezichtfunctie van de provincie. De bedrijven die zich hebben verdiept in de rol van het provinciegezag, geven aan dat ze geen concrete ‘best practices’ of ‘do’s and don’t’s’ kunnen aangeven. De rode draad is dat regelmatig overleg met de vergunningverlener en de toezichthouder een absolute vereiste is. Overzichtelijker De achterban adviseert bevoegde gezagen om een handreiking te schrijven voor een speciaal compliance register. Dat zou het voor metaalbedrijven gemakkelijker en overzichtelijker moeten maken om te voldoen aan de vele eisen die wet- en regelgeving stellen. Volgens Frank Buijs menen veel bedrijven dat de overheid relatief gezien weinig tijd uittrekt voor toezicht. “Er is geen sprake van heel intensieve contacten. Bedrijven zelf stellen dan ook dat het vooral zaak is alles goed op orde te hebben. Komt er een keer controle, dan is het devies vooral constructief mee te werken”, zegt hij. Volgens hem zijn de bedrijven duidelijk in hun visie op de intensiteit waarmee de provincies hun taken uitvoeren. “Uit de antwoorden en reacties kunnen we duidelijk halen dat de relatie over het algemeen zakelijk en professioneel is, dat bedrijven van oordeel zijn dat de overheid beperkt tijd uittrekt voor de toezichthoudende en handhavende taken en dat tegelijkertijd geen van de leden dit als een obstakel ziet”, zegt Buijs. “Voor een sterkere of prominentere rol van de overheid gaan de handen in elk geval niet op elkaar.” Enquête VNMI en FME over energieopwekking en provinciaal toezicht Nederlandse Metallurgische Industrie “Een van de mogelijkheden is dat we samen met FME een themabijeenkomst houden over de toepassing van zonne- energie, windenergie en zonnewarmte” milieuredenen, de zichtbare illustratie van de eigen duurzaamheidsdoelstelling en de omvang van de initiële investering een rol. Ook kijken bedrijven naar de betrouwbaarheid en de onderhoudsvrijheid van de technologie. Volgens VNMI-directeur Frank Buijs is de belangstelling bij bedrijven voor duurzame energieopwekking voldoende aanleiding om na te denken over gerichte voorlichting op dit punt. “Dit onderwerp leeft en ik denk daarom dat het belangrijk is dat we onze leden hierin ondersteunen en faciliteren. Een van de mogelijkheden is dat we samen met FME een themabijeenkomst houden over de toepassing van zonne-energie, windenergie en zonnewarmte. Daar zouden we ook kunnen inventariseren in hoeverre en hoe we de leden op dit punt verder behulpzaam kunnen zijn.” Uit het onderzoek komt naar voren dat een meerderheid van de bedrijven weinig tot niets ziet in het zogeheten ‘peak-shaving’: het terugdringen van de topbelasting van het energieverbruik, door stroom tijdens de daluren op te slaan en die op piekmomenten weer in te zetten. Iets meer dan de helft van de bedrijven is er volgens de enquête bekend mee, het overgrote deel doet er niets mee omdat het binnen het bestaande productieproces geen relevantie heeft. Kritisch Op het punt van het provinciaal milieutoezicht tonen de bedrijven zich kritisch. Volgens Frank Buijs wordt het toezicht in zijn algemeenheid gezien als “noodzakelijk kwaad”, dat soms “zwaar op de maag” kan liggen. “De uitkomsten zijn landelijk gezien sterk verschillend”, zegt hij. “Theorie en praktijk liggen bovendien vaak ver uit elkaar. In die zin adviseren wij vanuit VNMI altijd in de eerste plaats een goede verstandhouding op te bouwen met de verantwoordelijke “Uiteindelijk gaat het om vertrouwen. Dat moet wederzijds groeien”
