4. U, o Vader, te vereren,
U te brengen eer en dank
is ons enige begeren,
naad'rend U met lofgezang.
Ons verkwikt Uw heil'ge vrede;
in ons woont, getuigt Uw geest
dat ons 't zoonschap is gegeven
en U Abba, Vader, heet.
[U wild' ons …]
5. U wild' ons Uw liefde geven,
wat al 't denken overstijgt.
Uit de volheid van Uw wezen
is 't de Zoon, Die dat bewijst.
't Is met vreugde dat wij zingen
van genaad' en heerlijkheid.
U eer, lof en dank te brengen
is wat ieder vreugd' bereidt.
[●]
9. Mijn Vader, dank U wel,
dat U steeds bij mij bent,
dat U al mijn gedachten
en verlangens kent,
dat U zo stil en rustig
en begrijpend bent;
mijn Vader, dank U wel!
[Ik dank U, dat …]
10. Ik dank U, dat Uw hand
mij steeds behoedt en leidt,
dat U mij wilt bewaren
in de felste strijd,
voor troost, die Gij mij geeft
in de onzekerheid;
mijn Vader, dank U wel!
[Ik dank U voor …]
11. Ik dank U voor de diepe vrede
en de rust,
voor vreugde en voor blijdschap
en voor levenslust.
Ik dank U, dat Uzelf nu
heel mijn leven vult;
mijn Vader, dank U wel!
[Mijn woorden …]
12. Mijn woorden schieten vaak
zoveel te kort, o Heer.
Wat U aan mij wilt geven,
dat is toch veel meer.
'k Ervaar Uw diepe rijkdom
en geluk steeds meer.
Mijn Vader, dank U wel!
[Daarom wil ik …]
13. Daarom wil ik U danken,
dat ik zingen kan,
dat ik U met mijn stem
toch altijd loven kan,
dat ik U in dit lied
van harte danken kan;
mijn Vader, dank U wel!
[●]
16. Natuurlijk is het fijn als je sterk bent,
dat je slim bent en zo snel als een haas,
zodat je altijd heel vlug klaar met je werk
bent
en dat het goed is; compliment van de
baas.
Refrein [Maar als je …]
17. Refrein:
Maar als je Jezus kent, dat is nog veel fijner
dan wat je kunt of bent of ooit hebt geleerd.
In verhouding wordt dat allemaal kleiner
want Hij is groter, sterker, sneller, rijker
dan ooit iemand van zichzelf heeft beweerd.
[Je mag blij zijn …]
18. Je mag blij zijn als je heel goed kunt zingen
of heel goed speelt op een bepaald
instrument;
creatief bent bij het maken van dingen,
of een taal spreekt die haast niemand hier
kent.
Refrein [Maar als je …]
19. Refrein:
Maar als je Jezus kent, dat is nog veel fijner
dan wat je kunt of bent of ooit hebt geleerd.
In verhouding wordt dat allemaal kleiner
want Hij is groter, sterker, sneller, rijker
dan ooit iemand van zichzelf heeft beweerd.
[Het is geweldig …]
20. Het is geweldig als je heel hart kunt lopen,
goed kunt schaatsen, fietsen, noem maar
wat op.
En dat je geld hebt om van alles te kopen,
als het zo doorgaat zit je snel aan de top.
Refrein [Maar als je …]
21. Refrein:
Maar als je Jezus kent, dat is nog veel fijner
dan wat je kunt of bent of ooit hebt geleerd.
In verhouding wordt dat allemaal kleiner
want Hij is groter, sterker, sneller, rijker
dan ooit iemand van zichzelf heeft beweerd.
[●]
24. Dit is m'n hand en dat m'n voet,
'k heb ze allebei nodig.
Waar moet ik heen, als één het niet doet?
Niets is er overbodig.
'k Heb m'n voeten nodig om te lopen
en m'n handen
om m'n schoenen vast te knopen…..
Hand, voet, knie, oog, oor, neus, keel;
alles is nodig, niets te veel.
Alles is nodig, niets te veel.
[M'n hand …]
25. M'n hand kan niet zeggen tegen m'n voet:
ik heb jou niet nodig.
Stel je eens voor, dan ging het niet goed.
Niets is er overbodig.
Want al kan ik met m'n handen ballen
zonder m'n voeten
zou ik op m'n snufferd vallen…..
Hand, voet, knie, oog, oor, neus, haar;
alles is nodig voor elkaar.
Alles is nodig voor elkaar.
[Ik ben de hand …]
26. Ik ben de hand en jij de voet,
wij zijn allebei nodig.
Wat ik niet kan, kan jij juist goed.
