SlideShare a Scribd company logo
1 of 29
Optica
-Herhalen: Constructie van het beeld
-Deze les: Berekenen van het beeld
Constructie van beeld
Er zijn 3 bijzondere soorten lichtstralen waarvan we gebruik maken bij
de constructie van een beeld:
Voorbeeld constructie
Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle
lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
Voorbeeld constructie
Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle
lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
Voorbeeld constructie
Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle
lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
Voorbeeld constructie
Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle
lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
Voorbeeld constructie
Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle
lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
Voorbeeld constructie
Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle
lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
Voorbeeld constructie
Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle
lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
Dit noemen we een
reëel- omgekeerd beeld
Speciale situatie: achter brandpunt
Construeer het beeld in de volgende situatie:
V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
Speciale situatie: achter brandpunt
Construeer het beeld in de volgende situatie:
V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
Speciale situatie: achter brandpunt
Construeer het beeld in de volgende situatie:
V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
Speciale situatie: achter brandpunt
Construeer het beeld in de volgende situatie:
V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
Speciale situatie: achter brandpunt
Construeer het beeld in de volgende situatie:
V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
Speciale situatie: achter brandpunt
Construeer het beeld in de volgende situatie:
V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
In dit geval spreken we van een virtueel
brandpunt (denkbeeldig brandpunt)
We hebben hier te maken met een
virtueel- rechtop beeld
De kwaliteit van het beeld
Reëel- omgekeerd beeld
Zit het beeld achter de lens,
dan is het reeel en
omgekeerd
Virtueel- rechtop beeld
Zit het beeld voor de lens,
dan is het virtueel en
rechtop
Beeld
Speciale situatie: op brandpunt
Construeer het beeld in de volgende situatie:
V = 3 cm; v = 4 cm en f = 4 cm
Speciale situatie: op brandpunt
Construeer het beeld in de volgende situatie:
V = 3 cm; v = 4 cm en f = 4 cm
Speciale situatie: op brandpunt
Construeer het beeld in de volgende situatie:
V = 3 cm; v = 4 cm en f = 4 cm
Het brandpunt ligt oneindig
ver weg. We spreken hier
van een beeldpunt in het
oneindige.
Berekenen van het beeld
De berekening is te verdelen in 3 stappen:
1) Beeldafstand b (dit is de afstand van het beeld tot O)
b = 1 : [(1/f)-(1/v)]
Hierin is f de brandpunsafstand en v de voorwerpsafstand
2) De vergroting N, de verhouding tussen beeldgrootte en voorwerpsgrootte.
Deze bereken je door de beeldafstand te delen door de voorwerpsafstand.
N = b: v (altijd positief)
3) De beeldgrootte B
B = N x V
Oefenen met berekenen
1)Beeldafstand b (dit is de afstand van het beeld tot O)
Formule: b = 1 : [(1/f)-(1/v)]
Invullen: b = 1 : [(1/3)-(1/7)]
Uitrekenen levert: b = 5,25 cm
Dus de beeldafstand is 5,25cm
Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand
van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 2 cm dat 7 cm voor de lens
staat.
Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld.
Wat weten we?
v=7cm
V=2cm
f=+3cm
Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand
van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 2 cm dat 7 cm voor de lens
staat.
Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld.
Wat weten we?
v=7cm b=5,25cm
V=2cm
f=+3cm
Oefenen met berekenen
2) De vergroting N, de verhouding tussen beeldgrootte en
voorwerpsgrootte. Deze bereken je door de beeldafstand te delen
door de voorwerpsafstand.
Formule: N = b : v (altijd positief)
Invullen: N = 5,25 : 7
Uitrekenen levert: N = 0,75
Dit is een vergrotings factor, ofwel het beeld is dus 0,75 keer zo groot als
het voorwerp.
Oefenen met berekenen
3) De beeldgrootte B
Formule: B = N x V
Invullen: B = 0,75 x 2
Uitrekenen levert: B = 1,5 cm
Het beeld is dus 1,5 cm groot
Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand
van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 2 cm dat 7 cm voor de lens
staat.
Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld.
Wat weten we?
v=7cm b=5,25cm
V=2cm N=0,75
f=+3cm
De kwaliteit van het beeld
verkleind even groot of vergroot
Is N groter dan 1 dan is het beeld vergroot
Is N kleier dan 1 dan is het beeld verkleind
is N gelijk aan 1 dan is het beeld even groot
Oefenen met berekenen
Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand
van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 3 cm dat 5 cm voor de lens
staat.
Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld.
Wat weten we?
v=5cm
V=3cm
f=+3cm
1)Beeldafstand b (dit is de afstand van het beeld tot O)
Formule: b = 1 : [(1/f)-(1/v)]
Invullen: b = 1 : [(1/3)-(1/5)]
Uitrekenen levert: b = 7,5 cm
Dus de beeldafstand is 7,5cm
Oefenen met berekenen
Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand
van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 3 cm dat 5 cm voor de lens
staat.
Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld.
Wat weten we?
v=5cm b = 7,5 cm
V=3cm
f=+3cm
2) De vergroting N, de verhouding tussen beeldgrootte en
voorwerpsgrootte. Deze bereken je door de beeldafstand te delen
door de voorwerpsafstand.
Formule: N = b : v (altijd positief)
Invullen: N = 7,5 : 5
Uitrekenen levert: N = 1,5
Oefenen met berekenen
Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand
van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 3 cm dat 5 cm voor de lens
staat.
Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld.
Wat weten we?
v=5cm b = 7,5 cm
V=3cm N = 1,5
f=+3cm
3) De beeldgrootte B
Formule: B = N x V
Invullen: B = 1,5 x 3
Uitrekenen levert: B = 4,5 cm
Het beeld is dus 4,5 cm groot
Optica
-Opdracht (2MOp 2)
08:30-09:30 Camera techniek
09:30-10:30 Films maken
11:00-15:00 Practicum opdrachten
https://docs.google.com/spreadsheets/d/1XJUtUvfw69Mu6Jvl
uKEbNKFwQAeeMaPQr1GXcGgw6h8/edit?usp=sharing
Huiswerk
Maak alle overige opdrachten van 2MOp 1

