4. Funtie 3: Stevigheid
Je skelet biedt stevigheid, zonder skelet zou je in elkaar zakken als blubber
5. Beweging
Je skelet geeft beweging aan je lichaam
door je gewrichten. In les twee gaan
we de gewrichten beter bekijken.
6. Lijmstof en kalk
Je botten zijn opgebouwd uit lijmstof en kalk. Lijmstof is te vergelijken met een gum, heel erg
flexibel maar niet echt stevig. Kalk is te vergelijken met een bord krijtje. Heel erg hard maar ook
makkelijk te breken. De combinatie van kalk en lijmstof in je botten zorgen ervoor dat deze een
beetje flexibel zijn, maar ook erg stevig.
7. Hoe zit het allemaal aan elkaar vast?
• Naadverbinding
Je botten zitten met 3 soorten verbindingen aan elkaar vast, de eerste is een naadverbinding. Deze kom je
alleen maar tegen in je schedel. Als baby zitten je botten in je schedel nog niet aan elkaar vast. Na ongeveer 1,5
jaar groeien deze wel vast en dit zie je terug in je schedel als een naad. Vandaar de naam naadverbinding.
8. Kraakbeenverbinding
Je botten kunnen ook aan elkaar vast zitten met een kraakbeen verbinding. Kraakbeen is bot met veel
lijmstof. Je kunt dit voelen in je oorschelp en het puntje van je neus. Kraakbeen houd de wervels in je
wervelkolom bij elkaar en zorgt ervoor dat je wervelkolom een beetje flexibel is.
9. Gewrichten
De laatste verbinding is een gewricht. Je hebt verschillende soorten gewrichten we
gaan het hier in les 2 uitgebreid over hebben. Je komt gewrichten tegen in je
schouders, heup, pols, elleboog, knie enzovoort. Ze zorgen ervoor dat je skelet kan
bewegen.
10. Wervelkolom
Je wervelkolom of ruggengraat zit in je rug. Hij dient als
schokdemper. Door de dubbele S vorm kan je
ruggengraat een beetje met je kan meeveren. Super
handig want als je springt heb je niet gelijk een
hersenschudding!