  • 7. 12 1312 13 “Ik denk dat je één ding kunt stellen. En dat is dat de behoefte aan transparantie van toevoerketens de komende jaren alleen maar gaat groeien. De discussie over de conflictmineralen is een aanloop naar een breder debat over de overige metalen. De politiek wil weten hoe handelsstromen lopen. Die behoefte aan openheid hangt samen met de tijdgeest. Metallurgische bedrijven die hier op dit moment nog niet mee te maken hebben, moeten zich geen illusies maken. Wie je ook spreekt, niemand gelooft dat het hier ophoudt.” Aan het woord is algemeen directeur Filip Delalieux van VNMI-lidbedrijf Schöne Edelmetaal in Amsterdam, onderdeel van de Umicore groep. Als verwerker van secundair goud en zilver is het bedrijf onderdeel van een bedrijfstak die ruim vijf jaar geleden zelf begon vorm te geven aan de inzage in handelsstromen en daarmee ruim voor de troepen uit liep. Als ervaringsdeskundige vertegenwoordigde Delalieux Schöne Edelmetaal eind maart bij een hoorzitting van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Centraal aan de ‘ronde tafel’, waarin tal van organisaties werden geraadpleegd, stond de vraag hoe Nederland zich in de kwestie rond de conflictmineralen moet positioneren. De geest is uit de fles De geest is uit de fles. Eind mei stemde het Europees Parlement in met voorstellen die bedrijven verplichten te rapporteren over de herkomst van grondstoffen en halffabricaten en daarmee de handel in zogenoemde ‘conflictmineralen’ moeten tegengaan. Met het besluit in de hand start het Europees Parlement nu de onderhandelingen met de lidstaten. drie jaar de tijd geven hun handelsroutes zichtbaar te maken via het opzetten van een vrijwillig certificeringssysteem. Pas daarna zouden ze, als ze niet in beweging zouden komen, via regelgeving moeten worden gedwongen. Industrie en bedrijfsleven verzetten zich fel tegen die verplichting. Zij huiveren voor een situatie zoals die in de Verenigde Staten ontstond door de Dodd Frank Act, die er al sinds 2012 op toeziet dat met de handel in waardevolle grondstoffen gewapende groepen in politiek instabiele regio’s worden gefinancierd. De wet verplicht beursgenoteerde bedrijven in de VS en hun toeleveranciers openheid te geven over handelsstromen voor zover die betrekking hebben op landen in het Grote Merengebied in Afrika. De industrie vreest dat een eigen Europese variant bedrijven opzadelt met een enorme administratieve lastendruk en de concurrentiepositie mondiaal ernstig benadeelt. Schaden Dat was ook wat Filip Delalieux eind maart betoogde ten overstaan van de Tweede Kamer. Voor ‘due diligence’ – het inzichtelijk maken van de waardeketen van mijn tot consument - is er in zijn ogen alleen een effectieve oplossing mogelijk als ook andere regio’s in de wereld zich daaraan committeren. Pas dan ontstaat een eerlijk mondiaal speelveld. Anders kan de EU-wetgeving het concurrentievermogen van Europese bedrijven schaden, zonder dat het beoogde doel wordt bereikt, stelde hij in lijn met het VNMI-standpunt in de kwestie. Delalieux weet waarover hij het heeft als het gaat om de transparantie van waardeketens. Schöne Edelmetaal is het enige goud refining bedrijf in Nederland dat is geaccrediteerd door de London Bullion Market Association (LBMA). In 2012 werden de bestaande vereisten van deze LBMA-accreditatie uitgebreid met de verplichting voor de refiner een strikt systeem van ‘due diligence’ in te voeren voor de toeleveringsketen van goud. Bijkomend voorschrift was dat deze Responsible Gold-richtlijn moest voldoen aan de in 2010 ingestelde OESO-richtlijn. Jaarlijkse audits zijn verplicht, net als de publicatie van de uitkomsten hiervan dat is. Compliance Voor de vaste Kamercommissie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking stelde Delalieux dat Schöne Edelmetaal “als relatief kleine onderneming, met een autonome positie binnen de Umicore Groep” aan alle vereisten van de LBMA voldoet. “Wat we daarvoor moesten doen, en hebben gedaan, dat kan nog