More Related Content

More from JarnoWouda

More from JarnoWouda (20)

Elektronica p.4 Les 2
Elektronica p.4 Les 2Elektronica p.4 Les 2
Elektronica p.4 Les 2
 
Les 1
Les 1Les 1
Les 1
 
Les 1
Les 1Les 1
Les 1
 
Elektronica les 1
Elektronica les 1Elektronica les 1
Elektronica les 1
 
Les 4
Les 4Les 4
Les 4
 
Les 6
Les 6Les 6
Les 6
 
Les 3
Les 3Les 3
Les 3
 
Les 2
Les 2Les 2
Les 2
 
Les 1 licht
Les 1 lichtLes 1 licht
Les 1 licht
 
Les 5
Les 5Les 5
Les 5
 
Les 4
Les 4Les 4
Les 4
 
Les 4
Les 4Les 4
Les 4
 
Les 3
Les 3Les 3
Les 3
 
Films maken les 3
Films maken les 3Films maken les 3
Films maken les 3
 
Camera techniek les 3
Camera techniek les 3Camera techniek les 3
Camera techniek les 3
 
Les 2 video camera
Les 2 video cameraLes 2 video camera
Les 2 video camera
 
Films maken les 2
Films maken les 2Films maken les 2
Films maken les 2
 
Les 1 per 3 Films maken
Les 1 per 3 Films makenLes 1 per 3 Films maken
Les 1 per 3 Films maken
 
