2. Zes gouden schoonmaakregels
1. Stof is niet te vegen.
2. Laat droog wat droog verwijderd kan worden.
3. Plenzen met water heeft geen zin.
4. Kijken, denken en dan doen.
5. Controleer tijdens je werk je eigen werk.
6. Zorg dat je voldoende werkdoeken bij je hebt.
3. Bij interieuronderhoud gebruik
je geen bezem!
Al het stof zou bij het vegen
omhoog waaien.
En na het vegen weer omlaag
dwarrelen.
Stof haal je weg met een
stofwisser of stofzuiger!
1. Stof is niet te vegen
4. 1. Stof is niet te vegen
• Voor het weghalen van
bijvoorbeeld stof en zand op
een vloerkleed, gebruik je
de stofzuiger.
5. • Of je gebruikt de rolveger.
• Met de rolveger kun je snel
losliggend vuil weghalen.
• Onder de rolveger zitten
rubberen borstels.
• Het vuil komt in ‘bakjes’.
1. Stof is niet te vegen
6. Stofwissen is een manier
van schoonmaken waarbij je
geen water gebruikt.
Je haalt losliggend vuil weg.
2. Laat droog wat droog verwijderd kan worden
7. 3. Plenzen met water heeft geen zin
Veel water gebruiken is niet
nodig.
Ook bij het moppen gebruik
je zo weinig mogelijk water.
8. • Ook al gebruik je weinig
water, de vloer kan toch
glad worden.
• Met dit bord waarschuw je
mensen.
• Zet dit bord altijd neer bij
natte vloeren.
3. Plenzen met water heeft geen zin
9. 4. Kijken, denken en dan doen
• Voordat je een ruimte gaat schoonmaken, kijk je eerst
wat de vervuiling is.
• Je gaat geen prullenbak legen als er niets in zit.
• Je gaat niet stofzuigen als er niets op het vloerkleed ligt.
10. 5. Controleer tijdens je werk je eigen werk
• Je let op of alles op een goede manier wordt
schoongemaakt.
• Je verwisselt regelmatig het werkoppervlak van je
werkdoek.
• Je slaat niets over dat zichtbaar stoffig of vuil is.
• Tijdens het werken kijk je al of je geen oppervlak
vergeet schoon te maken.
• Als je klaar bent, controleer je of alles is schoongemaakt
en of de ruimte netjes is.
11. • Dit is belangrijk, want
anders moet je terug naar
de werkkast.
Dat kost tijd en tijd is geld.
6. Zorg dat je voldoende werkdoeken bij je hebt