nét”, zei hij. “Een geheel eigen Europees systeem van compliance – dat voorbij gaat aan bestaande stelsels van regels, certificeringen en audits – is zeker voor de wat kleinere bedrijven kostentechnisch niet op te brengen.” Delalieux benadrukte dat de door de goudsector ontwikkelde ‘due diligence’ zeer consistent is “over de verschillende schakels in de waardeketen heen”. Dat is volgens hem een belangrijke succesfactor voor het opzetten van een effectief systeem. “Binnen de goudmarkt zijn alle schakels – van de mijnwinning tot en met de juweliersbranche – tot overeenstemming gekomen over een en dezelfde systematiek. En da’s een cruciaal gegeven: de hele sector was mee.” Volgens de directeur van Schöne Edelmetaal zijn de refiners binnen de metallurgische industrie het grotendeels eens over de noodzaak van meer transparantie in de toevoerketen, zo stelde hij tegenover de commissie. Europees Parlement doet conflictmineralen in de ban Nederlandse Metallurgische Industrie Lees verder op pagina 14 Aanscherping VNMI Magazine spreekt Delalieux een ruime maand na de hoorzitting en kort nadat het Europees parlement heeft besloten dat Europese smelterijen en raffinaderijen van primair gouderts, tin, tantalum en wolfraam én importeurs van halffabricaten in de toekomst verplicht inzage moeten geven in de herkomst van hun grondstoffen. Het besluit is een ongekende aanscherping van het eerdere voorstel dat de Europese Commissie deed. Die wilde bedrijven Forse impact Het voorstel dat eind mei door het Europees Parlement werd aanvaard, heeft forse impact op de Europese industrie. In totaal worden straks vierhonderd importeurs van ruwe grondstoffen verplicht hun toevoerketens inzichtelijk te maken, net als ruim 850.000 producenten en importeurs van artikelen zoals laptops, telefoons en navigatieapparatuur. De mineralen die aan banden worden gelegd – tin, wolfraam, tantalum en gouderts – worden hierin veel gebruikt. Voorstanders van de maatregelen claimen dat conflictmineralen hierdoor ook niet langer met een omweg – bijvoorbeeld via in Azië geproduceerde elektronica – alsnog hun weg naar de Europese markt vinden. Nu de twee grootste (consumenten)markten ter wereld – Europa en de VS – de handel in conflictmineralen tegengaan, verwachten zij dat producenten elders in de wereld zich daarop aanpassen. VNMI tegen EU-wet VNMI is nog altijd kritisch over de aankomende EU-wetgeving. VNMI noemt het huidige EU-wetsvoorstel vergeleken met de Dodd Frank Act weliswaar een verbetering, maar vindt een te zijner tijd verplichtend systeem nog altijd een brug te ver. Het beperkt de rechtszekerheid van bedrijven en kan grote problemen veroorzaken voor inkopers die hun grondstoffen betrekken via importeurs die beperkingen opgelegd krijgen. VNMI-directeur Frank Buijs: “Ongeacht het wel of niet verplichtende karakter van de EU regels, wil VNMI dat bestaande goedwerkende certificeringssystemen van de industrie zelf worden erkend en overgenomen.” Een goed voorbeeld in dit verband noemt hij de genoemde LBMA-certificering voor goud. Ook benadrukt VNMI dat de reikwijdte van het EU-wetsvoorstel moet worden afgestemd op zowel de Dodd Frank Act als de OESO- richtlijnen. Gebeurt dit niet, dan dreigt het Europese bedrijfsleven mondiaal op achterstand te worden gezet. VNMI vindt daarnaast dat de EU meer economische steun moet geven aan de landen waar conflicten woeden. Ontwikkelingskansen zijn het beste medicijn tegen conflicten, aldus VNMI. Eerder pleitten de Europese koepelorganisaties Eurometaux en Eurofer al voor een koppeling met effectief buitenlands beleid. Filip Delalieux
