1. Bar Mitswa De term bar mitswa
betekent letterlijk
‘zoon van het gebod’.
Een joodse jongen is
vanaf zijn dertiende
jaar religieus
meerderjarig en dus
verplicht zich aan de
mitswot of wel
geboden te houden.
Bat Mitswa Zie “Bar Mitswa”
alleen dan voor
meisjes
Chanoeka Herdenking van de
wijding van de 2e
tempel in Jeruzalem.
Inclusief branden
(een voor een) van
kaarsen in
achtarmige
kandelaar. Begin
december. (ook wel
hanuka genoemd)
Davidster Van oorsprong is
deze zespuntige ster
geen joods symbool
en enig verband met
de bijbelse koning
David is niet
aantoonbaar
Keppel hoofd bedekking voor
Joodse mannen.
Koosjer Volgens de regels
van het kasjroet voor
consumptie
geoorloofd
Liberale Joden Joden die zich niet
altijd aan de regels
houden en er meer
vrijheid in willen.
2. Menora 7 armige kandelaar.
Stond in de tempel in
Jeruzalem, mag niet
na gemaakt worden.
Mezoeza kokertje op de
deurpost met tekst
uit de Bijbel en
godsnaam ‘Shadai’
op perkament.
Niet-religieuze Joden - Wel joods alleen
joods door geboorte
- Houden zich niet
aan leefregels
Orthodoxe Joden Heel sterk de regels
volgen. Iemand die
alles precies volgens
de regels doet, noem
je orthodox.
(Black Sabbath) begint op
Sjabbat vrijdagavond bij
zonsondergang. Het
is een dag van rust
(Black Sabbath is
een band)
Synagoge Joodse kerk
Tenach Heilige boeken van
het jodendom.
Thora Deel van de Tenach
Heilige ark Kast met torarollen
10 woorden 10 geboden
Eeuwig brandende Lamp die altijd
lamp aanstaat
bima Boekenhouder voor
de Thora
jad aanwijsstokje
rabbijn Priester van het
jodendom
tallied voorzanger
3. teffilien gebedsriem
Talmoed De Talmoed ()תלמוד
(= mondelinge
leer) is na de
Tenach (Wet,
Profeten en
Geschriften - het
quot;Oude Testamentquot;)
het belangrijkste
boek binnen het
jodendom.
Pesach Pesach (Hebreeuws: – פסח
afgeleid van 'sloeg over':
Pasach), ook bekend als
het lentefeest,
vrijheidsfeest of
matzefeest is een van de
belangrijkere feesten in
het jodendom. Met Pesach
herdenkt men de joodse
slavernij in Egypte en de
uittocht uit Egypte
('Exodus') en daarmee de
bevrijding van de
slavernij. Deze
gebeurtenissen, die niet
zijn geverifieerd via
bronnen buiten het
jodendom, staan centraal
in de joodse ethos.
Wekenfeest Sjavoeot, ook
gespeld als
Sjawoe'ot
(Hebreeuws: ,)שבועותis
het joodse
Wekenfeest dat
zeven weken na
Pesach wordt
gevierd. Het is
tevens het einde van
de Omertelling.
4. Loofhuttenfeest
Soekot of
Loofhuttenfeest
(Hebreeuws: סוכותor
)סֻכותis een joods
feest dat zeven
dagen duurt en
waarbij wordt
herdacht dat de
Israëlieten (de
voorouders van de
Joden) veertig jaar
lang in de
Sinaïwoestijn onder
de bescherming van
God rondtrokken
waarbij ze verbleven
in tenten of hutten.
Deze rondzwerving
lag tussen de
uittocht uit Egypte
die met Pesach
wordt gevierd, en de
intocht in het
Beloofde Land.
Nieuwjaar Rosj Hasjana
(Hebreeuws: - ראש השנה
'hoofd van het jaar')
is het joodse
nieuwjaar
5. Grote verzoendag Jom Kip(p)oer of
Grote Verzoendag
(Hebreeuws: ,)יום כיפור
voluit Jom ha-
Kippoeriem ofwel
Dag van de
Vergevingen
(meervoud), wordt
als de belangrijkste
feestdag beschouwd
in het jodendom. Het
was de ene dag in
het jaar dat de
hogepriester de
allerheiligste plaats
in de tempel te
Jeruzalem betrad om
te pleiten voor Gods
volk.
Poerim Poeriem (Hebreeuws: )פוריםis
een joods feest. Het uit de
Oud-Perzische taal
afkomstige woord 'poer'
betekent 'lot', reden waarom
Poeriem ook wel het
Lotenfeest wordt genoemd.
Het wordt gevierd op de 14
adar in de joodse kalender
en valt daarmee in het
vroege voorjaar. In steden
die in de tijd van de Tweede
Tempel ommuurd waren
viert men Poeriem een dag
later, op 15 adar, het
zogeheten Sjoesjan Poeriem;
heden ten dage is dit enkel
in Jeruzalem het geval. In de
Tenach is de inzetting van
dit feest terug te vinden in
het boek Ester hoofdstuk
9:20-23.