2. Klaartje Coolen Juli 2015 v3.0
2
Inhoud
†¢¢¤¢¢¤£ .........................................................................................................................................3
Samenvatting – Nederlands ...............................................................................................................4
Samenvatting – Engels .......................................................................................................................5
Introductie..........................................................................................................................................6
Maatschappelijke en theoretische relevantie ....................................................................................9
Theoretisch kader.............................................................................................................................10
Sociale organisatie van werk ........................................................................................................10
Vormen van werk .........................................................................................................................11
Articulation work..........................................................................................................................13
Methoden en technieken.................................................................................................................16
Onderzoeksopzet .........................................................................................................................16
Dataverzameling...........................................................................................................................16
Ethische implicaties......................................................................................................................17
Rol van de onderzoeker................................................................................................................18
Analyse.........................................................................................................................................19
Borging betrouwbaarheid en validiteit.........................................................................................19
Beschrijving case studie....................................................................................................................20
De Stichting ..................................................................................................................................20
Gevolgen taakherschikking en functie verpleegkundig specialist.................................................20
Resultaten ........................................................................................................................................25
Verdwijnen van de VS...................................................................................................................25
Opvullen beoogde rol VS..............................................................................................................25
Organisatie van werk....................................................................................................................27
Wat nooit opgevuld zal worden ...................................................................................................35
Conclusie .........................................................................................................................................37
Kenmerken sociale organisatie van een multidisciplinair team....................................................37
De rol van de verpleegkundig specialist .......................................................................................37
Discussie...........................................................................................................................................39
Beperkingen in onderzoek............................................................................................................40
Overwegingen voor de praktijk en toekomstig onderzoek...........................................................41
Geraadpleegde literatuur en bronnen .............................................................................................42
Bijlage 1: Tabel met visie op rol VS en SO.........................................................................................45
Bijlage 2: Resultaten membercheck .................................................................................................49
3. Klaartje Coolen Juli 2015 v3.0
u
Voorwoord
Met trots mag ik u mijn onderzoek presenteren in deze scriptie. Het u voorliggende onderzoek
is een verkenning van de sociale organisatie van werk door en rondom de verpleegkundig specialist in
een multidisciplinair geriatrisch zorgteam. Een hele mond vol; een heel onderzoek vol. Aanleiding van
het onderzoek was een opdracht van de Stichting, maar gaandeweg ben ik mij steeds meer en meer
gaan interesseren voor de sociale organisatie van werk, ten slotte is het iets wat ieder van ons
tegenkomt. Voor mij betekenen de inzichten van dit onderzoek dan ook meer dan alleen een
beschrijving van het werk van de verpleegkundig specialist en andere zorgprofessionals, het is een
manier om te kijken naar een organisatie, samenwerking, rollen en posities. De scriptie is geschreven
in het kader van het afronden van het Master traject Healthcaremanagement aan de Erasmus
Universiteit te Rotterdam. Een studie welke mij de mogelijkheden geeft om te groeien in de
bedrijfsvoering in complexe organisaties zoals de gezondheidszorg zich op dit moment kenmerkt.
Mijn bijzondere en welgemeende dank gaat in eerste plaats uit naar de respondenten: diegenen die
hun tijd en visie hebben gegeven aan dit onderzoek. De gastvrijheid, openheid en hartelijkheid
waarmee ik telkens werd ontvangen heeft me geïnspireerd om het meeste uit hun informatie te halen
en oprecht hun stem te laten klinken. Daarnaast ben ik veel dank verschuldigd aan mijn begeleidster
Iris Wallenburg, die mij steunde met vele motiverende woorden en feedback, zelfs vanaf een ‘zonnig
dakterras in Athene’. Verrast was ik door de steun van mijn meelezer, Antoinette de Bont, zij stelde
mij in staat om mijn scriptie naar een hoger niveau te brengen en dat met feedback gegeven met een
ongelofelijke reactiesnelheid.
Deze afgelopen drie jaren waren inspirerend, educatief, zwaar, emotioneel maar vooral heel
waardevol. Mijn lieve vriendinnen hebben hier heel erg aan bijgedragen. Ik ben ervan overtuigd dat
door hun steun, bemoedigende woorden, ongein en vele berichtjes ik hier nu zit. Gezamenlijk zijn we
een super team, ik ben blij dat ik jullie op de Erasmus heb leren kennen.
Ik had dit niet kunnen doen zonder mijn partner, gezin, familie en collega’s, jullie krijgen het laatste
plekje in het dankwoord, maar zeker niet het minste.
Klaartje Coolen
Breda, juli 2015
4. Klaartje Coolen Juli 2015 v3.0
R
Samenvatting – Nederlands
Achtergrond: Veranderende wet- en regelgeving leiden onder andere tot taakherschikking
en het ontstaan van nieuwe zorgprofessionals. Als gevolg hiervan wordt de verpleegkundig specialist
ingezet als nieuwe zorgprofessional naast de specialist ouderengeneeskunde om deze te kunnen
ontlasten en een extra sociale schakel te zijn in het zorgwerk. De inzet van de verpleegkundig specialist
betekent een nieuwe manier van werken en organiseren. Door te focussen op werkzaamheden en de
organisatie van de zorgverlening komt de nadruk op het ‘zorgwerk’ zelf te liggen. Met de sociale
organisatie van werk worden de taken en werkzaamheden bedoeld die zorgprofessionals verrichten
en de onderlinge afstemming die daarbij plaatsvindt. Het concept komt voort uit onderzoeken en
publicaties van Strauss et al. (1997). Binnen de sociale organisatie van werk wordt er een onderscheid
gemaakt tussen verschillende soorten werk: ‘the researcher into any occupation or line of work needs
to distinguish among different kinds of work entailed in the central activity itself.’ (Strauss et al. 1997:
249). De onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt: Op welke manier geven verpleegkundig
specialisten en andere zorgprofessionals vorm aan de sociale organisatie van werk in een
multidisciplinair geriatrisch zorgteam? De theoretische bijdrage is gelegen in een uitgebreider begrip
van de empirie van de dagelijkse geriatrische zorgverlening, zoals georganiseerd door verpleegkundig
specialisten in teamverband.