  • 8. 15151414 “Maar de zorgen zijn groot: over een eerlijk speelveld wereldwijd, over verschillen tussen wetgeving die in de Verenigde Staten al loopt en in Europa nog van kracht moet worden en over nieuwe systemen die over bestaande worden gelegd.” In dat verband, stelde hij, “is het van groot belang dat Europa vrijwillig geïmplementeerde schema’s erkent”. Komt er tóch een volledig bindende wet, dan is hij duidelijk: “Ons standpunt als Umicore Groep daarin is dat de Europese Commissie dan moet zorgen voor een voortdurend geactualiseerde zwarte lijst met landen, regio’s en bedrijven waarmee we geen zaken mogen doen. Die verantwoordelijkheid ligt dan wel bij Europa.” Ontwikkelingssamenwerking Kijkend naar de geest van de wet is hij op dat specifieke punt niet heel verontrust: “Parallel aan de roep om meer transparantie is de tendens die wij zien dat de politiek nadrukkelijk kijkt naar bestaande, zinvolle initiatieven om de problematiek af te dekken.” Hij noemt het wel onvermijdelijk dat het toekomstige Europese model zich op onderdelen onderscheidt van het Amerikaanse. “Een ietwat pervers effect van de Dodd Frank Act is dat die in de VS heeft geleid tot een soort ‘allergie’ voor het Afrikaanse Grote Merengebied. Europa wil dat voorkomen. Het idee achter deze wetgeving is juist ook verdere ontwikkelingssamenwerking op gang te brengen. In die ambitie past geen beleid dat bijvoorbeeld kleine mijnbedrijven in Kongo in diepe problemen brengt.” De komende maanden moet blijken hoe het besluit van het Europees Parlement op landenniveau uitpakt. In de Tweede Kamer tekent zich een meerderheid af vóór bindende wetgeving. De PvdA was eind april zeer kritisch over de door de Europese Commissie geïnitieerde aanpak, die is gebaseerd op vrijwillige zelfcertificering. De VVD pleitte voor een systeem dat aansluit op de Dodd Frank Act. Ook een groot deel van de oppositie wil minder vrijblijvendheid, voor een deel zelfs gekoppeld aan uitbreiding van de wetgeving naar meer mineralen. Verantwoordelijk minister Ploumen (PvdA) wil dat laatste onderzoeken, maar houdt voor de rest vooralsnog de boot af; zij vindt een verplicht systeem geen garantie voor succes en ziet veel meer in convenanten zoals die de laatste jaren ook op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen worden afgesloten. Nederlandse Metallurgische Industrie Vervolg van pagina 13 Nieuws Metaal is recyclekampioen Metaal is recyclekampioen. Het recyclingpercentage van metalen verpakkingen is in 2013 verder gestegen van 91 naar 93 procent. Dat blijkt uit de cijfers die staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Door de inzet van nieuwe afvalverwerkingsinstallaties worden nu ook kleine metaaldeeltjes uit de bodemas gehaald. Dit verhoogt het recyclingpercentage en het aantal toepassingen voor de resterende bodemas. De manier waarop metalen verpakkingen, zoals blikjes, worden ingezameld, verschilt per gemeente. Blik is gewoon in de afvalbak te gooien. Alle aluminium en stalen blikverpakkingen worden uit het afval gehaald, en daarna weer volledig ingezet bij de vervaardiging van nieuw staal en aluminium. Metalen verpakkingen kunnen steeds weer opnieuw gerecycled worden met behoud van kwaliteit. Zodra metaal in de kringloop komt, blijft het beschikbaar voor toekomstige generaties. Het afval dient weer als grondstof voor een nieuw product. VNMI-bedrijven rekenen op groei De producenten van metaal zijn optimistisch gestemd over 2015. De vooruitzichten voor de capaciteitsbenutting zijn beter dan vorig jaar, zo blijkt uit de jaarlijkse VNMI- conjunctuurmeting. Naast de metaalsmelterijen en – walserijen verwachten de extrusiebedrijven meer afzet te realiseren. Meer dan tweederde van de VNMI-achterban verwacht dit jaar een (vrijwel) volledige bezetting (75-100 procent) te bereiken. Tegelijkertijd wordt een omzetstijging