Voor leerlingen uit een superdiverse school lijkt omgaan met culturele diversiteit wel vanzelfsprekend. Ook directie, leerkrachten, medewerkers en vrijwilligers op en rond de school streven 'een school voor iedereen' na. Zij engageren zich met vallen en opstaan in een intensief leerproces.
4. “De sociale geografie is een sociale wetenschap die
maatschappelijke verschijnselen in heden en verleden
bestudeert vanuit een ruimtelijke invalshoek.” (Wikipedia)
1. Inleiding
5. Burgerschaps- praktijken
1. Inleiding
Gemeen-
schapsvorming Solidariteit
4 bronnen
6 spanningsvelden
Leerprocessen
Plaats
Diversiteit
Professional
Burgerschaps-
praktijken
1. Plaats = locatie, locale & sense of place
2. Plaats: Territoriale vs relationele invulling
6. Plaats = betekenisvolle locatie (<Agnew, 1987)
1.) Locatie: vb. 40°42'41"N 74°0'44"W
1. Locatie
7. Plaats = betekenisvolle locatie (<Agnew, 1987)
1.) Locatie: vb. 40°42'41"N 74°0'44"W
2.) Locale = materiële setting voor sociale relaties
2. Locale
8. Place = meaningful location (<Agnew, 1987)
1.) Location: e.g. 40°42'41"N 74°0'44"W
2.) Locale = material setting for social relations
3.) Sense of place < subjectieve en emotionele gehechtheid
3. Sense of place
On September 11, 2001, terrorists
crashed two hijacked commercial
jets into the Twin Towers of New
York City's World Trade Center in a
coordinated attack on this symbol
of American financial power
and influence.
9. Plaats = betekenisvolle locatie (<Agnew, 1987)
1.) Locatie: vb. 40°42'41"N 74°0'44"W
1. Locatie
X
10. Plaats = betekenisvolle locatie (<Agnew, 1987)
1.) Locatie: vb. 40°42'41"N 74°0'44"W
2.) Locale = materiële setting voor sociale relaties
2. Locale
11. Place = meaningful location (<Agnew, 1987)
1.) Location: e.g. 40°42'41"N 74°0'44"W
2.) Locale = material setting for social relations
3.) Sense of place < subjectieve en emotionele gehechtheid
3. Sense of place
12. Burgerschaps- praktijken
1. Inleiding
Gemeen-
schapsvorming Solidariteit
4 bronnen
6 spanningsvelden
Leerprocessen
Plaats
Diversiteit
Professional
Burgerschaps-
praktijken
1. Plaats = locatie, locale & sense of place
2. Plaats: Territoriale vs relationele invulling
13. Massey, 1991: space of flows, non-places, placelessness, …
Territoriale invulling van plaats
14. Massey, 1991: Soviet Unie, Yoegoslavië, Vlaams Belang, gated communities,
Territoriale invulling van plaats
16. 1.) Plaats gekenmerkt door een scherpe grens tussen hier en daar
2.) Relatie tussen plaats en één enkele vorm van identiteit
Territoriale invulling van plaats
17. 1.) Plaats gekenmerkt door een scherpe grens tussen hier en daar
2.) Relatie tussen plaats en één enkele vorm van identiteit
3.) Idee dat plaats geworteld zit in een authentieke geschiedenis
Territoriale invulling van plaats
22. Relationele invulling van plaats
1. “Binnen” gedefinieerd door (relaties met) “buiten”
2. Plaats heeft verschillende identiteiten, geschiedenissen, …
23. Relationele invulling van plaats
1. “Binnen” gedefinieerd door (relaties met) “buiten”
2. Plaats heeft verschillende identiteiten, geschiedenissen, …
“[De school is] opgericht voor wezen, ook voor
kansarmen. Het heeft altijd in die hoek gezeten.
Diegenen die niet altijd terecht kunnen in de “goede
maatschappij”. Dat is de vroege geschiedenis van de
school. Dat zit nog altijd ergens in de school”
VS
“Een eliteschool voor de kinderen van de professoren in
gasthuisberg”
VS
“De school van de migranten en de kansarmen”
24. Relationele invulling van plaats
1. “Binnen” gedefinieerd door (relaties met) “buiten”
2. Plaats heeft verschillende identiteiten, geschiedenissen, …
3. Plaats is een proces. “Place-making”
25. Relationele invulling van plaats
1. “Binnen” gedefinieerd door (relaties met) “buiten”
2. Plaats heeft verschillende identiteiten, geschiedenissen, …
3. Plaats is een proces. “Place-making”
- Binnen de school
- Buiten de school
Oudercontacten liet ik doorgaan in mijn grote eetzaal. (…) En ik deelde daar de koffie uit. Ik was daar koffiemadam. Ik maakte een praatje. Ik gaf iedereen een hand die binnenkwam. Heel informele dingen eigenlijk (…) Ik was daar aanwezig. Iedereen kon me spreken (…) Van de eerste tot de laatste minuut. Ik had iedereen gezien (…) Ik denk dat de nabijheid toch wel zeer belangrijk is. Persoonlijk contact. (OD2)