1. Periode 3
Lesweken 4, 5 & 6
Toets: week 7
Onderwerpen:
- Bijwoorden van wijze
- Bijwoorden van
volgende regelmaat
2. Wat moet je kennen en
kunnen voor de toets?
Benoemen verschillende soorten
bijwoordelijke bepalingen
Bijwoordelijke bepaling van regelmaat
Plaats in de zin
Bijwoordelijke bepaling van wijze
Plaats in de zin
Spellingsregels
Uitzonderingen
volgende
7. De functies in een zin (die je moet kennen voor Engels!)
Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
naar de volgende vraag
8. Vraag 2
De juiste woordvolgorde in een Engelse
zin is:
A onderwerp – persoonsvorm – meewerkend voorwerp – lijdend voorwerp –
bijwoordelijke bepaling van plaats – bijwoordelijke bepaling van tijd
B onderwerp – werkwoordelijk gezegde – meewerkend voorwerp – lijdend voorwerp –
bijwoordelijke bepaling van plaats – bijwoordelijke bepaling van tijd
C onderwerp – werkwoordelijk gezegde – lijdend voorwerp – meewerkend voorwerp –
bijwoordelijke bepaling van plaats – bijwoordelijke bepaling van tijd
D onderwerp – werkwoordelijk gezegde - meewerkend voorwerp – lijdend voorwerp –
bijwoordelijke bepaling van tijd – bijwoordelijke bepaling van plaats
9. Je moet de
woordvolgorde van een
zin goed weten, anders
heb je straks een
probleem bij verdere
behandeling van de
onderwerpen!
Kijk hier voor de juiste
volgorde in een zin!
Terug naar de vraag
Warning!!
10. naar de volgende vraag
Klopt, dat is de juiste volgorde!
Soms wijkt de volgorde af; dit gebeurt wanneer er
‘aan’/’voor’ in de zin staat:
onderwerp – werkwoordelijk gezegde – lijdend voorwerp –
aan/voor meewerkend voorwerp – bijwoordelijke bepaling
van plaats – bijwoordelijke bepaling van tijd
11. Vraag 3
We are answering the questions you ask
us now.
Wat is in deze zin een bijwoordelijke
bepaling?
A are answering
B now
C the questions you ask us
D you ask us
15. Correct
Bijwoorden van tijd:
- Geven een exact tijdstip aan; bv. at eight o’clock
- Geven een periode aan; bv. this
morning, yesterday, during the evening
naar de volgende vraag
16. Vraag 4
Watzijn allen bijwoordelijke bepalingen
van plaats?
A in my room , after dinner, on the bench
B to the club, learn English, at home
C inside school, in hospital, at home
D at the office, with his friends, to the
cinema
19. Vraag 5
Never, usually, always, often, regularly…
Dit soort woorden hebben we al eerder behandeld
in de les (Present Continuous – Present Simple).
Wat voor soort woorden zijn dit?
A Bijvoeglijk naamwoorden
B Bijwoordelijke bepalingen van wijze
C Bijwoordelijke bepalingen van regelmaat
D woorden die horen bij het werkwoordelijke
gezegde
21. Voor deze bijwoordelijke
bepalingen van
regelmaat gelden regels
voor hun plaats in de zin.
Deze regels zijn het
onderwerp voor in de les
van volgende week.
naar de volgende vraag
22. Vraag 6
Eenbijvoeglijk naamwoord zegt iets over
een:
A Bijwoord
B Persoonlijk voornaamwoord
C Werkwoord
D Zelfstandig naamwoord
23. Jammer…
Voor het goed kunnen toepassen van regels voor
de woordvolgorde in een zin moet je goed het
verschil weten tussen de verschillende soorten
woorden en de functies in de zin.
Klik hier voor een uitleg van o.a. bijvoeglijk
naamwoorden.
Terug naar de vraag