verwacht. Bedrijven zijn optimistisch, maar verwachten wel dat het vinden van nieuwe afzetmarkten een zaak van lange adem is. Ondanks de goede vooruitzichten blijft VNMI kritisch over het ongelijke speelveld tussen de Nederlandse en Duitse producenten. De gesprekken met de top van het ministerie van Economische Zaken lopen nog steeds. De acute noodzaak van met Duitsland vergelijkbare regelingen voor energiekosten, milieufiscaliteiten en financieringsmogelijkheden voor innovatie is volgens VNMI niet afgenomen. VNMI en FME zijn content dat de Europese Commissie zich na een interventie van Eurometaux bereid heeft getoond nader overleg te voeren over het toegestane percentage lood in vaste metalen en legeringen. De Commissie wilde die hoeveelheid maximeren op 0,03 procent. VNMI en FME vreesden daardoor onnodig extra papierwerk. Hogere concentraties zouden volgens de commissie een bedreiging vormen voor de gezondheid. Maar de metaal- en technologische industrie bestrijden dat hogere concentraties tot onveilige producten of situaties leiden. VNMI en FME betichtten de Europese Commissie in dit verband van het creëren van schijnveiligheid. Lood wordt gebruikt in veel producten zoals in bescherming tegen röntgenstralen, soldeer in elektronica en dakbedekking. Minder bekend is dat lood ook wordt toegevoegd aan de meeste legeringen. Zo bevatten koper- en bronslegeringen bijvoorbeeld al snel 3 procent lood, waardoor ze het stempel ‘gevaarlijk product’ zouden krijgen. Maar in een legering houden de andere metalen het lood als het ware vast en de kans dat lood vanuit een metaallegering in het milieu komt of wordt opgenomen in het menselijk lichaam is astronomisch klein. Met andere woorden: lood mag een gevaarlijke stof zijn, maar het risico op blootstelling aan lood in een legering is nihil. VNMI-directeur Frank Buijs vreest een onwerkbare situatie. “De sector is onmogelijk in staat om lood in deze minimale promillages uit de metaallegeringen te bannen. Daar komt bij dat herclassificatie geen extra veiligheid oplevert, alleen extra papierwerk. De CLP-classificatie dwingt fabrikanten tot meer voorlichting om klanten de feitelijke situatie uit te leggen en omzetverlies te voorkomen. En dan maakt het ook nog eens mensen nodeloos ongerust.” VNMI en FME toonden zich eerder al verheugd dat de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn & Sport en Infrastructuur & Milieu zich constructief opstelden in de Europese discussie. FME en VNMI willen dat bij toekomstige wetgeving zowel naar gevaar als naar kans op blootstelling wordt gekeken. Voor legeringen zouden wellicht andere concentratiegrenzen moeten worden vastgesteld. De komende maanden wordt daarover meer duidelijk. Zorgen VNMI en FME om ‘schijnveiligheid’ Met ruim 1000 unieke bezoekers per maand is de VNMI-website een aantrekkelijk medium om uw banner onder de aandacht van de metaalsector te brengen. Via onze social mediakanalen kan VNMI hier extra de aandacht op vestigen waarmee u nog eens tienduizenden potentieel geïnteresseerden bereikt. VNMI is de meest geciteerde branche-organisatie voor de metaalketen in Nederland. Ook het plaatsen van een advertentie of advertorial in het VNMI magazine kan een aantrekkelijke optie zijn. Het VNMI magazine is niet uitsluitend voor leden, maar wordt ook aan een breed scala aan stakeholders toegestuurd. De halfjaarlijkse oplage is 700 stuks met specifiek bereik onder DGA’s, directieleden, hoger managementkader, inkopers, opiniemakers en beïnvloeders in de metaalketen, bij centrale en decentrale overheden in heel Nederland. Het is mogelijk uw input kant-en-klaar aan te leveren of te laten opmaken via VNMI. Heeft u interesse? Neem dan contact op met het VNMI bureau (vnmi@fme.nl of 