Niemand is overbodig.
Jij bent gemaakt om mee te spelen,
te lachen en te huilen
en alles mee te delen….
Niemand is minder, niemand is meer;
ieder is nodig bij de Heer.
Ieder is nodig bij de Heer.
[●]
30. Machtige Heer en God,
wat U gedaan hebt, is wonderbaar.
En Heer, om wie U bent,
zingen en juichen wij met elkaar:
amen!
Refrein [Alle rijkdom …]
31. Refrein:
Alle rijkdom en macht,
alle wijsheid en kracht,
alle lof, alle heerlijkheid,
alle dank, alle eer
is voor U, onze Heer,
Die zit op de troon – voor altijd.
[Machtige Heer …]
32. Machtige Heer en God,
U bent rechtvaardig in wat U doet.
En wij aanbidden U,
want U alleen bent heilig en goed:
amen!
Refrein [Alle rijkdom …]
33. Refrein:
Alle rijkdom en macht,
alle wijsheid en kracht,
alle lof, alle heerlijkheid,
alle dank, alle eer
is voor U, onze Heer,
Die zit op de troon. Amen!
Refrein [Alle rijkdom …]
34. Refrein:
Alle rijkdom en macht,
alle wijsheid en kracht,
alle lof, alle heerlijkheid,
alle dank, alle eer
is voor U, onze Heer,
Die zit op de troon…
voor altijd.
Amen!
[●]
38. Wie is als Hij,
de Leeuw maar ook het Lam,
gezeten op de troon?
Bergen buigen neer,
de zee verheft haar stem
voor de allerhoogste Heer.
Refrein [Prijs Adonai, …]
39. Refrein:
Prijs Adonai,
wanneer de zon opkomt,
totdat ze ondergaat.
Prijs Adonai,
alle naties van de aard';
alle heiligen, aanbid Hem!
[Wie is …]
40. Wie is als Hij,
de Leeuw maar ook het Lam,
gezeten op de troon?
Bergen buigen neer,
de zee verheft haar stem
voor de allerhoogste Heer.
Refrein [Prijs Adonai, …]
41. Refrein:
Prijs Adonai,
wanneer de zon opkomt,
totdat ze ondergaat.
Prijs Adonai,
alle naties van de aard';
alle heiligen, aanbid Hem!
[Prijs Adonai, …]
42. Refrein:
Prijs Adonai,
wanneer de zon opkomt,
totdat ze ondergaat.
Prijs Adonai,
alle naties van de aard';
alle heiligen, aanbid Hem!
[●]
45. 429 Geen liederlijk woord kome uit uw mond,
maar als gij een goed (woord) hebt,
tot opbouw,
waar dit nuttig is,
opdat zij, die het horen, genade ontvangen.
30 En bedroeft de heilige geest Gods niet,
door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der
verlossing.
31 Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier en
gevloek worde uit uw midden gebannen,
evenals alle kwaadaardigheid.
46. 32 Maar weest jegens elkander vriendelijk,
barmhartig,
elkander vergevend,
zoals God in Christus u vergeving geschonken
heeft.
51 Weest dan navolgers Gods,
als geliefde kinderen,
2 en wandelt in de liefde,
zoals ook Christus u heeft liefgehad
en Zich voor ons heeft overgegeven
als offergave en slachtoffer,
Gode tot een welriekende reuk.
49. Heer, U bent mijn leven,
de grond waarop ik sta.
Heer, U bent mijn weg,
de waarheid die mij leidt.
Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga,
zolang U mij adem geeft,
zolang als ik besta.
Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij.
Heer, ik bid U, blijf mij nabij.
['k Geloof in U, …]
50. 'k Geloof in U, Heer Jezus,
geboren uit de maagd,
eeuwige Zoon van God,
Die mens werd zoals wij.
U Die stierf uit liefde, leeft nu onder ons
en met God de Vader
en verenigd met Uw volk.
Tot de dag gekomen is
van Uw wederkomst,
dan brengt U ons thuis in Gods rijk.
[Heer, U bent …]
51. Heer, U bent mijn kracht,
de rots waarop ik bouw.
Heer, U bent mijn waarheid,
de vrede van mijn hart
en niets in dit leven zal ons scheiden, Heer.
Zo weet ik mij veilig,
want Uw hand laat mij nooit los.
Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd
en in Uw vergeving leef ik nu.
[●]
55. en vergeef ons onze zonden,
want wijzelf vergeven
een ieder,
die ons iets schuldig is
Lucas 11:4 – NCV
56.