Les 1 Techniek
Les 1 TechniekLes 1 Techniek
Les 1 Techniek
 
Optica les 1
Optica les 1Optica les 1
Optica les 1
 

Optica les 2 2 m op 1

  • 1. Optica -Herhalen: Constructie van het beeld -Deze les: Berekenen van het beeld
  • 2. Constructie van beeld Er zijn 3 bijzondere soorten lichtstralen waarvan we gebruik maken bij de constructie van een beeld:
  • 3. Voorbeeld constructie Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
  • 4. Voorbeeld constructie Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
  • 5. Voorbeeld constructie Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
  • 6. Voorbeeld constructie Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
  • 7. Voorbeeld constructie Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
  • 8. Voorbeeld constructie Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle lens met een brandpuntdafstand van 3 cm.
  • 9. Voorbeeld constructie Een voorwerp met een hoogte van 3cm bevindt zich 5cm voor een bolle lens met een brandpuntdafstand van 3 cm. Dit noemen we een reëel- omgekeerd beeld
  • 10. Speciale situatie: achter brandpunt Construeer het beeld in de volgende situatie: V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
  • 11. Speciale situatie: achter brandpunt Construeer het beeld in de volgende situatie: V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
  • 12. Speciale situatie: achter brandpunt Construeer het beeld in de volgende situatie: V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
  • 13. Speciale situatie: achter brandpunt Construeer het beeld in de volgende situatie: V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
  • 14. Speciale situatie: achter brandpunt Construeer het beeld in de volgende situatie: V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm
  • 15. Speciale situatie: achter brandpunt Construeer het beeld in de volgende situatie: V = 3 cm; v = 3 cm en f = 5 cm In dit geval spreken we van een virtueel brandpunt (denkbeeldig brandpunt) We hebben hier te maken met een virtueel- rechtop beeld
  • 16. De kwaliteit van het beeld Reëel- omgekeerd beeld Zit het beeld achter de lens, dan is het reeel en omgekeerd Virtueel- rechtop beeld Zit het beeld voor de lens, dan is het virtueel en rechtop Beeld
  • 17. Speciale situatie: op brandpunt Construeer het beeld in de volgende situatie: V = 3 cm; v = 4 cm en f = 4 cm
  • 18. Speciale situatie: op brandpunt Construeer het beeld in de volgende situatie: V = 3 cm; v = 4 cm en f = 4 cm
  • 19. Speciale situatie: op brandpunt Construeer het beeld in de volgende situatie: V = 3 cm; v = 4 cm en f = 4 cm Het brandpunt ligt oneindig ver weg. We spreken hier van een beeldpunt in het oneindige.
  • 20. Berekenen van het beeld De berekening is te verdelen in 3 stappen: 1) Beeldafstand b (dit is de afstand van het beeld tot O) b = 1 : [(1/f)-(1/v)] Hierin is f de brandpunsafstand en v de voorwerpsafstand 2) De vergroting N, de verhouding tussen beeldgrootte en voorwerpsgrootte. Deze bereken je door de beeldafstand te delen door de voorwerpsafstand. N = b: v (altijd positief) 3) De beeldgrootte B B = N x V
  • 21. Oefenen met berekenen 1)Beeldafstand b (dit is de afstand van het beeld tot O) Formule: b = 1 : [(1/f)-(1/v)] Invullen: b = 1 : [(1/3)-(1/7)] Uitrekenen levert: b = 5,25 cm Dus de beeldafstand is 5,25cm Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 2 cm dat 7 cm voor de lens staat. Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld. Wat weten we? v=7cm V=2cm f=+3cm
  • 22. Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 2 cm dat 7 cm voor de lens staat. Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld. Wat weten we? v=7cm b=5,25cm V=2cm f=+3cm Oefenen met berekenen 2) De vergroting N, de verhouding tussen beeldgrootte en voorwerpsgrootte. Deze bereken je door de beeldafstand te delen door de voorwerpsafstand. Formule: N = b : v (altijd positief) Invullen: N = 5,25 : 7 Uitrekenen levert: N = 0,75 Dit is een vergrotings factor, ofwel het beeld is dus 0,75 keer zo groot als het voorwerp.
  • 23. Oefenen met berekenen 3) De beeldgrootte B Formule: B = N x V Invullen: B = 0,75 x 2 Uitrekenen levert: B = 1,5 cm Het beeld is dus 1,5 cm groot Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 2 cm dat 7 cm voor de lens staat. Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld. Wat weten we? v=7cm b=5,25cm V=2cm N=0,75 f=+3cm
  • 24. De kwaliteit van het beeld verkleind even groot of vergroot Is N groter dan 1 dan is het beeld vergroot Is N kleier dan 1 dan is het beeld verkleind is N gelijk aan 1 dan is het beeld even groot
  • 25. Oefenen met berekenen Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 3 cm dat 5 cm voor de lens staat. Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld. Wat weten we? v=5cm V=3cm f=+3cm 1)Beeldafstand b (dit is de afstand van het beeld tot O) Formule: b = 1 : [(1/f)-(1/v)] Invullen: b = 1 : [(1/3)-(1/5)] Uitrekenen levert: b = 7,5 cm Dus de beeldafstand is 7,5cm
  • 26. Oefenen met berekenen Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 3 cm dat 5 cm voor de lens staat. Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld. Wat weten we? v=5cm b = 7,5 cm V=3cm f=+3cm 2) De vergroting N, de verhouding tussen beeldgrootte en voorwerpsgrootte. Deze bereken je door de beeldafstand te delen door de voorwerpsafstand. Formule: N = b : v (altijd positief) Invullen: N = 7,5 : 5 Uitrekenen levert: N = 1,5
  • 27. Oefenen met berekenen Een beeld wordt gevormd door een positieve lens met een brandpuntafstand van 3 cm en een voorwerp met een hoogte van 3 cm dat 5 cm voor de lens staat. Bereken de beeldafstand, de vergroting en de hoogte van het beeld. Wat weten we? v=5cm b = 7,5 cm V=3cm N = 1,5 f=+3cm 3) De beeldgrootte B Formule: B = N x V Invullen: B = 1,5 x 3 Uitrekenen levert: B = 4,5 cm Het beeld is dus 4,5 cm groot
  • 28. Optica -Opdracht (2MOp 2) 08:30-09:30 Camera techniek 09:30-10:30 Films maken 11:00-15:00 Practicum opdrachten https://docs.google.com/spreadsheets/d/1XJUtUvfw69Mu6Jvl uKEbNKFwQAeeMaPQr1GXcGgw6h8/edit?usp=sharing
  • 29. Huiswerk Maak alle overige opdrachten van 2MOp 1