More than Just Lines on a Map: Best Practices for U.S Bike Routes
Toetswijzer
1. Een tekst lezen met onbekende woorden waarin je toch het antwoord op
enkele eenvoudige vragen kan vinden.
Zeg de zin in het Frans. Deze mag je eerst in stilte voorbereiden.
Je krijgt 6 zinnen. De leerkracht kiest er 3 uit.
voorbeeld: Zeg dat je Nederlands spreekt en een beetje Engels.
Je parle ….
livre pag. 11
Wat doe je graag? Rollenspel waarbij leerling A een vraag stelt en leerling B
antwoordt. Nadien worden de rollen omgekeerd.
voorbeeld: rol A: Zing jij graag? rol B: Ja, ik zing graag
Tu aimes chanter? Oui, j’aime chanter
livre pag. 11
Luisteroefening over de twee jongeren.
cahier pag.4 oef.4
Een voor jou bekend persoon beschrijven met behulp van woorden die je
aangereikt krijgt.
cahier pag.7 oef.13
De juiste vorm van het werkwoord venir overschrijvenin een zin.
livre pag. 12 - cahier pag.6 oef.9
De woordenschat (vocabulaire) van unité 21 (Frans – Nederlands/ Nederlands-
Frans).
livre pag. 11 / cahier pag.3 oef.1
en action flashcard unité 21
Toetswijzer – unité 21