57. de vergeving van de krenkingen
in overeenstemming met
de rijkdom van Zijn genade
Efeziërs 1:7 - NCV
naar elkaar mild,
innerlijk welwillend,
elkaar genade schenkend
Efeziërs 4:32 – NCV
58.
59.
60. God,
Die ons redt en roept
met een heilige roeping,
niet in overeenstemming met
onze werken,
maar in overeenstemming met
Zijn eigen voornemen
en de genade,
die ons gegeven is in Christus Jezus,
vóór eonische tijden
2 Timotheus 1:9 - NCV
64. Wij hebben de verlossing
door Jezus' dierbaar bloed;
wij hebben de verzoening,
o, welk een kostbaar goed!
Wij hebben 'n hogepriester,
die voor ons bidt en pleit;
wij hebben 'n schone erf'nis
straks in de eeuwigheid.
Refrein [Eén in de naam …]
65. Refrein:
Eén in de naam van Jezus,
één zin en één gemoed,
één in 't geloof der Schriften,
één in 't verzoenend bloed.
Eén Vader, Die ons liefheeft,
één Zoon, Die stierf aan 't kruis,
één geest, die leidt door 't leven
en straks één Vaderhuis.
[Wij hebben …]
66. Wij hebben vrede in 't harte
door Christus onze Heer;
wij hebben troost in smarte:
Hij sterkt ons telkens weer.
Wij hebben 'n goede herder,
't leven en overvloed,
en als ons einde daar is,
schenkt Hij ons stervensmoed.
Refrein [Eén in de naam …]
67. Refrein:
Eén in de naam van Jezus,
één zin en één gemoed,
één in 't geloof der Schriften,
één in 't verzoenend bloed.
Eén Vader, Die ons liefheeft,
één Zoon, Die stierf aan 't kruis,
één geest, die leidt door 't leven
en straks één Vaderhuis.
[Wij hebben …]
68. Wij hebben 't Woord, dat vast is,
't licht dat de nacht doorgloort.
Wij hebben Zijn belofte –
zalig die 't leest en hoort.
Wij weten uit de teek'nen:
Zijn komst is zeer nabij!
en heffen 't hoofd naar boven:
Zijn komst toch maakt ons vrij.
Refrein [Eén in de naam …]
69. Refrein:
Eén in de naam van Jezus,
één zin en één gemoed,
één in 't geloof der Schriften,
één in 't verzoenend bloed.
Eén Vader, Die ons liefheeft,
één Zoon, Die stierf aan 't kruis,
één geest, die leidt door 't leven
en straks één Vaderhuis.
[●]
72. Stil en geduldig
liet Hij zich slaan,
als een onschuldig lam
is Hij naar 't graf gegaan.
Maar de dood, hoe machtig ook
kon Hem niet aan.
Jezus, de leeuw van Juda
Hij is opgestaan!
Refrein [De dood is …]
73. Refrein:
De dood is tenietgedaan,
Jezus is opgestaan!
Jezus, de leeuw van Juda
overwon de dood!
[Ook ik ben …]
74. Ook ik ben bang geweest
om dood te gaan,
voordat ik eindelijk wist
wat Jezus heeft gedaan.
Nu ben ik niet bang meer
voor dood of pijn,
want ik verlang ernaar
bij Hem in 't licht te zijn.
Refrein [De dood is …]
75. Refrein:
De dood is tenietgedaan,
Jezus is opgestaan!
Jezus, de leeuw van Juda
overwon de dood!
[De bazuin zal …]
76. De bazuin zal klinken
en wij zullen gaan
en ons kleed zal blinkend wit zijn
als we voor Hem staan.
Daar is onze woning,
een eeuwig huis.
Prijs onze Koning,
Hij bracht ons thuis!
Refrein [De dood is …]
77. Refrein:
De dood is tenietgedaan,
Jezus is opgestaan!
Jezus, de leeuw van Juda
overwon de dood!
De dood is tenietgedaan,
Jezus is opgestaan!
Jezus, de leeuw van Juda
overwon de dood!
[●]
80. U, Die mij geschapen hebt,
U wil ik aanbidden als mijn God,
in voor- of tegenspoed;
Uw liefde doet mij zingen!
U, Die mij geschapen hebt,
U wil 'k danken, hoe ik mij ook voel,
en U gehoorzaam zijn:
Heer, U bent mijn doel!
[U bent mijn …]
81. U bent mijn bestemming;
U hebt mij gemaakt om als Uw zoon
in voor- en tegenspoed
Uw liefde uit te stralen.
Dit is mijn bestemming:
dienen met verstand en met gevoel
vanuit gehoorzaamheid:
Heer, U bent mijn doel!
[●]