2. 1 Vandaag had ik zin om te gaan sporten, Kevin die is toch aan het trainen boven, ik heb mijn sport kleding aan getrokken en besluit te gaan joggen. Even mijn zorgen vergeten!
3. De zon schijnt vel in de lucht, de zweetdruppels lopen over mijn gezicht heen, ik zie vele gelukkige mensen op straat lopen, hand in hand lopen ze. Dat zou Kevin nooit doen, ben ik wel gelukkig met hem?
4. Na het joggen, ben ik naar huis gegaan, en besluit om meteen te gaan douchen, Kevin staat ook al in de badkamer,’Je vind het vast niet erg als ik nu in bad ga?’ Vraagt Kevin.’Je doet maar,’ zeg ik.’Oke,’ zegt Kevin. En hij trekt zijn kleding uit, en vult het bad. Ik zie zijn gespierde lichaam. Een blosje verschijnt er, gelukkig kan hij me niet zien, ik sta nog in de douche. Ik geniet van de warme druppels.
5. Na de douche, besluit ik al om met het eten te beginnen. Ik zal dolgraag een kindje willen, met Kevin. Alleen hij is niet zo gek met kinderen. Helaas.
6. Ik zet de gas aan, en zet de pan erop. Ik roer af en toe. Kevin is tv gaan kijken, ik hoor allemaal schiet geluiden.’Heb je al een baan gevonden,’ roep ik vanuit de keuken.’Ja,’ roept hij terug. Ik zal verder vragen, als we aan tafel zitten.
7. Ik besluit om hem al te roepen, hij komt netjes aan tafel zitten. Hij kijkt me aan, maar zegt niks.’Wat voor baan heb je?’ Vraag ik voorzichtig. Hij zucht,’bij de gemeenten,’ zegt Kevin. Ik wist wel dat hij liegt! ‘Oh oke,’ zeg ik. Ik besluit niks te zeggen. Dan komt het onderwerp over kinderen, ik neem een hapje van mijn macaroni,’ik eh wil een kindje,’ zeg ik zacht. Kevin legt boos zijn lepel neer,’nee ik wil geen kind,’ zegt Kevin boos.
8. Ik blijf naar mijn kom staren,’maar dan zal ik voor ons kindje zorgen,’ zeg ik. Hij zucht,’laten we ergens anders over hebben,’ snauwt Kevin. Ik zucht,’wat jij wilt,’ zeg ik zacht.
9. Na de afwas wilde ik gaan zitten, maar Kevin was me al voor en pakt me stevig vast. Hij drukt zijn lippen tegen de mijne. Ik zucht,’oh Martha ik hou heus wel van je,’ fluistert Kevin. Ik knik alleen maar. En dan zoent hij me verder.
10. Kevin die laat me los,’laten we naar bed gaan,’ zegt Kevin hees. Ik weet wat er aan gaat komen! Misschien zal ik deze nacht wel zwanger worden. Ik weet dat Kevin geen kinderen wilt!! Dan loop ik de trap op.
11. Ik leg mijn kussen goed, en ga liggen.. Allemaal dingen spoken door mijn hoofd heen, ik kan me niet tegen Kevin verzetten. Dan word hij woedend.