088-4008528) voor de mogelijkheden en een prijsoverzicht. Iedereen houdt van metaal Metaal is onmisbaar, zeer breed toepasbaar en van onschatbare waarde voor onze samenleving. Metalen dragen in belangrijke mate bij aan maatschappelijke oplossingen en leveren meerwaarde voor de eindgebruikers. De toepassingen van metaal zijn eindeloos. Metalen laten een smartphone werken, een windmolen energie genereren, helpen voedsel te beschermen tegen bederf en maken het ons mogelijk verre reizen te maken. Door de unieke eigenschappen van de vele, diverse metalen, is het al naar gelang de bewerking en samenstelling geschikt voor elke toepassing: het is sterk, flexibel, lichtgewicht of geeft een luxe uitstraling. Bovendien is metaal zeer duurzaam, in veel gevallen zelfs oneindig recyclebaar zonder kwaliteitsverlies. Iedereen houdt van metaal…….. De geest is uit de fles
  • 9. VNMI De Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI) is de brancheorganisatie van Nederlandse producenten van ruwe metalen en metaallegeringen en halffabrikaten daarvan. Bij VNMI zijn die bedrijven aangesloten die zich bezighouden met de productie van en/of eer- ste verwerking van ‘metalen in primaire vorm’. Postbus 190, 2700 AD Zoetermeer | T +31-(0)88 4008528 | F +31-(0)88 4008401 | E vnmi@fme.nl | www.vnmi.nl Tekst: Bak & Bakker c.s. journalisten | Vormgeving: E* D.SIGN | Druk: BDUprint Nieuws Agenda 18 juni 2015 Eurometaux ECC Committee (reservedatum) 16 t/m 20 juni 2015 GIFA/METEC, Düsseldorf 25 juni 2015 VNMI Commissie Milieu Kantoor FME, Zoetermeer 9 juli 2015 Tweede workshop ketenverantwoordelijkheid Aurubis, Zutphen 10 september 2015 Bestuursvergadering VNMI 17 september 2015 Eurometaux ECC Committee 23 september 2015 Routekaartdag, Tata Steel te IJmuiden 1 oktober 2015 VNMI Commissie Milieu Kantoor FME, Zoetermeer 6 november 2015 Najaarsledenvergadering 19 november 2015 Bijeenkomst informeel netwerk Health & Safety Sapa Aluminium 26 november 2015 Eurometaux ECC Committee 3 december 2015 Bestuursvergadering VNMI VNMI-bestuurder fietst voor Kinderfonds VNMI-bestuurslid Leopold Moormann fietst 27 en 28 juni mee met de vijfde editie van Homeride, een 24 uur durende fietstocht van 500 kilometer van Groningen naar Maastricht. Doel: (veel) geld inzamelen voor het Ronald McDonald Kinderfonds. Volgens Leopold Moormann is het Ronald McDonald Kinderfonds “een geweldig goed doel, dat ervoor zorgt dat zieke kinderen hun ouders altijd dichtbij hebben. Wanneer je kind ernstig ziek is, is het enige wat je kan doen als ouder, er zijn voor je kind, hem vasthouden en troosten als dat nodig is. De Ronald McDonald huizen maken dat mogelijk. Ouders logeren vlakbij het ziekenhuis en kunnen op ieder moment bij hun zieke kind zijn. En dat heeft ook een bewezen positief effect op het genezingsproces”, schrijft Moormann. Doneren? Bezoek dan de donatiebutton van Leopold Moormann: http://www.homeride.nl/lid/moormann/profiel/ Voorzichtige toename vraag naar staal De wereldwijde vraag naar staal groeit dit jaar in een vergelijkbaar tempo als in 2014, om volgend jaar vervolgens te versnellen. Dit meldt brancheorganisatie The World Steel Association in de Worldsteel Short Range Outlook 2015-2016. De organisatie rekent dit jaar op een groei van de vraag naar staal met 0,5 procent naar 1.544 miljoen ton. In 2016 zou sprake zijn van een toename met 1,4 procent naar 1.565 miljoen ton. In 2014 was de groei 0,6 procent. Volgens Hans Jürgen Kerkhoff van Worldsteel laat met name de groeivertraging in China sporen na. Ook de aanpassingen in veel grote economieën, goeddeels veroorzaakt door de sinds 2008 achterblijvende investeringen, laten zich gelden. Wel is in de Eurozone sprake van een ferm herstel, aldus Worldsteel.