1. Mendelejev, D
Dimitri Ivanovitsj Mendelejev (1834-1907) werd bekend door zijn ontwerp van het Periodiek
Systeen der elementen. Hij rangschikte de elementen naar oplopende atoommassa, maar
aarzelde niet om de volgorde aan te passen als dat in zijn systeem beter uit kwam. Hij zette
elementen met overeenkomstige chemische eigenschappen in dezelfde (verticale) groep.
Onvermijdelijk ontstonden door deze manier van werken lege plekken in het systeem. Echter,
hij was zo overtuigd van zijn ideeën dat hij de eigenschappen van ontbrekende elementen
voorspelde en voor hen een plaats reserveerde in zijn systeem. Toen een aantal jaren later
gallium, scandium en germanium werden ontdekt bleken deze precies te voldoen aan de
voorspellingen. Hij was op een overtuigende manier in het gelijk gesteld.
neutron
Ongeladen deeltjes aanwezig in de kern van atomen. In het atoommodel bleek moeilijk te
verklaren op welke manier de positieve protonen in de atoomkern bij elkaar gehouden konden
worden. Immers gelijk geladen deeltjes stoten elkaar af. Het duurde tot 1932 voordat Sir
James Chadwick de aanwezigheid van een nieuw ongeladen kerndeeltje kon aantonen. Deze
deeltjes kregen de naam neutronen, zij fungeren als een soort "lijm die de protonen
bijeenhoudt."
atoommodel
Wetenschappelijk model voor de bouw van het atoom. Sinds de Griekse oudheid (Democritus)
heeft het model zich voortdurend ontwikkeld. Tal van wetenschappers hebben zich bezig
gehouden met het mysterie van de bouw van de materie.
Het atoom bestaat uit een kleine massieve kern opgebouwd uit protonen en neutronen.
Elektronen met een negatieve lading bevinden zich ergens op bepaalde afstanden van die
kern. Het atoomnummer dat een element in het Periodiek Systeem heeft blijkt overeen te
komen met het aantal protonen in de kern. Het massagetal wordt bepaald door het aantal
protonen en neutronen samen. Zelfs tegenwoordig kan het model door nieuwe experimenten
en theorieën nog worden aangepast. Een mooi overzicht wordt gegeven op de site The
Particle Adventure.
Bohr, N
Niels Bohr (1885-1962). Deense natuurwetenschapper die een theoretisch atoommodel
beschreef op basis van protonen in een kern en elektronen in afzonderlijke banen cirkelend
rond de kern (1914) waarvoor hij in 1922 de Nobelprijs voor natuurkunde ontving.
Experimenteel onderzoek had aangetoond dat elektronen energie kunnen opnemen en
afstaan. Dit gebeurt niet in elke willekeurige hoeveelheid, maar slechts in bepaalde
nauwkeurig afgepaste hoeveelheden (energiekwanten). Hieruit concludeerde Bohr dat de
elektronen in bepaalde banen rond de kern bewegen en door opname van energie in een
verder van de kern afgelegen baan kunnen komen. Biografie (engels).
Dalton, J
John Dalton (1776-1844). Hij werd vooral bekend om zijn atoomtheorie. Elke niet ontleedbare
stof bestaat uit identieke kleine bouwsteentjes: de atomen.
Elke element is opgebouwd uit een eigen unieke atoomsoort. Elk atoom van het ene element
is anders dan elk atoom van een ander element. Dalton introduceerde het begrip
atoomgewicht en deed ook de eerste massabepalingen. Biografie (engels)
2. elektron
Door Ernest Rutherford ontdekt negatief deeltje dat zeer snel rond de kern van het atoom
draait. Later formuleerde Niels Bohr zijn idee dat elektronen niet willekeurig maar slechts in
bepaalde banen rond de kern mochten bewegen. Tenslotte ontwikkelden Erwin Schroedinger
en Werner Heisenberg de quantummechanica, een wiskundig model waaruit volgde dat
elektronen beschreven dienen te worden door formules die de kans bereken om het elektron
op een bepaalde tijd op een bepaalde plaats aan te treffen.