56789@6A: Het onderzoek is kwalitatief van aard, het betreft een case studie ter grootte van één
enkele organisatie. De organisatie is een stichting welke intramurale en extramurale zorg verleent aan
allerlei groepen in de samenleving. In dit onderzoek wordt gefocust op de intramurale geriatrische
zorg. Voor het verzamelen van de data is gebruik gemaakt van observaties, interviews en
beleidsdocumenten.
Resultaten en conclusie: De verpleegkundig specialisten die zijn gestart hebben nagenoeg allen
ontslag genomen, er was te weinig draagvlak en ruimte tot ontplooiing in de functie. De
werkzaamheden blijven echter wel bestaan, zij worden gedaan door andere zorgprofessionals zoals
basisartsen, gedragsdeskundigen en kwaliteitsfunctionarissen. Ook pakt de specialist
ouderengeneeskunde taken en verantwoordelijkheden terug die ten gevolge van de taakherschikking
bij de verpleegkundig specialist lagen. In de sociale organisatie van werk rondom de verpleegkundig
specialist werden de volgende soorten werk onderscheiden: articulation work, comfort en mediating
work en information work. Dit zijn soorten werk waardoor zorgprofessionals samenwerken: het werk
wordt verdeeld, uitgevoerd, er wordt over gerapporteerd en men komt terug bij elkaar. Omdat andere
zorgprofessionals het werk van de verpleegkundig specialist kunnen overnemen, lijkt zij geen unieke
positie te hebben. Zij kan echter wel de ‘lijm’ zijn tussen de verschillende zorgprofessionals, zoals een
specialist ouderengeneeskunde, de huisarts en het verzorgende team. Enkele kritieke succesfactoren
zijn geïdentificeerd voor het welslagen van de invoering van de functie verpleegkundig specialist. Dit
zijn factoren zoals een juiste positionering van de functie: draagvlak op alle organisatie niveaus
(management, medisch en werkvloer); goede introductie en een duidelijke taakomschrijving,
protocollen en richtlijnen. Daarnaast is het vertrouwen in elkaar handelen imperatief evenals het
vinden van een persoon die de pioniersrol aankan en lef en assertiviteit kan vertonen.
De sociale organisatie van werk door de verpleegkundig specialist en andere zorgprofessionals in de
geriatrische zorg draait in de kern om een bestendige en onvermijdelijke samenwerking, afhankelijk
van tijd, plaats en personen.
5. Klaartje Coolen Juli 2015 v3.0
!
Abstract – English
Background: Changing laws and regulations within the current healthcare environment in the
Netherlands lead to task reallocation and the creation of new health care professionals. As a result,
the nurse practitioner works together with the geriatricians to relieve some of his tasks and is an
additional link in the social care work. The deployment of the nurse practitioner means a new way of
working and organizing. By focusing on work and the organization of care, the emphasis lies on the
'care work' itself. The meaning of social organisation of work is the tasks and responsabilities that
health care professionals encounter and how and when they work together. The theoretical concept
is the result of studies and publications of Strauss et al. (1997). Within the social organization of work,
a distinction is made between different types of work, the researcher into any occupation or line of
work needs to distinguish among different kinds of work entailed in the central activity itself. (Strauss
et al. 1997: 249). The research question of this study is: How do nurse practitioners and other
healthcare professionals shape the social organization of work in a multidisciplinary geriatric care
team? The theoretical contribution is centred around a better understanding of the empiricism of daily
geriatric care, as organized by nurse practitioner in a multidisciplinary team.
Methods: The study has a qualitative design, it is a case study the size of a single organization.
The organization is a foundation which provides inpatient and outpatient care to all kinds of groups in
Dutch society. This study focused on the inpatient geriatric care. To collect the data the researcher
used observations, interviews and policy documents.
Results and conclusion: The nurse practitioner virtually all resigned since the start of the
implementation, there was little support and space to flourish and grow in the position. The work,
however, continue to exist, it is done by other health professionals such as general practitioners,
behavioural experts and quality officers. The geriatricians also takes back some of the tasks and
responsibilities which were allocates to the nurse practitioner. In the social organization of work
around the nurse practitioner the following types of work were distinguished: articulation work,
comfort and mediating work and information work. These are types of work in which health
professionals work together: the work is distributed, performed, it is reported on and they come back
together. Because other healthcare professionals can take over the tasks of the nurse practitioner, she
does not seem to have an unique position. They can, however, be the glue between the various
health care professionals, including a geriatricians, the family physician and the care team. Some
critical success factors have been identified for the success of the implementation of the nurse
practitioner. These are factors such as a correct positioning of the function: support at all
organizational levels (management, medical and workplace); good introduction and a clear job
description, protocols and guidelines. In addition, confidence in each other is imperative, as well as the
ability to find a person who can handle the pioneer role and has courage and assertiveness.
The social organization of work by the nurse practitioner and other health professionals in geriatric
care is in the core based on a steady and inevitable collaboration, depending on time, place and people.