2. Weer en klimaat, wat is het verschil?
Zomaar een
willekeurige dag in De Bilt:
6-8-2005
De hoogste temperatuur
op die dag gemeten
met een thermometer:
19,2 oC
De laagste temperatuur
op die dag gemeten
met een thermometer:
8,3 oC
3. Weer en klimaat, wat is het verschil?
De Bilt Een jaar later De Bilt
6-8-2005 6-8-2006
Het weer kan sterk verschillen!
4. Het weer op
Nederland, De Bilt
6-8-2005
Maximumtemperatuur 19,2 °C
Minimumtemperatuur 8,3 °C
Gemiddelde temperatuur 13,6 °C
5. Weer en klimaat, wat is het verschil?
Het weer op Het weer op
Nederland, De Bilt
6-8-2005 6-8-2006
Maximumtemperatuur 19,2 °C 25,4 °C
Minimumtemperatuur 8,3 °C 14,9 °C
Gemiddelde temperatuur 13,6 °C 20,2 °C
Voor elke dag wordt berekend wat de
gemiddelde temperatuur is geweest.
6. Weer en klimaat, wat is het verschil?
Het weer op Het weer op Klimaat-
Nederland, De Bilt
6-8-2005 6-8-2006 gemiddelde
Maximumtemperatuur 19,2 °C 25,4 °C 23,1 °C
Minimumtemperatuur 8,3 °C 14,9 °C 12,6 °C
Gemiddelde temperatuur 13,6 °C 20,2 °C 17,9 °C
7. Weer en klimaat, wat is het verschil?
Het weer op Het weer op Klimaat-
Nederland, De Bilt
6-8-2005 6-8-2006 gemiddelde
Maximumtemperatuur 19,2 °C 25,4 °C 23,1 °C
Minimumtemperatuur 8,3 °C 14,9 °C 12,6 °C
Gemiddelde temperatuur 13,6 °C 20,2 °C 17,9 °C
De gemiddelde temperatuur die berekend wordt over 30
jaar vormt het klimaat
8. Weer en klimaat, wat is het verschil?
Het weer op Het weer op Klimaat-
Nederland, De Bilt
6-8-2005 6-8-2006 gemiddelde
Maximumtemperatuur 19,2 °C 25,4 °C 23,1 °C
Minimumtemperatuur 8,3 °C 14,9 °C 12,6 °C
Gemiddelde temperatuur 13,6 °C 20,2 °C 17,9 °C
Welke temperaturen zijn gemeten en welke zijn berekend?
9. Weer en klimaat, wat is het verschil?
Het weer op Het weer op Klimaat-
Nederland, De Bilt
6-8-2005 6-8-2006 gemiddelde
Maximumtemperatuur 19,2 °C 25,4 °C 23,1 °C
Minimumtemperatuur 8,3 °C 14,9 °C 12,6 °C
Gemiddelde temperatuur 13,6 °C 20,2 °C 17,9 °C
Gemeten temperatuur
B
10. Klimaatgrafiek voor een willekeurige plaats
Is deze temperatuur
gemeten of berekend?
Het is een gemiddelde
temperatuur,
die is berekend
over 30 jaar
11. Het klimaat heeft grote invloed op de begroeiing…
Welke omschrijving hoort bij welke foto?
• Geen seizoenen
• Droge en natte tijd
• Zomer en winter, grote verschillen
• Zomer en winter, kleine verschillen
Zomer en Zomer en Geen Droge en
winter, grote winter, kleine seizoenen natte tijd
verschillen verschillen
12. De breedteligging beinvloedt het klimaat…
Welke breedteligging hoort
bij welke foto?
• hoge breedte
• gematigde breedte
• lage breedte
hoge breedte lage breedte
hoge breedte gematigde breedte lage breedte
15. Bij welke kleur op de kaart hoort dit klimaat?
steppeklimaat
16. Bij welke kleur op de kaart hoort dit klimaat?
savanneklimaat
17. Bij welke kleur op de kaart hoort dit klimaat?
toendraklimaat
18. Klimaten zonder bomen
Welke omschrijvingen horen bij deze foto’s?
• steppeklimaat
• toendraklimaat
• geen bomen door droogte
• geen bomen door een te kort groeiseizoen
steppeklimaat toendraklimaat
geen bomen door droogte geen bomen door een te kort
groeiseizoen
19. Een deken over de aarde
Maak de juiste keuzes:
1 Het aardoppervlak wordt direct / indirect verwarmd door de zon.
2 De atmosfeer wordt direct / indirect verwarmd door de zon.
3 Hoe hoger in de atmosfeer, des te hoger/lager de temperatuur
20. De stand van de zon
2
1
3
Omdat de aarde een bol is, is de invalshoek van
de zonnestralen overal op aarde anders.
21. De stand van de zon
2
1
3
Welk plaatje hoort bij de plaatsen 1, 2 en 3?
22. De stand van de zon
• kleine schaduw • grote schaduw
• klein oppervlak wordt • groot oppervlak wordt
verwarmd verwarmd
• hoge zonnestand • lage zonnestand
• grote invalshoek • kleine invalshoek
• hoge temperaturen op lage • lage temperaturen op hoge
breedte breedte
23. Zomer en winter
De aarde maakt twee bewegingen:
in 24 uur draait de aarde rond zijn as
in een jaar draait de aarde rond de zon
24. Zomer en winter
Door de schuine stand van de aardas verandert
de invalshoek van de zonnestralen gedurende een jaar.
25. Zomer en winter
Door de schuine stand van de aardas verandert de
invalshoek van de zonnestralen gedurende een jaar.
In juni heeft hethet noordelijk halfrond een hogere zonnestand
In juni heeft noordelijk halfrond een hogere / lagere zonnestand
dan in december. Het is dan zomer / winter.
dan in december. Het is dan zomer.
26. Zomer en winter
Het grootste
deel van de cirkel
wordt verlicht.
Door de draaiing van de aarde rond zijn as
ontstaat de afwisseling tussen dag en nacht.
Waarom duren de dagen op het noordelijke
halfrond in juni langer dan 12 uur?
27. Zomer en winter
24 uur
A
B
12 uur
Door de draaiing van de aarde rond zijn as
ontstaat de afwisseling tussen dag en nacht
Hoe lang duurt de dag bij A en B?
28. Hoe ontstaat neerslag?
Wat er op zee gebeurt, kun je vergelijken met wat er in een
fluitketel gebeurt.
1 water wordt verwarmd
2 water verdampt
3 warme lucht met waterdamp stijgt op
4 warme lucht met waterdamp koelt af
5 afgekoelde waterdamp vormt stoom/wolken
29. Wolken bestaan uit ontelbare zwevende druppeltjes
en zwevende ijsdeeltjes
Gewone wolken en Grote donderwolken
hoge bewolking
Weinig stijgende lucht Veel stijgende lucht zorgt
> droog weer voor sterke condensatie en
de vorming van wolken
> regen
30. De waterkringloop
sneeuw
regen
condensatie
gletsjer
smelt-
water
rivier
verdamping
monding
in zee
Dankzij zonne-energie loopt de waterkringloop eeuwig door
en wordt het water ververst!
31. De neerslag is ongelijk verdeeld over de wereld
Erg weinig
Erg veel Gemiddeld
Waar valt een grote, een kleine of een gemiddelde
hoeveelheid neerslag?
32. De neerslag is ongelijk verdeeld over de wereld
Erg veel Gemiddeld Erg weinig
33. De neerslag is ongelijk verdeeld over de wereld
Erg veel Gemiddeld Erg weinig
34. De neerslag is ongelijk verdeeld over de wereld
Erg veel Gemiddeld Erg weinig
35. Waardoor valt er op sommige plaatsen heel veel
neerslag?
Neerslag ontstaat door stijgende / dalende lucht.
lucht.
Waardoor regent het veel rond de evenaar en
in het hooggebergte?
36. Waardoor valt er op sommige plaatsen heel veel
neerslag?
Rond de evenaar In het hooggebergte
Sterke verwarming leidt tot Lucht die tegen de bergen
stijgende lucht. botst, wordt gedwongen
te stijgen.
►stijgingsregens ►stuwingsregens